't Zwindersche Veld,
Ons Kort Verhaal
Verstopping
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 17 Augustus 1940
Tentoonstelling in de Lakenhal
Werken van den Leidschen schilder
Jacobus Ludovicus Cornet
1815 18 Augustus 1940
een schitterende
Drentsche ontginning
In 10 jaar 900 H.A. bouwgrond
geschapen
LAND- EN TUINBOUW
RADIO
Wantrouwen
De tentoonstelling van werken van den
Leidschen schilder en graphicus Jacobus
Cornet, welke heden in de Lakenhal
werd geopend, vond haar onmiddellijke
aanleiding ln het feit, dat het 18 Augustus
125 Jaar geleden was, dat Cornet geboren
werd.
Op de vraag, waarom eerst thans en niet
eerder, bijv. na het overladen van den
meester een dergelijke tentoonstelling werd
gehouden, moge geantwoord worden, dat
het onverstandig is. kort na het overlijden
van een kunstenaar een herdenkingsten
toonstelling te organiseeren. Men ls dan niet
vrij in het oordeel en veelal beïnvloed door
gevoelens van piëteit, noch kan men vol
doenden afstand nemen. Thans, nn bijna 60
jaar verloopen zijn na het overlijden van
Cornet, staat men vrijer. Het resultaat zal
zijn, dat men veelal tot de conclusie komt,
dat het werk de tegenwoordige generatie
niet meer in alle opzichten bevredigt en
dat men niet moet treuren, dat Cornet het
beheer van een academische instelling op
zich nam.
Maar toch, de waardeering. die Cornet ln
zijn Jeugd vond. kunnen wij hem ook nu
nog voor een groot deel. zij het uit andere
gronden, toekennen en het is daarom, en
geenszins om locaal-historische redenen,
dat deze tentoonstelling tot stand kwam.
J. L. Cornet werd geboren te Lelden op
18 Augustus 1815. vond aanvankelijk een
werkkring als leerjongen bij een decoratie
schilder, dus als gewoon handwerksman,
doch werd In de gelegenheid gesteld om de
avondlessen van het Genootschap Mathesis
Sclentiarum Genitrix te volgen. Hier gaf
hij dermate blijk van zijn aanleg, dat
hij, vooral op aanraden van eenlge
Leidsche notabelen en zijn leermeester bij
Mathesis. B. ran den Broeck. zich op het
kunstschilderen ging toeleggen. Over Cor
nets leven kunnen wij nog het volgende
mededeelen. Aanvankelijk woonde hij met
zijn ouders in het merkwaardige huls ran
het Turfdragersgilde, hetzelfde gebouw
waar later zijn tijdgenoot Bakker Korff een
atelier zou hebben. Cornet bleef ongehuwd
en woonde later met zijn zuster aan het
Utrechtsche Veer. Hij overleed 2 Decem
ber 1882.
Tot zijn belangrijkste beschermers, die
ook een grooten invloed op zijn verderen
levensloop hadden, behooren vooral D. P.
G. Humbert de Superville en N. C. de Gij-
selaar, die beide zijn voorgangers waren als
directeur van het Unlversitelts-prentenka-
blnet.
Dat hij deze post in 1851 aanvaardde, zal
wel voor een deel ln het materleele ge
zocht moeten worden.
Ook behoorde hij tot de eerste commis
sieleden voor het Stedelijk Museum en me
nige belangrijke maatregel uit de eerste Ja
ren van het bestaan dezer Instelling dan
ken wij aan hem.
Het mede-directeurschap van Mathesis
en een gelijke positie aan de schilder- en
teekenacademie „Ars Aemula Naturae" be
hoorden mede tot zijn functies te Leiden.
Zijn liefde voor Ars, alwaar hij ook Jaren
lang les gaf. vindt haar bewijs ojn. in een
drietal zeer interessante schilderijen, voor
stellende de teekenoefening op de voorma
lige Rijnsburgerpoort.
Om ons goed rekenschap te geven van
den aard van Cornets vroegste kunst, moe
ten wij in de eerste plaats bedenken, dat
hij zich begon te ontwikkelen ln de periode
omstreeks 1840. Cornet werkt reeds ln 1835
en evenzoo ln 1840, mede aan de voorberei
dingen tot de studentenmaskerade. Hierbij
kwam hij in contact met J. Kneppelhout
(Klikspaan) en Nicolaas Beets. Het is nog
de tijd van de romantiek, maar niet een
romantiek die den schilder voorstellingen
uit de middeleeuwen doet kiezen, doch de
tijd, dat men de voorkeur geeft aan ons
Vaderlandsch verleden, in het bijzonder
onze Gouden Eeuw. Cornet .kiest voorstel
lingen als de verzoening van Michiel
Adrlaansz. de Ruyter en Cornells Tromp,
Jacob Cats' ouderdom, Erasmus in zijn stu
deervertrek. René Descartes op Endegeest,
Johan van Oldenbarnevelt gaande naar
het Schavot, enz. enz.
En niet alleen ls de bewondering voor
episodes uit onze geschiedenis groot, ook de
kunst van onze groote schilders wordt
naarstig bestudeerd. Cornet maakte als
oefening in het Koninklijk Kabinet van
schilderijen te 's-Gravenhage copieën naar
Rembrandts Anatomische les en Simeon in
den tempel. Ter Borchs invloed vindt men
ln een stuk als Christiaan Huygens met
zijn kleindochter; Thomas Wycks schuur-
interleuren vonden evenzoo een weerklank
en het schilderij, voorstellende Paulus Pot
ter naar de natuur, het Hollandsche weide
landschap met zijn dieren schetsende, ge
tuigt niet alleen van een bewondering voor
de persoon van dezen meester, maar ook
voor zijn kunst.
Gaat men de hier genoemde onderwerpen
na, dan kan men de stof inderdaad verkla
ren uit het tijdperk der romantiek. De stijl
moet vrijwel geheel verklaard worden uit
de bewondering voor de kunst der groote
Hollandsche realistische meesters uit de 17e
eeuw.
Dit geldt zoowel voor de schilderijen als
voor de etsen, al moet worden toegegeven,
dat een belichting als ln „Het sterfbed van
Hugo de Groot" of de ets „verwoestingen
van den storm op Endegeest", geenszins
realistisch is. integendeel hier is nog een
volle romantiek waar te nemen.
Ook moge hier worden opgemerkt, dat
niettegenstaande de bewondering voor den
stijl der 17e eeuw. Cornet hun techniek
helaas niet altijd wist te volgen. Dé tegen
woordige toestand van enkele zijner wer
ken getuigt hiervan maar al te zeer, even
als bij velen zijner tijdgenooten.
Als architectuurschilder liet hij eenige
stukken na. waaronder de hoek van een
kerkruïne en vooral het blanke trappen
huis van Pieterskerkgracht 9. een eere
plaats innemen.
De teekenlngen zijn vrijwel steeds stu-
een zekere droogheid, vooral in de typische
gekruiste arceering in den achtergrond.
Zijn topographische schetsen hebben voor
den plaatselijken kenner ongetwijfeld een
zeker belang. Daar Cornet Lelden zelden,
verliet, behoudens eenmaal een bezoek aan
Antwerpen, zijn deze schetsen vrijwel
steeds ontleend aan gezichten in en bij
Leiden. De genrefiguren geven, evenals
dadelijk bij zijn etswerk zal blijken, de
in zijn tijd gangbare typen weer: de
savoyaard. de zouaaf, de marktkoopman enz
Het merkwaardige waren zijn etsen, die
dan ook na zijn overlijden door den heer
W. P. Wolters en W. Pleyte, voorzien van
een levensschets, werden uitgegeven.
Deze etsen laten hem evenals zijn schil
derijen weer van verschillende kanten zien,
doch thans ligt de nadruk op de landschap
pen en nemen de historiën, die veel min
der van kwaliteit zijn. slechts een beperk
te plaats in. De landschappen laten ons
weer de Hollandsche weiden met haar knot
wilgen en schilderachtige boerderijen zien,
nu eens getuigend van een bewondering
voor Potter, dan weer voor Rembrandt en
bij de vervallen woningen komt weer de
gedachte aan Thomas Wyck of Ostade
naar voren.
Enkele» genrefiguren beantwoorden, ge
lijk reeds werd opgemerkt aan den smaak
van zijn tijd.
Als portrettist heeft Cornet ln zijn ets
werk. evenals bU zijn teekenlngen eenlge
aardige koppen nagelaten. Onder de ge
schilderde portretten moet gewezen worden
op een bijna miniatuurachtig geschilderd
portretje van een ouden heer, of zijn zelf
portret en vooral het hoogst bekoorlijke
portretje van een Waulsch weesmeisje, door
Cornet gemaakt, toen hij nog slechts 17
Jaar oud was.
Alleen reeds deze portretten stempelen
hem tot een kunstenaar van niét te onder
schatten capaciteiten en wij moeten het
slechts betreuren, dat hij gehoor gevend
aan den smaak zijner tijdgenooten, zich
heeft toegelegd op het uitbeelden van onze
Vaderlandsche historie.
Het was waarschlJnlUnk een daad van
wijs beleid der heeren Wolters en Pleyte,
om zich na Cornets dood in 1882 te beper
ken tot een uitgave van het ctsoeuvre en
niet te veel aandacht te wijden aan zijn
schilderwerk, dat tot een toenmaals niet
meer zoo zeer ln den smaak vallend genre
behoorde.
Mocht de tegenwoordige generatie meer
belangstelling toonen voor deze historische
schilderijen, waarvan ëV overigens slechts
enkele konden worden opgespoord, dan zal
deze tentoonstelling misschien een aan
leiding geven tot het weer opnieuw ontdek
ken van een, zfj het wat late en locale,
fbm antiek.
E. P.
Aambeien?
Huiduitslag?
Overtollig vet?
DAN
Dr. Schlatter's
Stofwisseling» zout
Men voelt zich vrijer en gezonder.
tiaoon f 1.06. Dubbele flacon 11.75
bij apotheken en vakdrogleten.
tlnaer Mod.)
(Van onzen «pedalen verslaggever).
II.
N(ooit) Hielde) M(eer) zou de Heide
Maatschappij met recht kunnen heeten!
Landstreken ln Drenthe waar men eens
helde en niets dan heide! zag, zijn
verdwenen, dank zij den grootschen ont-
glnningsarbeld van de Heide Maatschappij.
Wij voegen hieraan echter onmiddellijk
de opmerking toe. „dat dit in het alge
meen juist is. behalve dan die gedeelten
van Drenthe, welke als natuurmonumen
ten in stand gehouden moeten worden."
Dit ter geruststelling van de natuurmin
naars. die altijd weer vrees koesteren, dat
aan het natuurschoon op onherstelbare
wijze schade gedaan zal worden. Het moge
dan wel eens ronduit gezegd worden: die
vrees is totaal ongegrond!
Overigens zal men het over het alge
meen toch wel eens zijn met de stelling,
dat en bepaal de gedachten dan alleen
maar eens bij een ontginning als het Zwin
dersche Veld. ter grootte van 900 HA
het toch altijd mooier zal zijn om door
een gebied te toeren waar gezonde akkers,
bekoorlijke kanaaltjes en een smaakvolle
beplanting elkaar afwisselen dan zich met
moeite te kunnen verplaatsen door een hei
develd. dat zich zoo ver het oog reikt naar
links en rechts, naar voren en achteren
uitstrekt.
En zij die vreezen, dat door deze ontgin
ningen de steden hun recreatie-oorden ver
liezen? Och, de economische zijde van het
vraagstuk speelt ook nog een rol. En wan
neer men weet, dat er in Nederland in
totaal nog een 225.000 H.A. grond ontgon
nen kan worden, waarvan elk jaar een
oppervlakte van 8000 H.A. af gaat. dat er
nog 220.000 h.A. gemoeid is met inpolde
ringen en droogmakerijen, dat er 570.000
H.A. cultuurland ln Nederland is, waarvan
de ontwatering nog verbeterd kan worden
en dat er nog 500.000 H.A. grond voor ruil
verkaveling in aanmerking komt. dan be
seft men wellicht welke een werkgelegen
heid daarmede gemoeid is.
Ruim tien Jaar geleden lag er ln de ge
meenten Dalen en Oosterhesselen een
streek van ongeveer 900 H.A., in hoofdzaak
bestaande uit onvergraven veengrond. Al
leen in Dalen was een deel van het veen
tot turf vergraven. Daarnaast trof men in
dit Zwindersche Veld leemhoudenden zand
grond aan. Een afzonderlijke afwatering
der perceelen was wegens de versnippering
niet mogelijk. In een klein gedeelte wordt
hier nog de grond ontgonnen. Voor de
rest zijn de ontginningsplannen van de
Helde Maatschappij geheel uitgevoerd. En
in 1940 herinnert niets hier meer aan het
verleden. Aangekocht in de Jaren 1927 en
1928 door de N.V. Ontginningsmaatschap
pij „Het Landschap Drenthe", ving men
in 1930 met den arbeid aan. waarbij vol
gens het veenkoloniale systeem te werk
gegaan werd, dat wil zeggen dat er een
hoofdkanaal gegraven werd, waaraan de
boerderijen kwamen te liggen. Bovendien
werd er een aantal zijkanalen gegraven
op die plaatsen, waar zand voor bezanding
moeilijk uit het terrein zelf te verkrijgen
was. Naast de „plaatsen" zonder zijkanaal
werden landwegen aangelegd, waarover
later nog een smalspoor werd aangelegd
voor den aanvoer van meststoffen en den
afvoer van producten
Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling
dies" n aar dë natuur"en gekenmerkt door was het hoofdkanaal van de Hoogeveen-
sche vaart of niet verder door te trekken
dan tot de grens van het gebied, vooral
wegens de kosten, ls naderhand besloten
met flnaneleelen steun van de regeering
tot doortrekking tot de Lutterhoofdwljk bij
Coevorden. Hierdoor ls een vrij groot
scheepvaartkanaal tot stand gekomen
(schepen van 120 ton kunnen er varen)
waardoor een korte verbinding van het ge
bied langs de Hoogeveensche vaart en het
Zwindersche Veld met de Lutterhoofd-
wijk en Dedemsvaart met fabrieken van
landbouwproducten (stroocarton- en aard
appelmeelfabrieken te de Krlm en Lutten)
verkregen ls.
Tevens ls dit kanaal een belangrijke
waterafvoer geworden voor het gebied Z.
O. Drenthe, daar nl. 1/3 van de hoeveel
heid overtollig water van de Hoogcvccn-
schevaart af door dit kanaal vla het afwa
teringskanaal Coevordon-Anc en do rivier
de Vecht naar het LJsselmeer afgevoerd
wordt.
De ontginning, welke in werkverschaf
fing werd uitgevoerd bestond ln het spitten
van den grond ter diepte van plm. 0.80 M„
waarbij er vooral rekening mede werd ge
houden, dat het goede veen (bolster- en
grauwveen) aan de oppervlakte bleef. Ver
der werd bezand ter dikte van plm. 12
c.M. met zand uit den ondergrond, uit
zandkoogstcn en uit de zljkanalcn. Tege
lijkertijd werd de grond geëgaliseerd.
De grond uit het hoofdkanaal was voor
bezanding weinig geschikt, daar deze voor
een groot gedeelte uit leem bestond. Deze
grond werd dan ook onderin de putten
verwerkt. Het zandgrondgedccltc werd tot
dezelfde diepte bewerkt. Ook hier werd de
goede bovengrond bovengchoudcn en be
dekt met een laag van 15 c.M. goed zand.
Den eersten tijd werd de ontgonnen
grond in eigen exploitatie door het Land
schap Drenthe genomen doch in 1932 werd
tot stichting van boerderijen overgegaan,
welke voor 3 of 5 Jaar verpacht werden.
Door het „Lantschap Drenthe" werden
plm. 20 boerderijen met brugwachters wo
ningen gebouwd. Bij deze boerderijen werd
ongeveer 25 H.A. land gevoegd. De pacht
prijs bedroeg gemiddeld f. 50 per HJY. Aan
diverse architecten werd bij den bouw van
boerderijen vrije opdracht gegeven voor
het Lantschap Drenthe plannen te ont
werpen. Als eenlge beperking werd de
elsch gesteld, dat de bouwkosten niet
meer dan f. 300 per H.A zouden bedragen.
Het resultaat hiervan ls geweest een aan
tal boerderijen, die stuk voor stuk kunnen
wedijveren met de mooiste uit ons land.
Trek hier zelf eens heen. stedeling! Dan
ziet ge pas, hoe gevarieerd de bouwtrant
is en hoe men op deze wijze eentonigheid
heeft weten te voorkomen.
De goede resultaten met den grond de
den de aanvragen stUgen. Vooral de boe
ren uit het aangrenzende de Krlm, de
streek waar pioniers op landbouwgebied,
afkomstig uit de Veenkoloniën en uit den
Gelderschen Achterhoek, zich gevestigd
hadden, toonden groote belangstelling.
Boerderijen met grond, doch ook losse lan
derijen gingen grif weg. De eigenaren van
losse landerijen bouwden zelf hun boer
derij. Dertien zijn er op deze wijze nog
verrezen, zoodat het Zwindersche Veld ln
totaal ruim dertig boerderijen telt.
(Nadruk verboden).
VRAGEN EN ANTWOORDEN.
Vraag: Hoe kan ik pruimen-, peren- en abri
kozenjam maken en hoe bewaren?
Mevr. H. B. E. to O.
Antw.: Voor do pruimen- en abrikozenjam
geldt: haald de pitten uit de vruchten en kook
de laatste met water tot moes. Voeg daarna
de suiker toe en kook alles tot lamdlkte, d.l. oen
droppel Jam moet spoedig atollen op een koud
schoteltje bijv. voor 1 kilo gepitte vruchten ge
bruikt u 7'-j ons suiker. Bewaar de Jam ln vooraf
goed gereinigde jampotjes. Schimmelen zal zel
den voorkomen. Soms legt men ln elk potje op
de Jam een klein stukje papier, dat vooraf ge
drenkt wordt ln brandewijn.
Voor elke kilo peren eveneens 7V4 oas suiker
gebruiken. Do vruchten schillen en van klokhuis
ontdoen. Daarna tot moes koken en dan de
suiker toevoegen. Alles tot Jamdikte koken. Peren
worden voor dit doel weinig gebruikt.
VraagHoe kan men het best pruimen drogen?
L. v. d. P. te A.
Antw.: Dit kunt u doen bfj kleine partijtjes
in den oven van het fornuis. Niet hard stokon,
VOOR ZONDAG 18 AUGUSTUS.
Jaarsveld, 414.4 M. 8.00 NCRV. 12.00
VARA. 0.00 NCRV. 7.00 VPRO, 8.00-
10.30 VARA. 8.00 Berichten ANP. 8,10
Scluiftlezlng, Meditatie 8.25 Ocwljde muziek
(gr.pl.) 8.55 Gr.muz. 0.30 Orgelconcert -
10.10 GcwUde muziek (gr.pl.) 10.20 Evange-
liKch-Luthersche Kerkdienst 12.00 VARA.-
orkest - 12.45 Berichten ANP. 1.00 „Heeft de
Nederlandsche Arbeiders Sportbond een toe-
komst?" lezing 1.16 VARA.-orkest 2.00
Letterkundig overzicht 2.20 De Ramblers -
2.50 Tulnbouwpraatje 3.15 Esmeralda en ro-
list 3.45 Collo en orgel 4.15 Or.muz. 4.30
Voor do kinderen 5.00 Grmuz. ö.lö Weke-
Hjksche gcdachtenultwlsseling (ANP.) 5.30
Dc Golfbrekers 5.40 Reportage 6.00 Wij
dingswoord 7.00 Studlodlcnst 8.00 Be
richten ANP. 8.15 Cabaretprogramma 9.16
Radlotooncol 9.30 VARA.-orkest en solist
10.15 Berichten ANP., sluiting.
Kool»ijk. 1875 M. AVRO.-Ultzcndlng -
7.00 Berichten (Dultsch} 7.15 Berichten (En-
gelsch) 7.30 Gr.muz. (Om 8.00 Berichten
ANP.) 9.00 Leden van het Omroeporkest en
de Nederlandsche Bachvrrecniglng en solisten
(opn.) 10.00 Morgenwijding 10.16 Gewfjde
muziek (gr.pl.) 10.30 Sylvestre-trlo 11.15
Berichten (Eng.) 11.30 Or.muz. 12.30 Be
richten (Dultsch) 12.45 Berichten ANP., gr.
muz. 1.00 AVRO.-Amusementsorkest en so
liste (opn.) 1.50 Gr.muz. 2.00 Berichten
(Dultsch) 2.15 Verkorte operette „Boccaccio"
(opn.) 3.16 Berichten (Engelsch) 3.30 Om
roeporkest, solisten en gr.muz, 5.16 WekelUk-
sche gedachtenultwlaseling (ANP) 6.30 Pla-
nosoll 5.45 Orgelspel 0.16 Berichten (En
gelsch) 6.30 Twilight Serenade™ (opn.)
7.08 Cyclus „De afbeeldingen op onze zomcr-
postzcgcls" 7.28 AVRO.-Amuscmentsorkcst,
koor cn solisten <opn.) 8.00 Berichten
(Dultsch) 8.15 Berichten ANP. 8.30 Be
richten (Engelsch) 8.45 Or.muz. met toe
lichting 9.15 Berichten (Engelsch) 9.30
Or.muz. 10.00 Berichten (Dultsch) 10.15
Berichten ANP. 10.30—10.45 Berichten (En
gelsch) en sluiting 11.1511.30; 0.16—0.30 en
1.15—1.30 Berichten (Engelsoh).
VOOR MAANDAG 19 AUGUSTUS.
Jaarsveld, 414,4 M. KRO.-Ultzcnding 8.00
Berichten ANP. 8.05 WU beginnen do dag
8.15 Or.muz. 10.00 VPRO.: Morgenwijding
10.15 Grjnuz. 11.30 Godsdienstige causerie
12.00 Berichten 12.05 Grjnuz. 12.15 Frans
Wouters on zijn Calicnte-orkest 12.45 Be
richten ANP., gr.muz. 1.15 KRO.-orkent
2.00 Vrouwenuur 3.00 Or muz. 3.45 KRO.-
Melodisten on orkest 2,00 Vrouwenuur 3.00
Or.muz. 3.45 KRO.-MclodLsten en solist (4.30
4.45 Or.muz.) 6.15 Berichten ANP. 5.30
Rococo-octet 6.00 Or.muz. 6.16 Muslquette
en soliste 7.00 Vragen van den dag (ANP.)
7.15 Berichten 7.20 Voor de Jeugd 7.35
Grjnuz. 7.45 Reportage 8.00 Berichten
ANP. 8.15 KRO.-orkest, KRO.-Melodlsten on
solisten 8.45 Reportage licfdadlgheldssportdag
en den nood-vlerdaagscho te Nijmegen 9.35
Radiotoonecl 10.10 WU sluiten de dag
10.15 Berichten ANP.
KootwUk, 1875 M. NCRV.-Uitzendlng 7.00
Berichten (Dultsch) 7.15 Berichten (Eng.)
7.30 Gr.muz. 8.00 Berichten ANP. 8.10
Schriftlezing, Meditatie 8.25 OewUde muziek
(gr.pl.) 9.00 Gr.muz. 10.00 Trio Bcute-
Zcpparoni-Hemerlk en gr.muz. 11.15 Berich
ten (Engelsch) 11.30 Grjnuz. 12.30 Berich
ten (Dultsch) 12.45 Berichten ANP. 1.00
Cymbaal-sextet en gr.muz. 2.00 Berichten
(Dultsch) 2.15 Cymbanl-sextct 2.46 Or -
muziek 3.15 Berichten (Engelsch) 3 30
Zang met planobegeleiding cn gr.muz. 4.15
Gr.muz. - 5.00 Berichten (Dultsch) 5.15 Be
richten ANP. 5.30 Orgelconcert 6.16 Be
richten (Engelsch) 6.30 Gr.muz. 7.00 Vra
gen van de dug (ANP.) 7.15 Berichten 7.30
Reportage of muziek 8.00 Berichten
Dultsch i 8.16 Berichten ANP. 8.30 Be
richten (Engelsch) 8.45 Or.muz. <0.15—9.30
Berichten Engelsch) 10.00 Berichten (Dultsch)
10.15 Berichten ANP. 10.30—10.45 Berich
ten (Engelsch) en sluiting 11.15—11.30; 0.15—
0.30 en 1.151.30 Berichten (Engelsch).
liefst ln uitgaand fornuis. Blauwe pruimen zUn
heel goed geschikt. Do vruchten tUdens het
drogen eens omwerken. De gedroogde vruchten
in een blikken trommel bewaren.
door
W. GASCOGNE.
Nog steeds heeft de politie de hand niet
kunnen leggen op den brutalcn dief, die er
zijn werk van schijnt te maken, winkelende
dames op klaarlichten dag van haar tasch-
Jes te berooven, om zich van den inhoud
meester te maken. Ook gistermiddag heeft
hij weer zijn slag weten te slaan. De 45-
jarige mevrouw D. was ditmaal zijn slacht
offer. Toen zij
Klara las dit bericht in de krant, zooals
ze zooveel berichten las. Zonder bijzondere
belangstelling. Maar de slotregel, waarin
werd medegedeeld, dat dit nu de veertiende
diefstal van dien aard was in zes dagen
tijds, trof haar toch wel. Onbegrijpelijk
daoht ze. Onbegrijpelijk, dat men dien man
niet op heeterdaad weet te betrappen. Zoo'n
kerel is een gevaar voor de maatschappij.
En ze nam zich voor, wanneer ze ging
winkelen, geen taschje mee te nemen, maar
haar portemonnale eenvoudig ih den zak
van haar mantel te bergen.
Klara legde de krant op zij en begon de
tafel te dekken voor het avondeten. Ze
was nu drie weken getrouwd en' besteedde
alle aandacht aan de tafel. Karei moest
het thuis gezelliger hebben, dan hij 't vroe
ger in zijn kosthuizen had.
'Hij ls laat, vanavond, vond ze, terwijl
ze op de klok keek. Zeker weer moeten
overwerken. Dat komt nog al eens voor in
den balanstljd.
Daar hoorde ze Karei aan de voordeur.
Een oogenblik later was hij al ln de kamer.
Hartelijk begroette hij haar.
Fijn, de tafel al gedekt. Ik heb hon
ger als een paard vrouwtje. Even mijn
handen wasschen.
Goed, geef mij je overjas maar; die
hang ik wel voor je weg.
Prachtig! Karei trok zijn Jas uit,
wierp het kleedlngstuk over een stoelleu
ning en wipte naar boven.
Toen Klara de Jas opnam rolde er iets
uit een der zakken Een damestaschje. Het
was of haar hart stil stond, zoo schrok ze
daarvan. Het was een tamelijk versleten
taschje, maar het beursje, dat er ln zat.
was, naar zU zich overtuigde, goed gevuld.
Zou hijdacht ze. Verder durfde ze
niet te denken. Durfde ze niet. Maar toch
gingen haar gedachten verder. Karei was
de laatste dagen zoo zenuwachtig geweest,
zoo gejaagd had hij steeds gedaan als hij
thuis kwam, zooals werd hij achter
volgd. En had ze gisteren niet den gehee-
len dag een politieagent zien staan, aan
den overkant, op het trottoir, steeds met
het gezicht naar hun huis toe. Zouden ze
al een vermoeden hebben
Met een vlugge beweging borg ze het
taschje ln den zak van haar jasschort,
toen ze Karei van boven hoorde komen.
Karei deed de tafel alle eer aan. Ineens
merkte hij. dat zijn vrouwtje bijna niets at.
Scheelt er iets aan, scha/t, vroeg hij,
tusschen twee happen door. Je bent zoo stil
en Je eet zoo weinig.
Ik- heb geen trek, antwoordde ze. Lk
heb hoofdpijn.
Stakkertje. Maar vroeg naar bed en
een asperientje innemen.
Karei at verder. Heimelijk sloeg Klara
hem gade, maar ze kon nu niets onge
woons aan hem bespeuren.
Hij voelt zich zoo veilig als wat,
dacht ze.
Plotseling stond Karei op en liep de gang
ln. Ze hoorde hem bij den kapstok. Even
later kwam hij terug. Hij had een bezorg
den trek op zijn gezicht.
Wat is er? Je kijkt zoo bezorgd.
Niets. Ik ben wat kwijt, antwoordde
hij en zette zich vervolgens ln een fau
teuil bij don haard. Eens kijken of er nog
wat nieuws in de krant staat.
Och, alleen maar dat die taschjesdief
weer zijn slag geslagen heeft.
Klara keek hem, terwijl ze dat zei, van
terzijde aan, maar reageerde niet zooals
ze verwacht had.
Nee, ik bedoel bultenlandsch nieuws.
Je snapt die groote mogendheden tegen
woordig niet.En met deze woorden
ontvouwde Karei de krant.
Klara ging vroeg naar bed.
Den volgenden morgen plaagde Karei
zijn vrouw, omdat ze er zoo bleek uitzag.
Ze had dien nacht bijna niet geslapen. Al
maar liggen denken aanaan iets vree-
selljks, iets dat ze nooit van Karei gedacht
zou hebben
Wat ze dien morgen had gedaan kon ze
zich later nauwelijks meer herinneren.
Maar toen Karei 's middags thuis kwam.
zijn Jas aan den kapstok had gehangen en
naar boven was gegaan om zijn handen te
wasschen rende ze naar de gang en voelde
de zakken van zijn Jas na. Ze verwachtte
iets te vinden, dat haar vreeselljk vermoe
den zou bevestigen en toen ze het vond
had ze het wel kunnen uitgillen van ellen
de. In een der zakken vond ze een pakje.
Een damestaschje zat er ln, een nieuw
tasohje met een nieuw beursje. Voor Ka-
rel van boven kwam had ze het pakje weer
in den zak van zijn Jas terug laten glijden.
Ik begin er niet over, dacht ze. HU
zal het mij moeten vertellen en dan, dan
ga lk weglk weet niet waarheen.
Weer was ze stil en verstrooid aan tafel
en Karei ried haar dringend aan den dok
ter te laten komen. Graag had ze toen
verteld, wat haar hinderde, maar ze zweeg.
Knikte eens. Ja, ze zou den dokter laten
komen, maar niet eerder dan morgen. Ze
had nog allerlei te doen
Eenige uren nadat Karei weer naar zUn
kantoor was gegaan hoorde Klara de bel
van de voordeur.
De politie, ging het door haar hoofd.
Misschien is hij al gearresteerd.
Maar het was de politie niet, het was
haar schoonzuster, Emma
Ik kwam eens even aanloopen. Ik
hoorde van Karei, dat je niet goed ln orde
was.
Heb Je Karei dan gesproken?
Ja, vanmiddag. En kijk eens wat lk
van hem gekregen heb. Die dwaze jongen.
Klara staarde naar het taschje, dat ze
's middags ln Karel's jas had gevonden.
Gistermiddag ontmoette lk Karei. Het
regende en lk had nogal veel te dragen.
Toen stopte lk mijn taschje zoolang in
Karel's jaszak. Maar hij heeft het op de
een of andere manier verloren en vanmid
dag kwam hij aan met een splinternieuw
exemplaar. Wat zeg je er van?
Klara had het wel uit kunnen juichen.
Ze mocht Emma graag, maar toch had ze
haai- wel weg kunnen kijken. Zoo graag
had ze met haar gedachten alleen willen
zijn.
Karei vond dien avond zijn vrouwtje
weer vroglijk en opgewekt.
Kind, Je lijkt wel een ander, verge
leken bij gisteravond en vanmiddag, gaf
hij te kennen.
Ik voel me best hoor, schat. En zon
der doktor. Ze omhelsde hem zoo onstui
mig, dat hij moeite had op zijn beenen te
blijven staan.
En onder tafel was ze de gezelligheid
zelf, keuvelde ze over alles en nog wat.
Maar ze zweeg over het oude tasohje, dat
ze verbrand had en over het geld. dat ze
in het beursje had gevonden en dat ze had
weggegeven voor een liefdadig doel. Nooit
mocht Karei weten, hoezeer zij hem ge
wantrouwd had.
(Nadruk verboden).
(Auteursrecht voorbehouden).
2—?