Zilveren jubileum Woningbouw vereeniging „Eensgezindheid" LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 6 Mei 1940 Vierde Blad No. 24573 Het Eeuwfeest van de Haarlemmermeer 81ste Jaargang Drukbezochte receptie en feestavond Herdenkingsbijeenkomst in het Polderhuis te Hoofddorp Voor menschlievend hulpbetoon Het bestuur, raad van commissarissen en feestcommissie van de Jublleerende Woningbouwvereeniglng „Eensgezindheid". Zit tend v.l.n.r. 8. Singerling, N. Verbiest, A. J. Schoneveld, K. Wassenaar, W. G. van Katwijk, J. Neuteboom eq A. Bink. Staande v.l.n.r. W. A. Stokhuysen, C. Wassenaar, A. H. Labec, F. Eikerbout, G. Mleremet en W. Zwart. De Woningbouw-vereeniging „Eens gezindheid", die dezer dagen haar vijf en twintig-Jarig bestaan mocht herdenken, heeft Zaterdagmiddag in een der zalen van de Stadsgehoorzaal, ter gelegenheid van dit Jubileum ge recipieerd. Zeer vele bloemstukken waxen In de zaal opgesteld. DE RECEPTIE. De voorzitter, de heer K Wassenaar, heeft aan het begin van den middag een kort overzicht gegeven van het doel en de oprichting van „Eensgezindheid". Het vraagstuk van de arbcldershulsves- tlng was in de dagen van de oprichting zeer urgent. Men voelde er moest Iets ge daan worden; men kon niet langer werke- loctoezien. Vooral het werkliedenverbond „Patrimonium" voelde deze noodzakelijk heid aan, waartoe het zich in verbinding stelde met den Chr Besturenbond Nadat een commissie, op initiatief van den Chr. Besturenbond, een onderzoek had Ingesteld naar de mogelijkheden, die tot verbetering der volkshuisvesting konden lelden, werd op ai April 1915 een woningbouwvereniging opgericht. Aanvankelijk had men met vele moeilijkheden te kampen, maar al .spoedig bleek, dat men van vele zijden het Initiatief toejuichte. Al spoedig kon men, door den gemeente raad daarbij geholpen, overgaan tot de uit voering van een eerste bouwplan, dat 118 woningen omvatte. In den loop der Jaren volgden op dit eerste plan nog vele plan nen. Thans heeft de woningbouw vereeni ging 429 woningen onder haar beheer. Jam mer is het. aldus spr. dat na de tot stand koming van het zesde bouwplan geen wo ning meer gebouwd is. Drie belangrijke per- ceelen bouwgrond zijn de vereeniging «uit gaan. Ondanks alle waardeering, die <zn- zerzijds, aldus spr., bestaat voor de bemoei enis van het gemeentebestuur ten opzichte van de volkshuisvesting, moet het toch ge zegd worden, dat Juist in de.Jaren, dat de bouwkosten laag waren, de gelegenheid aan de vereeniging ls onbhouden om te bouwen. Redenen, dat bij het einde van deze vUf en twintig-Jarige periode de stemming tweeërlei karakter draagt. Eenerzljds waar deering en hulde voor het gemeentebestuur voor de medewerking voorheen betoond, anderzijds teleurstelling voor de huidige woningpolitiek. Ten slotte stelde spr. in het licht, dat dc vereeniging tot twee maal toe bij de fede ratie is aangesloten geweest, maar daar voor telkens om practische en prlnclpleele redenen heeft moeten bedanken. Spr. eindigde met den wensch uit te spreken, dat de vereeniging nog vele Jaren ln het belang van de volkhuisvesting mag werkzaam zijn. Nadat de secretaris ,de heer A. J. Schone veld enkele berichten van verhindering en gelukwensch had voorgelezen, was er ge legenheid tot aanbieding van felicitaties. Het eerst maakte hiervan gebruik dc heer F. Eikerbout, als voorzitter van den raad van commissarissen en als voorzitter van de feestcommissie. Zeer in het kort memo reerde spr. de slechte woningtoestanden, die hier vóór vUf en twintig Jaar bestonden, om dan met dankbaarheid melding te ma ken van het baanbrekend werk, dat door de vereeniging ls verricht. Hartelijk huldig de spr. den voorzitter, den heer Wasse naar, die nu al vijf en twintig Jaar onafge broken ln het bestuur zitting heeft en de laatste zestien Jaar als voorzitter optreedt. Als blijk van waardeering bood spr. hem een omlijste foto van het bestuur aan. Namens den raad van commissarissen en leden bood spr. een gedenksteen aan, welke reeds geplaatst ls ln het pand Zijlsingel 50. Ook werd een reeds eerder geplaatste steen gerestaureerd. Met een „Lang leve onze vereeniging", en een „lang leve onze voorzitter" besloot 8pr. zijn gelukwensch. De heer Jac. Wilbrink, die hierna als wethouder van Fabricage, het woord voer de, zeide dat het gemeente-bestuur met heel veel genoegen de uitnoodiging om hier tegenwoordig te zijn had gewaardeerd Daarvan moge ook het wijs zijn, dat be halve spr. zelf, ook de wethouders Verwey en Van Stralen aan de uitnoodiging ge volg hadden gegeven. De belangen van de Woningbouwver enigingen gaan ook het gemeentebestuur zeer ter harte. Uw doortastendheid, aldus spr. is een groot succes geweest. Uw daad kracht en doortastendheid geeft vertrou wen in de toekomst Het is een bewijs, dat de activiteit .n kracht van uw vereeniging nog niet zijn uitgeput, en al zijn er met het gemeentebestuur dan wel eens teleur stellingen beleefd, het ls toch een merk waardig verschijnsel, dat wij ondanks deze teleurstellingen naar elkander toe zijn ge groeid. Juist ln de laatste Jaren ls er een wederkecrlg saamhoorlgheldsgevoel en on derling vertrouwen gegroeid. 8pr. hoopt, dat de tijd van teleurstellin gen voorbij ls en dat door onderlinge sym pathie alle tegenslagen zijn of worden overwonnen. Laten wij hopen, dat wanneer er gelegenheid ls en de tijden rijp zijn, er een hartelijke samenwerking tusschen gemeentebestuur en woningbouwvereni ging moge worden gevonden. Aan het eind van zijn toespraak huldig de Wilbrink den voorzitter voor zijn rustige kalme en degelijke leiding. 8pr. hoopte, dat het verenigingswerk nog tot rijke ont plooiing mocht komen. Achtereenvolgens werd nog het woord gevoerd door den afgevaardigde van den Nat. Woningraad, die tevens sprak namens de afd. Zuid-Holland van deze stichting, door een afgevaardigde van het Werklie denverbond „Patrimonium" en door den heer Wessel namens den Leldschen Chr. Besturenbond. Verder voerden het woord de afgevaar digden van de plaatselijke zustervereni gingen „De Eendracht". „Tuinstadswijk", „Ons Belang" en „Ons Doel". Namens deze laatste Woningbouwvereniging werd be halve een bloemstuk ook een voorzitters hamer aangeboden. Verscheidene afgevaar digden spraken den wensch uit, dat „Een- gezindheid" weer spoedig tot de Federatie van Woningbouwverenigingen zou toetre den. Architect Van der Heijden, die vervol gens zijn gelukwenschen aanbood, pres de prettige samenwerking met het bestuur van „Eengezindheld" Spr sprak er zijn teleurstelling over uit, dat de bouwplannen die „Eensgezindheid" voor enkele Jaren had uitgewerkt, niet door zijn gegaan Was dit wel het» geval geweest, dan hadden wij nu een groot aantal goede en goedkoope wo ningen gehad. Thans ls het bouwen weer veel duurder. Nadat namens de W.B.V. „Bultenlust" te Oegstgeest en „Splnoza" te Rijnsburg de gelukwenschen waren overgebracht, sprak de voorzitter van de Buurtver „Eensgezind heid". de heer De Groot, nog een woord van hulde en dank voor het veelomvatten de werk. dat door de WB.V. ls verricht. Spr. deed zijn gelukwensch vergezeld gaan van de aanbieding van enkele foto's van woningcomplexen van „Eensgezindheid". „8plnoza" te Rijnsburg bood een ets aan Tenslotte werd namens het losse personeel der W.B.V. nog een woord van gelukwensch gesproken. Voorzitter K. Wassenaar heeft met een enkel woord alle sprekers bedankt voor hun beste wenschen en de aangeboden geschen ken. DE FEESTAVOND. In de geheel bezette Stadsgehoorzaal ls dit Jubileum 's avonds feestelijk herdacht. Een aantrekkelijk programma met afwis seling van vroolijke muziek door het Leldsch Salon-orke.st o.l.v. den heer J. Plu bood enkele genoeglijke uren. Aan het begin van den avond heette de heer F. Eikerbout allen hartelijk welkom om vervolgens een vluchtig overzicht te geven van de woningtoestanden van vijftig Jaar geleden. Met een enkel woord weidde de heer Eikerbout tenslotte uit over de oprichting van de W.BV „Eensgezindheid" en de door deze vereeniging bereikte resultaten. 8pr eindigde met den voorzitter, den heer K. Wassenaar te huldigen voor al het geen hij als bestuurslid en voorzitter in de afgeloopen 25 Jaar voor de W.B.V. heeft gedaan. Een uitgebreid goochelprogramma hield de aanwezigen enkele uren aangenaam bezig. „Eensgezindheid" kan met voldoening op dit zilveren Jubileum terugzien. Vandaag zijn in de Haarlemmermeer de vlaggen uitgestoken. Want hoewel de tijdsomstandigheden ertoe geleid hebben van een feestelijke viering af te zien, geheel ongemerkt wil men, ge lijk vermeld, het feit niet laten voor bijgaan, dat honderd jaar geleden een aanvang is gemaakt met de droogleg ging en inpoldering van de Haarlem mermeer, waarover wij indertijd reeds schreven. Men heeft zich, zooals bekend, beperkt tot een officieele herdenkingsbijeenkomst ln het Polderhuls te Hoofddorp, op welke bijeenkomst H. M. de Koningin zich offi cieel heeft doen vertegenwoordigen en welke voorts werd bijgewoond door den minister van waterstaat, lr. J. W. Albarda, den Commissaris der Koningin in de pro vincie Noord-Holland, mr. dr. A. baron Röell, het lid van Ged Staten van Noord- Holland. mr J B. Bomans, voorzitter van de Waterstaatscommissies en van de Rijks commissie van advies voor werkverruiming en werkverschaffing in Noord-Holland, mr. P. A PUnacker Hordijk, Dijkgraaf van Rijnland en vertegenwoordiger van het be stuur van het Hoogheemraadschap, den burgemeester van Haarlemmermeer, mr. A. Slob en den gemeente-secretaris en wet houders dezer gemeente, den hoofdinge nieur-directeur van den Provincialen Wa terstaat in Noord-Holland ir. C. Thomése en de hoofdingenieurs lr. C. Krijn, lr. W. M. Vink en lr. J. A de Priester, de chef van de tweede afdeeling A. der Provinciale Griffie mej. mr. A. A. G. Coops, den oud- ingenieur van den Haarlemmermeerpolder, lr. graaf Van Randwijk, den oud-directeur van den Provincialen Waterstaat, Jhr. ir. Reigersman, oud-^inister-president dr. H. Colijn en den heer W. Bolssevain. wet houder van het grondbedrijf der gemeente Amsterdam. Voorts waren aanwezig de heeren Ch. Reinders Folmer en P. G. Ram, namens de Ver. tot bevordering van de be langen van de Haarlemmermeer. Ingenieurs van rijks- en provincialen waterstaat, heemraden, oud-heemraden, hoofdingelan den en andere belangstellenden en genoo- dlgden. Kort na half elf. toen allen ln de groote bovenzaal van het Polderhuis hadden plaats genomen, werd de vertegenwoordi ger van H. M. de Koningin, de Kamerheer ln buitengewonen dienst, Jhr. F. J. E. van Lennep, binnengeleid. Dc Dijkgraaf van den Haarlemmermeer- polder, de heer J. C. Reinders Folmer, heette hem ln het bijzonder welkom en begroette vervolgens de genoodigden, met wie het polderbestuur op dc aangenaam ste wUze in relatie heeft gestaan of nog relaties onderhoudt. In dr. Colijn begroette hij den zoon van in den vertegenwoordiger van het Amster- damsche gemeentebestuur den vertegen woordiger van de grootste grondeigena res ln den polder, sedert de gemeente Am sterdam met den aanleg van Schiphol de Haarlemmermeer het beste en mooiste vliegveld van Europa heeft geschonken. DE GESCHIEDENIS VAN DE DROOGLEGGING. De Dijkgraaf, de heer J. C. Reinders Fol mer. herinnerde in zfjn eigenlijke herden kingsrede in de eerste plaats aan het feit, dat het gisteren, 5 Mei, honderd jaar ge leden was, dat door den toenmallgen voor zitter der meercommissie, mr. F. van de Poll, voordien (van 1829 tot 1836) burge meester van Amsterdam, later gouverneur der provincie Utrecht, nabij Hillegom de eerste spade ln den grond werd gestoken tot het graven van de ringvaart en het op werpen van den ringdijk Dat het aanvang maken met het aan durven van dit groote werk, een feit is, een herdenking waard, toont de geschiedenis aan. Reeds meer dan 300 jaren zagen onze voorvaderen met groot verlangen de droog legging van het Haarlemmermeer tegemoet van het Haarlemmermeer, dat in 1531 slechts bestond uit vier afzonderlijke me ren ter gezamenlijke grootte van 600 hect aren. Aan den Noordkant lagen drie dorpen, die Immer door het water werden bedreigd. In 1591 werd Vijfhulzen door de golven verzwolgen, terwijl ln 1647 Nleuwekerk en Rijk volgden. Gevaar bestond, dat het thans ontstane groote water zich zou uitbreiden in Oos telijke richting en met de plassen nabij Aalsmeer één geheel zóu gaan vormen. Het was dan ook in dezen tijd, dat de gedachte van drooglegging rijpte en men mag wel zeggen het eerst bij Jan Adriaans- zoon Leeghwater, die ln 1643 zijn „Haar- lemmermeerboek" schreef, waarmede hij bedoelde een beschrijving en voorberei ding te geven tot het bedijken en droog maken van het Haarlemmermeer. Dit ontwerp werd tot het begin der ne gentiende eeuw door een groote reeks en wel circa 15 andere ontwerpen gevolgd. Van de andere noemde spr. dat door Cruqulus ln 1742 op laat van Rijnland ge maakt, benevens die van Van Velsen, Zum- bach de Koesfeit, Noppen Bolstra en Walt- man. Klinkenberg en anderen, alsmede 1e uitmuntende verhandeling over de droog making, welke baron van Lijnden van Hemmen in 1822 schreef. Als waardeering voor hun werken werd aan Leeghwater, Cruqulus en baron van Lijnden een blijvende plaats ln de ge schiedenis. van den Haarlemmermeerpol der toebedeeld, doordat de drie eerlang te stichten stoomgemalen Leeghwater. Cru qulus en Lijnden hun namen zouden ont vangen. Geen der ontwerpen mocht echter den noodigen bijval vinden. Dan waren het weer de geneeskundigen, die tegen een drooglegging te velde trok ken, die moerasziekten en epidemieën vreesden, dan waren het wederom gebrek aan geld of de vrees van Rijnland om zijn boezem verkleind te zien. Vermeerdering van kennis en verbete ring van Rijnlands boezem en de loop der omstandigheden maakten het, dat bij steeds dringender gevaar een onverwacht gebeuren den doorslag gaf de balans te doen overslaan ten gunste van de voor standers der drooglegging. De herhaalde stormen van het najaar van 1836 deden toch opnieuw de aandacht voor het Haarlemmermeer vragen. Op 29 November van dat Jaar Joegen hevige Westerstormen het water met ge weld naar de richting van Amsterdam over polders en wegen tot aan de poorten van de stad zelf. terwijl ook in de richting van Lelden het water groote schade aanricht te. Dit alle3 vroeg buitengewone herstellin gen en kosten en het duurde meer dan een Jaar voordat al het overstroomde land weer was drooggemalen. Ged. Staten van Noord- en Zuid-Holland namen daarop, ontsteld door deze gebeur tenissen, al spoedig ln overweging om Z. M. den Koning te verzoeken op de droog making des meers opnieuw bedacht te wil len zijn. Het was in het bijzonder de heer D. J. van Lennep, die zich in de commissie van landbouw deze zaak aantrok, en van den heer D. J. van Lennep tot den helaas te vroeg gestorven heemraad D. E. van Len nep is een kleine stap. Bij het gebruikelijke voor j aar sbezoek van Z. M Koning Willem 1 aan Amster dam werd zijn aandacht voor het groote onderwerp gevraagd. Koning Willem 1 benoemde bij besluit van 7 Augustas 1837 een staatscommissie om de verschillende reeds bestaande ont werpen te onderzoeken en vóór November 1837 een bepaald eindontwerp met begroo ting van kosten over te leggen. Deze commissie had haar taak reeds 24 October van dat zelfde Jaar volbracht. In Februari 1838 ontving de Tweede Ka mer der Staten Generaal een wetsontwerp om middelen ter beschikking te stellen ter uitvoering van werken tot droogmaking van het Haarlemmermeer. Dit ontwerp werd echter in April 1838 met 46 tegen 2 stemmen afgewezen. Na eenlge wijzigingen in het oorspron kelijk ontwerp, werd het na twee open bare beraadslagingen die plaats hadden op 18 en 19 Maart 1839, met 45 tegen 5 st. aangenomen. Zoo werden aan de regeering de midde len verstrekt om de groote onderneming, die sinds meer dan twee eeuwen zoo dik wijls ter sprake was gebracht en een twist punt had uitgemaakt, eindelijk ten uitvoer te doen brengen. Bij besluit van 22 Mei 1839 benoemde de Koning de commissie aan welke meer bij zonder de werken der droogmaking zou den worden opgedragen. Deze commissie bestond uit elf leden, waarvan de staats raad mr. F. van de Poll voorzitter was. Het 13 deze. die thans 100 Jaar geleden de eer ste spade welke hier "nog aanwezig ls voor de drooglegging in den grond heeft gestoken. In 1843 werd met den bouw van het eer ste stoomgemaal de Leeghwater begonnen, waarvoor op 15 Juli door jhr. mr. Gevers van Endegeest, den opvolger van den heer van de Poll de eerste steen werd gelegd. Op 6 November 1845 zagen Koning Willem II en zijn drie zoons prins Willem onze latere Koning WUlem m Prins Hendrik en Prins Alexander, de Leeghwater ln volle werking. In 1848 was de insluiting voltooid en werden de in den dijk ten behoeve van de scheepvaart gelaten openingen gedicht. In datzelfde Jaar begon de Leeghwater de millioenen kubieke meters water uit te scheppen, daarin sedert 1849 bijgestaan door de gemalen Cruqulus en Lijnden Zoo kwam dan in 1852 de Haarlemmer meer droog na 39 maanden bemalen te zijn. In 1856 werd het Polderbestuur inge steld en werd de polder uit handen van het rijk overgenomen. Spr had zoo zeide hij nu welis waar de wordingsgeschiedenis van den pol der geschetst, doch de groote vraagstuk ken zouden zich pas voordoen na de over neming. De bemalingswerktuigen, de Ringvaart, de kaden, de wegen en de tochten vroegen voortdurende zorg en verbetering. Spreker beschreef de voortdurende moderniseering, welke de bemaling in den loop der jaren heeft ondergaan. De Cruqulus. die tot 1932 nog steeds als reserve-gemaal dienst deed en zich in den oorspronkelljken toestand bevond, zooals deze machine had medegeholpen de meer droog te malen, ls thans een historisch monument geworden en aan de zorgen van de Cruquius-stlchtlng toevertrouwd, tenein de voor het nageslacht bewaard te blijven De inzichten omtrent de voor den land bouw meest gewenschten waterstand heb ben zich in den loop der Jaren en in het bijzonder in de laatste zeer gewijzigd. Spr. memoreerde de verschillende pogingen ook individueele tot verlaging van den waterstand. Niet alleen, dat allen overtuigd raken, dat water in de slooten van een bouwpol- der cultuurtechnisch uit den booze is. maar dat het eenige goede peil Ls: de bodem van de sloot. Bij de droogmaking van de Wieringer- meer ls een ideale toestand geschapen wat Kloppende Hoofdpij® m Veilig en vlug als geen ander helpt hieriïij altijd een poeder of cachet van Mijnihardft. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 ct. 3904 (Inge*. Med.) betreft den waterstand, droge slooten en toch vaargelegenheld ln de kanalen Omdat de landbouwers daar gemakkelijk kunnen komen en rondzien, heeft dit er zeer veel toe bijgedragen om de landbou wers te overtuigen dat water goed ls voor de vlsschen en om koffie en thee te zet ten. maar niet bevorderlijk voor een goede cultuur en hooge opbrengsten. Zoo is het bemalingsvraagstuk van den polder een der voornaamste taken van het bestuur en wordt er steeds naar verbete ring en versterking der bemaling gezocht. Ideaal kan de toestand hier alleen wor den als de bemaling wordt versterkt, die per en sneller kan worden afgemalen, de sluis verdwijnt en er geen scheepvaart in den polder meer mogelijk ls. REDE VAN MINISTER ALBARDA. Vervolgens was het woord aan minister Albarda, die er op wees dat in dit uitge strekte gebied honderd Jaar geleden nog de „waterwolf" woedde. Er is geen plas in ons waterrijke land. waaraan met zooveel vrees is gedacht en die men zoo dikwijls heeft verwenscht, als het oude. nu verdwenen. Haarlemmermeer. Al stelden de Leidenaars op zijn behoud prijs, omdat zij er met voordeel de vissche- rij beoefenden, de meeste andere omwonen den vreesden het groote water, dat bij eiken Westerstorm opnieuw een groot stuk van het land verzwolg. 8pr. vergeleek voorts o.a. de droogmaking van de Haarlemmermeer en de inpoldering van de Wleringermeer. Het verschil is groot. De ontzaglijke moeilijkheden, de groote verliezen, de diepe teleurstellingen, waar mede de eerste kolonisten in de Haarlem mermeer te worstelen hebben gehad, kon den in de Wleringermeer worden vermeden en zij zullen in den NO polder nog beter worden voorkomen Dit danken wij aan de ervaring, die met het werk, dat hier hon derd jaar geleden begon, is verkregen. Op die moeilijkheden heeft men ook in de Haarlemmermeer de overwinning be haald. Aan de energie en de volharding, hier besteed, danken wij dit schoone ge bied, zooals wij het nu kennen, dat van zulk een groote waarde Is voor ons ge il eele volk De Haarlemmermeer is een monument van de wilskracht en het scheppingsvermo gen van ons volk. Zij is een door het volk zelf geschapen bron van welvaart. Moge zij voor rampen gespaard blijven en ook in de toekomst de zetel zijn van een vrij en wel varend volksdeeL Spr huldigde vervolgens het polderbe stuur, den dijkgraaf en de heemraden en deelde mede, dat het H.M. de Koningin heeft behaagd, den dijkgraaf als een be wijs van waardeering der regeering voor zijn belangrijke diensten, te benoemen tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Met zijn hartelijke gelukwenschen bood spr. hem het teeken van die onderscheiding aan. ONTHULLING GEDENK TEEKEN. Vervolgens onthulde spr. het gedenktee- ken, aangeboden namens de Vereeniging tot Bevordering van de Belangen van den Haarlemmermeerpolder, onder het uitspre ken van den wensch, dat dit gedenkteeken ongeschonden zal worden bewaard en dat het bij allen, die het zullen aanschouwen, tot in lengte van Jaren de herinnering zal wakker houden aan een groot werk van ons klein land. aan onze manier om voor ons volk de levensruimte te vergrooten. Ons volk toont bij werken als deze zijn beste krachten. Het schept daarmee een schoon arbeidsveld voor vele geslachten. Het levert daarmee een belangrijke bijdrage tot de volkswelvaart, waarvan wij allen, die hier wonen en werken, een ruim aandeel toewenschen. Moge dit gedenkteeken ook latere genera ties aanmoedigen tot Inspanning van krachten bij zegenbrengenden arbeid. WACHTMEESTER SALA TE KATWIJK AAN ZEE GEHULDIGD. Wachtmeester Sala. H. C. Sala, wachtmeester-capitulant te Katwijk aan Zee heeft indertijd met groot levensgevaar een span paarden voor een met munitie geladen caissonwagen, dat op hol was geslagen, met gevaar voor eigen leven, tot staan gebracht bU het kamp van Oldebroek, waardoor een groot onheil voor komen werd. Overste Trapman heeft hem, met een toepasselijke toespraak. Zaterdag te Kat wijk aan Zee daarvoor de medaille voor menschlievend hulpbetoon voor het front der troepen op de borst gespeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 13