't Zwindersche Veld, Ons Kort Verhaal Verstopping LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 17 Augustus 1940 Tentoonstelling in de Lakenhal Werken van den Leidschen schilder Jacobus Ludovicus Cornet 1815 18 Augustus 1940 een schitterende Drentsche ontginning In 10 jaar 900 H.A. bouwgrond geschapen LAND- EN TUINBOUW RADIO Wantrouwen De tentoonstelling van werken van den Leidschen schilder en graphicus Jacobus Cornet, welke heden in de Lakenhal werd geopend, vond haar onmiddellijke aanleiding ln het feit, dat het 18 Augustus 125 Jaar geleden was, dat Cornet geboren werd. Op de vraag, waarom eerst thans en niet eerder, bijv. na het overladen van den meester een dergelijke tentoonstelling werd gehouden, moge geantwoord worden, dat het onverstandig is. kort na het overlijden van een kunstenaar een herdenkingsten toonstelling te organiseeren. Men ls dan niet vrij in het oordeel en veelal beïnvloed door gevoelens van piëteit, noch kan men vol doenden afstand nemen. Thans, nn bijna 60 jaar verloopen zijn na het overlijden van Cornet, staat men vrijer. Het resultaat zal zijn, dat men veelal tot de conclusie komt, dat het werk de tegenwoordige generatie niet meer in alle opzichten bevredigt en dat men niet moet treuren, dat Cornet het beheer van een academische instelling op zich nam. Maar toch, de waardeering. die Cornet ln zijn Jeugd vond. kunnen wij hem ook nu nog voor een groot deel. zij het uit andere gronden, toekennen en het is daarom, en geenszins om locaal-historische redenen, dat deze tentoonstelling tot stand kwam. J. L. Cornet werd geboren te Lelden op 18 Augustus 1815. vond aanvankelijk een werkkring als leerjongen bij een decoratie schilder, dus als gewoon handwerksman, doch werd In de gelegenheid gesteld om de avondlessen van het Genootschap Mathesis Sclentiarum Genitrix te volgen. Hier gaf hij dermate blijk van zijn aanleg, dat hij, vooral op aanraden van eenlge Leidsche notabelen en zijn leermeester bij Mathesis. B. ran den Broeck. zich op het kunstschilderen ging toeleggen. Over Cor nets leven kunnen wij nog het volgende mededeelen. Aanvankelijk woonde hij met zijn ouders in het merkwaardige huls ran het Turfdragersgilde, hetzelfde gebouw waar later zijn tijdgenoot Bakker Korff een atelier zou hebben. Cornet bleef ongehuwd en woonde later met zijn zuster aan het Utrechtsche Veer. Hij overleed 2 Decem ber 1882. Tot zijn belangrijkste beschermers, die ook een grooten invloed op zijn verderen levensloop hadden, behooren vooral D. P. G. Humbert de Superville en N. C. de Gij- selaar, die beide zijn voorgangers waren als directeur van het Unlversitelts-prentenka- blnet. Dat hij deze post in 1851 aanvaardde, zal wel voor een deel ln het materleele ge zocht moeten worden. Ook behoorde hij tot de eerste commis sieleden voor het Stedelijk Museum en me nige belangrijke maatregel uit de eerste Ja ren van het bestaan dezer Instelling dan ken wij aan hem. Het mede-directeurschap van Mathesis en een gelijke positie aan de schilder- en teekenacademie „Ars Aemula Naturae" be hoorden mede tot zijn functies te Leiden. Zijn liefde voor Ars, alwaar hij ook Jaren lang les gaf. vindt haar bewijs ojn. in een drietal zeer interessante schilderijen, voor stellende de teekenoefening op de voorma lige Rijnsburgerpoort. Om ons goed rekenschap te geven van den aard van Cornets vroegste kunst, moe ten wij in de eerste plaats bedenken, dat hij zich begon te ontwikkelen ln de periode omstreeks 1840. Cornet werkt reeds ln 1835 en evenzoo ln 1840, mede aan de voorberei dingen tot de studentenmaskerade. Hierbij kwam hij in contact met J. Kneppelhout (Klikspaan) en Nicolaas Beets. Het is nog de tijd van de romantiek, maar niet een romantiek die den schilder voorstellingen uit de middeleeuwen doet kiezen, doch de tijd, dat men de voorkeur geeft aan ons Vaderlandsch verleden, in het bijzonder onze Gouden Eeuw. Cornet .kiest voorstel lingen als de verzoening van Michiel Adrlaansz. de Ruyter en Cornells Tromp, Jacob Cats' ouderdom, Erasmus in zijn stu deervertrek. René Descartes op Endegeest, Johan van Oldenbarnevelt gaande naar het Schavot, enz. enz. En niet alleen ls de bewondering voor episodes uit onze geschiedenis groot, ook de kunst van onze groote schilders wordt naarstig bestudeerd. Cornet maakte als oefening in het Koninklijk Kabinet van schilderijen te 's-Gravenhage copieën naar Rembrandts Anatomische les en Simeon in den tempel. Ter Borchs invloed vindt men ln een stuk als Christiaan Huygens met zijn kleindochter; Thomas Wycks schuur- interleuren vonden evenzoo een weerklank en het schilderij, voorstellende Paulus Pot ter naar de natuur, het Hollandsche weide landschap met zijn dieren schetsende, ge tuigt niet alleen van een bewondering voor de persoon van dezen meester, maar ook voor zijn kunst. Gaat men de hier genoemde onderwerpen na, dan kan men de stof inderdaad verkla ren uit het tijdperk der romantiek. De stijl moet vrijwel geheel verklaard worden uit de bewondering voor de kunst der groote Hollandsche realistische meesters uit de 17e eeuw. Dit geldt zoowel voor de schilderijen als voor de etsen, al moet worden toegegeven, dat een belichting als ln „Het sterfbed van Hugo de Groot" of de ets „verwoestingen van den storm op Endegeest", geenszins realistisch is. integendeel hier is nog een volle romantiek waar te nemen. Ook moge hier worden opgemerkt, dat niettegenstaande de bewondering voor den stijl der 17e eeuw. Cornet hun techniek helaas niet altijd wist te volgen. Dé tegen woordige toestand van enkele zijner wer ken getuigt hiervan maar al te zeer, even als bij velen zijner tijdgenooten. Als architectuurschilder liet hij eenige stukken na. waaronder de hoek van een kerkruïne en vooral het blanke trappen huis van Pieterskerkgracht 9. een eere plaats innemen. De teekenlngen zijn vrijwel steeds stu- een zekere droogheid, vooral in de typische gekruiste arceering in den achtergrond. Zijn topographische schetsen hebben voor den plaatselijken kenner ongetwijfeld een zeker belang. Daar Cornet Lelden zelden, verliet, behoudens eenmaal een bezoek aan Antwerpen, zijn deze schetsen vrijwel steeds ontleend aan gezichten in en bij Leiden. De genrefiguren geven, evenals dadelijk bij zijn etswerk zal blijken, de in zijn tijd gangbare typen weer: de savoyaard. de zouaaf, de marktkoopman enz Het merkwaardige waren zijn etsen, die dan ook na zijn overlijden door den heer W. P. Wolters en W. Pleyte, voorzien van een levensschets, werden uitgegeven. Deze etsen laten hem evenals zijn schil derijen weer van verschillende kanten zien, doch thans ligt de nadruk op de landschap pen en nemen de historiën, die veel min der van kwaliteit zijn. slechts een beperk te plaats in. De landschappen laten ons weer de Hollandsche weiden met haar knot wilgen en schilderachtige boerderijen zien, nu eens getuigend van een bewondering voor Potter, dan weer voor Rembrandt en bij de vervallen woningen komt weer de gedachte aan Thomas Wyck of Ostade naar voren. Enkele» genrefiguren beantwoorden, ge lijk reeds werd opgemerkt aan den smaak van zijn tijd. Als portrettist heeft Cornet ln zijn ets werk. evenals bU zijn teekenlngen eenlge aardige koppen nagelaten. Onder de ge schilderde portretten moet gewezen worden op een bijna miniatuurachtig geschilderd portretje van een ouden heer, of zijn zelf portret en vooral het hoogst bekoorlijke portretje van een Waulsch weesmeisje, door Cornet gemaakt, toen hij nog slechts 17 Jaar oud was. Alleen reeds deze portretten stempelen hem tot een kunstenaar van niét te onder schatten capaciteiten en wij moeten het slechts betreuren, dat hij gehoor gevend aan den smaak zijner tijdgenooten, zich heeft toegelegd op het uitbeelden van onze Vaderlandsche historie. Het was waarschlJnlUnk een daad van wijs beleid der heeren Wolters en Pleyte, om zich na Cornets dood in 1882 te beper ken tot een uitgave van het ctsoeuvre en niet te veel aandacht te wijden aan zijn schilderwerk, dat tot een toenmaals niet meer zoo zeer ln den smaak vallend genre behoorde. Mocht de tegenwoordige generatie meer belangstelling toonen voor deze historische schilderijen, waarvan ëV overigens slechts enkele konden worden opgespoord, dan zal deze tentoonstelling misschien een aan leiding geven tot het weer opnieuw ontdek ken van een, zfj het wat late en locale, fbm antiek. E. P. Aambeien? Huiduitslag? Overtollig vet? DAN Dr. Schlatter's Stofwisseling» zout Men voelt zich vrijer en gezonder. tiaoon f 1.06. Dubbele flacon 11.75 bij apotheken en vakdrogleten. tlnaer Mod.) (Van onzen «pedalen verslaggever). II. N(ooit) Hielde) M(eer) zou de Heide Maatschappij met recht kunnen heeten! Landstreken ln Drenthe waar men eens helde en niets dan heide! zag, zijn verdwenen, dank zij den grootschen ont- glnningsarbeld van de Heide Maatschappij. Wij voegen hieraan echter onmiddellijk de opmerking toe. „dat dit in het alge meen juist is. behalve dan die gedeelten van Drenthe, welke als natuurmonumen ten in stand gehouden moeten worden." Dit ter geruststelling van de natuurmin naars. die altijd weer vrees koesteren, dat aan het natuurschoon op onherstelbare wijze schade gedaan zal worden. Het moge dan wel eens ronduit gezegd worden: die vrees is totaal ongegrond! Overigens zal men het over het alge meen toch wel eens zijn met de stelling, dat en bepaal de gedachten dan alleen maar eens bij een ontginning als het Zwin dersche Veld. ter grootte van 900 HA het toch altijd mooier zal zijn om door een gebied te toeren waar gezonde akkers, bekoorlijke kanaaltjes en een smaakvolle beplanting elkaar afwisselen dan zich met moeite te kunnen verplaatsen door een hei develd. dat zich zoo ver het oog reikt naar links en rechts, naar voren en achteren uitstrekt. En zij die vreezen, dat door deze ontgin ningen de steden hun recreatie-oorden ver liezen? Och, de economische zijde van het vraagstuk speelt ook nog een rol. En wan neer men weet, dat er in Nederland in totaal nog een 225.000 H.A. grond ontgon nen kan worden, waarvan elk jaar een oppervlakte van 8000 H.A. af gaat. dat er nog 220.000 h.A. gemoeid is met inpolde ringen en droogmakerijen, dat er 570.000 H.A. cultuurland ln Nederland is, waarvan de ontwatering nog verbeterd kan worden en dat er nog 500.000 H.A. grond voor ruil verkaveling in aanmerking komt. dan be seft men wellicht welke een werkgelegen heid daarmede gemoeid is. Ruim tien Jaar geleden lag er ln de ge meenten Dalen en Oosterhesselen een streek van ongeveer 900 H.A., in hoofdzaak bestaande uit onvergraven veengrond. Al leen in Dalen was een deel van het veen tot turf vergraven. Daarnaast trof men in dit Zwindersche Veld leemhoudenden zand grond aan. Een afzonderlijke afwatering der perceelen was wegens de versnippering niet mogelijk. In een klein gedeelte wordt hier nog de grond ontgonnen. Voor de rest zijn de ontginningsplannen van de Helde Maatschappij geheel uitgevoerd. En in 1940 herinnert niets hier meer aan het verleden. Aangekocht in de Jaren 1927 en 1928 door de N.V. Ontginningsmaatschap pij „Het Landschap Drenthe", ving men in 1930 met den arbeid aan. waarbij vol gens het veenkoloniale systeem te werk gegaan werd, dat wil zeggen dat er een hoofdkanaal gegraven werd, waaraan de boerderijen kwamen te liggen. Bovendien werd er een aantal zijkanalen gegraven op die plaatsen, waar zand voor bezanding moeilijk uit het terrein zelf te verkrijgen was. Naast de „plaatsen" zonder zijkanaal werden landwegen aangelegd, waarover later nog een smalspoor werd aangelegd voor den aanvoer van meststoffen en den afvoer van producten Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling dies" n aar dë natuur"en gekenmerkt door was het hoofdkanaal van de Hoogeveen- sche vaart of niet verder door te trekken dan tot de grens van het gebied, vooral wegens de kosten, ls naderhand besloten met flnaneleelen steun van de regeering tot doortrekking tot de Lutterhoofdwljk bij Coevorden. Hierdoor ls een vrij groot scheepvaartkanaal tot stand gekomen (schepen van 120 ton kunnen er varen) waardoor een korte verbinding van het ge bied langs de Hoogeveensche vaart en het Zwindersche Veld met de Lutterhoofd- wijk en Dedemsvaart met fabrieken van landbouwproducten (stroocarton- en aard appelmeelfabrieken te de Krlm en Lutten) verkregen ls. Tevens ls dit kanaal een belangrijke waterafvoer geworden voor het gebied Z. O. Drenthe, daar nl. 1/3 van de hoeveel heid overtollig water van de Hoogcvccn- schevaart af door dit kanaal vla het afwa teringskanaal Coevordon-Anc en do rivier de Vecht naar het LJsselmeer afgevoerd wordt. De ontginning, welke in werkverschaf fing werd uitgevoerd bestond ln het spitten van den grond ter diepte van plm. 0.80 M„ waarbij er vooral rekening mede werd ge houden, dat het goede veen (bolster- en grauwveen) aan de oppervlakte bleef. Ver der werd bezand ter dikte van plm. 12 c.M. met zand uit den ondergrond, uit zandkoogstcn en uit de zljkanalcn. Tege lijkertijd werd de grond geëgaliseerd. De grond uit het hoofdkanaal was voor bezanding weinig geschikt, daar deze voor een groot gedeelte uit leem bestond. Deze grond werd dan ook onderin de putten verwerkt. Het zandgrondgedccltc werd tot dezelfde diepte bewerkt. Ook hier werd de goede bovengrond bovengchoudcn en be dekt met een laag van 15 c.M. goed zand. Den eersten tijd werd de ontgonnen grond in eigen exploitatie door het Land schap Drenthe genomen doch in 1932 werd tot stichting van boerderijen overgegaan, welke voor 3 of 5 Jaar verpacht werden. Door het „Lantschap Drenthe" werden plm. 20 boerderijen met brugwachters wo ningen gebouwd. Bij deze boerderijen werd ongeveer 25 H.A. land gevoegd. De pacht prijs bedroeg gemiddeld f. 50 per HJY. Aan diverse architecten werd bij den bouw van boerderijen vrije opdracht gegeven voor het Lantschap Drenthe plannen te ont werpen. Als eenlge beperking werd de elsch gesteld, dat de bouwkosten niet meer dan f. 300 per H.A zouden bedragen. Het resultaat hiervan ls geweest een aan tal boerderijen, die stuk voor stuk kunnen wedijveren met de mooiste uit ons land. Trek hier zelf eens heen. stedeling! Dan ziet ge pas, hoe gevarieerd de bouwtrant is en hoe men op deze wijze eentonigheid heeft weten te voorkomen. De goede resultaten met den grond de den de aanvragen stUgen. Vooral de boe ren uit het aangrenzende de Krlm, de streek waar pioniers op landbouwgebied, afkomstig uit de Veenkoloniën en uit den Gelderschen Achterhoek, zich gevestigd hadden, toonden groote belangstelling. Boerderijen met grond, doch ook losse lan derijen gingen grif weg. De eigenaren van losse landerijen bouwden zelf hun boer derij. Dertien zijn er op deze wijze nog verrezen, zoodat het Zwindersche Veld ln totaal ruim dertig boerderijen telt. (Nadruk verboden). VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: Hoe kan ik pruimen-, peren- en abri kozenjam maken en hoe bewaren? Mevr. H. B. E. to O. Antw.: Voor do pruimen- en abrikozenjam geldt: haald de pitten uit de vruchten en kook de laatste met water tot moes. Voeg daarna de suiker toe en kook alles tot lamdlkte, d.l. oen droppel Jam moet spoedig atollen op een koud schoteltje bijv. voor 1 kilo gepitte vruchten ge bruikt u 7'-j ons suiker. Bewaar de Jam ln vooraf goed gereinigde jampotjes. Schimmelen zal zel den voorkomen. Soms legt men ln elk potje op de Jam een klein stukje papier, dat vooraf ge drenkt wordt ln brandewijn. Voor elke kilo peren eveneens 7V4 oas suiker gebruiken. Do vruchten schillen en van klokhuis ontdoen. Daarna tot moes koken en dan de suiker toevoegen. Alles tot Jamdikte koken. Peren worden voor dit doel weinig gebruikt. VraagHoe kan men het best pruimen drogen? L. v. d. P. te A. Antw.: Dit kunt u doen bfj kleine partijtjes in den oven van het fornuis. Niet hard stokon, VOOR ZONDAG 18 AUGUSTUS. Jaarsveld, 414.4 M. 8.00 NCRV. 12.00 VARA. 0.00 NCRV. 7.00 VPRO, 8.00- 10.30 VARA. 8.00 Berichten ANP. 8,10 Scluiftlezlng, Meditatie 8.25 Ocwljde muziek (gr.pl.) 8.55 Gr.muz. 0.30 Orgelconcert - 10.10 GcwUde muziek (gr.pl.) 10.20 Evange- liKch-Luthersche Kerkdienst 12.00 VARA.- orkest - 12.45 Berichten ANP. 1.00 „Heeft de Nederlandsche Arbeiders Sportbond een toe- komst?" lezing 1.16 VARA.-orkest 2.00 Letterkundig overzicht 2.20 De Ramblers - 2.50 Tulnbouwpraatje 3.15 Esmeralda en ro- list 3.45 Collo en orgel 4.15 Or.muz. 4.30 Voor do kinderen 5.00 Grmuz. ö.lö Weke- Hjksche gcdachtenultwlsseling (ANP.) 5.30 Dc Golfbrekers 5.40 Reportage 6.00 Wij dingswoord 7.00 Studlodlcnst 8.00 Be richten ANP. 8.15 Cabaretprogramma 9.16 Radlotooncol 9.30 VARA.-orkest en solist 10.15 Berichten ANP., sluiting. Kool»ijk. 1875 M. AVRO.-Ultzcndlng - 7.00 Berichten (Dultsch} 7.15 Berichten (En- gelsch) 7.30 Gr.muz. (Om 8.00 Berichten ANP.) 9.00 Leden van het Omroeporkest en de Nederlandsche Bachvrrecniglng en solisten (opn.) 10.00 Morgenwijding 10.16 Gewfjde muziek (gr.pl.) 10.30 Sylvestre-trlo 11.15 Berichten (Eng.) 11.30 Or.muz. 12.30 Be richten (Dultsch) 12.45 Berichten ANP., gr. muz. 1.00 AVRO.-Amusementsorkest en so liste (opn.) 1.50 Gr.muz. 2.00 Berichten (Dultsch) 2.15 Verkorte operette „Boccaccio" (opn.) 3.16 Berichten (Engelsch) 3.30 Om roeporkest, solisten en gr.muz, 5.16 WekelUk- sche gedachtenultwlaseling (ANP) 6.30 Pla- nosoll 5.45 Orgelspel 0.16 Berichten (En gelsch) 6.30 Twilight Serenade™ (opn.) 7.08 Cyclus „De afbeeldingen op onze zomcr- postzcgcls" 7.28 AVRO.-Amuscmentsorkcst, koor cn solisten <opn.) 8.00 Berichten (Dultsch) 8.15 Berichten ANP. 8.30 Be richten (Engelsch) 8.45 Or.muz. met toe lichting 9.15 Berichten (Engelsch) 9.30 Or.muz. 10.00 Berichten (Dultsch) 10.15 Berichten ANP. 10.30—10.45 Berichten (En gelsch) en sluiting 11.1511.30; 0.16—0.30 en 1.15—1.30 Berichten (Engelsoh). VOOR MAANDAG 19 AUGUSTUS. Jaarsveld, 414,4 M. KRO.-Ultzcnding 8.00 Berichten ANP. 8.05 WU beginnen do dag 8.15 Or.muz. 10.00 VPRO.: Morgenwijding 10.15 Grjnuz. 11.30 Godsdienstige causerie 12.00 Berichten 12.05 Grjnuz. 12.15 Frans Wouters on zijn Calicnte-orkest 12.45 Be richten ANP., gr.muz. 1.15 KRO.-orkent 2.00 Vrouwenuur 3.00 Or muz. 3.45 KRO.- Melodisten on orkest 2,00 Vrouwenuur 3.00 Or.muz. 3.45 KRO.-MclodLsten en solist (4.30 4.45 Or.muz.) 6.15 Berichten ANP. 5.30 Rococo-octet 6.00 Or.muz. 6.16 Muslquette en soliste 7.00 Vragen van den dag (ANP.) 7.15 Berichten 7.20 Voor de Jeugd 7.35 Grjnuz. 7.45 Reportage 8.00 Berichten ANP. 8.15 KRO.-orkest, KRO.-Melodlsten on solisten 8.45 Reportage licfdadlgheldssportdag en den nood-vlerdaagscho te Nijmegen 9.35 Radiotoonecl 10.10 WU sluiten de dag 10.15 Berichten ANP. KootwUk, 1875 M. NCRV.-Uitzendlng 7.00 Berichten (Dultsch) 7.15 Berichten (Eng.) 7.30 Gr.muz. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Schriftlezing, Meditatie 8.25 OewUde muziek (gr.pl.) 9.00 Gr.muz. 10.00 Trio Bcute- Zcpparoni-Hemerlk en gr.muz. 11.15 Berich ten (Engelsch) 11.30 Grjnuz. 12.30 Berich ten (Dultsch) 12.45 Berichten ANP. 1.00 Cymbaal-sextet en gr.muz. 2.00 Berichten (Dultsch) 2.15 Cymbanl-sextct 2.46 Or - muziek 3.15 Berichten (Engelsch) 3 30 Zang met planobegeleiding cn gr.muz. 4.15 Gr.muz. - 5.00 Berichten (Dultsch) 5.15 Be richten ANP. 5.30 Orgelconcert 6.16 Be richten (Engelsch) 6.30 Gr.muz. 7.00 Vra gen van de dug (ANP.) 7.15 Berichten 7.30 Reportage of muziek 8.00 Berichten Dultsch i 8.16 Berichten ANP. 8.30 Be richten (Engelsch) 8.45 Or.muz. <0.15—9.30 Berichten Engelsch) 10.00 Berichten (Dultsch) 10.15 Berichten ANP. 10.30—10.45 Berich ten (Engelsch) en sluiting 11.15—11.30; 0.15— 0.30 en 1.151.30 Berichten (Engelsch). liefst ln uitgaand fornuis. Blauwe pruimen zUn heel goed geschikt. Do vruchten tUdens het drogen eens omwerken. De gedroogde vruchten in een blikken trommel bewaren. door W. GASCOGNE. Nog steeds heeft de politie de hand niet kunnen leggen op den brutalcn dief, die er zijn werk van schijnt te maken, winkelende dames op klaarlichten dag van haar tasch- Jes te berooven, om zich van den inhoud meester te maken. Ook gistermiddag heeft hij weer zijn slag weten te slaan. De 45- jarige mevrouw D. was ditmaal zijn slacht offer. Toen zij Klara las dit bericht in de krant, zooals ze zooveel berichten las. Zonder bijzondere belangstelling. Maar de slotregel, waarin werd medegedeeld, dat dit nu de veertiende diefstal van dien aard was in zes dagen tijds, trof haar toch wel. Onbegrijpelijk daoht ze. Onbegrijpelijk, dat men dien man niet op heeterdaad weet te betrappen. Zoo'n kerel is een gevaar voor de maatschappij. En ze nam zich voor, wanneer ze ging winkelen, geen taschje mee te nemen, maar haar portemonnale eenvoudig ih den zak van haar mantel te bergen. Klara legde de krant op zij en begon de tafel te dekken voor het avondeten. Ze was nu drie weken getrouwd en' besteedde alle aandacht aan de tafel. Karei moest het thuis gezelliger hebben, dan hij 't vroe ger in zijn kosthuizen had. 'Hij ls laat, vanavond, vond ze, terwijl ze op de klok keek. Zeker weer moeten overwerken. Dat komt nog al eens voor in den balanstljd. Daar hoorde ze Karei aan de voordeur. Een oogenblik later was hij al ln de kamer. Hartelijk begroette hij haar. Fijn, de tafel al gedekt. Ik heb hon ger als een paard vrouwtje. Even mijn handen wasschen. Goed, geef mij je overjas maar; die hang ik wel voor je weg. Prachtig! Karei trok zijn Jas uit, wierp het kleedlngstuk over een stoelleu ning en wipte naar boven. Toen Klara de Jas opnam rolde er iets uit een der zakken Een damestaschje. Het was of haar hart stil stond, zoo schrok ze daarvan. Het was een tamelijk versleten taschje, maar het beursje, dat er ln zat. was, naar zU zich overtuigde, goed gevuld. Zou hijdacht ze. Verder durfde ze niet te denken. Durfde ze niet. Maar toch gingen haar gedachten verder. Karei was de laatste dagen zoo zenuwachtig geweest, zoo gejaagd had hij steeds gedaan als hij thuis kwam, zooals werd hij achter volgd. En had ze gisteren niet den gehee- len dag een politieagent zien staan, aan den overkant, op het trottoir, steeds met het gezicht naar hun huis toe. Zouden ze al een vermoeden hebben Met een vlugge beweging borg ze het taschje ln den zak van haar jasschort, toen ze Karei van boven hoorde komen. Karei deed de tafel alle eer aan. Ineens merkte hij. dat zijn vrouwtje bijna niets at. Scheelt er iets aan, scha/t, vroeg hij, tusschen twee happen door. Je bent zoo stil en Je eet zoo weinig. Ik- heb geen trek, antwoordde ze. Lk heb hoofdpijn. Stakkertje. Maar vroeg naar bed en een asperientje innemen. Karei at verder. Heimelijk sloeg Klara hem gade, maar ze kon nu niets onge woons aan hem bespeuren. Hij voelt zich zoo veilig als wat, dacht ze. Plotseling stond Karei op en liep de gang ln. Ze hoorde hem bij den kapstok. Even later kwam hij terug. Hij had een bezorg den trek op zijn gezicht. Wat is er? Je kijkt zoo bezorgd. Niets. Ik ben wat kwijt, antwoordde hij en zette zich vervolgens ln een fau teuil bij don haard. Eens kijken of er nog wat nieuws in de krant staat. Och, alleen maar dat die taschjesdief weer zijn slag geslagen heeft. Klara keek hem, terwijl ze dat zei, van terzijde aan, maar reageerde niet zooals ze verwacht had. Nee, ik bedoel bultenlandsch nieuws. Je snapt die groote mogendheden tegen woordig niet.En met deze woorden ontvouwde Karei de krant. Klara ging vroeg naar bed. Den volgenden morgen plaagde Karei zijn vrouw, omdat ze er zoo bleek uitzag. Ze had dien nacht bijna niet geslapen. Al maar liggen denken aanaan iets vree- selljks, iets dat ze nooit van Karei gedacht zou hebben Wat ze dien morgen had gedaan kon ze zich later nauwelijks meer herinneren. Maar toen Karei 's middags thuis kwam. zijn Jas aan den kapstok had gehangen en naar boven was gegaan om zijn handen te wasschen rende ze naar de gang en voelde de zakken van zijn Jas na. Ze verwachtte iets te vinden, dat haar vreeselljk vermoe den zou bevestigen en toen ze het vond had ze het wel kunnen uitgillen van ellen de. In een der zakken vond ze een pakje. Een damestaschje zat er ln, een nieuw tasohje met een nieuw beursje. Voor Ka- rel van boven kwam had ze het pakje weer in den zak van zijn Jas terug laten glijden. Ik begin er niet over, dacht ze. HU zal het mij moeten vertellen en dan, dan ga lk weglk weet niet waarheen. Weer was ze stil en verstrooid aan tafel en Karei ried haar dringend aan den dok ter te laten komen. Graag had ze toen verteld, wat haar hinderde, maar ze zweeg. Knikte eens. Ja, ze zou den dokter laten komen, maar niet eerder dan morgen. Ze had nog allerlei te doen Eenige uren nadat Karei weer naar zUn kantoor was gegaan hoorde Klara de bel van de voordeur. De politie, ging het door haar hoofd. Misschien is hij al gearresteerd. Maar het was de politie niet, het was haar schoonzuster, Emma Ik kwam eens even aanloopen. Ik hoorde van Karei, dat je niet goed ln orde was. Heb Je Karei dan gesproken? Ja, vanmiddag. En kijk eens wat lk van hem gekregen heb. Die dwaze jongen. Klara staarde naar het taschje, dat ze 's middags ln Karel's jas had gevonden. Gistermiddag ontmoette lk Karei. Het regende en lk had nogal veel te dragen. Toen stopte lk mijn taschje zoolang in Karel's jaszak. Maar hij heeft het op de een of andere manier verloren en vanmid dag kwam hij aan met een splinternieuw exemplaar. Wat zeg je er van? Klara had het wel uit kunnen juichen. Ze mocht Emma graag, maar toch had ze haai- wel weg kunnen kijken. Zoo graag had ze met haar gedachten alleen willen zijn. Karei vond dien avond zijn vrouwtje weer vroglijk en opgewekt. Kind, Je lijkt wel een ander, verge leken bij gisteravond en vanmiddag, gaf hij te kennen. Ik voel me best hoor, schat. En zon der doktor. Ze omhelsde hem zoo onstui mig, dat hij moeite had op zijn beenen te blijven staan. En onder tafel was ze de gezelligheid zelf, keuvelde ze over alles en nog wat. Maar ze zweeg over het oude tasohje, dat ze verbrand had en over het geld. dat ze in het beursje had gevonden en dat ze had weggegeven voor een liefdadig doel. Nooit mocht Karei weten, hoezeer zij hem ge wantrouwd had. (Nadruk verboden). (Auteursrecht voorbehouden). 2—?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 10