De Opbouwdienst leert goed zingen - Per hooiwagen naar school
Tweede Blad
5 'f.
8trie Jaarar-q
LEiDSCH
Ir m,%
1'
V
m.4
m ,m
FEUILLETON
Een viool
verdween
■ff
v wf'
AsP sW T.
MUZIEKINSTITUUT VAN DEN OPBOUWDIENST. Naast de sport- en andere op
leidingen, is er ook een muziekinstituut, dat denleiders van den Opbouwdienst
muziek- en zanglessen geeft. Tijdens een zangles in het muziekinstituut
in den Haag. (Stapf)
ALS ONDERDEEL VAN DE
WERKZAAMHEDEN AAN
DEN NOORD-OOSTPOLDER.
WORDT VAN BLOKZIJL
NAAR KADOELEN EEN
KANAAL GEGRAVEN.
(Polygoon)
DE COMMISSARIS VAN DE PROVINCIE UTRECHT. jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch
Ridder van Rosenthal, bracht een bezoek aan de Jaarbeurs te Utrecht. V.l.n.r.: ir. W.
Terpstra, chef technischen dienst der Jaarbeurs, jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder
van Rosenthal en mr. Milius, directeur der Jaarbeurs. (Polygoon)
DE GROOTE JUNKERS-TRANSPORTVLIEGTUIGEN zijn gebleken van
groote waarde te zijn in de moderne oorlogvoering. Groote hoeveelheden
materiaal kunnen er snel mede vervoerd worden. Het inladen. (Holland)
NU HET VERVOER PER AUTOBUS VELE MOEILIJKHEDEN ONDERVINDT EEN LUCHTAFWEERKANON IN STELLING. Dag en TER GELEGENHEID VAN HET 30-JARIG BESTAAN VAN HET KOLO-
worden de leerlingen der bijzondere scholen te Zwolle, wonende in de naaste om- nacht zijn de kanonniers bedacht op aanvallen door de NIAAL INSTITUUT wordt van 14 September x9 October een jubileum
tentoonstelling gehouden. Het model van het schip „Mercurius
geving, met een Amerikaanschen hooiwagen naar school vervoerd. (Holland) Engelsche vliegtuigen. (Holland) der Oost-Indische Compagnie. (Polygoon)
door
PAUL SCHOTT.
25)
„Misschien heeft Cavalcanti heelemaal
niets met de viool te maken en wat ik bij
Bozzi gehoord heb, was volkomen onbe
langrijk. In elk geval is dat met Gomez een
goed idéé".
En op zijn zekeren toon: „Dat klopt. Je
bent niet alleen vroolljk en aardig, maar
ook listig en verstandig, zooals die oude
Griek, waarvan ik vroeger op school leerde
Odysseus, of hoe heet hij ook weer. Zeg,
vertel mij eens, ik heb niet precies ver
staan wat zich daar op het station afge
speeld heeft? Waarom heb Je eigenlijk ge
huild?"
Lena zweeg en beantwoordde zijn eerlij
ken blik. Toen zei ze afwijzend: „Dus ik
ga, terwijl jij op kantoor bent, naar de vier
Salimbeni's. die hier aan dezen kant op
onze lijst staan. Dan blijven er nog twaalf
over, die zullen we morgen afwerken. Ik
krijg het adres van Gomez wel op het kan
toor van de scheepvaart-maatschappij, of
aan de haven, waar de „Van Houten" zeker
nog wel liggen zal. Misschien is hij nog
wel aan boord? En jij gaat 's middags naar
hem toe. Let maar eens op. wij zullen re
sultaat hebben met onzen speurtocht."
Zoo kwam het, dat Apt voor het kleine
havenhotel „Rissorglmento" 's avonds om
acht uur van Lena afscheid nam en naar
signor Gomez vroeg, die, zooals hij vernam
op de tweede étage een kamer had. Terwijl
hij de smalle trap opging, waar diverse keu
kenluchtjes walmden, vond hij voor de eer
ste maal in deze drukke dagen gelegenheid
om zijn toestand te overdenken. En aan
het slot van die overdenking vroeg hij zich
zelf af: ,,In wat voor een dolle zaak ben
ik nu terecht gekomen? Wat heb ik eigen
lijk te maken met meesterviolen en anti
quiteiten? Maak jezelf niets wijs mijn
waarde. Oogenschijnlijk, uit zakelijke rede
nen ep om je firma van dienst te zijn, heb
je eeh zaak aangenomen, die ver boven je
bevoegdheid gaat. Het is niet waar dat je
het alleen doet, om de maatschappij te be
waren voor het moeten uitkeeren van de
verzekeringssom, maar het heeft je verleid
een blik te werpen in een geheel andere
wereld, een wereld van droomen en ab
stractheden, de wereld waarin ook dit
meisje leeft. Denk eraan, want. het heeft
je reeds stevig beet en het zou je nu reeds
moeite kosten, er Jezelf van los te maken.
Je bent verliefd op Lena en je wilt haar
met alle geweld bewijzen, dat je ook wel
iets anders kunt dan alleen rekensomme
tjes maken. Ondertusschen was hij in een
smal schemerig gangetje uitgekomen, waar
in een raam aan het eind uitzicht gaf op
scheepsmasten en schoorsteenen. Hij zocht
naar nummer twaalf. Op zijn kloppen
bromde een stem ..binnen" en een oogen
blik later bevond Apt zich tegenover den
halfbloed, die met een krant in de handen
naast het kleine venster zat.
„Goeden avond", zei Apt in het Engelsch,
„Spreek ik met den steward van de „van
Houten"? Lena had hem precies verteld hoe
hij den ijdelen Portugees moest aanpakken.
Ja, dat was hij, en waarmee hij mijnheer
van dienst kon zijn, knikte de dikzak vra
gend, terwijl hij op een wankele fauteuil
tegenover hem wees.
„Ik ben een kennis van het meisje, dat U
eenige dagen geleden hebt leeren kennen.
Wij werkten vroeger samen ergens. Zij zend
mij naar U toe
Ah, Marguerite?" lachte Gomez, waarbij
een rij bruine tanden zichtbaar werd.
„Ja. Marguerite zendt mij naar U toe,
omdat zij zelf niet kon komen".
„Zoo, dat was voorloopig alles. Wist die
Marguerite, dat Gomez de viool gestolen
had. Hoogstwaarschijnlijk. Maar of Gomez
wist dat zij het wist? Apt aarzelde even
Toen zeide hij zeer voorzichtig„Zij heeft
hoe weet ik niet ontdekt, wie de
laatste kooper van de gestolen viool was'
Gauw, gauw, men moest dien knaap geen
tijd laten: „U heeft natuurlijk wel van dien
diefstal van de waardevolle viool gehoord?"
Hoewel Gomez plotseling bleek werd, wist
zijn Oostersche natuur zich toch te be-
heerschen. Hij trok diepe rimpels in zijn
voorhoofd, deed alsof hij nadacht, en zei
eindelijk:
„Natuurlijk, zeker ik heb toch zelf de
politie, toen die hier aan boord kwam, den
weg gewezen". Toen, na een kleine pauze:
„En Marguerite heeft ontdekt wie de viool
heeft? Dan kan zij toch de belooning krij
gen, al dat geld... Zijn kleine oogen
schitterden gierig alsoi hij na dagenlange
hongerkuur zich nuvoor een welvoorziene
rijsttafel zette.
„Natuurlijk! Maar dat is niet too eenvou
dig". bracht Apt glimlachend in het mid
den en verwonderde zich over zijn eigen
handigheid. „Zij moest vandaag absoluut
weg en morgen k m iemand anders de zaak
ontdekt hebben. Zij weet namelijk niet
waar de viool is en dat zult U moeten
uitvinden".
„Ik", Gomez knipperde opgewonden met
zijn oogleden.
„Ja, U. Het is een netelige kwestie. Een
groot man, rijk en machtig heeft de viool
gekocht en Marguerite weet niet, of hij
haar nog heeft of niet".
Gomez sprong op en krijschte:
„U bent van de politie. Marguerite is ook
van de politie, ik wil niet meer met dat
alles te maken hebben. Over acht of tien
dagen ga ik met de „Van Houten" weer
naar mijn Vaderland terug."
„Maar mijn waarde heer! Daar is toch
geen sprake van. Ik heb net zooveel met- de
politie te maken als U en Marguerite. Laten
wij daarover zwijgen. Ik geef U mijn eere
woord dat ik niet van de politie ben."
„Maar waarom doet U dat niet zelf?"
vroeg Gomez en ging, een weinig gerustge
steld weer zitten.
„Omdat men mij in Genua kent", Apt
had dit antwoord samen met Lena vooruit
bedacht, „en U niet. Er is een heeleboel aan
dien zaak te verdienen, veel meer dan U
denkt. Geen mensch kent U. U loopt er niet
de minste risico bij, U gaat naar den han
delaar, noemt hem den naam, dien ik U
zeggen zal en vraagt hem aan wien hij de
.viool verkocht heeft."
„En als hij het niet zegt?"
„Dan dreigt U hem met de politie. U
moet bedenken dat hij ontzettend veel geld
aan die viool verdiend heeft, misschien een
paar honderdduizend lire."
„Hoeveel?" Gomez schreeuwde het uit:
„Honderdduizend lire?" dat zijn...." Hij
scheen het om te rekenen ln Hollandsch
geld en snakte naar adem. „Gelooft U. dat
dat ding zooveel waard Is?"
„Minstens. En als U zijn klant weet,
eischt U de belooning op en deelt met
Marguerite, dat is natuurlijk haar voor
waarde."
„Dat begrijp ik. Maar dien kerel zal niets
willen zeggen. Oh, maar hij moet wel
praten, ik zal er hem toe dwingen!" De
Portugees sprak nu in zichzelf en was zeer
opgewonden. Al zijn bedenkingen waren
verdwenen, weggevaagd door zijn uitzicht
op de belooning.
„Als U er naar toe gaat. behoeft U
slechts te zeggen, dat graaf Salimbeni U ge
stuurd heeft en men zal U direct ontvan
gen.
Marguerite gelooft namelijk dat Salim
beni de viool gekocht heeft, begrijpt U?"
„Ah, dat is de „onbekende", waar Bozzl
bij de politie van gesproken heeft", zei de
Gomez en staarde Apt aan.
„Misschien, in elk geval heeft hij er niets
mede te maken."
Alles kwam precies uit. zooals Apt ge
dacht. had, hij was tevreden. Die knaap
merkte niet. dat de zaak nog verschillende
duistere kanten had. Hij was blind van
woede, omdat hij voor het waagstuk van
het stelen van het instrument slechts een
paar onnoozele Lires gekregen had en een
ander een vermogen. „Wilt U er nu direct
heengaan?"
„Nu?" De halfbloed knipperde me: zijn
oogen en zijn onderkin wipte op en neer
van angst.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).