Garnalenvisschers varen weer uit - De kruidenier op rolschaatsen
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Echtpaar z.k.
81ste Jaargang
FEUILLETON
OOK IN WEST-FRIESLAND is het geïnundeerde gebied vrij gemaakt van bet water. Men was nieuwsgierig
hoe het met den grasgroei zou staan Gebleken is, dat dit niet zonder meer in orde zal komen. De aangespoelde
sliblaag, welke zeer dik en vast is. wordt nu gekeerd. Zoo hoopt men in het najaar nog gras te kunnen maaien.
EEN VEEL GEVRAAGD ATTRIBUUT BIJ DEN
WEDEROPBOUW is de kruiwagen. Naar alle
deelcn van ons land worden ze verzonden. Een
zending op een Amsterdamschen steiger.
SUZY, DE OLIFANT UIT HET DIERENPARK WASSENAAR, BEOEFENT
MET HAAR VERZORGER, DEN HEER STEVENS,
DE SCHOONE HENGELSPORT.
DE GARNALENVISSCHERS .mogen met toestemming van de Duitsche autori
teiten weer uitvaren. De scheepjes mogen bij zonsopgang vertrekken en moeten bij
zonsondergang weer binnen zijn. Het uitvaren uit de Scheveningsche haven.
EEN HAAGSCHE KRUIDENIER die er iets op
gevonden heeft nu zijn motor voorloopig is op
gelegd. Op rolschaatsen bezoekt hij de klanten.
HOE WARM HET WAS. LIGGEND IN DE VERKWIKKENDE GOLVEN
LEZEN DEZE TWEE SCHEVENINGSCHE BADERS DE
LAATSTE NIEUWSBERICHTEN.
ALS HET GETIJ VERLOOPT, VERZET MEN DE BAKENS. De eigenaren van de
bloemenkiosken op het z.g. Calandplein te Rotterdam, hebben hun bedrijf inge
richt voor den verkoop van verfrisschende dranken.
door
i%' Mr. KEA BOSSERS.
47)
En Frank was met vervaarlijke stappen
doorgehold de oprijlaan uit, het pad door
de hel ln. Hij was maar juist bijtijds weg-
geloopen bijna was hij zichzelf niet meer
baas geweest.
En driftkop was hij altijd geweest, „Te
vlug met zijn handen" had de Rector van
het gymnasium destijds al gezegd. En na
zijn studententijd, waarin hij zich, wat dat
betrof, allesbehalve had hoeven in te hou
den, hadden de tamme kantoorjaren het er
wel grootendecls uit gewerkt. Maar nog
niet heelemaal.
Hij moest en hij zou nu met zichzelf in
het reine komen. Zoo ging het niet langer.
Hoe dikwijls had hU het zich nu al voor
gepraat: een streep eronder; uit; niet meer
denken aan vroeger, niet meer hopen op
een andere toekomst. En altijd bleef hij
maar weer in hetzelfde kringetje rond
draaien. telkens voelde hij zich weer ver
nederd. achteruitgezet, misdeeld.
Alsof het er iets op aankwam. Alsof de
wereld er werkelijk mee vooruit zou gaan.
als ze één mlddelmatigen meester in de
rechten méér en één dito chauffeur minder
telde! Alsof het een maatschappelijke ramp
was, dat een x-belieblg rechterszoontje met
zijn handen zijn brood moest verdienen,
omdat hij geen kans kreeg, het met zijn
hersens te doen!
Alsof hij niet blij moest zijn en dankbaar
dat hij werken mócht, dat hij een baantje
had!
En wat voor een baantje! Hij wist het
toch goed genoeg uit de gesprekken met
andere chauffeurs, wat een „reuze-lijn" hij
had. Garage-chauffeurs met hun dikwijls
overdreven lange werkdagen, particuliere
chauffeurs, die bijna allemaal ook tuinman
of hulsknecht, soms alle drie tegelijk waren
ze hadden het hem in alle toonaarden
voorgezongen, dat hij „vinger en duim
mocht aflikken," dat hij „op rozen zat".
Natuurlijk was het verlangen naar béter,
naar zijn eigen werk op zichzelf niet ver
keerd. Maar als dat verlangen nergens an
ders toe leidde, dan dat hij al het goede,
dat hem gebleven was, ging verknoeien en
vernielenEn daar was hij al flink
mee bezig.
Trouwens, éls hij dan werkelijk de Jurlst-
met-hart-en-ziel was, die hij s.ich zoo graag
verbeeldde te zijn, wat lette hem dan. in
zijn vrijen tijd te studeeren, te werken. Hij
hoefde zijn hand maar uit te steken, om
ln die richting hulp te krijgen. Jimmy, Ge
rard Scholten, met plezier zouden ze hem
geholpen hebben: aan boeken uit de Uni
versiteitsbibliotheek, aan alles, wat hij noo-
dig mocht hebbenEen smoesje was
het. een wassen neus. Op den keper be
schouwd bleef er niets anders over dan
stomme trots en inbeelding.
En daarvoor verkankerde hij zijn jonge
leven! En daarvoor maakte hij Lies half
gok met zijn gejammer! Lies. de altijd vroo-
Hjke, dappere Lies, die kribbig werd en ha
telijk omdat ze er niet meer tegenop kon
„Dat nooit" zei Frank berouwjpl en
zocht door de hei zijn weg naar hiM.
Waar hij een nóg berouwvollere Lies in de
keuken vond. Zoodat ze zich allebei uit
sloofden, om elkaar van hun schuld te
overtuigen
HOOFDSTUK XXI.
En zoo was het een kalme en geresig
neerde Frank, die op den morgen van den
vijfentwintigsten October naar Amsterdam
vertrok.
Jimmy haalde hem van den trein.
„Kon Je op kantoor wel gemist worden?"
vroeg Frank.
„Ik heb me vrijgemaakt" zei Jimmy
waardig. „Goed, dat het vandaag Is, want
morgen heb ik een pleidooi, zie je. Mijn
eerste strafzaak, een toevoeging natuurlijk"
Frank keek behoorlijk geïmponeerd èn
verbaasd naar den veranderden Jimmy.
„Das macht die Liebe" floot hij.
„Hoe voel Je je?" vroeg Jimmy maar
gauw. „Knijp je 'm erg?"
„Gaat nogal" zei Frank.
Het Paleis van Justitie op de Prinsen
gracht. „Hier ben ik nog nooit geweest" zei
Jimmy.
„Ik wel" zei Frank. .Toen ik nog bij de
Olie fabrieken was, heb ik hier een keer ge
pleit. in een octrooizaakje. Toen voélde ik
me, zeg. Dat was bij ons iets geweldigs, als
je dat als Jongere mocht doen. Meestal
knapte de groote baas zooiets op."
Nu keek Jimmy bewonderend „Zeg" zei
hij, „eigenlijk konden wij ons later best
associeeren."
„Bijvoorbeeld" zei Frank.
De volle wachtkamer. De bode, die de
dagvaardingen opvroeg.
„O, Jij hebt een verdediger, hè? Een
advocaat, bedoel ik".
„Jawel" zei Frank. „Meester van West-
hove Abbing."
„Dan ga Je vóór. Je zit het wel hooren,
als Je zaak afgeroepen wordt."
Geloop in de gangen. Hollende klerken.
Zenuwachtige verdachten. Advocaten in
toga. Bij tientallenDe bode kwam
Frank roepen: „Je advocaat staat in de
gang
Jimmy ging mee, stelde zich voor. Frank
zag hem glimmen van trots bij het mica'
„confrère" van den ander. Den Haag1
Bij confrère van Abcoude? Een uitmun
tend kantoor." Toen tot Frank een we
reld van verschil in toon en houding:
„Dus het blijft zooals afgesproken.
Alleen ln uiterste noodzaak maken we ge
bruik van de verklaring van Jonkheer de
Ooedelaer. En niet zenuwachtig worden,
hoor! De Officier zal je misschien nogal
dwars zitten, die is erg gebeten op auto
mobilisten in het algemeen."
Een stoet van rechters door de gang
de zaal binnen. Franks verdediger ver
dween haastig.
Toen weer wachten.
Eindelijk in de open deur van de rechts
zaal de deurwaarder ..Het Openbaar Mi
nisterie tegen Frank Peter Robberts
Frank Peter Robberts Frank Peter Rob
berts
„Precies een conducteur langs den trein"
fluisterde Fran nog gauw.
„Goed zoo" zei Jimmy. „Je houdt Je taal,
merk ik. Sterkte hoor." Achter Frank glipte
Jimmy naar binnen, zocht een plaatsje in
de advocatenbanken.
Frank beklom het podium. Daar stond hij
nu voor de groene tafel het weerzien
was wel een beetje anders, dan hij ge
dacht had.
Het gewone begin:
„Verdachte, hoe is uw naam en voor
naam? wanne r ben u geboren?
Nu kwam het, dacht Frank en beet op zijn
tanden zag even zijn vader op de plaats
van den PresidentToen:
„Wat is uw beroep?"
„Chauffeur" antwoordde hij kalm. Ziezoo
dat was tenminste voorbij.
„Het woord is aan Meneer den Officier
„Verdachte staat terecht, terzake, dat
hij Het ging allemaal een beetje langs
hem heen.
Toen moest hij weer antwoorden. Of hij
hij het ten laste gelegde bekende? Hoe
lang hij reed? Over de remmen
Dezelfde vragen, die de politie gesteld had.
De getuigen: De agent, die het proces
verbaal had opgemaakt. De expert, die de
auto's onderzocht had. De dokter, die het
slachtoffer Duinema behandeld had. Frank
zag de aandacht van den Officier zich
spannen, toen de President een paar zinnen
uit het rapport van den dokter voorlas ..Ja
bevestigde deze en etaleerde nog eenige
medische termen Frank, vanaf ~jjn plaats,
opzij van zijn verdediger, verstond er niet
vee) van. „Vrij zware hersenschudding
twee gebroken ribben verscheidene kneu
zingen" ving hij op
Toen de deurwaarder weer in de open
zaaldeur: „getuige Duinema Duinema
Duinema
En toen
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).