Rotterdam krijgt een auto-snelweg - De Duitschers in Kopenhagen
Echtpaar z.k.
8Isle Jaargang LEIDSCH DAGBLADiwëetfe biad
FEUILLETON
KONINGIN ELIZABETH VAN ENGELAND INSPECTEERDE HET SCHOTSCHE REGIMENT UIT
TORONTO (CANADA). DE KONINGIN BEKLEEDT BIJ DIT REGIMENT
DEN RANG VAN COMMANDANT.
DE „FAIRCHILD GARDEN" EXPEDITIE IN NED. INDIR. Een Amerikaansche expeditie doorkruist thans
den Indischen Archipel voor het bestudeeren van tropische planten. De expeditie is mogelijk gemaakt, door da
milllonnaire mrs. Archbold, die te Hongkong een speciaal uitgerust jacht, de „Cheng Ho" liet bouwen.
De romantische „Cheng Ho" in Gorontalo.
door
Mr. KEA BOSSERS.
HOOFDSTUK I.
Zc zaten tegenover elkaar en tusschen
en in op tafel lag een vel met cijfers.
..Huiselijk tafereel" spotte Lies; Jlij. zij
n het kasboek." Als Frank nu maar even
chen wou. Maar Frank staarde somber
oor zich uit.
Frank" zei ze, ,,nu hebben we twaalf
vonden of twintig of veertig erover ge
vaat en we zijn geen stuk verder. Laten
'e nu eens spijkers met koppen slaan."
.Als jij maar zegt hoe" zei Frank moede-
oos. „Ik weet niets méér, dan wat ik drie
_*anden geleden ook wist: ik sta één
jetober op de kelen en geen kans op een
ndere baan."
„Ja maar, laten we nu alle punten eens
iaaJt elkaar zetten, de goede en de slechte."
..Noem jij maar wat goeds!"
Lies had hem wel willen schudden, maar
ie zei kalm: „Dat komt; ik wilde juist een
>psomming maken van al de goede kan
nen van de situatie."
En toen Frank zweeg ging ze dapper
'erder; „Punt één. Je hebt wel Je ontslag,
naar met drie maanden salaris, dus met
ien October krijg je twaalfhonderd pick in
landen."
„Ja, en dan kunnen we drie maanden
leven en daarna op een houtje bijten."
„Doen we niet, luister maar verder: Punt
twee. Van dat geld hoeft maar één maand
huishuur af, en den Inboedel zijn we ook
kwijt voor vijfhonderd dank zij Soesah.
Frank grinnikte nu toch even. „Ja, met
Soesah hebben we toch geboft."
„En of". Nu niet de kamer rondkijken,
dacht Lies en ze tuurde strak op het
blaadje met cijfers. Niet kijken naar de
meubels en alles hun eigen boeltje, stuk
voor stuk samen gekocht, nog geen twee
Jaar geleden.
De Indische mevrouw, die de huur had
overgenomen, was blij geweest, dat ze den
inboedel ook kon krijgen. ..Zoo gemakke
lijk, ja; al dat koopen, winkel in, winkel
uit, is zoo'n soesah."
Vooruit maar weer, niet zeuren, zei Lies
tot zichzelf.
„Dus hebben we, met de belasting en zoo
eraf, met één November vijftienhonderd
over en dan staan we heelemaal vrij. Geen
huis" „geen dak boven je hoofd" kv/am
Frank somber „geen kinderen tot onzen
last. zooals de troostende menigte zegt
„De wie?" vroeg Frank
„O. ik bedoel al die tantes en andere
mevrouwen, die zich nu geroepen voelen,
me moed in te spreken Die zeggen alle
maal „Wat een geluk, dat jullie geen kin
deren tot je last hebt."
„Ja. ze kunnen Je net doorzagen, alsof ie
ten slotte nog tf feliciteeren bent. dat Je
op straat staat."
„Nou ja. lichtpuntjes zoeken is ook het
beste. En ik heb er nog meer, Frank!"
„Zal wel, ik zie ze niet."
„Luister nu eens verder: Op één Novem
ber staan wc dus aan het hoofd van vijf
tienhonderd gulden plus tweemaal honderd
procent werkkracht, capaciteiten, energie
enzoovoort."
„Tweemaal wat? Wou Jij dan ook een
baantje zoeken?"
„Wat dacht je dan? Als ik geen huis en
geen huishouden meer heb. moet ik toch
zeker iets gaan uitvoeren. Néé, laat me nu
eens rustig uitspreken. Frank, ik heb een
plan. maar je moet het niet gek vinden."
Ze klom op zijn knie. „Ik had zóó gedacht:
Kleeren en zoo hebben we voor het eerste
jaar meer dan genoeg Als we nu iets kon
den vinden, een baantje voor mij, bedoel
ik. waar wij allebei den kost hadden, dan
kon jij op je gemak naar iets uitkijken en
hoefden we het geld niet aan te spreken."
„Zeg liever, dat we allebei zoo n baantje
moesten zoeken" kwam Frank driftig. „Bij
voorbeeld ik chauffeur of portier of tuin
man en Jij keukenmeisje, wel ja, waarom
niet?"
„Dat zou heelemaal prachtig zijn" riep
Lies verrukt. „Dan zetten we een adver
tentie „echtpaar z.k. biedt zich aan enzoo
voort."
„Je lijkt wel krankzinnig!"
„En waarom?"
„Waaróm, vraag Je nog. Och kind. het is
te zot om over te praten.
„Maar waarom dan toch. Frankie? Werk
is toch werk en we zijn toch geen ouder-
wetsche pruiken Jij zult toch niet met dat
gezanik van stam.' en zoo komen aandra
gen." En toen Frank nog zweeg, ging ze
door: „Kijk eens, Jij bent natuurlijk een
eersteklas jurist, maar als zoodanig ben Jc
op het oogenblik geen cent waart. Je bent
ook een eerste klas chauffeu. die zUn nu
ook wel niet zooveel waard, maar in com
binatie met bijvoorbeeld een eersteklas
keukenmeid is er nog altijd vraag naar
kijk maar naar de advertenties om echt
paren z.k."
„Schel Je nou haast uit met dat gedaas?"
„Ik daas niet, ik probeer logisch te rede-
neeren. Ik beschouw onze situatie in het
licht van de wet van vraag en aanbod" zei
Lies geleerd.
„Kind!" Frank was paf „waar haal
je die wijsheid vandaan?"
„Uit de krant, cenk ik, of misschien uit
mijn hoofd. Ja. Ik was op school een kei
in economie."
Frank lachte even. keek voor zich uit,
zei toen: „Ik geloof waarachtig dat Je ge
lijk hebt' Lies maakte een sprongetje
..met je redeneering in het algemeen be
doel ik. Maar om het nu zóó in toepassing
te brengenik vind het nog steeds
onzinnig. En dan bén Jij een goeie keu
kenmeid?"
„Da's gemeen!" Ze schudde hem heen en
weer. „Hoe waren de zwezerikken met
champignons op Jouw verjaardag1 En hoe
was die haas gisteren? En dat soupertje
dat ik laatst in drie kwartier klaar had
je weet wel toen je Tom en Henk mee
bracht. En ik kook toch altijd heeler:aai
alleen."
„Ja" zei Frank Je bent een goeie kook
ster En je bent lief. Mijn dappere vrouw
Maar over dat plan van iou moet ik eerst
nog eens slapen."
HOOFDSTUK II.
Lies danste de huiskamer binnen en
zwaaide met een dikke "nvelopp* ..Vie*
brieven Frank, wat zeg Je nou'-'
Frank legde zijn krant weg. wou niet
nieuwsgierig lijken „Doe je jas eerst af
en kom bij de kachel zitten. Ik heb thee
voor Je" zei hU extra-kalm.
Maar Lies had al drie enveloppes open-
geritst.
„Hier. neem jij er ook vast eentje door,
dan begin ik aan deze."
Na een kwartier keken ze elkaar aan.
„En?" vroeg Lies verwachtend.
„Tja" begon Frank gereserveerd, „voorop
gesteld. dat ik me nog steeds niet met het
idee kan verzoenen, dat jij als een dood
gewone dienstbode ln betrekking wilt gaan"
„onder jouw permanente bescherming"
kwam ze ertusschen „dat dan daarge
laten" ging Frank verder, „vind ik in deze
twee brieven wel iets in."
„Welke bedoel je? O, die van die meneer
uit het Gooi. dat is zeker een eenzame
oude heer op een groot buiten, dat lijkt
me prachtig. En zoo makkelijk dicht bij
Amsterdam, voor jou. als je gaat sollicitee-
ren naar een echte baan. En natuurlijk
een rustige betrekking ook, kun je mis
schien 's avonds nog studeeren. artikelen
schrijven of zoo."
„In de keuken bij het fornuis" proestte
Frank Kindje, wat draaf Je weer door.
We zullen er eerst eens op afgaan, en ook
op deze. vind ik. die Indische familie in
Wassenaar."
„Soesah Twee" lachte Lies, slikte toen
even bij het denken aan volgende week,
wanneer Soesah Eén bezit zou komen ne
men van alles hier. Dat afscheidniet
aan denken nu.
„Oie andere twee vind ik niet geschikt"
ging Frank door. „Friesland is oor ons
allebe< te vreemd en te ver weg en in Arn
hem kennen wij juist weer te veel men-
.-'hen. dat zou pijnlijk kunnen worden."
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).