Engelsch vliegtuig neergeschoten - Boerderij door hommen getroffen
LEIDSCH DAGBLAD
8Ijle Jaargang
Tweede Blad
FEUILLETON
„BLOED VAN
BOEDDHA"
EEN BOERENHOFSTEDE IN DE BUURTSCHAP OLBURGEN, GEMEENTE STEEN
DEREN. WELKE DOOR EEN ENGELSCHE BOM WERD GETROFFEN.
VELE WINKELIERS IN ROTTERDAM - beschermen hun
ruiten eiken nacht met speciaal vervaardigde houten luiken
tegen de gevolgen van eventueele bominslagen.
Voorkomen is beter dan genezen
DE FÜHRER BRACHT EEN BEZOEK AAN STRAATSBURG.
DE AANKOMST AAN DE PRACHTIGE,
OUDE KATHEDRAAL.
ENGELSCQE BOMMENWERPER NEERGESCHOTEN. Dezer dagen is een Engelsche bommenwerper nabij
Hcerhugowaard na een luchtgevecht met twee Duitsche jagers brandend neergestort.
De drie inzittenden vonden den dood.
HOE GROOT DE WANORDE MOET ZIJN GEWEEST bij
het terugtrekkende Fransche leger, bewijst deze foto van
weggeworpen uitrustingsstukken.
DE KUSTVISSCHERIJ BRENGT BEDRIJVIGHEID TE SCHEVENINGEN. Een Sche-
veninger heelt zijn scharren in het zonnetje gehangen en controleert
of deze al droog zijn.
door
HAROLD WARD
14)
„Denk Je, dat ik ergens bloedsporen zal
vinden?" vroeg de sheriff.
„Een prik met een injectiespuitje geeft
geen bloedsporen!" spotte de dokter.
„De moordenaar heeft het handig aan
gelegd", merkte York nadenkend op. „En
hij heeft allen tijd gehad om mogelijke
sporen uit te wisschen. Het Is natuurlijk
mogelijk, dat hij iets over het hoofd gezien
heeft, doe dus je best, Fenton, maar ver
wacht geen sporen als van een olifant".
Hij gaapte. Jake haalde een beduimeld
spel kaarten uit z'n zak en stelde een par
tijtje eenentwintig voor, een stuiver het
punt, maar York zei, dat hij te moe was.
Hij ging languit op het bed liggen en keek
naar het spelen van de anderen, maar vijf
minuten later was hij vast in slaap.
Hij moest, vermoeider geweest zijn, dan
hij zelf gedacht had, want Fenton had
moeite hem wakker te schudden. De kapi
tein opende zijn oogen en zag Fay en Jake
nog aan de tafel zitten. Ze speelden niet
meer. Jake zat suf voor zich uit te staren.
Fay daarentegen scheen niet het minst
vermoeid te zijn. Hij zag er even frisch uit
ais aan het begin van den avond.
„Die neger is juist komen zeggen, dat het
ontbijt klaar is", waarschuwde Fenton. „Ik
honger als een paard, ik zou m'n schoen
zolen kunnen opeten, als er dik boter op
zat!"
York sprong op, hield zijn hoofd onder
de kraan in de badkamer, kamde zijn haar
en volgde de anderen naar beneden. Op de
trap hoorde hij reeds de gesprekken der an
dere gasten, die aan de ontbijttafel zaten.
Tim, in een onberispelijke witte jas. kwam
de trap op, hij scheen wat op zijn lever te
hebben.
Toen York de eetkamer binnen kwam,
keken allen op. Den meesten kon men aan
zien, dat ze dien nacht niet veel geslapen
hadden. Page en Virginia Lee zaten te
fluisteren, Lydia Vaughan stond bij de
deur. York zag, dat ze er vermoeid en on
gerust uitzag. Ze scheen York met haar
oogen een seir. te willen geven, er was
schijnbaar iets niet in orde.
De kapitein nam de rest van het gezel
schap scherp op. Dore Watson en Carol
Spencer waren in een ernstig gesprek ge
wikkeld. In een anderen hoek van het ver
trek stonden Lee en zijn verloofde, Adèle
Lathrop. te praten. Grass en Dittmars za
ten bij elkaar. Grass rookte zijn pijp en
luisterde geduldig naar hetgeen de profes
sor beweerde. Toen York binnen kwam. liep
Lee dadelijk op hem toe en stak zijn hand
uit.
„Ik hoop. dat u m'n onbeleefdheid van
gisteravond excuseeren wilt, kapitein" be
gon hij. „ik was een beetje uit m'n doen
dopr die verwenschte geschiedenis, enne
misschien had ik ook wel een tikje te veel
gedronken. Ik heb er nog eens rustig over
nagedacht en ik ben tot de overtuiging
gekomen dat een man ln uw positie en van
uw ervaring wel zal weten, hoe er gehan
deld moet worden".
Hij had York bij zijn arm een eind van
de anderen weg getrokken. York nam de
hand van zijn gastheer aan. „Laten we het
maar vergeten", zei hij. „Ik kan me voor
stellen, dat u in de war was door het'ge
beurde. Is er verder nog iets gebeurd, wat
ik weten moet?"
Lee haalde zijn schouders op. „Ik geloof
het niet", zei hij. „Die verdraaide neger,
Tim, beweert dat hij vanmorgen gekreun
gehoord heeft, maar ik hecht weinig waar
de aan z'n woorden. Negers hooren en zien
altijd dingen, die niet bestaan. Ze zijn zoo
bijgeloovig als ik weet niet wat!"
„Hoe laat heeft hij dat gehoord?" vroeg
York.
„Volgens hem kort nadat hij u naar uw
kamer gebracht heeft. Hij was er heelemaal
van overstuur. Een wonder, dat hij niet
direct naar u toe gekomen isMaar be
halve dat...."
Op dat oogenblik kwam Tim haastig op
hen toe. „Meneer", riep hij opgewonden,
„hij is er niet. meneer".
Lee's gezicht betrok .„Ik heb goed geke
ken. meneer", ging de neger angstig door.
„ik ben in z'n kamer geweest, maar hij was
er niet!"
Lee wendde zich tot York. „Het betreft
Lewis", zei hij zacht, „Tim beweert, dat hij
geen antwoord gaf, toen hij hem riep. Ik
heb hem toen weer naar boven gestuurd
met de boodschap hem te zoeken
„Ik heb hem hooren kreunen, gister
avond, meneer, ik zeg u, dat ik het duide
lijk gehoord heb en toen
„Waar kwam het geluid vandaan?" vroeg
York.
De neger slikte zenuwachtig. „Ergens
uit een kamer, meneer, ergens boven, maar
ik kan niet precies zegden waar. meneer!"
York wenkte Fenton, fluisterde hem iets
ln. waarop de sheriff snel naar buiten liep.
.Doorzoek het huis," beval hij daarna Jake
en Fay. „Kijk goed uit. of je ergens sporen
van een worsteling ziet. misschien zijn er
bloedsporen. Tim houdt vol, dat hij ge
kreun gehoord heeft."
York keek de beide mannen na, die haas
tig de trap opliepen, toen wendde hij zich
weer tot zijn gastheer.
„Laat de anderen gaan ontbijten, u kunt
wel een excuus vinden om hen alleen te
laten, kom daarna zoo gauw mogelijk op
Lewis' kamer."
Lee riep zijn zuster en verzocht haar de
honneurs waar te nemen, met een paar
woorden uitleggend, wat er gebeurd was.
York zag, dat ze bleek werd, maar ze hield
zich dapper.
Hij keek haar na terwijl ze de eetkamer
binnen ging en liep t-oen met haar broer de
trappen op naar de kamer van den vermis
ten man.
Lewis' kamer was aan het eind van de
gang, naast het venster, dat uitzag op het
dak van het museum. Ze openden de deur.
een enkele blik was voldoende om hem te
overtuigen, dat de neger gelijk had.
York keek eens rond. Hij deed een kast
open, verschillende pakken hingen ordelijk
op hangers, het pak dat Lewis den vorigen
avond gedragen had. over een stoel. York
herinnerde het zich, een wit flanellen pak
met een dun streepje. Zijn koffer stond
achter het bed. Hij was echter geheel leeg,
Daarna onderzocht hij de laden van de ta
fel en wendde zich daarna tot Lee.
„Merkt u iets op, dat niet in orde is?"
vroeg hij.
Lee keek rond. „Het bed is niet beslapen,"
zei hij.
„Juist," stemde York toe, „maar er is nog
meer, ik kan zijn pyama nergens vinden!"
Lee keek op.
„Toch heeft hij zich uitgekleed, zijn on-
derkleeren liggen op den stoel, evenals het
pak, dat hij aan had willen trekken."
Hij zocht in de zakken, en haalde er wat
bankbiljetten en zilvergeld uit.
„Maartoen hij zich uitgekleed had,
is hij niet naar bed gegaan," vervolgde do
kapitein, de badkamer inloopend. ,3Üjk-
baar heeft hij een douche genomen. Er
ligt een natte handdoek in den hoek." Op
de tafel midden in de kamer stond een
aschbak. Er lagen verscheiden sigaretten
eindjes in en een hoeveelheid asch. York
stelde vast, dat de eindjes van twee ver
schillende merken waren. „Lewis heeft be
zoek gehad, gisteravond, tenminste als de
aschbak schoongemaakt is na het diner."
„Dat gebeurt, lederen avond." zei Lee.
„Daar zorgt Jennie, de huishoudster voor.
Aschbakken hebben haar speciale aan
dacht. Ze beweert, dat als zij ze niet gere
geld schoon houdt, de asch door den tocht
het heele huis door vliegt en dan heeft zij
de moeite maar om het weer op te vegen."
York deed de sigaretten-eindjes in een
envelop en stak die in zijn zak. Daarna
stak hij een pijp aan en zei tot den gast
heer: „Wat weet u van uw bedienden af?"
i Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).