De krant voor de Jeugd
Hei koperen paardje
tEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Zalerdag 24 Augustus 1940
CORRESPONDENTIE
De griezelige geschiedenis van een
stoute jc igen
Oplossingen
Goede oplossingen
RAADSELS
ANEKDOTEN
Beste raadselnichtjes en -neefjes.
Nu krijg Ik weer schoolnleuws, In plaats van
vacant ienleuws. Dat. is ook prettig; alles op
zUn tijd! Ik hoop. dat het goed schoolnleuws
zal zijn. Er moeten weer mooie cijfers onder
jullie schoolwerk komen. Jullie zijn toch niet
alles vergeten ln de vacantle? Vertel me maar
gauw of jullie aan een ..opfrissertje" van enkele
dagen op school voldoende hadden!
Het koele weer doet al aan het najaar den
ken. Zo was het trouwens het grootste deel van
de vacantle. Het was goed weer voor jullie wan
delingen; verder om te hollen en te draven,
cn je warm te spelen. Van een hittegolf hebben
we geen last gehad. Toch ls er nog genoeg zon
geweest om een flinke kleur op jullie wangen
te toveren. Zorg maar. dat de bultcnkleur er
niet te gauw afgaat, en speel nog veel buiten na
schooltijd en ln de vrije middagen.
Voor de kinderen buiten Leiden deel ik nog
mede. dat zij ook op een briefkaart mogen In
zenden. dit met het oog op de verhoogde brief
port. Als jullie wat dichter in elkaar schrijven,
kan daar nog genoeg op. Vrienden of vriendin
nen uit één plaats kunnen ook in één enveloppe
insturen.
Nu de brieven.
Riek v. Kampenhout De vacantle zou niet
langer moeten duren; je gaat zelf weer naar je
schoolwerk verlangen. Voor je neefje was nu het
tramreisje geen pleizlerritje. Dat verandert wel'
Willie v. Kampenhout Kicspiin is geen
pretje; die neem ik niet graag van je over!
Gelukkig is het voorbij. Weer flink aan het
leren?
Jannle v. Kampenhout JU leunt ,1e vrille
in liet water bceeven: het is prettig, zover te
zyn. Heb Je je vest ai aan gehad?
Zusjes Schipper Ik ben benieuwd naar
alles wat ik in de volgende brief zal horen.
Peter Westerbeek. Ik denk. dat het Jou weer
best bevalt op school. Hoe ls het met het fietsen
afceloDcn0
Koos Flatnan Wat Je schrUft. lees Ik met
pleizier
Nannv Nauta Hartelijk dank voor jc mooie
kaart JU bent fUn uitgeweest ln Je vacantle!
Jurrie Bekoov Nu heb Je zeker weer moei
te vertellen, na Je uitstapje naar U.? We kun
nen jou nu met een gerust hart ln het water
f"'olra'1 Derksen Prettig, dat jU weer boven
water bent. J« hebt het uitgehouden ln A.l
Je had liet er zeker goed naar je zin al sliep
je niet elke nacht rustig. Je hebt pech met je
P°RudoïfkJDavld Dit raadseltje hebben we al
eens gehad. Jammer voor Jou hè? Probeer nog
maar eens een ander te verzinnen dat lukt best.
Cootje Schouten Groet Je zusje en broertje
maar eens van mij. En bedankt voor Jc raad-
Sejannie v. d. Fluym JU had een prettige
Zaterdagmiddag. Dat was „lest best' voor Je
vacantle Je had geen beter prUsje kunnen
winnen. Nu flink leren na al de vacantlepret.
Koos v d. Pluim Zo'n vlspartUtJe Ls fijn.
zelfs als ie weinig vangt! Groet Je broertjes
Nico en Chris ook van mU-
Rietje Goutler Wat een gezelligheid thuis,
met je broertjes en zusjes! De tweelingen zorgen
dus nog eens extra voor vrolyke drukte Leuk.
dat je mU met allen per brief kennis laat
'"aÏüc Feynenbuik Bedankt voor raadsel
eINeÏÏvkv°Weeren JU hebt pret gehad en ge
zondheid opgedaan in dc vacantle! Die enekeet-
van onrust aan het strand was niet pre.tig!
Marietje Lagerwij Jullie ultgaansplan viel
eerst lelijk ln duigen. Maar het liep later nog
goed af Gelukkig, dat Moeder gauw beter was.
De fietstocht is cr dus bU Ingeschoten. Aan je
mooie kaart zie ik. dat Je me niet vergat. Wei-
bedankt daarvoor! Henkle had een leuke slle-
ger. En wat praat hü er grappig over! Geen
klein cadeautje van Je Tante! Ook een groetje
en bedankje voor Fletje.
Dlcktc Optendrees Er rvaren maar en
kelen. die je raadsel hebben gevonden; het was
wel moeilijk. Als je nieuwe raadsels of anek
doten hebt. mag Je deze insturen. Dat gaat
steeds door. behalve als ik .stop zeg.
Sjaantje Stouten Jullie houden voorlopig
nog veel tUd over. als Je naar school gaat. Dan
kun Je nog veel Moeder helpen en spelen.
Nellie Stouten - Nu wanbofte V^eH Wens
Vader beterschap er mee. Je zusje Bepple ook.
Alweer zo'n mooie kaart.
Gerard Stouten Weer bedankt voor de
mooie woorden, die je opschrijft.
Aukje v. d. Walle Je hebt een fijne dag
gehad en veel gezien. Je begrUpt nkt. waar de
wilde dieren die grote poteen vlees laten! Ik
weet van die grote aap in Adam, daar kun je
niet genoeg naar kijken, hè!
Gé de Jong - JU kunt voldaan zUn over je
vacantle. en dat ben Je ook! Met September
begint de echte raadseltijd weer Maar eerst
staat cr voor Jou nog een gewichtige geoeur-
teMlen«er - Gezellig, dat Jf vriendin
ook mee doet. Jullie mogen nu bU elkaar- blij
ven, zelfs in de krant! Je anekdote vind lk tot
mun spijt niet geschikt. Misschien weet Je nog
"wllUe Verhagen De vriendinnen bU elkaar!
Maar deze vriendin moet altijd haar naam
onder de brief schrijven; alleen op de enve-
loDDe is niet- voldoende. Het is heel naar. wat
1e aan het eind van je brief schrijft: ik hoop,
dat er vooruitgang komt.
Mien De Jager Je begrijpt, dat die .-Tu
ning en" een drukfout zijn. Nu moet ik nog een
plaats in Nederland van je hebben; tweemaal
t een m. enz. Bedankt voor je nieuwe raadsels.
Annie Verloop Bedankt voor Je anekdoten.
Nellie Dorrepaal Ken ik Je Moeder mis
schien van school vroeger? Schrijf je dat eens?
Is het weer in orde met je hiel? Lastig voor je.
Maartje v. d. Voort Wat een heerlijk mid
dagje verleden week. Dat frisse bad beviel Jou
best. Gewoon papier is ook best hoor.
Geertje v. d. Voort Jij bent dus goed thuis
in het water. Dan kom je in September met je
lste diploma thuis.
Willy Wiggers Tjonge, wat zul JU genieten
van die flets! En nu je verjaarsnleuws!
Jannv Hermans Wat hebben Jullie belde»
het lelijk te pakken gehad! Ik hoop. dat de
laatste vacantleweek Jullie weer aangesterkt
heeft. Veel buitenlucht en flink eten, om weer
dikker te worden!
Zusjes de Vos Jullie hebben veel gezien In
die ene week. Er is veel veranderd sinds jullie
er voor het laatst waren. Droevige veranderin
gen' Gezellig, dat Jullie alle familieleden gezien
en gesproken hebben. Hartelijk dank voor Jullie
mooie ansicht: jullie hebben me niet vergeten!
Niek Tegelaar Hartelijk welkom ln de
raadselkring.
Joop den Butter Neen. we zijn niet ver
wend met mooi weer deze vacantle. Dat ls wel
Jammer.
Nico v. d. Lely Het gaat vlot met het op
lossen. Ik denk. dat het ..blokken" nogal mee
valt. Bedankt voor je anekdote.
All Stlkkelorum Prettig, de goed? berichten
van Jan te lezen. Als Je weer eens schrijft, gaat
er van mij ook een groetje mee, hè? Jij hebt
zeker nog vacantle tot September?
Koos Stlkkelorum Het was inderdaad goed
vllegerweer de laatste vacantleweek. Daar heb
Jij van geprofiteerd.
„Bah!" zei Jan, *een enkele moeder is
zo vreselijk bang en streng als u!"
„Maar lieve jongen, hoe kun je zó lelijk
tegen me doen?" zei Moes. „Ik ben er zeker
van dat geen enkele Moeder het goed zou
vinden, dat haar kinderen in zo'n weer
uitgingen."
„Pff, we zijn toch zeker niet van zout!"
mopperde Jan nog. En Flip z'n moeder.."
Maar toen werd Moes werkelijk boos.
„Ik wil er geen woord meer over horen."
zei ze, „maar je gaat niet naar Groot
moeder en nu ga Je onmiddellijk naar bed!
Mars!"
Jan was kwaad. Hij durfde niet tegen
spreken, maar wat hij wel durfde dat was
laf genoeg eigenlijk! z'n schoenen
heel hard op de grond gooien, z'n kleren
slordig op een stoel smijten en brommend
onder dc dekens kruipen.
Zou Moes nog komen0 Het kon Jan niet
schelen hoor! Moes was tóch immers on
zinnig bang en streng! Hij trok z'n dekens
ver over z'n hoofd, al brommend van:
„Onwijs gewoon, dat we niet naar Groot
moeder mogen!"
Juist bij avond zou het zó leuk zijn! Dan
roken de rozen in Grootmoeder's tuin zo
heerlijk en dan kon je zo enig verstopper
tje spelen tussen de bosjes!
„Weet je wat," dacht Jan. „ik ga lekker
tóch!" En meteen was z'n besluit geno
men: hij had z'n kleren al weer aan en
sloop geruisloos dc achterdeur uit. Bij hot
hekje stond Anneke z'n zusje, hem op te
wachten. Zwijgend deden ze het achter
zich dicht en liepen de weg op naar Groot
moeder. „Mooi zo," dacht Jan, „Anneke
bedankt er ook langer voor! Goed zo!"
Heerlijk speelden ze die avond bij Groot
moeder in de tuin krijgertje, rovertje, ver
stoppertjeen nog een heleboel spelle
tjes meer. Jan vond het alleen èrg gek. dat
Grootmoeder hen niet waarschuwde, toen
het donker begon te worden.
De lucht, die al dc hele dag grijs en
zwaar was geweest, begon nu hoe langer
hoe meer te betrekken en er vielen al een
paar zware druppels, toen Jan eindelijk
zei: „Ziezo, Grootmoe, nu gaan we maar
weer eens naar huls."
Grootmoeder bracht hen als altijd tot
het tuinhek. Ze zei: „Zijn Jullie heus niet
bang?"
„O welnee. Grootmoe," deed Jan dapper.
Maar toen hij die lange donkere weg, hele
maal zonder lantaarns vóór zich zag lig
gen, bibberde hij wel een beetje, al zou hij
het voor geen geld ter wereld aan Anneke
hebben willen bekennen.
O. wat was die weg donker! Er waren
wel een paar sterren, maar de maan scheen
niet. En de heggen, die aan weerskanten
langs de weg stonden, leken wel zware,
donkere gordijnen. Zo nu cn dan doemdo
opeens een hoge boom voor hem op en ze
konden geen hand voor de ogen zien en
liepen maar op goed geluk verder.
Hol klonken hun voetstappen op de
grijze weg.
Maar als Je nu dacht dat Jan tot betere
gedachten kwam, dan zou je het glad mis
hebben. Hij bromde nog steeds bij zichzelf:
,,we zijn lekker tóch gegaan! Lekker, lék
ker!"
„Jan, ben je helemaal niet bang?" vroeg
Anneke fluisterend.
„Welnee, waarvoor? Kom, we gaan aan
dc andere kant lopen."
„Ja. Misschien kohit Vader ons wel tege
moet." zei Anneke aarzelend.
„Misschien," zei Jan. maar tegelijkertijd
wist hij wel zeker, dat dat niet zou gebeu
ren. Ze hadden het stellig niet verdiend
met hun dwaze weglopen!
Weer was het een hele tijd stil. Toen
hoorde hij Anneke's stem weer naast zich.
Ze zei: „Zeg Jan. ben Jeben Je hele
maal óók niet bang voor de wals?"
De wals.ha, dat woord klonk grieze
lig in het donker!
„Ja," dacht Jan, „de wals, dat Ls waai
ook!" Hij herinnerde zich, hoe ze heel vaak
bij dag op deze weg hadden staan kijken
als de stoomwals puffend en steunend
voorbij kwam om de weg plat te maken.
De wind .stak op cn huilde en gierde
akelig in de toppen der bomen. Het was of
de bomen donkere spoken waren, die hun
armen kreunend uitstaken. En de struiken
stonden te beven in de storm of ze zelf
ook bang waren!
Enni v.t
.gleed van het paard af, in de diepte.
Annie v. d. Vos Wat vertel Je me nu! Geen
prettige belevenis; dat moet maar voor het
eerst cn het laatst ln Je leven zijn! Maar vóór
het modderbad hebben jullie leuke uurtjes met
elkaar gehad. Kon Moeder Je kleren weer
schoon krijgen?
Lydia Botermans Nu ga jc op het eind van
de vacantle nog een fijn weekje tegemoet. Veel
genoegen en mooi weer in R. Het lijkt mij ook
verstandiger, het logeren ln H. maar uit te
stellen.
Riekje Leemans Dat wordt een grote ver
andering binnenkort. Ik ben blij voor je. dat
Je die kant uit mag gaan en lk zal me bU
minder briefjes neer moeten leggen. Ik reken
dan op verloren ogenblikjes en vacantiedagen;
dan kun Je mij nog eens op de hoogte houden.
Een Tiroler vestje vind ik erg aardig. Ik ben
even dol op flensjes als jij! Het is slecht weer
om buiten te zijn, maar goed weer, om aan Je
vestje te breien.
Rietje Brandt Het is nog een heel epistel
geworden, al had Je weinig tijd. Een gezellig
verslag van de uitgaansdag. JU kimt er een
goed opstel over maken, dat weet lk zeker. De
dag was heerlUk. van begin tot einde. En nu
heb Je weer prettige dingen te schrUven?
Marti Bakker Wat gezellig had JU het in
K.! Je bent zeker flink bruin geworden? Met je
ballen ben je handig geworden. Wat prachtig,
dat Wolda Je Tante geleiden kan. Jullie be
leefden allerlei avonduren met Wolda. Ja, grote
honden kunnen heel wat verorberen.
Corrle v. Weizen Ik hoop. dat het nog een
dagje mooi weer is geworden voor jullie. Nu ik
dit schrUf lijlct het er niet op. Ik vind ook, dat
de weken zijn omgevlogen. Weer een tien voor
het oplossen!
Tom Landré Bedankt voor je ingezonden
raadsel. Het oplossen gaat best.
Ingeborg Rijsdijk Ook hartelUk welkom.
Wat heb Je snoezig postpapier! JU Gaat nog
fUn uit op het einde van de vacantle. Veel
pleizier en mooi weer!
Ans Voorma Prettige dagen gaan aitU'd
te gauw om. Voor Je nichtje is het leuk, dat je
nog halve dagen voor haar overhoudt.
Jetty HooghuLs Wat had JU pech. toen je
uit was! Erg jammer, dat je ziek werd, en dit Je
verdere vacantiedagen bedierf. Nu spoedige
beterschap! Je hebt weer leuk postpapier; zo bof
ik ook nog bU je mooie rapport! Bedankt voor al
Je raadsels.
Rle v. d. Laan Een grote verandering voor
Jou binnenkort. De meesten bleven thuis deze
vacantle. Bedankt voor je raadsel.
Annie Everink Dat kon lk niet weten. Een
„Joop"' kan een neefje of nichtje zUn. Maar nu
zal ik het onthouden!
Tineke v. Straten Het lijlct me in die mand
een heel bUzondere poesenfamilie, om naar te
kUken: wit. zwart en grUs. Je boek ken lk niet;
het gaat zeker over een leuke tweeling, een paar
rakkertjes af en toe? Wil Je Moeder van mU
groeten cn bedanken voor haar briefje?
Zusjes Hartevelt Jullie hebben nog net ge
profiteerd van het mooie weer. Jullie hebben
mooie punten bezocht. In de duinen hebben
Jullie fijn „gedold".
Lenie Brocaar Ik denk, dat je me nu wel
kunt vertellen, dat je in „het diepe" zwemt. Zo'n
vacntie ls een heerlUke oefentUd. En breekt Jouw
feestdag niet aan? HartelUk gefeliciteerd
daarmee.
Anny Bekooy Al had Je weinig vis. Je heb:
toch genoten van het roeien, en de stilte om
Je heen. Misschien ben je de volgende keer
fortuinlUker. Bedankt voor je anekdoten.
Bep Crama JU had toch ook vacantle, al
ben je niet meer op school. Bedankt voor je
raadsels.
Jan Crama De vacantle ls Jou nog te gauw
omgegaan. Dat is een teken, dat Je Je niet ver
veeld hebt. Ook bedankt voor je raadsels.
Elsje Verlind Ik wil geloven, dat JU het
leuk hebt gehad, toen Jullie met zUn allen uit
waren. De prUs van de kermis was een goed be
sluit. Groeten terug aan Coba en Wim.
Gerda TelJeur Dat. was een prettig fiets
tochtje met een heerlUk rustuurtje!
Truusje v. Weizen Als je zo lang vacantle
hebt gehad, ga je weer naar school verlangen.
Dat ls maar goed ook!
Pim van Weizen Ik hoop. dat Jullie speel
tuin-middag nog is doorgegaan op een andere
dag. Wat werkte het weer toch tegen!
Marietje Zaalberg Dan behoor je nog een
jaar bU de kleineren. Even welkom, hoor! Nu
kun Je me meer schrUven over Je verjaardag.
Wat zat JIJ heerlUk, toen je deze brief schreef!
Herman Schoemakcr Allereerst hartelUk
welkom. In de tweede plaats: spoedige beter
schap. JU trof het slecht deze vacantle. Maar Je
bent nog Jong genoeg, om het zwemmen te
leeren. dus dat kan best een jaartje wachten.
NatuurlUk hoop lk Je ook aan te treffen, als
Je beter bent!
Piet MartUn Ik zal dit laatste velletje post
papier nog eens extra bekUken. JU kunt peren
smullen voorlopig; een hele oogst.. Bedankt voor
Je raadsels. JU helpt aan peren-oogst en raad
sel-oogst.
Nu mogen Jullie weer schrUven. Als steeds
hoe meer. hoe liever!
Insturen naar Bureau Leldsch Dagblad of
naar Wasstraat 38. liefst voor Maandagmorgen
9 uur. uiterlUk tot Dinsdagmorgen 9 uur. Tot
de volgende week.
Allen hartelUk gegroet door Jullie Raadsel-
tante,
MEVR. M. J. BOTERENBROOD.
Bang? Oók bang? Wie had dat gezegd?
Maar Jan was toch Immers niet bang!
Kijk, hij stapte dapper voort met Anneke
aan de hana.
„Laten we maar een eindje hollen!"
fluisterde het meisje.
Goed, dat deden ze. En opeens voelden
ze, dat de grond onder hun voeten zacht en
sponzig werd. O, dit was natuurlijk het ge
deelte van de weg, dat nog niet klaar was.
Plof, plof, plof deden hun voeten op de
weke grond.
„Jan, ben Je niet een klein beetje bang
voor de wals?"
„Nou, een héél klein beetje dan!" gaf
Jan toe, „maar niet erg hoor!"
„Verbeeld Je, dat de wals ergens tussen
de struiken staat en opeens op ons af
glUdt!" bibberde Anneke.
„Och, dat gebeurt niet," zei Jan, maar
z'n stem klonk allesbehalve gerust.
„Laten we nog maar een eindje hollen,"
zei Anneke.
„Nee." zei Jan schor en hij bleef opeens
stokstUf staan. En toen
„Ha, ha, ha?" klonk een helder stem
metje vlak voor hen. Wat was dat? De kin
deren bleven aan de kant van de weg
staan, als verstijfd van schrik.
„Ha, ha! Jullie zUn me nogeens helden!"
Wie was dat toch, die tot hen sprak?
Anneke zag het het eerst. Het was een
klein, snoezig koperen paardje, steigerend
op de achterpoten en met een grote pluim
staart fier achter zich aan wapperend. Ze
herkenden hem direct: dat was immers
het paardje, dat op de stoomwals stond.
„Zeker het fabrieksmerk," had Jan wel
eens gezegd.
„Wees niet bang," klonk weer de heldere
stem. „Ik ben helemaal niet boos op Jullie!
Ik begrUp best. dat Jullie het onzinnig vin
den. dat Je niet naar je Grootmoeder mocht
en lk vind het echt flink, dat Jc weggelo
pen bent. Zie Je, lk ben óók stilletjes weg
gelopen. Ik bedankte er voor, nog langer
doodstil op de wals te staan! rk wil ook
weieens vrU zUn! Kom maar gerust hier,
als Je me strelen wilt. Maar wees doodstil,
want als de wals merkt dat ik weg ben,
begint hU te blazen en te puffen en rook
wolken uit te stoten!
O, vreselUk gewoon!"
Jan en Anneke stonden nu vlak bij het
paardje en het meisje liet heel voorzichtig
haar vingers over z'n blinkende rug glij
den. Dit vond het paardje zeker prettig,
want opeens begon het te groeien, te
groeienhet werd wel zo groot als een
Sint Bernardshond, maar steeds bleef het
staan met opgeheven voorpoten.
En het groeide nog maar él door. Straks
zou het zo groot worden als een echt
paard!
Verbaasd stonden Jan en Anneke cr
naar te kUken en Jan waagde het eindelijk
te vragen: „Zeg mogen we niet een eindje
op Je rug rUden?"
„O. met pleizier," zei het paardje „maar
Je moet Je reusachtig goed vasthouden, zie
Je! Want lk ben ontzettend licht, omdat ik
nooit iets anders te eten krUg dan stoom.
Het is eigenlUk maar gelukkig, dat ik van
echt zwaar koper ben, want anders zou lk
zo pardoes naar de maan vliegen! Vooruit,
spring maar op m'n rug!"
Dat lieten de kinderen zich geen twee
maal zeggen. Jan greep de koperen manen
vast en Anneke pakte haar broertje stijf
om het middel endaar vlogen ze heen.
Suizelend, duizelend snel, over bossen en
bergen, heel ver weg door de nachtzwarte
lucht.
„Waar gaan we heen?" riepen de kinde
ren allebei tegelUk.
„Ik vlieg naar het heerlijkste plekje ter
wereld" hinnikte het koperen paard. Zijn
blijde stem klonk hoog boven de storm
uit.
Maar nu begon Anneke te zuchten.
„O, wat ben Je glad!" riep ze. „O, lief
paardje, kan je me niet vasthouden? Ik
glij, ik glU! O!Een schok van angst
ging door Jan heen. HIJ durfde niet om
zien, maar hij voelde, dat de armen om
zUn middel verslaptennu lieten ze
helemaal las en Anneke gleed met een gil
van ontzetting, van het paard af, in de
diepte!
Jan keek. Hij zag, hoe ze zachtjes om
laag dwarrelde als een klein licht poppetje
van pluisnu verdween ze ln een don
kere wolk en was weg!
„Ik moet blUven zitten, ik moet!"dacht
Jan. En hij klemde zich met alle macht
vast aan de koperen manen Het paard
draafde en steigerde, draalde dan linksom
en vloog weer voort, zo snel, dat Jan geen
adem meer had. Hij sloot de ogen: het was
of er een zwaar pak op zijn borst drukte
en of zijn hele lichaam leeg en licht was.
„Ziezo, dat gaat fijn," hoorde hij het
paard zeggen. En toen stond het opeens
stil, zodat Jan bijna over z'n hoofd naar
voren schoot. Jan deed z'n ogen open en
zag, dat ze onderaan een hoge berg ston
den, een berg van zware steenblokken en
gruis, wel zo hoog als de zon.
„Vlug, vlug, we moeten er bovenop!" riep
het paardje, „zie Je niet wie er achter ons
aankomen?"
Jan keek om. Een ontzettend gedreun
en geknars klonk in z'n oren en daar kwa
men wel honderd stoomwalsen aandraven.
De koperen paardjes waren ervoor gespan
nen en ze renden rènden
„Vlug, vlug, want als ze ons Inhalen,
worden we verpletterd!" riep het paardje.
En het begon te klimmen, te klimmen
Jan botste en botste op en neer op zUn
rug. HIJ werd hoe langer hoe warmer en
benauwder.
Het zweet brak hem uit. De rug van het
paard was ook al zo heet. hU voelde het
gloeien aan zUn benen.
„Help, help, lk kan niet meer, ik stik!"
riep Jan. En hij liet de manen los en sloeg
wild met z'n armen om zich heen en
„Zou Je ook eens een beetje bedaren?"
zei Moeder, die zich over hem heen boog.
„Kind, kind, wat ben Je warm! Wie kruipt
er nu ook helemaal onder de dekens met
dit benauwde weer?"
Jan had wel tien tellen nodig om te be
denken, dat hU in zUn bed lag en dat de
hele geschiedenis van het koperen paardje
een bange droom was geweest.
„Gelukkig!" zuchtte hU verlicht en hij
ging heerlijk slapen.
der raadsels uit het vorlfe nummer.
1. Zee, leeuw, zeeleeuw.
2. Haarlemmermeer. Haarlem, meer, hamer.
3. Papaver, sering, aster, lelie.
4. Marseille, Els, ram, el, lam, mes, mal.
B. Karei, merci.
6. Een snee; als er één af is, ls hot brood nltt
heel meer.
7. Hoge bomen vangen veel wind.
8. Een spons.
der raadsels ontvangen vant
Olga Derksen, Jurrie Bekooy. Rudolf David,
Cootje Schouten, Jannle v, d. Pluym, Koos v. d.
Pluym, Rietje Goutler, Annle Feljnenbuilc, Nelly
v. Weeren, Marietje LagerwU. Sofletje LagerwU,
Dickie Optendrees. Nico Optendrees, Nellie
Stouten, Sjaantje Stouten, Henk Stouten, Flip
Stouten, Gerard Stouten, Ineke Boterenbrood,
Aukjc v. d. Walle, Gó dc Jong, Mlontje van
Essen, Mien de Jager, Annie Verloop, Nellie
Dorrepaal, Jannle van Kampenhout, Willie van
Kampenhout, Riek van Kampenhout, Anny
Schipper, Adrl Schipper, Peter Westcrbeek, Koos
Flaman, Henk Klaassens, Maartje v. d. Voort,
Geertje v. d. Voort, Willy Wlggcrs, Janny Her
mans, Ans Hcrtnans, Toos de Vos, Rie de Vos,
Joke de Vos, Niek Tegelaar, Joop den Butter,
Nico v. d. Lely, Maartje Stavleu, Lydia Boter
mans, All Stlkkelorum, Koos Stlkkelorum, Annie
v. d. Vos, Riekje. Leemans, Rietje Brandt, Nlek
Bakker, Marti Bakker, Tom Landré, Ingeborg
RUsdUk, Ida de Graaf (op enveloppe schrUven,
waarvoor brief bestemd is), Jacques de Geus,
Suze de Geus, Ans Voorma, Jetty Hooghuls,
Jan Zandbergen, Kora Key, Mlentje de Water,
Rle v. d. Laan, Bep v. d. Laan, Joop Everink,
Annle Everink, Tineke v. Straten, Jannle Harte
velt. Co Hartevelt, Lenlc Brocaar. Ella Melnema,
Nelly Meinema, Anny Bekooy, Alle Kriek, Le
nie Kriek, Bep Crama, Jan Crama, Elsje Ver
lind, Gerda TelJeur, Truusje v. Weizen, Pim
v. Weizen, Marietje Zaalberg, Coba Hensen, Jan
nle Werk, Herman Schoemaker, Plet MartUn,
Elsje Boterenbrood.
voor allen, om uit te kiezen; de groteren
vier, de kleineren drie goede oplos
singen.
I.
Ingezonden door Lenie Brocaar.
Ik noem met hetzelfde woord een roofdiertjo
en een stad in Duitsland. Hoe heet ik?
II.
Ingezonden door Tineke Marree.
MUn geheel is een bekend spreekwoord van
37 letters:
2, 8, 15, 11 ls een Jongensnaam, 20. 21, 31 een
metaal, 30, 3, 36. 24, 29 een familielid, 34. 35, 33,
37, 27 een graansoort; 1. 7, 32 zie Je aan het
strand, 17. 18 ls een knolgewas, 1, 3, 3. 31 een
water l Noord-Holland, 10, 11, 5 ls het tegen
gestelde van vast. 4, 14, 37 leer Je voor school,
12, 25, 19, 23, 13, 14 ls het verkleinwoord van kist,
16, 29, 30 Is een lidwoord, 9, 2, 7, 22, 2, 7, 26 een
vogel, 28, 3, 3, 5 ls een dier, 6, 2, 4 verblijfplaats
van sommige dieren.
III.
Ingezonden door Marietje dc Mooy.
Welke zegswUze staat hier?
Ed Utd atag nlse,
Uigbrek cmh ewl.
IV.
Ingezonden door Leendert v. Wilgen.
MUn geheel ls een plaats ln Noord-Holland
van 12 letters.
De 10. 11, 12 ls een groot water, 3, 2, 4, 5. 6
komt uit de lucht. Op een 1, 7, 8, 9 kan men
glUden.
V.
Ingezonden door Annle Hansen.
MUn geheel noemt iemand, die op een schip
hoort. MUn eerste 3 letters noemen Iets, dat voor
de deur ligt; do volgende vier Iets, dat groeit ln
de tuin.
VI.
Ingezonden door Freddy KÖhler.
Wat kan rollen en is toch plat?
VII.
Ingezonden door Plet MartUn.
Je vindt r*U aan een geweer, op de toren en
ln het kippenhok. Wie ben lk?
vm.
Ingezonden door Mien de Jager.
Met v ben ik niet achter,
Met m een zwarte man,
Met k een zangclub,
Met n Iemand uit het Noorden.
Ingezonden door Frans van Essen.
De zuinige man.
De zuinige man zat in een rook-coupé en
vroeg zUn rechterbuurman om een lucifer. De
buurman had er geen en het bleek, dat de
derde man ook geen lucifers bU zich had. Toen
zei de man: .Dan zal ik er een van mUzelf
moeten nemen!"
Ingezonden door Jannle van Kampenhout.
Uit de kinderkamer.
Oom: „Zo! Spelen Jullie kannlbaaltje"?
Waarom doe JU niet mee, Willem?"
Willem: „Ik ben al opgegeten, Oom!"
Ingezonden door Nellie Trap.
Van Jantje.
Midden in de nacht richt Jantje zich op ln
bed. .Moe, lk heb zo'n dorst."
Moeder: „Och kind, malligheid. Je moet sla
pen gaan."
Een poosje was het stil. Toen weer:
„Moe. geeft me een glas water, ik heb zo'n
dorst."
Moeder: „Als Je nu niet dadclUk gaat slapen,
zal lk eens bU je komen, hoor; dat zal niet
prettig zUn: ik ben boos!"
Jantje: „Hè. brengt U dan meteen wat water
voor me mee?"
2-4