Het Prinselijk paar bij golfwedstrijd - De Winnertentoonstelling 1940 giste jaargang LEiDSCH DAGBLAD Echtpaar z.k. Tweede Bied yi 4 CM, wJÊ i 1 i y - r FEUILLETON de zuid holland8che jachtvereeniging hield een behen digheids-springconcours In den springtuin In MeyendelL Freule Just de la Paisieres op Dogra tijdens het nemen van een hindernis. DE EERSTE o. en o.-wedstrijd golf militair team tegen burger team (uitslag 17—13, ls Zondag op de Utrccht- sche Golfclub „De Pan" te Huis ter Heide gehouden. Z.K.H. Prins Bernhard streed aan de zijde der militairen mede. Des middags kwam H.K.H. Prinses Juliana naar de verrichtingen van haar echtgenoot kijken. H.K.H. Prinses Juliana en Z K.H. Prins Bernhard op de banen tijdens den middagwedstrijd. lilj de militaire voetbalmatch in het Ajax-stadion te Amster dam tusschen ploegen van de luchtdoel en zoeklichten afdeeling, verricht te de scheidende luit.-generaal H. A. F. G. van Ermel Scherer den aftrap. - - DE „VOOR-KAAG". Zaterdag en Zondag werden op „De Kaag" weer de voorjaarswedstrijden gehouden, bekend als de „Voor-Kaag". De start van de regenbogen. DE „winner-tentoonstelling 1940" In de Apollohal te Amsterdam. Twee schitterende Skye-terriers, overladen met prijzen, ontvangen van hun meesteres, barones de Wykerslooth de Rooyestein, een belooning, waar zij wat aan hebben. DE VOETBALWEDSTRIJD A.D.O.—'T GOOI, IN DEN HAAG GESPEELD, EINDIGDE MET EEN 4—0 ZEGE VAN A.D.O. EEN AANVAL OP HET DOEL VAN 'T GOOI. de opening van de bloemententoonstelling „polyantha" te schiedam. De rondgang over. het terrein. V.r.n.L mr. c van Haaren, burge meester van Schiedam, de commissaris der Koningin in de provincie Z.-Holland jhr. v. Karnebeek, en de Belgische gezant door Mr. KEA BOSSERS. 15) ..Ja mevrouw" zei Lies moeilijk. ..En" vroeg Annle belangstellend, „wat had ze?" ..Het menu voor de lievelingen natuur lijk" zei Lies kwaad. „Dat wisten jullie toch zeker wel. Had me dan even gewaar schuwd, dan had ik papier en potlood mee kunnen nemen. Nou weet ik alleen Marla- cakes met levertraan en rijst met worm- koekjes" ..En drie maal per dag een eetlepel rat- tekruid vulde Hendrik aan. ..Heeft za er dat niet bij gezegd? Jammer." ..Hou Je maar kalm. lieverd" zei Annie. ..Kee had een lijstje hoor en dat heeft ze voor jc achter gelaten. Het ligt in dat dik ke kookboek daar in de kast." Gelukkig" zei Lies opgelucht. „Ik zal het tegen den muur spijkeren. Maar ik hoef die mormels toch zeker niet te voeren?" ..Nee hoor, dat doet Hendrik" zei Annie ..Ja. dat doet Hendrik En Hendrik gaat vier keer per dag met de beestjes wande len En Hendrik mag lederen morgen Byou kammen en Loulou borstelen en de beestjes d'r pootjes afvegen als ze in de modder ge- loopen hebben. O, Hendrik krijgt het zoo gezellig, dat zul je eens zien. Maar dat zeg ik je, als Kees me weer In mijn hand bijt, net als verleden Jaar, dan. „Dan doe je er wéér een opzichtig ver band om en dan douw je d'r je hand wéér tien keer per dag onder d'r neus" wist Annie. „En dan krijg Je wéér een kwartje meer fooi als de anderen, als ze weggaat" voor spelde Hendrik. ..Niks hoor, dezen keer gaat-le d'r aan. Voor een kwartje waag ik het er allicht op." Frank was in de garage, prutste aan de Renault. Hendrik werkte aan de honden. ..Dat ouwe prul bezorgt me grijze haren" vertrouwde Frank hem toe. „O, heb je het ook door?" „Snap Jij nou, dat iemand er nog geld voor over heeft, om zooiets te laten opka- lefate\*ei)?" „Wie dan?" „Nou, de Jonker natuurlijk. Zestig pop heeft het hem gekost, weggegooid geld." Hendrik floot tusschen zijn tanden „Da s nie mis, zeg. Je zou zeggen, hoe ouwer, hoe gekker. Maar hoe weet Jij dat in 's hemels naam? Daar hebben ze toch Jou zeker niet bijgehaald?" „Zeg. ik lieb het toch zelf allemaal moe ten bestellen." „Jij??? Wat dan?" „Nou, een sproeier en een fuseèpen en een paar lagers, als je het precies weten wilt." Hendrik bulderde. „Een sproeier... en lagers zeg Jeman. schei uit. ik dacht dat je het over de douairière had!" „Nee. ik had het over dit mirakel.Frank gaf een mep op den radiateur. schoot toen ook in den lach Het was nogal .gek „Waar hebben jullie zoo'n plezier om?" vroeg Lies in de keukendeur. „Moet Je hooren" snikte Hendrik, die nog niet bij was. „o mensch, ik kan niet meer" Lies luisterde geduldig. „Maar weet je wat nou het beroerdste van alles is?" begon Frank opnieuw, toen Hendrik weer normaal was. Dat ze met al dat opgelap en gepruts het ergste man kement juist niet kunnen verhelpen." „Hoezoo?" „Wel de remmen. Daar krijgen we van daag of morgen hopeloos last mee. Ik moe* ze tegenwoordig drie keer per week laten bijstellen, dat is het eenige. dat er aan te doen ic. En het helpt precies voor een halven dag. Ik zeg je. dat het onver antwoordelijk is" Frank wond zich op. „Maar de Jonker kan nooit zeggen, dat ik hem niet heb gewaarschuwd. Gisteren heb lk hem ronduit gezegd au „Waarom zei je dat?" vroeg Hendrik onschuldig en boog zich dieper over den hondenbrug voor hem. „Omdat ik een schroefsleutel op mijn tee- nen laat vallen, ongeluk," raasde Frank. „En als jc niet uitscheidt met lachen, ver moord lk je." „Brr" rilde Hendrik. „Vertel maar liever verder." ..Nou dan. lk zei: Jonker, er komen on gelukken van. Eergisteren heb ik op een haar na een aanrijding gehad. En lk eta er niet voor in, dat het den volgenden keer wéér goed afloopt Maar denk je. dat het wat uithaalde? Hij daasde maar wat van remvocring. die pas vernieuwd was en nog eens laten bijstellen en daarmee uit." „Weet je' zei Hendrik peinzend, .jnijn 'orige baas had een oud rijpaard en daar was hij ook zoo aan gehecht. Daar ging hij lederen dag mee kuieren, aan de hand. Maar denk jc dat-le het liet afmaken? Niks hoor. En zoo ls de Jonker nou ook met z'n auto, denk ik." „Laat hij daar voor mijn part dan ook mee gaan kuieren!" viel Frank uit „Dan waagt hij er tenminste zijn leven niet aan en het mijne erbij. Ja, lach Jij maar weer. er komen ongelukken van. lk voorspel het Je". Eenmaal geïnstalleerd begon Mevrouw van Waveren Stortewijk, zooals leder jaar opnieuw, haar broer te bewerken. „Ik heb het Je al zoo vaak gezegd, Aer- nout, het is hier een onmogelijke toestand" „In welk opzicht, als ik vragen mag?" De heer van „de Waeldonck" zette zich voor den zooveelsten keer schrap. „Dat Jij als man alleen uitsluitend aan vreemde hulp bent overgeleverd. Dat kan niet goed gaan." „Ik heb toch steeds tevreden kunnen zijn over mijn personeel." Hij stond dit jaar zwak: Zijn sterkste steun, Kee, de cude ge trouwe. Kee het onkreukbare familiestuk was hem ontvallen. Maar hij gaf geen kamp „Ik heb op niemand iets aan te merken. Emille". „Natuurlijk niet" gaf zijn zuster grif toe ..JIJ ziet zooiets niet. Daar ben je man voor. Maar ik zeg he. je. het is schandelijk In de eerste plaats is het hier bepaald vuil" Met een gezicht, alsof haar voeten door de modder waadden, schreed ze door den salon. „Neem me niet kwalijk, Emilie waagde haar roer. „maar nu ben je bepaald on billijk. Als het momenteel Iets minder zin delijk mocht zijn. komt dat in de aller eerste plaats op rekening van „De honde.i, wil je zeggen. Natuurlijk. Maar ik verzeker Je. Aernout, dat Je in mijn Luis geen spoor van onzindelijkheid zult aantreffen." ..^est mogelijk" zei haar broer zwakjes. „Maar jouw personeel„Wisselt nogal eens" wilde hij zeggen, maar durfde de ge volgen niet aanis veel uitgebreider" eindigde hij. En dacht aan zijn overleden zwager, die zijn leven lang geen rust en gezelligheid had gekend in het groote huis, waar zijn vrouws talrijke lievelingen alle kamers onbewoonbaar maakten Waar honden het brocaat van de stoelen ver nielden en „volkomen makke" papegaaien de fluweelen gordijnen beklommen. Waar keukenmeisjes, kamermeisjes, huisknechts elkaar steeds met de kortst mogelijke tus- schenpoozen opvolgden. Arme Jacques. En arme Emilie. Maar zijn huis bleef ze uit. hoe aangenaam haar die oplossing ook mocht lijken. „Beste kind", zei hij. „Ik ben een oud man. En ik hecht aan mijn oude gewoon ten. En jij hebt Je eigen liefhebberijen. Als je me een groot genoegen wilt doen. kom daar dan niet weer op terug. Je bent van harte welkom op „de Waeldonck" voor zoo dikwijls en zoo lang je wilt. Maar overi gens ieder voor zich. En als je me wer kelijk eenige wenken wilt geven omtrent mijn personeel, zal ik je zeer verplicht zijn" „Met genoegen" verklaarde de douairière, maar half verzoend. „Om te beginnen, dat nieuwe keukenmeisje. „Ze kookt uitstekend, vind je niet?" leid de hij af „Inderdaad. Maar verder? Is ze zuinig? Controleer je haar uitgaven regelmatig?" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5