Brandhout is een t)eel geüraagd artikel - Drukte in de pijpen-industrie
81 iie JaaroiTfl
LE1DSCH DAGCLAD
Tweede Blad
Een viool
verdween
FEUILLETON
*IN VERBAND MET DE GROOTE VRAAG NAAR BRANDHOUT VOOR DEN WINTER worden in het Gooische
natuurreservaat maatregelen genomen om hieraan te voldoen. In de omgeving van het Waschmeer worden in
de voor uitdunning in aanmerking komende bosschen de stammen gehakt en van de schors ontdaan.
(Polyooon)
DE BEMANNING VAN EEN DUITSCH GEVECHTSVLIEGTUIG
onderzoekt de schade, welke door een scherf van het vijandelijke lucht
afweergeschut aan hun toestel is toegebracht- (Holland)
DE BEKENDE GOOISCHE SCHAPENKUDDE IS VAN 200 TOT
80 STUKS INGEKROMPEN. De herder en zijn hond
houden een oogje in het zeil. (Holland)
VELE SIGARETTEN. EN SIGARENROOKERS GAAN ZICH NU TOE
LEGGEN OP HET PIJP-ROOKEN. De drukte in de Goudsche pijpen-
industrie is dan ook groot. De afwerking van de pijpen
het z.g. „opstoppen". (Polyooon)
DAG IN DAG UIT VLIEGEN DE DUITSCHE VLIEGTUIGEN
NAAR ENGELAND. HET INLADEN VAN EENIGE BOMMEN
IN EEN GEVECHTSVLIEGTUIG. (Hoffmann)
OP HET HOOFDBUREAU VAN POLITIE TE DEN HAAG heerscht een enorme
drukte, in verband met de vele aanvragen van personen, die meenen, dat zij een
geldige reden hebben om 's avonds na tien uur op straat te mogen komen. De ge
gadigden voor een speciale vergunning worden ondervraagd. (Polygoon)
IN WEST-FRIESLAND IS MEN BEZIG MET HET PLUKKEN VAN
VLIERBESSEN. De vruchten worden uitgeperst waarna uit het sap
een siroop wordt gemaakt, welke als hoestdrankje heilzaam werkt
De bessen leenen zich ook tot het maken van jam. (Polygoon),
door
PAUL 8CHOTT.
23)
„Tot ziens! Ik telegrafeer direct naar
Milaan, hotel Continental, als wij iets ont
dekken," riep Apt en met een grappig blo
zen: „Ik zal juffrouw Pllshmuth goed be
schermen" De trein reed al, van weerszij
den werd gewuifd, het laatste wat Grangg
van Lena zag, was haar opnieuw "vertrok
ken meisjesgezicht. Arm kind, dacht hij,
wat is zij moedig! Arm kind zou ik haar
kunnen helpen?
HOOFDSTUK VÜI.
Na drie dagen gaf Zubiaurre voor zich
zelf en tegenover Marguerite, die Gomez
bewaakt had, nogmaals een overzicht van
den toestand, toen zij tegen den avond in
bet café „Italia" op de Piazza de Ferrari
de kranten zaten door te bladeren:
„Drie dagen, die stomme politie hier heeft
biets ontdekt wat die twee prutsers haar
niet verteld hebben. Hier staat, dat de Jonge
Modena „niet precies den verkooper van
de Stradivariusviool beschrijven kon"
beb je ooit zociets gehoord? Hij droeg een
grooten hoed met overhangenden rand.
wat ook een vergissing kan zijn, daar een
jangen mantel zijn gestalte verborg. Ezels
koppen! Verder sprak hij zeer sleecht Ita-
üaansch. Zelfs ik had op de „Van Houten"
na dit signalement onzen dikken vriend
direct herkend, maar detectives moesten
eigenlijk stamgasten in een blindeninsti
tuut worden. Herinner je je nog dien knaap
in Semarang, die nachten lang voor onze
bungalow de wacht hield?" Zubiaurre
lachtte luid en dronk zijn Orzata uit.
„Ga Je nu naar Cavalcanti?" vroeg het
meisje en maakte haar sigaret uit. „Ach
Hjalmar ik ben zoo somber! Hoeveel heb
Je eigenlijk nog? Moeten wijwanneer
de zaak verkeerd gaatDe Spanjaard
stond op, rekte zich uit, knipte met zijn
vingers en riep:
„Er zal niets verkeerd gaan! Wat is dat
toch voor onzin! Je kunt op mij wachten.
Cavalcanti woont hier vlak bij ln de Vila
Petrarca, naast het Credlto Itallano, in
een huis, dat in geheel Genua beroemd is
om zijn kunstschatten. Maar nu zal ik
helaas de avondrust van Mijnheer den
Consul moeten gaan verstoren!" Met deze
woorden verdween hij haastig.
Ook Cavalcanti bestudeerde de avond
bladen. nadat hij rijkelijk genoten had van
een uitstekend Pasta al Sugo en Polpetti.
Hij stak, hi een hoogen Renalssance-stoel
lui achterover leunend, genotvol een van
zijn sigaretten aan en las nogmaals de
weinig succesvolle pogingen van de politie,
die zij door een uitvoerig weergeven van
de détails Modena wa tienmaal verhoord
en Bozzi evenzoo vaak trachtte te be
mantelen. De heele geschiedenis had zich
gunstiger ontwikkelt, dan hij had durven
hopen: Lorenzettl zweeg, zooals hij ver
wacht had. evenals Salimbeni. die maar
al te gelukkig was, dat hij den Staat via
de loterij weer van geld kon voorzien.- Bozzi
had dien zoogenaamden graaf (of hij wer
kelijk een graaf was, zou nog moeten blij
ken) naar hem toegestuurd, omdat hij zelf
ln alle opzichten gedekt wilde wezen. Niet
dom. En wat handig, dat hij dien schel-
vischacihtlgen domoor naar den verzamelaar
had gezonden inplaats van zelf te gaan!
Nu had de slimme Bozzi den beroemden,
ditmaal echter waarschijnlijken „onbeken
den" ingeschakeld, en alle nasporingen
liepen op niets uit. Gisteren had hij den
Augsburger speeldoos geheel betaald en
heden had hij reeds een telegram ontvan
gen van een vertegenwoordiger van een
Duitsch museum, dat het instrument voor
een zeer voordeellgen prijs van hem wilde
overnemen. Cavalcanti nam een van zijn
groote roode handen in de andere en
bekeek ze nadenkend. Het was natuurlijk
niet geheel correct wat er gebeurd was,
maai- dat bracht che vuole het beroep
met zich mee. Men had ln goed geloof ge
kocht en verkocht.
Zou, wat hoogst onwaarschijnlijk was, de
politie toch nog Iets meer van den gang van
zaken ontdekken, dan was hij op reis ge
weest en had geen krant gelezen. Een
breede glimlach verspreidde zich over zijn
gezicht.
Op dat oogenblik kondigde zijn knecht
een bezoeker aan, Alfonzo de Montallagre.
Er stond niets anders op het visitekaartje
gedrukt, maar met een fijn docfci flink
handschrift was er met potlood opgeschre
ven, „de heer van het Sèvres". Ah, de
klant die het Sèvres porcelein wilde koopen
en gedurende de laatste dagen vier of vijf
maal in den winkel geweest was. Wonderlijk
dat hij hem nu ln zijn woning opzocht!
Cavalcanti trad den bezoeker tot de deur
tegemoet:
„Mijnheer Montallagre? Hoe vriendelijk
van U mij hier te komen opzoeken, hier
kunnen wij tenminste rustig alles bespre
ken. Of mag ik U mijn eigen porcelein ver
zameling laten zien en is U daarom hier
gekomen? Ik heb twee prachtige Nijlgroene
vazen".
Zubiaurre, die voor deze gelegenheid van
zijn geloofwaardigste pseudoniem gebruik
maakte glimlachte en zette zich tegenover
zijn gastheer in een kleinen gothischen
stoel:
„Neen, ik kom om iets heel anders, com-
mendatore", zei hij, terwijl hij om zich
heen keek en bedacht dat deze kamer al
leen reeds een vermogen waard was. „Uit
puur flnancieele redenen. Ik oefen sedert
vele jaren het beroep uit van een man die
gelegenheidszaken doet."
„Ah, een bemiddeling", riep Cavalcanti
met zijn luiden stem van een professor uit
de oude school.
„In geen geval. Mijn zaken zijn meestal
van dien aard, dat menschen van eer en
consuls er niets mee te maken willen heb
ben. U ziet, ik ben zeer openhartig." Caval
canti hield den man aanvankelijk voor een
grappenmaker, het volgend oogenblik voor
een waanzinnige, om nog eenige seconden
later zoo bleek te worden alsof men hem
het bloed uit de wangen had weggezogen.
„Ja U had het ongeluk Commendatore.
dat juist ik als eenige in Europa er achter
kwam, waar de gestolen Stradivarius ten
slotte terecht kwam. Ik heb bewijzen m
handen, datCavalcanti sprong uit
zijn stoel, zwaaide hevig met zijn reus
achtige handen en brulde:
„Spreekt U niet verder! Ik verzoek U
oogenblikkelljk mijn huis te verlaten. Ik
hoor eerst vanavond voor het eerst van die
vioolgeschiedenis, daar ik... Hij wilde
zeggen, dat hij een week op zijn landgoed
geweest was. maar Zubriaurre maakte dei:
zin af: „Daar U op reis geweest is. hoewel
ik U gedurende de laatste drie dagen meer
dere malen ln Uw winkel opzocht, met het
eenige doel, mijzelf van Uw aanwezigheid
te overtuigen. Laten wij alles rustig be
spreken. Het is alleen maar een kwestie van
geld. Ik verlang van U een flink bedrag en
alles blijft verder tusschen ons." Zubiaurre
sprak niet schertsend of ironisch, maar
volkomen ernstig, alsof het werkelijk om de
één of andere zakelijke transactie ging. En
juist deze toon was het, die den handelaar
het bloed naar de slapen joeg, want tus
schen de woorden en zinnen van den on-
beschaamden afperser door, had r.ij,
oudergewoonte, al spoedig voor zichzelf uit
gemaakt, dat zijn kansen uiterst klein
waren. Waarschijnlijk had de man door een
bewuste of onbewuste indiscretie van
Salimbeni misschien ook van Bozzi?,
alles ontdekt en wilde geld hebben. Nau
welijks een gaatje om door te kruipen.
Langzamerhand dwong Cavalcanti zich tot
rust:
„Ik betaal geen halve cent waarde, heer"
zei hij luid en zijn best doend even zakelijk
en koel als Zubiaurre te spreken. ..Ik weet
van dezen violenhandel niets meer dan in
de kranten gestaan heeft." De koele toon
gelukte niet erg. daar de „tweede stem"
daar maar al te zeer ln strijd mee was. Het
had geen doel om tegen dezen aasgier te
vechten. Hij weet alles. „U moet goed weten
wat U doet, want ik bezit een document,
waarin bevestigd wordt, dat U de viool ge
kocht heeft Inplaats van dat U, zooals het
een wettelijk beëedigd vakman behoort,
direct alles aan de politie gemeld heeft,
heeft U gezwegen en afgewacht. Nu. ik heb
eveneens gewacht. Tot mijn geluk is U nier
gezwicht voor de belooning. waardoor ik in
de gelegenheid ben, op dit oogenblik 500.000
Lire van U te verlangen." Cavalcanti had
zich weder breed uit in zijn fauteuil gezet.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).