De krant voor de Jeugd Hei koperen paardje tEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zalerdag 24 Augustus 1940 CORRESPONDENTIE De griezelige geschiedenis van een stoute jc igen Oplossingen Goede oplossingen RAADSELS ANEKDOTEN Beste raadselnichtjes en -neefjes. Nu krijg Ik weer schoolnleuws, In plaats van vacant ienleuws. Dat. is ook prettig; alles op zUn tijd! Ik hoop. dat het goed schoolnleuws zal zijn. Er moeten weer mooie cijfers onder jullie schoolwerk komen. Jullie zijn toch niet alles vergeten ln de vacantle? Vertel me maar gauw of jullie aan een ..opfrissertje" van enkele dagen op school voldoende hadden! Het koele weer doet al aan het najaar den ken. Zo was het trouwens het grootste deel van de vacantle. Het was goed weer voor jullie wan delingen; verder om te hollen en te draven, cn je warm te spelen. Van een hittegolf hebben we geen last gehad. Toch ls er nog genoeg zon geweest om een flinke kleur op jullie wangen te toveren. Zorg maar. dat de bultcnkleur er niet te gauw afgaat, en speel nog veel buiten na schooltijd en ln de vrije middagen. Voor de kinderen buiten Leiden deel ik nog mede. dat zij ook op een briefkaart mogen In zenden. dit met het oog op de verhoogde brief port. Als jullie wat dichter in elkaar schrijven, kan daar nog genoeg op. Vrienden of vriendin nen uit één plaats kunnen ook in één enveloppe insturen. Nu de brieven. Riek v. Kampenhout De vacantle zou niet langer moeten duren; je gaat zelf weer naar je schoolwerk verlangen. Voor je neefje was nu het tramreisje geen pleizlerritje. Dat verandert wel' Willie v. Kampenhout Kicspiin is geen pretje; die neem ik niet graag van je over! Gelukkig is het voorbij. Weer flink aan het leren? Jannle v. Kampenhout JU leunt ,1e vrille in liet water bceeven: het is prettig, zover te zyn. Heb Je je vest ai aan gehad? Zusjes Schipper Ik ben benieuwd naar alles wat ik in de volgende brief zal horen. Peter Westerbeek. Ik denk. dat het Jou weer best bevalt op school. Hoe ls het met het fietsen afceloDcn0 Koos Flatnan Wat Je schrUft. lees Ik met pleizier Nannv Nauta Hartelijk dank voor jc mooie kaart JU bent fUn uitgeweest ln Je vacantle! Jurrie Bekoov Nu heb Je zeker weer moei te vertellen, na Je uitstapje naar U.? We kun nen jou nu met een gerust hart ln het water f"'olra'1 Derksen Prettig, dat jU weer boven water bent. J« hebt het uitgehouden ln A.l Je had liet er zeker goed naar je zin al sliep je niet elke nacht rustig. Je hebt pech met je P°RudoïfkJDavld Dit raadseltje hebben we al eens gehad. Jammer voor Jou hè? Probeer nog maar eens een ander te verzinnen dat lukt best. Cootje Schouten Groet Je zusje en broertje maar eens van mij. En bedankt voor Jc raad- Sejannie v. d. Fluym JU had een prettige Zaterdagmiddag. Dat was „lest best' voor Je vacantle Je had geen beter prUsje kunnen winnen. Nu flink leren na al de vacantlepret. Koos v d. Pluim Zo'n vlspartUtJe Ls fijn. zelfs als ie weinig vangt! Groet Je broertjes Nico en Chris ook van mU- Rietje Goutler Wat een gezelligheid thuis, met je broertjes en zusjes! De tweelingen zorgen dus nog eens extra voor vrolyke drukte Leuk. dat je mU met allen per brief kennis laat '"aÏüc Feynenbuik Bedankt voor raadsel eINeÏÏvkv°Weeren JU hebt pret gehad en ge zondheid opgedaan in dc vacantle! Die enekeet- van onrust aan het strand was niet pre.tig! Marietje Lagerwij Jullie ultgaansplan viel eerst lelijk ln duigen. Maar het liep later nog goed af Gelukkig, dat Moeder gauw beter was. De fietstocht is cr dus bU Ingeschoten. Aan je mooie kaart zie ik. dat Je me niet vergat. Wei- bedankt daarvoor! Henkle had een leuke slle- ger. En wat praat hü er grappig over! Geen klein cadeautje van Je Tante! Ook een groetje en bedankje voor Fletje. Dlcktc Optendrees Er rvaren maar en kelen. die je raadsel hebben gevonden; het was wel moeilijk. Als je nieuwe raadsels of anek doten hebt. mag Je deze insturen. Dat gaat steeds door. behalve als ik .stop zeg. Sjaantje Stouten Jullie houden voorlopig nog veel tUd over. als Je naar school gaat. Dan kun Je nog veel Moeder helpen en spelen. Nellie Stouten - Nu wanbofte V^eH Wens Vader beterschap er mee. Je zusje Bepple ook. Alweer zo'n mooie kaart. Gerard Stouten Weer bedankt voor de mooie woorden, die je opschrijft. Aukje v. d. Walle Je hebt een fijne dag gehad en veel gezien. Je begrUpt nkt. waar de wilde dieren die grote poteen vlees laten! Ik weet van die grote aap in Adam, daar kun je niet genoeg naar kijken, hè! Gé de Jong - JU kunt voldaan zUn over je vacantle. en dat ben Je ook! Met September begint de echte raadseltijd weer Maar eerst staat cr voor Jou nog een gewichtige geoeur- teMlen«er - Gezellig, dat Jf vriendin ook mee doet. Jullie mogen nu bU elkaar- blij ven, zelfs in de krant! Je anekdote vind lk tot mun spijt niet geschikt. Misschien weet Je nog "wllUe Verhagen De vriendinnen bU elkaar! Maar deze vriendin moet altijd haar naam onder de brief schrijven; alleen op de enve- loDDe is niet- voldoende. Het is heel naar. wat 1e aan het eind van je brief schrijft: ik hoop, dat er vooruitgang komt. Mien De Jager Je begrijpt, dat die .-Tu ning en" een drukfout zijn. Nu moet ik nog een plaats in Nederland van je hebben; tweemaal t een m. enz. Bedankt voor je nieuwe raadsels. Annie Verloop Bedankt voor Je anekdoten. Nellie Dorrepaal Ken ik Je Moeder mis schien van school vroeger? Schrijf je dat eens? Is het weer in orde met je hiel? Lastig voor je. Maartje v. d. Voort Wat een heerlijk mid dagje verleden week. Dat frisse bad beviel Jou best. Gewoon papier is ook best hoor. Geertje v. d. Voort Jij bent dus goed thuis in het water. Dan kom je in September met je lste diploma thuis. Willy Wiggers Tjonge, wat zul JU genieten van die flets! En nu je verjaarsnleuws! Jannv Hermans Wat hebben Jullie belde» het lelijk te pakken gehad! Ik hoop. dat de laatste vacantleweek Jullie weer aangesterkt heeft. Veel buitenlucht en flink eten, om weer dikker te worden! Zusjes de Vos Jullie hebben veel gezien In die ene week. Er is veel veranderd sinds jullie er voor het laatst waren. Droevige veranderin gen' Gezellig, dat Jullie alle familieleden gezien en gesproken hebben. Hartelijk dank voor Jullie mooie ansicht: jullie hebben me niet vergeten! Niek Tegelaar Hartelijk welkom ln de raadselkring. Joop den Butter Neen. we zijn niet ver wend met mooi weer deze vacantle. Dat ls wel Jammer. Nico v. d. Lely Het gaat vlot met het op lossen. Ik denk. dat het ..blokken" nogal mee valt. Bedankt voor je anekdote. All Stlkkelorum Prettig, de goed? berichten van Jan te lezen. Als Je weer eens schrijft, gaat er van mij ook een groetje mee, hè? Jij hebt zeker nog vacantle tot September? Koos Stlkkelorum Het was inderdaad goed vllegerweer de laatste vacantleweek. Daar heb Jij van geprofiteerd. „Bah!" zei Jan, *een enkele moeder is zo vreselijk bang en streng als u!" „Maar lieve jongen, hoe kun je zó lelijk tegen me doen?" zei Moes. „Ik ben er zeker van dat geen enkele Moeder het goed zou vinden, dat haar kinderen in zo'n weer uitgingen." „Pff, we zijn toch zeker niet van zout!" mopperde Jan nog. En Flip z'n moeder.." Maar toen werd Moes werkelijk boos. „Ik wil er geen woord meer over horen." zei ze, „maar je gaat niet naar Groot moeder en nu ga Je onmiddellijk naar bed! Mars!" Jan was kwaad. Hij durfde niet tegen spreken, maar wat hij wel durfde dat was laf genoeg eigenlijk! z'n schoenen heel hard op de grond gooien, z'n kleren slordig op een stoel smijten en brommend onder dc dekens kruipen. Zou Moes nog komen0 Het kon Jan niet schelen hoor! Moes was tóch immers on zinnig bang en streng! Hij trok z'n dekens ver over z'n hoofd, al brommend van: „Onwijs gewoon, dat we niet naar Groot moeder mogen!" Juist bij avond zou het zó leuk zijn! Dan roken de rozen in Grootmoeder's tuin zo heerlijk en dan kon je zo enig verstopper tje spelen tussen de bosjes! „Weet je wat," dacht Jan. „ik ga lekker tóch!" En meteen was z'n besluit geno men: hij had z'n kleren al weer aan en sloop geruisloos dc achterdeur uit. Bij hot hekje stond Anneke z'n zusje, hem op te wachten. Zwijgend deden ze het achter zich dicht en liepen de weg op naar Groot moeder. „Mooi zo," dacht Jan, „Anneke bedankt er ook langer voor! Goed zo!" Heerlijk speelden ze die avond bij Groot moeder in de tuin krijgertje, rovertje, ver stoppertjeen nog een heleboel spelle tjes meer. Jan vond het alleen èrg gek. dat Grootmoeder hen niet waarschuwde, toen het donker begon te worden. De lucht, die al dc hele dag grijs en zwaar was geweest, begon nu hoe langer hoe meer te betrekken en er vielen al een paar zware druppels, toen Jan eindelijk zei: „Ziezo, Grootmoe, nu gaan we maar weer eens naar huls." Grootmoeder bracht hen als altijd tot het tuinhek. Ze zei: „Zijn Jullie heus niet bang?" „O welnee. Grootmoe," deed Jan dapper. Maar toen hij die lange donkere weg, hele maal zonder lantaarns vóór zich zag lig gen, bibberde hij wel een beetje, al zou hij het voor geen geld ter wereld aan Anneke hebben willen bekennen. O. wat was die weg donker! Er waren wel een paar sterren, maar de maan scheen niet. En de heggen, die aan weerskanten langs de weg stonden, leken wel zware, donkere gordijnen. Zo nu cn dan doemdo opeens een hoge boom voor hem op en ze konden geen hand voor de ogen zien en liepen maar op goed geluk verder. Hol klonken hun voetstappen op de grijze weg. Maar als Je nu dacht dat Jan tot betere gedachten kwam, dan zou je het glad mis hebben. Hij bromde nog steeds bij zichzelf: ,,we zijn lekker tóch gegaan! Lekker, lék ker!" „Jan, ben je helemaal niet bang?" vroeg Anneke fluisterend. „Welnee, waarvoor? Kom, we gaan aan dc andere kant lopen." „Ja. Misschien kohit Vader ons wel tege moet." zei Anneke aarzelend. „Misschien," zei Jan. maar tegelijkertijd wist hij wel zeker, dat dat niet zou gebeu ren. Ze hadden het stellig niet verdiend met hun dwaze weglopen! Weer was het een hele tijd stil. Toen hoorde hij Anneke's stem weer naast zich. Ze zei: „Zeg Jan. ben Jeben Je hele maal óók niet bang voor de wals?" De wals.ha, dat woord klonk grieze lig in het donker! „Ja," dacht Jan, „de wals, dat Ls waai ook!" Hij herinnerde zich, hoe ze heel vaak bij dag op deze weg hadden staan kijken als de stoomwals puffend en steunend voorbij kwam om de weg plat te maken. De wind .stak op cn huilde en gierde akelig in de toppen der bomen. Het was of de bomen donkere spoken waren, die hun armen kreunend uitstaken. En de struiken stonden te beven in de storm of ze zelf ook bang waren! Enni v.t .gleed van het paard af, in de diepte. Annie v. d. Vos Wat vertel Je me nu! Geen prettige belevenis; dat moet maar voor het eerst cn het laatst ln Je leven zijn! Maar vóór het modderbad hebben jullie leuke uurtjes met elkaar gehad. Kon Moeder Je kleren weer schoon krijgen? Lydia Botermans Nu ga jc op het eind van de vacantle nog een fijn weekje tegemoet. Veel genoegen en mooi weer in R. Het lijkt mij ook verstandiger, het logeren ln H. maar uit te stellen. Riekje Leemans Dat wordt een grote ver andering binnenkort. Ik ben blij voor je. dat Je die kant uit mag gaan en lk zal me bU minder briefjes neer moeten leggen. Ik reken dan op verloren ogenblikjes en vacantiedagen; dan kun Je mij nog eens op de hoogte houden. Een Tiroler vestje vind ik erg aardig. Ik ben even dol op flensjes als jij! Het is slecht weer om buiten te zijn, maar goed weer, om aan Je vestje te breien. Rietje Brandt Het is nog een heel epistel geworden, al had Je weinig tijd. Een gezellig verslag van de uitgaansdag. JU kimt er een goed opstel over maken, dat weet lk zeker. De dag was heerlUk. van begin tot einde. En nu heb Je weer prettige dingen te schrUven? Marti Bakker Wat gezellig had JU het in K.! Je bent zeker flink bruin geworden? Met je ballen ben je handig geworden. Wat prachtig, dat Wolda Je Tante geleiden kan. Jullie be leefden allerlei avonduren met Wolda. Ja, grote honden kunnen heel wat verorberen. Corrle v. Weizen Ik hoop. dat het nog een dagje mooi weer is geworden voor jullie. Nu ik dit schrUf lijlct het er niet op. Ik vind ook, dat de weken zijn omgevlogen. Weer een tien voor het oplossen! Tom Landré Bedankt voor je ingezonden raadsel. Het oplossen gaat best. Ingeborg Rijsdijk Ook hartelUk welkom. Wat heb Je snoezig postpapier! JU Gaat nog fUn uit op het einde van de vacantle. Veel pleizier en mooi weer! Ans Voorma Prettige dagen gaan aitU'd te gauw om. Voor Je nichtje is het leuk, dat je nog halve dagen voor haar overhoudt. Jetty HooghuLs Wat had JU pech. toen je uit was! Erg jammer, dat je ziek werd, en dit Je verdere vacantiedagen bedierf. Nu spoedige beterschap! Je hebt weer leuk postpapier; zo bof ik ook nog bU je mooie rapport! Bedankt voor al Je raadsels. Rle v. d. Laan Een grote verandering voor Jou binnenkort. De meesten bleven thuis deze vacantle. Bedankt voor je raadsel. Annie Everink Dat kon lk niet weten. Een „Joop"' kan een neefje of nichtje zUn. Maar nu zal ik het onthouden! Tineke v. Straten Het lijlct me in die mand een heel bUzondere poesenfamilie, om naar te kUken: wit. zwart en grUs. Je boek ken lk niet; het gaat zeker over een leuke tweeling, een paar rakkertjes af en toe? Wil Je Moeder van mU groeten cn bedanken voor haar briefje? Zusjes Hartevelt Jullie hebben nog net ge profiteerd van het mooie weer. Jullie hebben mooie punten bezocht. In de duinen hebben Jullie fijn „gedold". Lenie Brocaar Ik denk, dat je me nu wel kunt vertellen, dat je in „het diepe" zwemt. Zo'n vacntie ls een heerlUke oefentUd. En breekt Jouw feestdag niet aan? HartelUk gefeliciteerd daarmee. Anny Bekooy Al had Je weinig vis. Je heb: toch genoten van het roeien, en de stilte om Je heen. Misschien ben je de volgende keer fortuinlUker. Bedankt voor je anekdoten. Bep Crama JU had toch ook vacantle, al ben je niet meer op school. Bedankt voor je raadsels. Jan Crama De vacantle ls Jou nog te gauw omgegaan. Dat is een teken, dat Je Je niet ver veeld hebt. Ook bedankt voor je raadsels. Elsje Verlind Ik wil geloven, dat JU het leuk hebt gehad, toen Jullie met zUn allen uit waren. De prUs van de kermis was een goed be sluit. Groeten terug aan Coba en Wim. Gerda TelJeur Dat. was een prettig fiets tochtje met een heerlUk rustuurtje! Truusje v. Weizen Als je zo lang vacantle hebt gehad, ga je weer naar school verlangen. Dat ls maar goed ook! Pim van Weizen Ik hoop. dat Jullie speel tuin-middag nog is doorgegaan op een andere dag. Wat werkte het weer toch tegen! Marietje Zaalberg Dan behoor je nog een jaar bU de kleineren. Even welkom, hoor! Nu kun Je me meer schrUven over Je verjaardag. Wat zat JIJ heerlUk, toen je deze brief schreef! Herman Schoemakcr Allereerst hartelUk welkom. In de tweede plaats: spoedige beter schap. JU trof het slecht deze vacantle. Maar Je bent nog Jong genoeg, om het zwemmen te leeren. dus dat kan best een jaartje wachten. NatuurlUk hoop lk Je ook aan te treffen, als Je beter bent! Piet MartUn Ik zal dit laatste velletje post papier nog eens extra bekUken. JU kunt peren smullen voorlopig; een hele oogst.. Bedankt voor Je raadsels. JU helpt aan peren-oogst en raad sel-oogst. Nu mogen Jullie weer schrUven. Als steeds hoe meer. hoe liever! Insturen naar Bureau Leldsch Dagblad of naar Wasstraat 38. liefst voor Maandagmorgen 9 uur. uiterlUk tot Dinsdagmorgen 9 uur. Tot de volgende week. Allen hartelUk gegroet door Jullie Raadsel- tante, MEVR. M. J. BOTERENBROOD. Bang? Oók bang? Wie had dat gezegd? Maar Jan was toch Immers niet bang! Kijk, hij stapte dapper voort met Anneke aan de hana. „Laten we maar een eindje hollen!" fluisterde het meisje. Goed, dat deden ze. En opeens voelden ze, dat de grond onder hun voeten zacht en sponzig werd. O, dit was natuurlijk het ge deelte van de weg, dat nog niet klaar was. Plof, plof, plof deden hun voeten op de weke grond. „Jan, ben Je niet een klein beetje bang voor de wals?" „Nou, een héél klein beetje dan!" gaf Jan toe, „maar niet erg hoor!" „Verbeeld Je, dat de wals ergens tussen de struiken staat en opeens op ons af glUdt!" bibberde Anneke. „Och, dat gebeurt niet," zei Jan, maar z'n stem klonk allesbehalve gerust. „Laten we nog maar een eindje hollen," zei Anneke. „Nee." zei Jan schor en hij bleef opeens stokstUf staan. En toen „Ha, ha, ha?" klonk een helder stem metje vlak voor hen. Wat was dat? De kin deren bleven aan de kant van de weg staan, als verstijfd van schrik. „Ha, ha! Jullie zUn me nogeens helden!" Wie was dat toch, die tot hen sprak? Anneke zag het het eerst. Het was een klein, snoezig koperen paardje, steigerend op de achterpoten en met een grote pluim staart fier achter zich aan wapperend. Ze herkenden hem direct: dat was immers het paardje, dat op de stoomwals stond. „Zeker het fabrieksmerk," had Jan wel eens gezegd. „Wees niet bang," klonk weer de heldere stem. „Ik ben helemaal niet boos op Jullie! Ik begrUp best. dat Jullie het onzinnig vin den. dat Je niet naar je Grootmoeder mocht en lk vind het echt flink, dat Jc weggelo pen bent. Zie Je, lk ben óók stilletjes weg gelopen. Ik bedankte er voor, nog langer doodstil op de wals te staan! rk wil ook weieens vrU zUn! Kom maar gerust hier, als Je me strelen wilt. Maar wees doodstil, want als de wals merkt dat ik weg ben, begint hU te blazen en te puffen en rook wolken uit te stoten! O, vreselUk gewoon!" Jan en Anneke stonden nu vlak bij het paardje en het meisje liet heel voorzichtig haar vingers over z'n blinkende rug glij den. Dit vond het paardje zeker prettig, want opeens begon het te groeien, te groeienhet werd wel zo groot als een Sint Bernardshond, maar steeds bleef het staan met opgeheven voorpoten. En het groeide nog maar él door. Straks zou het zo groot worden als een echt paard! Verbaasd stonden Jan en Anneke cr naar te kUken en Jan waagde het eindelijk te vragen: „Zeg mogen we niet een eindje op Je rug rUden?" „O. met pleizier," zei het paardje „maar Je moet Je reusachtig goed vasthouden, zie Je! Want lk ben ontzettend licht, omdat ik nooit iets anders te eten krUg dan stoom. Het is eigenlUk maar gelukkig, dat ik van echt zwaar koper ben, want anders zou lk zo pardoes naar de maan vliegen! Vooruit, spring maar op m'n rug!" Dat lieten de kinderen zich geen twee maal zeggen. Jan greep de koperen manen vast en Anneke pakte haar broertje stijf om het middel endaar vlogen ze heen. Suizelend, duizelend snel, over bossen en bergen, heel ver weg door de nachtzwarte lucht. „Waar gaan we heen?" riepen de kinde ren allebei tegelUk. „Ik vlieg naar het heerlijkste plekje ter wereld" hinnikte het koperen paard. Zijn blijde stem klonk hoog boven de storm uit. Maar nu begon Anneke te zuchten. „O, wat ben Je glad!" riep ze. „O, lief paardje, kan je me niet vasthouden? Ik glij, ik glU! O!Een schok van angst ging door Jan heen. HIJ durfde niet om zien, maar hij voelde, dat de armen om zUn middel verslaptennu lieten ze helemaal las en Anneke gleed met een gil van ontzetting, van het paard af, in de diepte! Jan keek. Hij zag, hoe ze zachtjes om laag dwarrelde als een klein licht poppetje van pluisnu verdween ze ln een don kere wolk en was weg! „Ik moet blUven zitten, ik moet!"dacht Jan. En hij klemde zich met alle macht vast aan de koperen manen Het paard draafde en steigerde, draalde dan linksom en vloog weer voort, zo snel, dat Jan geen adem meer had. Hij sloot de ogen: het was of er een zwaar pak op zijn borst drukte en of zijn hele lichaam leeg en licht was. „Ziezo, dat gaat fijn," hoorde hij het paard zeggen. En toen stond het opeens stil, zodat Jan bijna over z'n hoofd naar voren schoot. Jan deed z'n ogen open en zag, dat ze onderaan een hoge berg ston den, een berg van zware steenblokken en gruis, wel zo hoog als de zon. „Vlug, vlug, we moeten er bovenop!" riep het paardje, „zie Je niet wie er achter ons aankomen?" Jan keek om. Een ontzettend gedreun en geknars klonk in z'n oren en daar kwa men wel honderd stoomwalsen aandraven. De koperen paardjes waren ervoor gespan nen en ze renden rènden „Vlug, vlug, want als ze ons Inhalen, worden we verpletterd!" riep het paardje. En het begon te klimmen, te klimmen Jan botste en botste op en neer op zUn rug. HIJ werd hoe langer hoe warmer en benauwder. Het zweet brak hem uit. De rug van het paard was ook al zo heet. hU voelde het gloeien aan zUn benen. „Help, help, lk kan niet meer, ik stik!" riep Jan. En hij liet de manen los en sloeg wild met z'n armen om zich heen en „Zou Je ook eens een beetje bedaren?" zei Moeder, die zich over hem heen boog. „Kind, kind, wat ben Je warm! Wie kruipt er nu ook helemaal onder de dekens met dit benauwde weer?" Jan had wel tien tellen nodig om te be denken, dat hU in zUn bed lag en dat de hele geschiedenis van het koperen paardje een bange droom was geweest. „Gelukkig!" zuchtte hU verlicht en hij ging heerlijk slapen. der raadsels uit het vorlfe nummer. 1. Zee, leeuw, zeeleeuw. 2. Haarlemmermeer. Haarlem, meer, hamer. 3. Papaver, sering, aster, lelie. 4. Marseille, Els, ram, el, lam, mes, mal. B. Karei, merci. 6. Een snee; als er één af is, ls hot brood nltt heel meer. 7. Hoge bomen vangen veel wind. 8. Een spons. der raadsels ontvangen vant Olga Derksen, Jurrie Bekooy. Rudolf David, Cootje Schouten, Jannle v, d. Pluym, Koos v. d. Pluym, Rietje Goutler, Annle Feljnenbuilc, Nelly v. Weeren, Marietje LagerwU. Sofletje LagerwU, Dickie Optendrees. Nico Optendrees, Nellie Stouten, Sjaantje Stouten, Henk Stouten, Flip Stouten, Gerard Stouten, Ineke Boterenbrood, Aukjc v. d. Walle, Gó dc Jong, Mlontje van Essen, Mien de Jager, Annie Verloop, Nellie Dorrepaal, Jannle van Kampenhout, Willie van Kampenhout, Riek van Kampenhout, Anny Schipper, Adrl Schipper, Peter Westcrbeek, Koos Flaman, Henk Klaassens, Maartje v. d. Voort, Geertje v. d. Voort, Willy Wlggcrs, Janny Her mans, Ans Hcrtnans, Toos de Vos, Rie de Vos, Joke de Vos, Niek Tegelaar, Joop den Butter, Nico v. d. Lely, Maartje Stavleu, Lydia Boter mans, All Stlkkelorum, Koos Stlkkelorum, Annie v. d. Vos, Riekje. Leemans, Rietje Brandt, Nlek Bakker, Marti Bakker, Tom Landré, Ingeborg RUsdUk, Ida de Graaf (op enveloppe schrUven, waarvoor brief bestemd is), Jacques de Geus, Suze de Geus, Ans Voorma, Jetty Hooghuls, Jan Zandbergen, Kora Key, Mlentje de Water, Rle v. d. Laan, Bep v. d. Laan, Joop Everink, Annle Everink, Tineke v. Straten, Jannle Harte velt. Co Hartevelt, Lenlc Brocaar. Ella Melnema, Nelly Meinema, Anny Bekooy, Alle Kriek, Le nie Kriek, Bep Crama, Jan Crama, Elsje Ver lind, Gerda TelJeur, Truusje v. Weizen, Pim v. Weizen, Marietje Zaalberg, Coba Hensen, Jan nle Werk, Herman Schoemaker, Plet MartUn, Elsje Boterenbrood. voor allen, om uit te kiezen; de groteren vier, de kleineren drie goede oplos singen. I. Ingezonden door Lenie Brocaar. Ik noem met hetzelfde woord een roofdiertjo en een stad in Duitsland. Hoe heet ik? II. Ingezonden door Tineke Marree. MUn geheel is een bekend spreekwoord van 37 letters: 2, 8, 15, 11 ls een Jongensnaam, 20. 21, 31 een metaal, 30, 3, 36. 24, 29 een familielid, 34. 35, 33, 37, 27 een graansoort; 1. 7, 32 zie Je aan het strand, 17. 18 ls een knolgewas, 1, 3, 3. 31 een water l Noord-Holland, 10, 11, 5 ls het tegen gestelde van vast. 4, 14, 37 leer Je voor school, 12, 25, 19, 23, 13, 14 ls het verkleinwoord van kist, 16, 29, 30 Is een lidwoord, 9, 2, 7, 22, 2, 7, 26 een vogel, 28, 3, 3, 5 ls een dier, 6, 2, 4 verblijfplaats van sommige dieren. III. Ingezonden door Marietje dc Mooy. Welke zegswUze staat hier? Ed Utd atag nlse, Uigbrek cmh ewl. IV. Ingezonden door Leendert v. Wilgen. MUn geheel ls een plaats ln Noord-Holland van 12 letters. De 10. 11, 12 ls een groot water, 3, 2, 4, 5. 6 komt uit de lucht. Op een 1, 7, 8, 9 kan men glUden. V. Ingezonden door Annle Hansen. MUn geheel noemt iemand, die op een schip hoort. MUn eerste 3 letters noemen Iets, dat voor de deur ligt; do volgende vier Iets, dat groeit ln de tuin. VI. Ingezonden door Freddy KÖhler. Wat kan rollen en is toch plat? VII. Ingezonden door Plet MartUn. Je vindt r*U aan een geweer, op de toren en ln het kippenhok. Wie ben lk? vm. Ingezonden door Mien de Jager. Met v ben ik niet achter, Met m een zwarte man, Met k een zangclub, Met n Iemand uit het Noorden. Ingezonden door Frans van Essen. De zuinige man. De zuinige man zat in een rook-coupé en vroeg zUn rechterbuurman om een lucifer. De buurman had er geen en het bleek, dat de derde man ook geen lucifers bU zich had. Toen zei de man: .Dan zal ik er een van mUzelf moeten nemen!" Ingezonden door Jannle van Kampenhout. Uit de kinderkamer. Oom: „Zo! Spelen Jullie kannlbaaltje"? Waarom doe JU niet mee, Willem?" Willem: „Ik ben al opgegeten, Oom!" Ingezonden door Nellie Trap. Van Jantje. Midden in de nacht richt Jantje zich op ln bed. .Moe, lk heb zo'n dorst." Moeder: „Och kind, malligheid. Je moet sla pen gaan." Een poosje was het stil. Toen weer: „Moe. geeft me een glas water, ik heb zo'n dorst." Moeder: „Als Je nu niet dadclUk gaat slapen, zal lk eens bU je komen, hoor; dat zal niet prettig zUn: ik ben boos!" Jantje: „Hè. brengt U dan meteen wat water voor me mee?" 2-4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 14