'"De houtskool-branderijen krijgen weer werk - Een vindingrijk schipper BLOED VAN BOEDDHA" Stile jaargang LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON door HAROLD WARD 36) Het was geen prettig gezicht. Lukens had overdreven, het gezicht was afschuwe- verminkt, van identificatie was geen ake. kapitein wenkte Fay dichterbij te en. Wil jij de lantaarn even vasthouden", 6 hij. „ik moet voorzichtig te werk n, anders wischt de regen de afdrukken uit". ij haalde een stejnpelkussen uit zijn en verschillende vellen wit papier, die met zijn Jas tegen den regen trachtte beschutten. KK°m hier", gromde hij tegen Fenton, ..en doe ook eens wat!" Hij trok zijn jas Uit en gaf die aan den sheriff. ..Hou dat Sjnc uitgespreid boven de kist, laat een van iöjB kerels je helpen, dan kan ik er onder BK en 200 ten minste droog werken dat ik niet aan een paraplule gedacht b!" ork en de lijkschouwer kropen onder de proviseerde tent. ,ls dit het lichaam dat je geschouwd t? vroeg York. Fay keek hem verwonderd aan. „Natuur lijk!" zei hij, „Waarom vraag je dat?" „Omdat ik zeker wil zijn" Toen trok hij een paar rubber handschoe nen aan en spreidde de vingerafdruk - benoodigdheden voor zich uit. HIJ tilde een van de verstijfde armen van Horace Lee op en wenkte Fay de lantaarn wat dich ter bij te houden. Met een uitroep van ver bazing liet hij den arm weer vallen. „Wat is het?" vroeg Fay verschrikt. York wees stom op de hand van den doo- den man. Alle vingers waren met een scherp in strument afgesneden. HOOFDSTUK XXII. Een nieuwen z. inslag. Het kostte York geen moeite zich voor te stellen wat er gebeurd was. Dezelfde ge heimzinnige macht die hem tot nu toe bij het onderzoek had tegengewerkt, was nog steeds in actie, vooruitloopende op iederen stap dien hij deed. iederen zet van York van tevoren aanvoelend. Het graf van Horace Lee was na de be grafenis geopend en de vingers waren van het lijk afgesneden. Waarom?Er was slechts één antwoord op deze vraagEr. was iemand die niet wilde dat de politie er achter kwam wie de man was. die als Ho- race Anson Lee begraven werd. Van slechts een kJein percentage der Amerikaansche burgers zijn de vingeraf drukken bekend en van dat kleine percen tage is het grootste deel door de een of andere misdaad in aanraking met de justi tie geweest. York's conclusie was dus dat de man, die begraven werd op het kleine kerkhof van Arrapahoe, tot de misdadigers- klasse behoorde en wanneer dit het geval was, dan kon het niet Horace Anson Lee zijnHier hokten York's gedachten. Waarom moest dit zoo zijn? Was het niet even goed mogelijk, dat Horace Lee wel een misdadiger was en dat zijn vroegere mede plichtigen dit om de een of andere reden niet bekend wilden laten worden? Dit zou een groot deel van de gebeurtenissen op Oakwood Manor verklaren en wanneer hij in die richting doordacht, was het niet uit gesloten dat er nog meer achter stak dan alleen de diefstal van de robijnen en de po gingen door verschillende naties onderno men om in het bezit van dit halssnoer te komen. Het was jammer dat de regen alle moge lijke sporen van den grafschenner had uit- gewischt. Natuurlijk was het mogelijk, dat het graf dadelijk na de begrafenis geopend was, maar waarschijnlijker leek het hem. dat dit eerst kort geleden gebeurd was. Fay was er zeker van dat ten tijde van de lijkschouwing de vingers intact geweest waren. De begrafenis was kort na het on geluk geschied. York en Fay bekeken de zaak van alle kanten, in de auto gezeten, terwijl de beide politiemannen het graf weer dicht wierpen. Toen zij" in Arrapahoe terug kwamen ging Fay, op York's verzoek, onmiddellijk naar deh begrafenisaannemer. Deze bevestigde de verklaring van den lijkschouwer. De handen waren niet verminkt op het oogen- blik, dat hij het stoffelijk overschot van Lee in de kist legde. York was intusschen. kletsnat als hij was naar het telefoonkantoor gegaan. Het was slechts een klein kantoortje, gevestigd in een achterkamer van den chef, die boven den kruidenier op den hoek woonde. Over dag waren er twee meisjes werkzaam, 's nachts was er slechts één telefoniste, die zoowel de plaatselijke als de interlocale ge sprekken behandelde. De nachtdienst kwam om vijf uur op, hetzelfde meisje dat eerder op den avond zijn verbinding met Washington tot stand gebracht had was dus nog in dienst. Ze was er zeker van dat er geen lek geweest was. De man van Fen ton, die de gesprekken van en met Oak wood Manor controleerde was niet van zijn post geweest en er was geen enkel gesprek met het huis gevoerd. Beiden waren zeer positief in hun verklaringen. Terug in Fenton's kantoor bespraken zij, voor een knappend houtvuur gezeten, de gebeurtenissen van dien avond. Fenton had een flesch uitstekende whisky te voorschijn gehaald, tegen nattigheid, koude en mala ria, zooals hij zeide. Ze namen allen een dosis kinine, en spoelden die met de whisky naar beneden. De beide helpers werden met een andere flesch whisky naar de achter kamer gestuurd, met de strikte opdracht hun mond te houden over hetgeen zij dien avond gezien en gehoord hadden. „Ik vind het onverklaarbaar", zei York. zijn glas vullend, „hoe is het mogelijk dat die vent, wie het dan ook is, er achter ge komen is, dat wij van plan waren de vin gerafdrukken van den doode te nemen Hij moet een soort gedachtenlezer zijn!" Fay knikte toestemmend. „Je zou het haast gelooven", zei hij, de flesch van den kapitein overnemend. „Hij is buitengewoon handig. om niet te zeggen begaafd!" ging York door. „De pienterste misdadiger dien ik in mijn car rière ben tegen gekomen en dat wil wat zeggen....! Hij moet begrepen hebben, dat wij vroeg of laat zouden gaan vermoeden dat het niet Horace Lee is, die op het kerk hof in Arrapahoe rust. Om dus ontdekking te voorkomen is hij ons voor geweest. De eenige manier om zekerheid te krijgen wa ren de vingerafdrukkenhij maakte het ons dus onmogelijk deze te nemen, door de vingers af te snijden!" „Hmm", knorde Fenton en wreef over zijn kin. „Tenzijbegon Fay aarzelend. York keek op. „Tenzij.... wat?" „Tenzij hij bij toeval er achter kwam dat wij van plan waren vanavond het graf te openen en er dus voor zorgde ons voor te zijn. Je herinnert je dat het vroeg in den avond was, toen je aankondigde, dat je een onderzoek in wilde stellen, ongeveer tus- schen vijf en zes". „Eerder", viel Fenton hem in de rede, „het moet vóór vijven geweest zijn, want de oude rechter Twitchell sluit zijn kan toor on vijf uur precies en hij zat nog aan zijn schrijftafel te werken, toen ik bij hem kwam voor de machtiging". „Des te beter", ging Fay door. „De moor denaar heeft dus verscheidene uren den tijd gehad om het graf te openen, de vin gers af te snijden en de zaak weer dicht te gooien. De regen was voor hem van groot belang, alle sporen werden meteen uitgewischt". „Aangenomen dat dat zoo is", zei York, diep nadenkend, „dan blijft de eenige mo gelijkheid dat één van ons drieën de oor zaak van het iek is geweest!" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). HOUTSKOOL WORDT WEER GEVRAAGD. De familie Schuurkamp, bekende houtskoolbranders, heeft in de omgeving van Zelhem, nabij Doetinchem, weder haar houtskoolkamp en brandplaats inge richt. Overzicht van de brand-hoopen, terwijl juist een der „kraters" wordt geopend. IN DE BETUWE IS DE OOGST VAN VROEGE APPELEN BE GONNEN. EEN JEUGDIGE TIELSCHE LAAT HET ZICH GOED SMAKEN. EN GROEP DUITSCHE BOMMENWERPERS VAN HET TYPE HEINKEL III OP WEG NAAR HET DOEL. VACANTIESTEMMING OP DEN DAM TE AMSTERDAM. Met ge spannen aandacht volgen de kleinen de voorstelling in de poppenkast •V ,-AV S' TWEE HAAGSCHE LIEF HEBBERS VAN DE WA- TERSPORT zijn bezig met den bouw van een nieuw model motorboot, dat den vorm krijgt van een water vliegtuig en door een pro peller wordt aangedreven. EN EXPEDITEUR IN WEESP heeft een heimachine in zijn schip ten bouwen in de plaats van een ruwolie-motor, waarvoor hij niet nocg brandstof kon krijgen. De proefvaart zal moeten bewijzen of de machine voldoet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5