Zal de oorlog ook Italië meesleepen Straffen op spionnage nog verzwaard Onze Puzzle-Rubriek Stiie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 4 Mei <940 Vierde Blad Ne. 24572 Pouwetgberte De as versterkt en... Doodstraf mogelijk in geval van oorlog Kruiswoord-raadsel Oplossingen vorige week Rekenpuzzle. (Van onzen Romelnschcn correspondent). Rome Mei. Gelijk een onafwendbaar noodlot schijnt ook voor Italië de dag te naderen, waarop het in de draaikolk van den oorlog zal worden getrokken. Voor wie het schiereiland der Apennijnen van dicht bij kennen en ervan houden, ls het wel een smartelijke gedachte, de toch al zoo wreede slachting misschien uitgebreid te moeten zien tot deze met historische herinneringen, kostbare kunstschatten en een paradijs achtig klimaat zoo rijk gezegende streken en haar nijvere en sympathieke bevolking. Want als men zijn oor te luisteren legt bij de Italianen, dan blijkt al ras dat onder de massa van het volk bijna niemand wordt gevonden die een actief deelnemen aan den oorlog wenscht of deze met voldoening zou begroeten. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de menschen niet bereid zouden zijn hun plicht te doen op het oogenblik wan neer het vaderland roept, maar de sterkste prikkel tot het vervullen van dezen plicht schijnt ons in stee van geestdrift, ver- ovcrlngslusten of overtuiging van de nood zakelijkheid van den strijd veeleer de op merkelijke nationale discipline, waartoe de Duce zijn volk in den loop van bijna twin tig Jaren heeft weten op te voeden. De vrees voor den mogeltjken gang van zaken, voor de uitwerking van den oorlog op het eigen land, voor eventueele bombardementen uit zee of aanvallen uit de lucht ls inmiddels grootcndeels geweken, omdat het verloop van de eerste acht maanden van dezen oor log wel getoond hebben, dat de onbescherm de burgerbevolking en de open steden door belde partijen tot dusver zooveel mogelijk worden ontsien. Het gevaar dat eigen erf of vrouwen en kinderen rechtstreeks zouden worden bedreigd, ziet men hoogstens bij een eventueele landing van vijandelijke troepen op Itallaanschen bodem en dat ls nu Juist een mogelijkheid, waaraan door niemand wordt geloofd. In tegenstelling met de stemming der be volking in de noodlottige Augustusdagen van verleden Jaar ziet men het oorlogsgevaar nu niet meer In ijzige verlamming nadcrslul- pen als een dreigend ondier; men heeft den tijd gehad, zich met het gevaar voldoende vertrouwd te maken en zijn eigen krachten te toetsen. De militaire voorbereidingen, de stelselmatige propaganda door de fascisti sche pers en vooral het persoonlijk woord ln de Jongste verklaringen van Mussolini, ziedaar de redenenen tot het ontzaglijk gegroeide vertrouwen in de eigen kracht. Terwijl men zich vroeger ermede tevreden stelde, ln zijn militaire machtsmiddelen, met name ln de Italiaansche vloot een fac tor te zien, waardoor de verhouding der krachten der overige Europeesche mogend heden beslissend kon worden beïnvloed, koestert men thans de overtuiging dat de Italiaansche onderzeeërs en de Italiaansche luchtmacht alleen reeds het land tot mees ter maken van de situatie ln ie Middelland- 5che Zee Naast dit vertrouwen in de eigen kracht staat het rotsvaste vertrouwen ln de kracht van den bondgenoot, dat eveneens door de Italiaansche pers met alle middelen wordt aangewakkerd en versterkt,. Het. vertrouwen ln de hechtheid van de alliantie met den as "-genoot werd ln deze dagen niet weinig ojvordcd door het arrl- veeren van de diverse militaire commissies uit hel Duitsche leger, die over alle wapenen van het Italiaansche ieger verdeeld werden en een nauwe samenwerking tusschen de troepen van den Fuehrer en van den Duce nog meer dan tot nu to° moeten waarbor gen Het heet ln de offlcleele toelichting, dat dit geen nieuw Initiatief ls maar slechts een onderdeel van de reeds in 1938 gesloten overeenkomsten. De omstandigheid echter dat zulk een op onderling vertrouwen ge baseerd onderdeel Juist nu in de prakÜJk wordt omgezet, geldt hier algemeen als een aanwijzing van den nieuwen ge^pt, die over de oude as vaardig is geworden. Toen Von Rlbbentrop in Augustus de wero'.d verraste door het plotselinge en on verwachte omslaan van de kromme der Duitsch-Russische betrekkingen uit de ne gatieve in de positieve oneindigheid en toen rauwelijks eenlge dagen later de wereld rpnlc-uw werd verrast door het plotselinge toeslaan van Hitler in Danzig en Polen, toen bleek de verrassing van den nagenoot ln Rome nauwelijks minder groot dan die van do overige wereld. Graaf Clano heeft dit ons zelf verteld in zijn bekende rede voor de fastlsche kamer, die overigens na meer dere maanden oorlogsvoering de eerste be kentenis was van Italiaansche zijde tot de door velen al dood gewaande as Ditmaal echter, bij het ploteeltng en voor de geheele wereld zoo verrassend mogelijk gekomen toeslaan van Hitler ln Denemarken en Noorwegen, toonde men ln de Italiaansche hoofdstad geen oogenblik verrassing, maar was onmiddellijk op de hoogte der situatie en ten volle bereid, de nieuwe politiek van den asgenoot door dik en dun te steunen. In deze houding kan moeilijk Iets anders worden gezien als een zeer positieve aan wijzing, dat Italië zijn bondgenootschap met het Derde Rijk thans in een daad gaat om zetten. Er zijn trouwens nog meer aanwijzingen te vinden ln de gebeurtenissen der laatste dagen. Het duidelijke en besliste woord van den voorzitter der fascistische corporatieve kamer Dlno Grandi, die ln de plechtige slot vergadering der Duce onvoorwaardelijke gehoorzaamheid beloofde en de noodzake lijkheid van een Itallaansch actief ingrijpen In den oorlog beklemtoonde, zal voor velen een hevige teleurstelling zijn geweest, om dat zij Juist ln dezen spreker een overtuig den voorstander van de Italiaansch-Engel- sche vriendschap meenden te zien. Niet minder geldt dit van de benoeming van Dlno Alflerl tot ambassadeur in Berlijn. Toen Alflerl verleden herfst eensklaps van zijn ambt als propagandamlnlster werd ontheven, werd dit door zeer velen ln ver band gebracht met zijn overgroote toewij ding aan het Italiaansch-Dultsch verbond en als ernstige verzwakking van de as ge kenmerkt. Het ls derhalve logisch, dat de benoeming van dezen fasclstlschen politi cus tot ambassadeur te Berlijn Juist op dit oogenblik als een belangrijke versterking van de as moet worden opgevat. Onder de diplomatieke vertegenwoordigers der Ge allieerden ln de Italiaansche hoofdstad ls dit oordeel dan ook algemeen. Ons dunkt dat de reactie uit Parijs en Londen spoedig van dit oordeel blijk zal geven en bewijzen zal dat tenminste ln dc verantwoordelijke kringen aldaar niet meer met de Itali aansche .vriendschap" wordt gerekend. (Nadruk verboden). cCuMeit, BEN 6PANNENP e>OEK "RN PtJP TA0AK VAN 3T7® Onaez Med.) De minister van Justitie, prof. mr. P. S. Gerbrandy, heeft gevolg gegeven aan den aandrang der commissie voor privaat- en strafrecht uit de Tweede Kamer, om de maximumstraf op spionnage en soortgelijke misdrijven nog meer te verzwaren, dan ln het betreffende ontwerp werd voorgesteld. De minister had gelijk bekend, voorge steld de maximumstraf op het misdrijf van art. 98 W. van S. (openbaar maken aan een bultenlandsche mogendheid van gegevens, die met het oog op 's lands veiligheid ge- helm moeten blijven) van 6 op 15 jaar te brengen, hetgeen de commissie niet vol doende achtte. De minister heeft thans zijn ontwerp gewijzigd in dier voege, dat voor spion nage, althans voor wat feiten betreft, gepleegd In tijd van oorlog, de moge lijkheid wordt geopend van levenslange gevangenisstraf of tijdelijke gevange nisstraf van ten hoogste twintig jaren. Dezelfde straffen zijn in een nota van wijzigingen voorgesteld voor het mis drijf van artikel 97 (het in verstand houding treden met een buitenlandsche mogendheid met het oogmerk haar tot het plegen van vijandelijkheden tegen den staat te bewegen). Beide wijzigingen hebben tot gevolg, dat bij deze delicten, evenals thans reeds het geval is bij dc andere delicten van titel I en titel II van het tweede boek W. van S., waarop levenslange ge vangenisstraf is bedreigd, „in geval van oorlog", dj. dus indien oorlog werke lijk Is uitgebroken, de doodstraf zal kunnen worden opgelegd, indien zij al thans gepleegd worden in een in staat van beleg verklaard gedeelte van het grondgebied des Rijks. Eveneens is in de nota van wijzigingen voorgesteld om ook de voorbereidingshan delingen van het misdrijf van artikel 102 het opzettelijk ln tijd van oorlog den vijand hulp verleenen of den staat tegen over den vijand benadeelen), strafbaar te stellen. NIET HET UITERSTE. Verder zou de minister, zoo deelt hij in de memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer mede, voor het oogenblik niet wil len gaan. In het bijzonder staat bij hem bezwaar voor het tegenwoordige mede te gaan met de verder strekkende voorstellen van de meerderheid van de commissie, ra kende de strafmaat van artikel 98. Deze voorstellen houden in. overbrenging van de misdrijven van de eerste beide titels van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht, ook wat de burgers betreft, reeds onder den staat van beleg dus nog voordat oorlog werkelijk is uitgebroken naar den militairen rechter. Het gevolg zou dan zijn dat reeds onder den staat van beleg de mogelijkheid van doodstraf geo pend zou worden voor die delicten, waarop in het Wetboek van Strafrecht levenslange gevangenisstraf is gesteld. De minister heeft deze materie bij zich zelf herhaaldelijk overwogen. Hij is hierbij tot de conclusie gekomen, dat het te dezen om zeer vérstrekkende voorzieningen gaat, waartoe, naar zijn overtuiging, alleen zeer beraden en in volkomen rust en na over denking van alle in aanmerking komende gezichtspunten, mag worden besloten. Voor- HORIZONTAAL 1. Iemand die onbe 46 uitroep kend wenscht te 47. feestkleeding blijven 49. leder 3. gezin 61. muzieknoot 8. riviertje in Neder 52. stel van twee land 64. Jongensnaam 13. versterkend voe 66 een vijand van dingsmiddel Nederland ln de 14. onderdeel 16e eeuw 15. huishouding 58. huls 18. bevelen 69. deponeeren 20. mannetjes-eend 63. einde 21. Iemand die eet 64. poover 22. klein in breedte 65 hier 24. telwoord 67. plaats ln Noord- 26. berg ln Zwitserland Holland 27. plaats ln Gelder 70. nauwelijks genoeg land 74. studentenroeiveree- 29. meisjesnaam niglng 31. folterwerktulg 75. plaats waar men 36. gekleurd doek kaartjes koopt 38. onderdeel van een 76. paddestoel trap 78 de opgevulde ruim 39. Provinciën aam ten tusschen stee- (afkorting) nen 40. godsdienstig gebruik 81. dier 41. opbergplaats 82 muzieknoot 42. met weinig moed 83 waarschuwend aan begiftigd dringen 43. aldus 84 visch 45. landbouwwerktuig 86. scheikundig element DE SCHOT EN DE GOUDEN KETTING. Een Schot, die de kwaal aller Schotten had. zuinig te zUn, sprak met den waard van een loge ment af, zijn rekening per dag te mogen betalen met dc schakels van een gouden ketting, die ln z\)n bezit was. lederen dag een schakel, zoo luidde het tarief. Om nu echter per dag te kun nen betalen, moesten de schakels van den ketting worden doorgeknipt. Het waren eenvoudige, cirkelvormige schakels, en de ketting was niet gesloten, telde dus twee uiteinden. By het doorknippen van de schakels ging echter een deel van dc waarde verloren, zoo be tuigde de waard, die eveneens Schotsch bloed ln de aderen had vloeien. ZU kwamen dus over een, dat bU het vertrek van den Schot geteld zou worden, hoeveel doorgeknipte schakels in het bezit van den waard waren. Voor leder dezer zou een kwartje worden bijbetaald. Verder zouden de schakels als gewoon geld worden beschouwd, als geldstukken dus. die Juist het per dag te betalen bedrag vertegen woordigden. De ketting telde 63 schakels, en toevallig wcnschte de Schot Juist 63 dagen te biyvcn ln het logement. Natuurlijk ging hij den ken en hij vond inderdaad de meest economische manier, waarop de schakels konden worden doorgeknipt. Na de 63 dagen behoefde hU lechts 3 kwartjes te betalen De vraag aan U ls nu. welke schakels de Schot, doorknipte, om tot dit resultaat te komen, en hoe lederen dag de verschuldigde schakel werd betaald. HORIZONTAAL 1. v.g. 44. kotters 78. gereed 3. kam 46. lint 80. moesson 6. reede 47. saam 82. steenblok 11. lep 50. reep 85 mep 13. koren 51. Ee 86. pad 15. Zondag 53. eg 88 aak 16. slag 54. etste 89. al 17. soorten 55 Sam 91. To 18 kolder 57 Sr 92 Udel 19 cel M Arles 95. klas 20 Po 60 vlotte 97 klem 21. leek 61 stronk 99 om 22 vlot 63 kruik 100 Eva 23 heir 64 Ko 101. straal 25 L. D. 65 mee 103. vampier 27. nc 66 later 105 rein 28. vee 67. ga 106 staalt 30 N.N.O. 68 ma 107. peren 31 dol 69 boer 108. leg 33. Noorwegen 71 Amer 109 aarde 38 genaken zalm 110. rap 41 te land 74. boomtak 111. S.S. 42 An 77. TT. VERTICAAL 1. visch 35. ent 70. ras 2. Geleen 36. G. D. 72. zee 3. kool 37. naasten 73. melk 4 arren 39. nor 75. om 5. meteen 40. nr. 76. kopy 6 rolt 43 natte 78. ge 7. end 45. serum 79. Do 8 eden 47 stom 81. nadeel 9. dar 48. mee 83 T.T. 10. eg 49 kartets 84 kalmer 12 paling 52 Eliab 87. devies 13. Ko 54. el 90. lepra 14. nek 55. stamt 93. langs 15. zoo 56 moer 94 star 17. soldatesk 58. ar 95. kale 18. klewang 59 ck 96 lat 22. verlies 60 voetspoor 97. kap 24. roek 61 sla 98 Miep 26. dokter 62 nr. 101 sta 28. voel 63. kalebas 102. rad 29 te 64. komeet 104 en 32 leep 67. garnaal 106. SA. 34 Ot 69 boom In de opgave van dit kruiswoordraadsel ls helaas een kleine fout geslopen. Nummer 11 horizon taal moest „boom" zijn inplaats van het abu sievelijk opgegeven „bron". VERTICAAL 1. iemand van een 35. bepaald ras 2. gering 4. Indien 36. 5. indien 37. 6. insgelijks 42 7. persoonlijk voor- 44. naamwoord 46 8 geprepareerde huid 48 9. Jezus van Nazareth, 50. Koning der Joden 10. nadeel opleverend 53. 11. hoofdpersoon van 56 bekende detective- 57. romans 60. 12. riviertje in Neder land 15. boerderij die als model dient voor 61. de ideale boerderij 17. weermachts onder- 62. deel 18 jongensnaam 66. 19 voorzetsel 68. 23. Bijbelsche figuur 25. een in de groote 69. schoonmaak veel gehanteerd hulshou-71. delijk werktuig 28. knal 72. 30. opbergplaats voor 73 visch en vloeistoffen 77. 32. bevel 78. 33. zij die de baten van 79 het voorgeslacht genieten 80. 34. lidwoord (Pransch) sterke streek in onze verdedigings linies gierigaard palmsoort Engelsch edelman vreemd doen bloedvat vervoeging van liggen voorzetsel kortst geleden wend van richting Electromotorische kracht (de in de natuurkunde ge bruikelijke afkorting begroeiing van den bodem menschen van een bepaald ras hoog bouwwerk de vroegere bestuur der van Genua plaats in Duitsch- land onderdeel van een mast karakter groente boom 's ochtends waaronder (afkor ting» voorzetsel Doordat tweemaal twee cijfers worden aan gehaald voordat de deeling verder uitgevoerd kan worden, kan men dadelijk in het quotient (C) twee nullen invullen, en wel op de 2e en 4e plaats van links. Het derde cijfer van het quo tient (c) maal (a) ls een getal van drie cijfers, dat, van een getal van 4 cijfers afggetrokken. een getal van 1 cijfer overhoudt. Bijgevolg moet <d> grooter zijn dan (e). aangezien dit getal een grootcr getal overhoudt inl van 3 cijfers» als men het van een getal van slechts 3 cijfers af trekt. Het derde cijfer van het quotient ls dus grooter dan het vijfde, dus grooter dan 7. Het moet echter kleiner zijn dan het eerste en laat ste. die vermenigvuldigd met ia» een getal van 4 cijfers opleveren. Bijgevolg ls dit derde cijfer een 8 en de eerste en laatste belde een 9. zoo dat (c) blijkt te zijn 908079 Wij zien dat (d> minder dan 10 van de 1000 verschilt, en tevens een 8-voud is. Dit kan alleen 992 zijn. waaruit <a> te berekenen ls. Dit wordt 124. Vermenig vuldiging van <a> en (c) levert (b) op (112601796), waarna de deeling verder is uit te werken. zieningen bovendien waartegen ook ver schillende bedenkingen bestaan. De minister die aan zijn betoog uit drukkelijk toevoegt, dat hij met deze over wegingen niet bedoelt de geprojecteerde oplossing definitief af te wijzen wijst er o.m. op. dat de militaire gerechten deels eerst onlangs zijn ingesteld, deels nog op korten termijn moeten worden gevormd, terwijl zij krachtens opzet en samenstelling ook allereerst zijn gericht op de berech ting van militairen en de beoordeeling van specifiek-militaire verhoudingen. Ook herinnert de minister aan de bekende be zwaren tegen de doodstraf, ojti het be zwaar van onherstelbaarheid. In tijden van groote spanning kunnen vergissingen in de rechtspraak eerder voorkomen dan in nor male tijden; het ls gevaarlijk de toepasse lijkheid van de doodstraf juist voor zulke tijden uit te breiden. Ook is de afkondi ging van den staat van beleg voor het ge heele land afhankelijk van het subjectieve inzicht van dc regeering. MILITAIR STRAFRECHT. Bij de voorstaande overwegingen voegt zich voor den minister nog de volgende omstandigheid Bij de regeeringen zijn voorzieningen in beraad, wplke de strek king hebben de mogelijkheid uit te slui ten, dat gevangenisstraffen van langeren duur. opgelegd ter zake van de hier in aanmerking komende misdrijven, ten ge volge van een vijandelijken inval zouden kunnen worden onderbroken. Zouden deze voorzieningen na onderzoek de regeejrlng aanvaardbaar voorkomen, zoo zou een be langrijke aanleiding om overeenkomstig de voorstellen te gaan in de richting van ce doodstraf wegvallen. De minister zou ook daarom gaarne deze voorstellen, evenals een aantal andere vraagstukken op het gebied van landver raad en spionnage, vcor het moment aan houden en behoudens eventueele meer jn- dergeschikte wijzigingen en aanvullingen thans willen volstaan met het gewijzigd wetsontwerp, waaromtrent vrijwel alge meenheid van gevoelen blijkt te bestaan en dat een spoedige totstandkoming be hoeft. Mocht d2 Kamer dezen gedachtengang kunnen aanvaarden, zoo wil liij r.ijnerzljds gaarne toezeggen op korten termijn de in diening te zullen bevorderen van een twee de ontwerp, rakende deze materie, Inhou dende ojn. een wijziging van het Wetboek van Militair Strafrecht. Waar hij omtrent deze laatste wijziging overleg moet plegen met zijn ambtgenoot van Defensie, zou in voeging in he' aanhangig wetsvoorstel tot vertraging aan'eidlng geven. Bij de behan deling van dit nieuwe ontwerp zullen de bovenbedoelde voorstellen opnieuw onder het oog kunnen worden gezien. In de nota van wijzigingen wordt voor gesteld de strafbaarheid uit het bestaande artikel 102 en ook die van artikel 97 uit te breiden tot voorbereidingshandelin gen Gelijktijdig bevat deze nota, in aan sluiting aan de strafverhooging in de ar tikelen 98 en 97, een verhooging van de maximumstraf, bedreigd ln het eerst» lid, tot levenslange gevangenisstraf of *ajde- lijke van ten hoogste twintig jaren. Het in verstandhouding treden met een bultenlandsche mogendheid met het oog merk om haar tot het plegen van vijan delijkheden te bewegen, enz., omvat ook het in verstandhouding treden met tusschen - personen met gelijk oogmerk. Dit laatste zal trouwens het normale geval zijn. De nieuwe tekst van het tweede lid van artikel 102, voorgesteld ln het gewijzigde wetsontwerp, omvat ook het teweegbren gen of bevorderen door burgers van oproer, of muiterij of desertie onder het krijgs volk ln tijd van oorlog, zonder dat hulp aan „den vijand" of het benadeelen van den staat tegenover ..den vijand" zal be hoeven te worden bewezen. PENSIOEN. Artikel 130 van de Pensioenwet bevat reeds een algemeene regeling met betrek king tot pensioenen, verschuldigd aan hen, die veroordeeld zijn tot een vrijheidsstraf van drie maanden, tot plaatsing in een rijkswerkinrichting of tot eenige zwaardere straf. Zeker kan de vraag rijzen, of de in dit artikel gegeven regeling uitputtend moet worden geacht en of niet. b.v. na zeer zware misdaden, op grond van onwaar digheid het recht op pensioen of uitgesteld pensioen zou dienen te vervallen. Hier staat echter tegenover, dat voor de pensioenen door de gepensionneerden regelmatig is be taald, zoodat het te deaen voor een ge deelte om verworven rechten gaat. De ambtenaarspensioenen vervullen voor de ambtenaren de rol, welke levensverzekerin gen vervullen voor tal van personen, werk zaam in het particuliere bedrijf. Het betreft hier bovendien een probleem, meer omvattend dan het gebied enkel van landverraad en spionnage, hetwelk ln ver band daarmede moeilijk in het thans aan hangige ontwerp kan worden opgelost. De minister wijst er voorts in zijn me morie op, dat hij de voorzieningen, opge nomen in het thans aanhangige wetsont werp. slechts ziet als een onderdeel van hetgeen voor een doeltreffende bestrijding en onderdrukking van het zoo gevaarlijke euvel van de spionnage is vereischt. Bij voortduring en in de eerste plaats houdt hy zijn aandacht gericht op al. wat een daadwerkelijke bestrijdlne in den meest uit- gebreiden zin van het woord en een doel treffende vervolging van de spionnagemis- drijven kan bevorderen. In dit verband wijst de minister ei op, dat op het gebied van de voorkoming, op sporing en vervolging van de hier bedoel de feiten in ons land den laatsten rijd reeds wel meer is bereikt, dan naar bul- Un kan blijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 13