Engeland tegen de
Fransche vloot
De nieuwe Fransche grondwet
8Isle Jaargang
WOENSDAG 10 JULI 1940
No. 24628
De Richelieu buiten gevecht gesteld
Vloot te Alexandrië
onttakeld
De „Ile de France"
in beslag genomen
Zeeslag in de
middellandsche zee
Italiaansche vliegtuigen
bombardeeren Britsche
oorlogsschepen bij het
eiland Kreta
Het Duitsche legerbericht
De besprekingen te Berlijn
Ontwerp-resolutie door Kamer en
Senaat aanvaard
Onthullingen
De Noordsche
Lotsgemeenschap
EERSTE BLAD
Feiten van den dag
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen
van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel.
Voor zakenadvertcntles belangrijk lnger tarief. Kleine advertenties uitsluitend
bU vooruitbetaling 's Woensdags en 's Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal
woorden van 30 stuks. - Incasso volgens postrecht. - Voor opzending van
brieven moet 10 ets. porto betaald worden. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Witte Singel no. 1, hoek Noordeindsplein
Telef. nrs. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54
PRIJS DEZER COURANT
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maandenƒ2.35
per weekƒ0.18
Franco per post 2.35 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland ƒ0.80 per 3 mnd.)
De Brilsche minister van marine,
Alexander, heeft gisteren in het Lager
huis medegedeeld, dat het Fransche
slagschip Richelieu door vliegtuigen en
met luchttorpedo's in de haven van
Dakar (Senegambie Wcst-Afrika) Is
aangevallen. De Richelieu ligt met het
achterstuk onder water in de haven.
De Fransche radio verspreidt een com
muniqué van de Fransche admiraliteit, vol
gens hetwelk op 8 Juli Britsche zee- en
luchtstrijdkrachten voor de haven van Da
kar verschenen en den Franschen admi
raal. die aldaar het bevel voert een ulti
matum stelden, dat deze voor onwaardig
en geen antwoord waard achtte. Hierop ls
de haven van Dakar door Britsche vliegtui
gen aangevallen, die waren opgestegen van
een op zee gestationeerd Engelsch vlleg-
tulgmoederschlp. De Fransche luchtafweer
heeft een groote activiteit ontplooid.
De Richelieu behoort tot de nieuwste
slagschepen van de Fransche vloot, de an
dere werden Jean Bart, Clemenceau en
Gascogne genoemd. Van deze is nog alleen
de Richelieu van stapel geloopen. Ze meet
35.000 ton en is gewapend met 8 kanon
nen van 38,1, 15 van 15.2, 12 gepaarde
van 10 en 8 enkelvoudige, van 3,7 luchtaf-
weerkanonnen. benevens 4 zee vliegtuigen.
De snelheid bedraagt 31 knoopen. Het
schip ls 242 m. lang en 33,1 m. breed.
Uit een verklaring van de Britsche ma
rine-autoriteiten over den toestand der
Fransche vloot in Alexandrië blijkt, dat de
Engelschen den Franschen admiraal God-
froy elschen gesteld hebben gelijk aan die
van Oran.
Inziende, dat voor de Fransche sche
pen in een vreemde haven, in aanwe
zigheid van een verre superieure Brit
sche vloot, gcenerlci mogelijkhid be
stond om de volle zee te bereiken, heeft
admiraal Godfroy volgens deze verkla
ring de volgende voorwaarden aan
genomen.
1. Zijn schepen te brengen in een toe
stand, welke het hun niet meer mogelijk
maakt de volle zee te bereiken. Deze toe
stand zou worden bereikt doordat men nog
slechts zooveel brandstof aan boord liet
als noodig zou zijn voor havendoeleinden.
2. Zijn schepen te demoblllseeren. Dit
ls geschiedt door uitlevering van zekere
deelen der bewapening, die in de bescher
ming werden gesteld van Fransche autori
teiten te land.
3. De bemanningen zoo zeer te verminde
ren, dat alleen nog het ter bewaking en
Instandhouding der schepen noodlge ma
trozen aan boord is.
Men ls op het oogenblik bezig met de
uitvoering van deze voorwaarden. De leden
der bemanning zullen naar Syrië worden
gebracht en van daar verder naar Frank
rijk worden vervoerd.
Uit Singapore wordt aan het D.N.B.
gemeld, dat het 43.450 ton groote
Fransche stoomschip „Ile de France"
op 3 Juli door de Britsche autoriteiten
te Singapore in beslag genomen.
Het liep, op weg van de Vereenigde Sta
ten naar Australië, de haven van Singapore
binnen.
De „Ile de France" ligt thans onder
Britsche vlag ln de haven van Singapore
voor anker.
De „Ile de France" is na de Normandië,
het grootste schip van de Fransche koop
vaardijvloot. Het schip in 1927 te St. Na-
zaire gebouwd is het eigendom van de
Compagnie Générale Transatlantique. Vóór
den oorlog voer het in de dienst van Havre
op New York.
HET FRANSCHE STOOMSCHIP
PASTEUR.
Naar de Associated Press uit betrouwbare
bron verneemt, hebben Fransche matrozen
een dag na den overval op de Fransche
vliooteenheden bij Oran, geprobeerd het
in de haven van Bedfort bij Hali
fax (Nieu/w-Schotland) Liggende Fransohe
stoomschip „Pasteur" van 30.000 ton inhoud
zelf tot zinken te brengen. Zij werden ech
ter na een handgemeen met bewapende
Engelschen in hun voornemen verhinderd,
hoewel het water reeds de laadruimten van
het schip binnendrong. De lading Ameri-
kaansche munitie werd later door de En
gelschen gelost.
De vlootcorrespondent van Stefanl meldt
draadloos, dat Italiaansche zeestrijd
krachten gisteren slaags zijn geraakt met
Engelsche zeestrijdkrachten, die de Ita
liaansche vlooteenheden, welke een Ita-
liaansch convool naar een haven van Cy-
renalka hadden geëscorteerd en thans te
rugkeerden, wilden aanvallen. De ontmoe
ting tusschen de vijandelijke strijdkrach
ten geschiedde om half drie ln den middag
ten zuiden van Kaap Spartlvento, de uiter
ste punt van Calabrlë. De slag duurde tot
negen uur ln den avond en er werd aan
deelgenomen door talrijke formaties bom
menwerpers, die de vijandelijke schepen ln
achtereenvolgende golven met bommen van
groot kaliber aanvielen. Bij het vallen van
den avond zette het Britsche eskader koers
naar het Zuiden, achtervolgd door de Ita
liaansche oorlogsbodems.
De vlootcorrespondent van Stefanl meldt
voorts draadloos, dat een Italiaansch
vliegtuig, dat een verkenningsvlucht
maakte, Maandag radlotelegrafisch aan
zijn basis meldde, dat nabij het eiland
Kreta een Britsch eskader in de Middel
landsche Zee voer. Het eskader bestond
uit een linieschip, twee zware en twee
lichte kruisers en andere eenheden, als
mede een vliegtuigmoedersohip.
Italiaansche luchtstrijdkrachten bereik
ten na een vlucht van 800 KJM. over zee
den vijand en bombardeerden de vijande
lijke eenheden met bommen van zwaar ka
liber, niettegenstaande het hevige vuren
van het afweergeschut en de pogingen zich
achter een nevelscherm te verbergen. Een
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
deelde gisteren mede:
Het Duitsche duikbootwapen heeft den
vijand wederom zware verliezen toegebracht.
Kapltein-luitenantf Hans Gerrit von Stock-
hausen heeft met zijn boot 56.500 bruto re-
glsterton vijandelijke handelsscheepsruimte
tot zinken gebracht. Een andere duikboot
heeft den Britschen torpedojager Whirl
wind en verscheidene bewapende koopvaar
dijschepen, waaronder een Britsch marine
tankschip van 11.661 bruto registerton ver
nietigd. Het in het legerbericht van 28 Juni
gemelde succes van een duikboot met een
totaal van tot zinken gebrachte tonnage
van 38.000 bruto registerton, is naar de te
ruggekeerde commandant, kapitein-luite
nant Knorr meldt tot 40.311 br.t. gestegen.
Motortorpedobooten hebben bij een nieuwe
actie bij de Engelsche Zuidkust een Britsch
bewakingsvaartuig tot zinken gebracht.
In Engeland heeft het luchtwapcn ha
venwerken en tankinstallaties, vlieg
velden, alsmede fabrieken van de be
wapeningsin dustrie en schcepsdoelen
aangevallen. Getroffen en zwaar be
schadigd werden de scheepswerven van
Devonport. tankinstallaties In Ipswich,
Canvey-Island, Thameshaven en Til
bury, kruitfabrieken in Harwich en de
groote chemische fabrieken in Billing-
ham, in het Kanaal en dc Noordzee een
kruiser, een torpedojager en vijf koop-
vaardwijschepen.
Op een vliegveld werden verscheidene
vliegtuigen op den grond vernield, Aanval
len van vijandelijke vliegtuigen op^ 8 Juli
in Nederland en België bleven zonder suc
ces. In den nacht van 8 op 9 Juli veroor
zaakten deze aanvallen in Noord- en West-
Duitschland eenige schade aan hulzen en
werden verschillende personen gedood. De
totale verliezen, die de vijand gisteren heeft
geleden bedragen 11 vliegtuigen. Hiervan
werden er 6 ln een luchtgevecht neerge
schoten, en 5 op den grond vernield. Vijf
Duitsche vliegtuigen worden vermist.
Bij de aanvallen op België zijn in den
nacht van Zondag op Maandag verschei
dene brandbommen geworpen op een tehuis
voor ouden van dagen, waar een oude man
werd gedood. Verder vielen bommen op een
klooster en deden een brand ontstaan, die
snel kon worden gebluscht. Militaire doelen
werden niet getroffen.
Maandagochtend hebben twaalf Britsche
bommenwerpers van het tye Bristol Blen-
hetim geprobeerd het vliegveld Stavanger-
Sola aan te vallen. Tengevolge van het on
middellijk optreden van jachtvliegtuigen en
luchtdoelartillerie werden de vijandelijke
vliegtuigen bij het ten uitvoer leggen van
him opdracht gehinderd en konden zij
slechts enkele bommen werpen, die gerin
ge materieele schade aanrichtten. Alle Brit
sche vliegtuigen, die aan den aanval deel
namen, werden neergeschoten en wel elf
tijdens luchtgevechten met jacht- en ge
vechtsvliegtuigen en een door de lucht
doelartillerie. De Duitsche vliegtuigen keer
den allen behouden terug.
linieschip en een vliegtuigmoederschip
werden beschadigd en een kruiser werd tot
zinken gebracht. De bommenwerpers keer
den alle behouden op hun bases terug.
Het D.NB. meldt uit Rome: de besprekin
gen, die graaf Ciano Zondag in Berlijn is
begonnen en die hij in de volgende dagen
zal voortzetten, hebben, naar in politieke
kringen eenstemmig verluidt, betrekking op
de militaire en politieke voortzetting van
den oorlog tegen Engeland. Niettegenstaan
de de beslissende beteekenis van de aan
staande phase van den oorlog tegen Enge
land, die evenals voorheen het voornaamste
doel is van de spilmogendheden, krijgt de
functie van de spilmogendheden reeds thans
onmiskenbaar steeds meer en steeds duide
lijker een Europeesch karakter. Het is vol
strekt normaal en natuurlijk, dat in het
tegenwoordige oogenblik, waarin de mili
taire gebeurtenissen tijdelijk iets op den
achtergrond zijn geraakt, een gedachten-
wisseling tusschen 'de spilmogendheden over
den nieuwen vorm van Europa wordt ge
houden.
De zitting van de Fransche Kamer in
Vichy is gisteren om 9.50 uur door Herriot
in aanwezigheid van ongeveer 400 afge
vaardigden geopend. Onder de aanwezigen
bevond zich ook Paul Reynaud met ver
bonden hoofd.
Herriot hield een rede, waarin hij, na de
gevallenen herdacht te hebben, over den
herbouw van het land sprak. Na de groote
catastrophe, zoo zelde hij, zoekt men naar
verantwoordelijken. De schuld is van ver
schillenden aard. Het uur der gerechtigheid
zal komen. Het huidige uur moet echter
het uur van overdenking en flinkheid zijn.
Rond maarschalk Pétain, wiens figuur allen
met eerbied vervult, heeft het volk zich in
zijn nood geschaard. Frankrijk moet zich
veranderen. Men moet de republiek die men
lichtzinnig gemaakt heeft, waardiger ma
ken. Haar grondslagen echter zullen hun
volle waarde houden. Het lot van dit werk
hangt af van het geheele gedrag van thans.
Rapporteur Mistier gaf een toelichting
van de ontwerp-resolutie. Hij wees er op,
dat de debatten heden gehouden zullen
worden. Daarna werd een voorstel van La-
val om vandaag te negen uur een voorbe
reidende vergadering van Kamer en Senaat
te houden, waarin hij op alle vragen en
bezwaren zal antwoorden, aangenomen. In
openbjrre stemming werd de ontwerp-reso
lutie met 395 tegen 3 stemmen aangeno
men. De tekst van de ontwerp-resolutie
luidt als volgt:
De Kamer van afgevaardigden verklaart,
dat er aanleiding bestaat tot een herzie
ning van de grondwetsbepalingen. Tegen
stemden de radicale afgevaardigde Mar-
gaine (Marne), de socialistische afgevaar
digde Biondi (Oise) en de socialistische af
gevaardigde Roche (Haute Vienne).
De Senaat heeft met 225 stemmen tegen
1 stem (die van markies de Chambrun) het
regeeringsvoorstel betreffende het beginsel
der grondwetsherziening aangenomen.
Ter verdediging der resolutie werd nog
aangevoerd:
De regeering verlangt van het als natio
nale vergadering bijeenkomende parlement,
dat het ministerpresident maarschalk Pé
tain in overweging geeft, onder zijn ver
antwoording de grondslagen van den Fran
schen staat te verkondigen. Het gaat in de
eerste plaats er om, den staat in zijn sou-
vereiniteit en het regeeringsgezag in zijn
onafhankelijkheid te herstellen. Het staats
gezag zal van den druk der oligarchie be
vrijd worden. De regeering zal het lot van
het land voortdurend in handen houden,
gesteund door een nationale vertegenwoor
diging, en zij zal zich tot taak stellen, het
gezag met eerbiediging van de noodige vrij
heid in overeenstemming te brengen. In
dezen geest, en door te breken met mis
standen en verouderde methoden, zal de re
geering de bestuurs- en justitie-organen des
lands op moderne en eenvoudige grond
slagen opbouwen. Als scheidsrechter over de
belangen van alle Franschen zal zij er bij
deze taak naar streven, door groote spaar
zaamheid, de last der openbare uitgaven te
verminderen. Zij zal zorgen voor de natio
nale opvoeding der jeugd en met alle kracht
de instellingen bevorderen, die het geboor
tecijfer kunnen verhoogen en het gezin be
schermen. Het economische leven van
Frankrijk zal beslist ln nieuwe banen wor
den geleid. Ingeschakeld ln het continen
tale productie- en uitwissellngssysteem zal
Frankrijk, overigens tot. zijn voordeel, we
der in de eerste plaats een landbouw- en
boerenland worden, en zijn industrie zal
terug moeten keeren tot de kwallteitspro-
ductle. De wijziging der beroepsstanden zal
dc regeering natuurlijk ertoe brengen, een
nieuwe sociale orde ln gerechtigheid op te
bouwen. Iedere Franschman, in het moe
derland of in het koloniale rijk moet op de
plaats gezet worden, waar hij Frankrijk het
beste dient. Slechts één aristocratie zal er
kend worden, die van het intellect en
slechts één verdienste, de arbeid.
Minister-president Pétain verklaarde nog:
Frankrijk moet uit de verloren veldslagen
alle leering trekken. In het bewustzijn van
den omvang der nederlaag mag Frankrijk
zich niet aan nutteloos geweeklaag overge
ven. Uit de militaire nederlaag hebben an
dere landen de kracht voor de herleving en
de reorganisatie geput.. In het bitterste
oogenblik van zijn geschiedenis moet
Franrijk de noodzakelijkheid eener natio
nale revolutie begrijpen en erkennen. De
regeering moet alle gezag bezitten om het
noodige te beslissen, te ondernemen en
bespreken. r-
Van Duitsche zijde gaat men voort docu
menten te publiceeren ter staving van de
actie der geallieerden om den Balkan in
den oorlog te betrekken, waarop generaal
Weygand ook zeer heeft aangedrongen als
zeer gewichtige springplank tegen de spil.
Het gevaar is echter onderkend, zelfs door
Turkije, dat zich. tijdig afzijdig wist te
houden.
Voorts geeft de Duitsche pers „onthullin
gen van Bonnet", den vroegeren Franschen
minister van buitenlandsche zaken.
De Berliner Bórsenzeitung schrijft in een
commentaar: Bonnet heeft bekend ge
maakt, dat hij op 1 September 1939 uit
naam van de Fransche regeering had toe
gestemd in het Italiaansche voorstel tot het
houden van een conferentie om het
Duitsch-Poolsche conflict bij te leggen. Op
2 September, terwijl Polen reeds met
Duitschland in oorlog was. heeft hij zijn
pogingen voortgezet, onvermoeid, om den
vrede te herstellen. Hij stemde er In toe,
dat in de volgende weken een conferentie
zou worden gehouden. Bonnet wees er op,
dat de Poolsche en de Britsche regeering
deze conferentie onmogelijk hebben ge
maakt, doordat zij eischten, dat tevoren het
reeds door Duitschland besefte gebied zou
worden ontruimd.
Daarmede wordt, zoo constateert de Bór
senzeitung, volledig de inhoud bevestigd
van hetgeen reeds in het eerste Duitsche
Witboek aan de wereld is medegedeeld: de
Engelsche en door haar op sleeptouw ge
nomen Poolsche regeering hebben het be
middelingsvoorstel van Mussolini te niet ge
daan en de aanvankelijke toestemming der
Fransche regeering door druk uit te oefe
nen, weten te wijzigen in een Fransch
„neen".
Wanneer Bonnet thans de feiten in Vichy
uiteenzet, zoo schrijft de Lokal Anzeiger, en
gelooft, dat hij daarmede op eenigerlei
wijze zijn persoonlijke verantwoordelijkheid
kan verminderen dan dwaalt hij op nood
lottige wijze. Het ging niet alleen om de
laatste drie dagen, maar ook om de geheele
vooraf gevoerde Fransche politiek, ten min
ste sedert de eerste maanden van 1939.
waarin de bekende ommekeer zich voltrok
van het Fransche désinteressement aan de
Oostelijke kwestie naar den Britschen koers.
DE IERSCHE NEUTRALITEIT.
De ïersche minister-president, de Valera,
ontving op 5 Juli een vertegenwoordiger
van de Times en zeide tegen hem, dat Ier
land vastbesloten zijn neutraliteit zou hand
haven. Tevens sprak de Valera over de ver-
eeniging van Ierland en zeide, dat de eenige
voorwaarde, die hieraan vastgeknoopt
wordt is, dat de regeering te Ulster onder
het volledig ïersche parlement, in plaats
van onder het Britsche parlement, moet
staan. Ierland zou aan een eventueelen aan
val tegenstand bieden. De tegenwoordige
toestand is abnormaal, omdat in de zes
graafschappen van Noord-Ierland honderd
duizenden de vereeniging met Eire wen-
schen. Hieruit vloeit het merkwaardige feit
voort, dat een gedeelte van het ïersche
eiland neutraal, het andere oorlogvoerend
ls. Ook van het standpunt van de lands
verdediging is dit gevaarlijk. Dit zou echter
op basis der neutraliteit geregeld moeten
worden. De strikte neutraliteit is de beste
garantie. Zou Ierland een ander land op zijn
grond dulden, dan zou dit voor een derde
land een uitnoodiglng tot den aanval zijn.
Dit Nummei bevat TWEE Bladen
Binnenland
De Voedingsraad schrijft over het gebruik
van de hooikist (2e Blad).
Prijzen van bijen-kasten belangrijk booger
dan vorige jaren (Binnenland, 2e Blad)
Streven naar eenheid ook in de wielersport
(Sport, 2e Blad)
Buitenland
Engeland zet de actie tegen de Fransche
vloot voort (le Blad).
De nieuwe grondwet in Frankrijk (le Blad)
Rosenberg over de Noordsche lotsgemeen
schap (le Blad).
ZIE VOORTS „LAATSTE BERICHTEN"
EERSTE BLAD.
REDE VAN RIJKSLEIDER ROSENBERG.
Rijksleider Rosenberg heeft voor verte
genwoordigers van de binnen- en buiten
landsche pers te Berlijn een rede gehou
den over de Noorsche lotsgemeenschap.
De nationaal-socialistische beweging, al
dus Rosenberg, heeft getracht zooveel mo
gelijk Scandinavische kringen met het
nieuwe Duitschland bekend te maken. De
wederzij dsche gedachtenwisseling moet den
weg effenen voor een politiek begrip voor
de diepere kennis van de groote Germaan-
sche lotsgemeenschap. Deze pogingen heeft
het grenzelooze imperialisme van Engeland
trachten te verhinderen.
Door de groote botsing van het Europee-
sche kernland met Engeland is het vraag
stuk van de lotsgemeenschap opnieuw aan
de orde gesteld.
Rosenberg zelde verder letterlijk: op ver
gaderingen in Luebeck he£> ik gesproken
over het Noordelijke Oostzeegebied en het
Donaugebied, die eens in levende betrekkin
gen tot elkander moesten komen te staan
en ik heb daarbij op het feit gewezen, dat
dergelijke betrekkingen van economischen
en cultureelen aard alleen via het Duitsche
rijk mogelijk waren. De toestand van heden
dwingt allen hun uitvoer opnieuw te rege
len. alle mogelijkheden af te wegen om de
producten van hun land voortaan in Eu
ropa zelf te verkoopen. In Duitschland ont
staat een geweldig kanalensysteem, dat
Noord- en Oostzee met de Middellandsche
Zee zal verbinden. Het net der rijksauto
wegen zal opnieuw de verkeersmogelijkhe-
den tusschen Noord en Zuid doen toene
men en het vergrooten van het aantal
luchtverbindingen zal dit ruim overbrug
gen. Hierdoor ontstaat een continentaal
Europeesch belangengebied.
Het kan begrijpelijk zijn. aldus ging de
rijksleider voort, dat een klein land zien
niet door een ander, even klein land wil
laten regeeren. Daarentegen zijn wij van
meening, dat een kleine natie niets van
haar eer prijsgeeft, wanneer zij zich onder
de bescherming stelt van een zeer groot
volk en een groot rijk. De grootte van een
rijk als het Duitsche te erkennen, is geen
teeken van een zwak karakter, maar het
erkennen van een noodlotsgebod van het
Europeesche bestaan. Hetzelfde geldt thans
ook voor de verhouding tusschen het Duit
sche rijk en het Scandinavische gebied. Het
noodlot heeft het gewild, dat het Duitsche
rijk het geheele gebied, waaruit eens de
Germaansche volken zijn uitgeweken, on
der zijn hoede heeft genomen. Het is van
zelfsprekend. onverschillig in welken vorm
de bescherming van dit eens Groot-Ger-
maansche gebied zal volgen, dat het Duit
sche rijk ook nooit meer er van kan afzien
zich te beschermen tegen een herhaling
van een soortgelijken overval, als Engeland
in April 1940 via Noorwegen op Duitschland
probeerde. Hier teekent zich een voor alle
Germaansche volken duidelijke levens
noodzaak af, naar buiten een gemeen
schappelijk politiek en economisch front te
vormen, een front, dat aan de belangen
van een ieder recht kan laten wederva
ren, omdat de verwezenlijking der belangen
van iedere natie ook een totale verster
king van het geheele Europeesche vaste
land beteekent en omgekeerd, binnen een
groot militair-politiek en door de wetten
der ruimte beheerscht noodlot ontstaat
ook een levendige samenwerking van in
soort verwante culturen.
Rosenberg herinnerde in dit verband aan
een brief van Henrik Ibsen aan den Slees
wij k-Holsteinschen schrijver Adolf Strodt-
mann over Duitschland en Scandinavië,
waarin staat: ik beschouw de Scandinavi
sche menscheid slechts als een overgangs
stadium naar een aaneensluiting van den
geheelen grooten Germaanschen stam.
Wanneer ik zou weten, dat wij tenslotte
zouden blijven staan bij een geisoleerde
Scandinavische vereeniging. zou ik nooit
meer de pen in den inktkoker doopen om
deze zaak te bevorderen.
Rosenberg noemde het volkomen natuur
lijk, dat de Groot-Germaansche aaneen
sluiting der volken van het Noordelijke
Oostzeegebied valt in den tijd der grootsto