Het conflict inzake
de luchtbescherming
LHDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 April 1940
Derde Blad
No. 24554
8fsie Jaargang
Hoofdbestuur der N.V.L.
verdedigt zich
„pimmer hebben wij gepoogd op den stoel der
regeering te gaan zitten"
Een dagelijksch bord heerlijk H-O of Quaker
geeft U kracht en energie!
/CUECP/ At.l
TJtlStlNT*^
I (Van onzen «pedalen verslaggever).
êt hoofdbestuur van dc Nederlandsche
leniging voor Luchtbescherming heeft
vertegenwoordigers der pers ln een con
ditie te Den Haag bijeengeroepen om
zijn kant het publiek voor te lichten
|r het bekende conflict met den minister
Blnnenlandsche Zaken, den heer Van
yen. Het door het bestuur ingenomen
lidpunt. dat uit dc besprekingen naar
en kwam, was, samengevat ln punten,
volgt:
|l. Het bestuur der N.V.L. heeft nim-
ser getracht op den stoel der regee-
ing te gaan zitten.
2- Het bestuur zal niet voor den
linister wijken, tenzij op de op 27 April
e beleggen algemeenc vergadering der
]V.L., dc afgevaardigden der afdee-
Ingcn het heter achten, dat het bestuur
als centraal orgaan der Verceniging
eengaat.
3. Het bestuur weet tot nu toe niet,
p welke feilen de minister zich be-
oept inzake de door hem aangenomen
louding tegenover een verceniging,
raarvoor hij aanvankelijk den steun
an alle burgers inriep.
4. De door den minister geuite be-
chuldlgingen zijn niet juist.
>aaraan werd ten overvloede nog de ver-
lerstelllng vastgeknoopt, dat minister
Boeyen hoogstwaarschijnlijk onjuist ls
elicht over de N.V.L. door medewerkers
zijn departement. Deze veronderstel-
g werd door den voorzitter van de N.V.L.
lit, naar aanleiding van de vraag of het
de zijde van het departement in acht
lomen stilzwijgen op brieven, op verzoe-
enz. door de N.V.L. gedaan, soms te
ten was aan het feit, dat wel degelijk
soonlljkc oorzaken achter het gerezen
chil schuilen.
Iet is niet aan ons om, na dc belde con-
enties de eerste met minister Van
iyen persoonlijk, de tweede met het
Dfdbestuur der N.VX. een oordeel uit
spreken over de kwestie, wie er gelijk
ïft. De tot oordeelen bevoegde lezer zal,
n de hand der publicaties, zelf zijn stand-
kit kunnen bepalen. Wel moge het ons
het hart dat onder de oorzaken, welke
de uitbarsting aanleiding hebben ge
len, gruwelijke misverstanden gerekend
eten worden, misverstanden, welke
st ln dezen spannenden tijd ten zeer-
betreurd moeten worden,
n thans: het woord aan het hoofdbe-
ur der N.V.L., belichaamd in den voor
eer, den heer J. W. Klein en den dlrec-
lr-secretaris, den heer mr. H. Bogaardt.
)e voorzitter begon met er op te wijzen,
de door den minister uitgesproken be-
uldlgingen gezien het feit, dat een
ïcrete, gedocumenteerde bewijsvoering
breekt eigenlijk geen weerlegging be-
even. „Daarenboven", aldus dc heer
ln, „hadden wij liever gezien, dat de
nister ons niet genoodzaakt had tot
inbare weerlegging over te gaan. Toen
minister ons door het beleggen van een
sconferentle ln een dwangpositie bracht
>ben wij ons nogmaals tot den Raad van
nisters gewend in de hoop te elfder ure
T een schikking tot stand te kunnen
ngen. Dezen niet gemakkelijken stap
>ben wij ln 's lands belang gedaan en
'neens ter behartiging van de belangen
n hen, de ons als hun bestuur hadden
;ozen.
ZAL HET PARTICULIER INITIATIEF
VERDWIJNEN?
Wij hebben den „oorlog", dien de minister
is heeft verklaard, niet gewild. Maar
arom meenen wij er wel goed aan te doen
i alle pogingen om openbaarmaking van
»t conflict te voorkomen gefaald hebben,
i duidelijk te maken, dat wij met alle be-
hikbare kracht zullen pogen het parti-
lier Initiatief, dat door den minister altijd
kend is als te zijn een eerste grondslag
or de organisatie der luchtbescherming,
'geschonden te handhaven.
Wij hebben reden om te vrcezen, dat
het particulier initiatief zal verdwijnen
als de N.V.L. verdwijnt of zoodanig
Wordt gedecentraliseerd, dat de spon
tane levenskracht, schuilend in dit
initiatief, gebroken wordt.
Daarom kunnen wij de beschuldigingen
n den minister niet, onwcerlegd laten,
[en houde echter bij het vellen van een
ïrdeel in het oog, dat het hier gaat om
n landsbelang van de eerste orde, dat
/at ook aan persoonlijk prestige op het
iel moge staan) niet de speelbal van een
inflict mag worden. Het gaat er thans om,
aat de organisatie der luchtbescherming in
Nederland spoedig haar beslag krUge!"
j|De heer Klein betoogde, dat de minlstef
m April 1938 besliste, dat de N.V.L. zou
blijven bestaan. „Het rapport Quarles van
Ufford", zoo vervolgde de N V.L.-voorzitter.
f^°rlangt voor het voortbestaan van de
eenlging als centrale organisatie niet
;en een ruime subsidie, maar ook een
'telljk fundament door de wijziging van
net K.B. van Augustus '36. De minister ls
blijkens zijn uiteenzettingen bevreesd, dat
dp nieuwe statuten, dlc beteekenen dat de
N.VX. als centrale organisatie behouden
zal blijven, niet zullen worden aangenomen.
Men mag vragen waarom hij daarvoor be
vreesd moet zijn en tot extreme middelen
zijn toevlucht moet nemen, als hij ln zijn
hart reeds tot het verdwijnen van de N.V.L.
als centrale organisatie had besloten.
Het N.VL.-bestuur mag derhalve conclu-
deeren dat dc mededeeling betreffende een
reeds lang overwogen overbodigheid niet
juist kan zijn. Maar dan rijst de vraag, aan
welke oorzaken de talrijke onaangenaam
heden en vitterijen, en het volkomen negee-
ren door den minister van hetgeen de N.V.L.
aan positief werk tot stand bracht, te wij
ten zijn.
TWEE HOOFDOORZAKEN.
Het bestuur ls verplicht hier aan te ge
ven, dat al de geschetste moeilijkheden
terug te brengen zijn tot twee hoofdoor
zaken.
De eerste oorzaak ls de bij het
ministerie van Blnnenlandsche Zaken
heerschende opvatting betreffende de
verhouding tusschen het ambtelijk ele
ment en het particuliere initiatief. In
het bijzonder huldigt dit ministerie de
opvatting, dat het particulier Initiatief
ln alle onderdeelen onderworpen be
hoort te blijven aan het ambtelijk in
zicht.
Gezegd kan worden, dat zoolang de
minister zelf erkent dat het welslagen van
de luchtbescherming voor zoo'n groot ge
deelte van de medewerking van het parti
culiere Initiatief afhangt het tenminste
een gemis aan tact of beleid ls om het
particulier initiatief aan banden te leggen
op de wijze als de minister het blijkbaar wil
doen.
De tweede en minstens even zwaar
wegende oorzaak is dat het ministerie
van Blnnenlandsche Zaken alle vraag
stukken, die met de luchtbescherming
samenhangen en het zijn er vele en
zwaarwichtige! steeds volkomen
heeft onderschat, met het gevolg dat
men met alle maatregelen achter de
feiten aanloopt. Hier zij er aan herin
nerd dat na twee jaar van interna
tionale spsmmng en zeven maanden
oorlogsmobilisatie eerst nu (ln April
1940) een wetsontwerp wordt ingediend
om verschillende urgente vraagstukken
eenigszins nader tot hun oplossing te
brengen.
Om het standpunt van de N.V.L. duidelijk
te omlijnen ls het voldoende er op te wijzen
dat de N.V.L. zich uitsluitend op het ter
rein van de zelfbescherming beweegt en
zich angstvallig onthoudt van inmenging
in de taak van de Overheid. Dit wil zeggen
dat de N.V.L. zich ln de eerste en voor
naamste plaats bezig houdt met hetgeen
de individueele burger ln eigen huls of be
drijf heeft te doen om de gevolgen van
luchtaanvallen zooveel mogelijk te vermin
deren. Dit is dus werk binnenshuis. Dit
werk vindt zijn voltooiing ln de blokorga-
nisatie, waarin de bewoners van hetzelfde
gebouw, of van eenzelfde blok hulzen, met
elkaar samenwerken.
Ofschoon de omschrijving van onze taak
zoo eenvoudig is. blijken niettemin talrijke
misverstanden, die alle zijn terug te voeren
tot de hierboven aangegeven hoofdoor
zaken.
Zoo blijkt dat de minister de zelfbescher
ming feitelijk geheel gelijkstelt met de vrij
willige hulp van vrijwilligers, die hetzij
individueel, hetzij ln verband, dc Overheid
terzijde staat. Maar dit ls niet het eerste
noch het eenige doel van de zelfbescher
ming Deze heeft zooals gezegd tot
taak de bescherming ln eigen huls of be
drijf, en daarnaast den plicht om uit het
geheel van de geïnstrueerde burgerij vol
waardige vrijwilligers voor de Overheid los
te maken.
Een ander punt ls de met nadruk uitge
sproken stelling van den minister „dat de
Overheidsbescherming en de zelfbescher
ming eén zijn." Behalve dat de minister
het zelf met deze uitspraak niet eens was
toen hij ln de Tweede Kamer op 22 Juni
1938 heeft gezegd ..dat de passieve luchtbe
scherming te splitsen ls ln twee stukken:
het stuk waarvoor de Overheid verant
woordelijk is. en dan de zelfbescherming",
is deze uitspraak slechts geschikt om de
verwarring te vermeerderen, omdat de
onderlinge verhouding door dergelijke vage
algemeenheden niet verhelderd wordt.
„Ik wil hier volstaan" zoo eindigde de
heer Klein, „met dc herhaling van onze
stelling, dat het ln de zelfbescherming be
lichaamd particulier Initiatief niet alleen
dc hoeksteen ls van de geheele lucht
beschermingsorganisatie, maar het primaire
belang van het land en zijn bevolking ver
tegenwoordigt Vanzelfsprekend behoort
dit onder leiding van de overheid te staan,
doch op een wijze, die het Initiatief van den
burger prikkelt en op een hooger plan
brengt en niet zoodanig, dat het wordt ver
lamd en ten slotte wordt verstikt".
ONJUISTE MEDEDEELINGEN VAN
DEN MINISTER.
De heer Bogaardt. directeur-secretaris,
zeide vervolgens dat bijna elke mededee
ling van den minister van blnnenlandsche
zaken onjuist was geweest. Zich beperkende
tot eenige punten roerde spr. allereerst de
klachten van den Inspecteur der lucht
bescherming over onvoldoende samenwer
king tusschen hem (den inspecteur) en de
N.V L aan. hetgeen enkele maanden na het
optreden van den minister ln 1937 het ge
val zou zijn geweest. Hier stelde spr. een
citaat uit dc notulen der vergadering van
de interdepartementale commissie van 24
Januari 1938 tegenover. Daarbij ls door ge
neraal Dc Ridder gezegd: „Hoewel de laat
ste tijd de verhouding tusschen de Inspec
tie en de vereenlglng zeer goed is en de
vergaderingen zoo veel mogelijk bijgewoond
worden betreur lk het toch, dat lk niet als
officieel regeerlngsgedelegeerde ln het be
stuur zitting heb".
Dat de klachten tot het Instellen van de
commissie Quarles van Ufford hebben ge
leld", aldus de heer Bogaardt, ,.ls ln strijd
met dc feiten. De commissie is Ingesteld
nadat de oud-voorzitter der N.V.L., de heer
Van Llth er op gewezen had. dat de ma
nier waarop de minister de N.VX. behan
delde, een conflict tusschen Zijne Excellen
tie en de vereenlglng tot gevolg zou heb
ben.
Wat het subsidie betreft, de minister ls
van oordeel, dat het rapport Quarles van
Ufford een rijkssubsidie van f. 27.500, be
nevens een regeeringsgarantle voor de ex
ploitatie van „Luchtgevaar" bevat. Daar
mede tracht de minister aannemelijk te
maken, dat hij zich aan de minlmum-
elschen van het rapport heeft gehouden
Deze voorstelling van zaken Ls volkomen ln
strijd met het rapport. Daarin worden de
uitgaven van de N.V.L. per Jaar (als uiterst
minimum) op f 67.500 'ongeacht een ga
rantie voor „Luchtgevaar"geraamd. Voorts
stelt het rapport dan voor, dat het groot
ste deel van dit bedrag en wel f 40 000, zal
worden verkregen door subsidleerlng door
de gemeenten. De minister verzwijgt nu dat
het opbrengen van f. 40 000. waarvoor de
tusschenkomst van den minister onont
beerlijk zou zijn geweest, nooit heeft plaats
gehad.
Het bestuur der N.V.L. ontkent voorts de
statutenwijziging op de lange baan gescho
ven te hebben en ls van meening, dat het
ministerie wel een overwegend aandeel in
de .samenstelling van deze statuten heeft
willen hebben Pas op 23 November 1939
was het overleg binnenkamers van het
ministerie over het op 26 April 1939
door het secretariaat der N.VX. toegezon
den eerste ontwerp der statuten beëindigd.
Het hoofdbestuur vergaderde daarna reeds
op 1 December.
Het bestuur der N VX. ontkent ook, dat
het bulten den minister ,of Inspecteur der
luchtbescherming om de verkoopsorgani
satie .Xubenla" heeft georganiseerd. Reeds
op 2 Juni 1939 werd den minister medege
deeld, dat het bestuur een verkoopsorga-
satle noodlg achtte. Op deze missive ls,
zooals op vele andere, geen antwoord ont
vangen. Bovendien bevatten de notulen van
een vergadering, gehouden op 19 Septem
ber 1939 bijgewoond door den vertegen
woordiger van den minister de mede
deeling, dat tot de oprichting van een der
gelijke stichting besloten werd.
Daarnaast gaf de minister zelf een uit
breiding aan het recht van placet. Het was
zijn recht, om, Indien de vereenlglng langs
den weg van vrije keuze een aantal leden
van het dagelljlcsch bestuur heeft benoemd,
te kunnen doen blijken of bepaalde leden
zijn instemming niet hebben en Indien hij
van dit recht gebruik zou maken onder
aanvoeren van een nadere motiveering.
Hetgeen de minister nu doet komt in feite
hierop neer, dat hij vóóraf de keuze van
bepaalde bestuursleden, die een prominente
positie in de vereenlglng moeten innemen,
aan zijn goedkeuring wenscht te binden.
Het spreekt vanzelf, dat dit een uitbreiding
is van het recht van placet, dat door de
vereenlglng niet kan worden aanvaard en
waartegen dan ook het hoofdbestuur in zijn
brief van 5 December 1939 bezwaar heeft
gemaakt.
DE BRIEF
Wat de kwestie van den brief van den
Commissaris der Koningin ln de provincie
Friesland betreft, ls het hoofdbestuur van
meening, dat de Commissaris der Koningin
het slachtoffer van een machinatie is ge
worden. Dit schrijven bevat slechts gissin
gen en onderstellingen doch geen feiten.
De onderstellingen van den Commissaris
zijn volkomen uit de lucht gegrepen. Het
hoofdbestuur onderstelt, dat de heer Van
Harlnxma thoe Slooten het slachtoffer is
geworden van een welbewuste poging om
zich van zijn gezag te bedienen.
Wat het door den minister naar aan
leiding van dezen brief ingestelde onder
zoek door den heer Van Batenburg (adj -
Inspecteur voor de luchtbescherming en
rijkscommissaris van politie betreft, wees
spreker er op, dat de voorzitter en de
secretaris, die gezegd zouden hebben, dat de
statutenwijziging door den minister was
opgedrongen, niet door den heer Van Ba
tenburg zijn gehoord. Hij verklaarde met
nadruk, dat alle beschuldigingen, die tegen
het bestuur zijn ingebracht, bulten het be
stuur om zijn gegaan en dat het in geen
enkel opzicht ooit in de gelegenheid is ge
steld zich hierop te verweren
En de loterij? De minister zegt. dat hem
daarvan eerst mededeeling is gedaan, toen
het besluit genomen was Deze mededeeling
is onjuist. Vijf dagen vóór de aanvraag (14
December 1937van de loterij, is de mi
nister schriftelijk hiervan in kennis gesteld.
Voorts heeft de minister wel degelijk de
benoeming van den heer Klein, in afwach
ting van de reorganisatie, goedgekeurd.
DE DISTRIBUTIE VAN GAS
MASKERS.
Ten slotte: de distributie van gasmaskers.
Het hoofdbestuur der N.V.L. zou uitreiking
via de afdeelingen ontraden hebben, om
dat in de leiding daarvan niet voldoende
vertrouwen kon worden gesteld.
Op 4 September 1939 ontving het dage
lij ksch bestuur telefonisch opdracht, om
met grooten spoed een distributie-schema
op te stellen voor de distributie van 80.000
Want H-O en Quaker zijn rijk aan Vitamine B„ het edele element van ge
zonde \oeding. Dagelijks moet het lichaam Vitamine B, krijgen, want liet
kan er geen voorraad van maken. H-O en Quaker zijn
bovendien rijk aan eiwit voor stevige spieren en weef
sels; rijk aan belangrijke minerale stoffen, ijzer en phos
phorus, voor krachtig bloed; kracbtvoedsel, dat niet dik,
inaar sterk en onvermoeibaar maakt.
Bij het ontbijt, of als nagerecht, altijd smaakt H-O of
Quaker even heerlijk. Dit tien keer geroosterd haver
mout wordt, volgens een speciaal procédé, gemaakt van
de bc9tc zongcrijpte haver ter wereld. Dat is de reden.
Klaar in een dat alleen bij H-O en Quaker dc volle voedingswaarde
paar minuien en de heerlijke smaak voor U behouden blij\en.
Niet elk pak havermout is echter H-O of Quaker.
Sla er dus op, dat wen U bet origineele pak geeft. Dan alleen
fcunt U er zeker van zijn, de onveranderde, gewaarborgde
kwaliteit te ontvangen, "t Lekkere H-O of Quaker bespaart U
tijd en geld en uw gcbeele gezin smult
er van. Denk er aanKoop vandaag nog
een pak bij uw kruidenier.
Een verruiming roorutr kinderen
Tegen inzending van slechts 2 Quaker
of H-O mannetjes, plus 10 ct aan post
zegels, krijgt IJ, zoolang de voorraad
strekt, 55 verschillende post zegels franco
toegezonden. Voor 2 collecties 4 man
netjes en 20 ct aan postzegels. Knipt
de mannetjes uit de origineele groote
Quaker, H-O of Kuix pakken en zendt
ze met 2 postzegels van 5 ct in gesloten
cou vert als brief, voldoende gefrankeerd,
met uui adres aan Quaker, afd.29.
Postbus 905, Rotterdam. Aon één adres
worden niet meer dan 2 coll. gezonden.
NEERLANDS POPULAIRE. ZUINIGE ONTBIJT!
2660
(Ingez. Mea.j
gasmaskers aan de burgerbevolking. Het
schema kwam nog des avonds laat gereed
en werd aan verschillende adressen (minis
terie, Inspectie i bezorgd.
Ter conferentie van 5 September 1939.
des voormiddags te 9 uur, verklaarde de
rijksinspecteur dat er in het geheel geen
gasmaskers voor de burgerbevolking be
schikbaar waren. Een voldoend aantal gas
maskers zou eerst na eenige weken kunnen
worden verkregen, wanneer de producen
ten in de gelegenheid zouden zijn gesteld
om gemobiliseerd personeel vrij te maken
en de productie op te voeren.
De heer mr. Mulder verklaarde daarop de
conferentie die uiteraard slechts enkele
minuten duurde voor geëindigd.
BIJ schrijven van 19 September 1939
deelde de inspectie aan de N.V.L. mede, dat
volgens beschikking van de regeering een
kwantum van 42.000 gasmaskers ter be
schikking van de N.V.L werd gesteld ter
distributie. In deze mededeelingen werden
wel de verkoopsprijzen vermeld, doch niet
de prijzen, waarvoor de N.V.L. moest ver-
koopen Bij verdere besprekingen bleek de
Inspectie te verlangen dat de gasmaskers
aan de afdeelingsbesturen zouden worden
„gedistribueerd". Op de vraag om distri-
butieprijzen te noemen volgde geen ant
woord. Alleen werd op de vraag of gratis
distributie bedoeld werd ontkennend ge
antwoord.
Tegenover den elsch van de inspectie dat
het hoofdbestuur de betaling van alle gas
maskers aan de regeering zou garandeeren,
stelde het bestuur de mogelijkheid om de
distributie centraal en tegen vooruitbe
taling te doen geschieden, niet omdat het
„in de leiding van de afdeelingen in het
algemeen geen vertrouwen stelde", doch
omdat het de secretarissen van de afdee
lingen. op wie het werk zou neerkomen, niet
wilde belasten met distributiewerkzaam
heden. wiei omvang het ministerie aan de
Inspectie niet konden begrijpen
Om aan alle kwesties een eind te maken
heeft het bestuur bij zijn brief van 26 Sep
tember 1939 aan de inspectie een schema
ter hand gesteld van detailverkoopprijzen
en distributiekosten met het verzoek om
deze goed te keuren. Op dezen brief volgde
geen ander antwoord dan een telefonische
mededeeling van de inspectie, dat de minis
ter van de distributie via de N.VX. had af
gezien.
Ter audiëntie van 30 October 1939 ver
klaarde de minister de distributie via de
postkantoren een proefneming te zijn. Van
de mislukking daarvan was de minister,
zooals daarbij tot uitdrukking werd ge
bracht, reeds op dat oogenblik overtuigd.
Deze overtuiging heeft den minister echter
geen aanleiding gegeven om de distributie
nog op een andere wijze te beproeven
Na deze uitvoerige toelichtingen inzake
het beleid van het N.V.L -bestuur werd ge
legenheid gegeven tot het stellen van vra
gen. Daarbij ontkende de heer Klein nog
eens nadrukkelijk dat hij in een vergade
ring van het Provinciaal Verband te Gro- I
ningen, de afdeeling zou hebben beïnvloed 1
ten einde het aanvaarden van de nieuwe
statuten tegen te gaan.
Voorts gaf hij nog een kort overzicht van
de besprekingen met den minister-presi
dent en den minister van defensie, waarbij
ook mr. Mulder, namens den minister van
blnnenlandsche zaken, aanwezig was. Vol
gens den heer Klein zou de minister van
defensie daarbij, toen het hoofdbestuur
nogmaals aandrong op het noemen van
feiten, welke de grieven van minister Van
Boeyen rechtvaardigden, tijdens het door
bladeren van de voor hem liggende rap
porten gezegd hebben, dat daarin geen fei
ten te vinden waren De heer Mulder is
toen ln de gelegenheid gesteld er nige
te noemen. Nog altijd volgens de mededee
lingen van den heer Klein, zou deze er toen
drie genoemd hebben, drie grieven, welke
minister Van Boeyen aanleiding zouden
hebben gegeven tot de gedachte, dat het
hoofdbestuur den zetel der regeering zou
hebben willen innemen.
Het eerste feit. dat door den heer Mulder
naar voren gebracht was, dateerde van 1537,
in welk jaar de N.V.L een stand heeft in
gericht op de luchtvaart tentoonstelling,
aangevende wat de burger zelf bij de lucht-
i bescherming kan doen ofschoon minister
De Wilde daarvoor het aangevraagde sub
sidie van f 8000 niet wilde verleenen. De
kosten zijn toen tot de helft teruggebracht
en aangezien een vooraanstaand Nederlan
der zich voor het geld garant verklaarde,
kon dit plan toen doorgaan. De heer Mulder
noemde dit een duidelijk bewijs van het
streven van het hoofdbestuur den zetel
der regeering in te nemen Als tweede punt
roerde de heer Mulder het beruchte art. 13
der statuten aan. Dit is zoo geredigeerd, dat
de afdeelingen op huishoudelijk gebied de
vrije hand houden. Ook dit bewees, volgens
den heer Mulder, dat de vereeniging den
zetel der regeering wilde innemen, waarbij
als derde punt nog kwam. dat een hoofd
van den luchtbeschermingsdienst van een
groote gemeente bezwaar had moeten ma
ken tegen een artikel in het studie-orgaan,
daar dit artikel strijdig zou zijn met een
der plaatselijke verordeningen. Het bestuur
is op deze aantijging het antwoord schul
dig gebleven.
„Wij voor ons" aldus de heer Klein,
hebben de overtuiging, dat de grieven van
minister Van Boeyen in werkelijkheid
slechts van onbeteekenenden aard kunnen
zijn Wij zullen thans de algemeene verga
dering alle afdeelingsbesturen krijgen
het materiaal toegestuurd, dat het hoofd
bestuur, in antwoord op de beschuldigingen
van den minister heeft bijeengebracht
op 27 April te Utrecht laten beslissen...!"
Java—New-York Liin KOTA RADJA 9
April van New-York naar Newport Ne a
Roti. Llovd INDRAPOERA 10 Aoril van
Batavia naar Genua SIBAJAK !0 April
van Genua naar Batavia.
M(j. Nederland TJIKANDI. 11 April van
Java te Amst JOHAN VAN OLDENBAR-
NEVELT uitr., 10 April te Belawan.