Was van de Din kei - Met bakfiets in het Noord Hollandsch konaal gewaaid
M
■ffi i
8Isle Jaarycr.y
LEIDSCH DAGBLAD
Twscds Blad
C
FEUILLETON
Hatson brengt den
steen aan het rollen
DE BRITSCHE PREMIER Neville
Chamberlain, jl. Maandag op zijn
71sten verjaardag, tijdens zijn
ochtendwandeling.
HET WATER IN DE DINKEL is in de laatst, dagen ongeveer anderhalven meter gestegen.
Het gevolg daarvan was, dal de dijk nabij het Slerrebosch bij Denekamp is bezweken. Er ontstond
een gat van ongeveer 7 meter lengte en 1 meter diepte, waardoor een zeer groot deel van de er
achter gelegen landerijen blank kuam te staan. Het gat in den dijk.
DOOR DEN STORM werd 'n kruideniers
bediende met bakfiets en al bij Watergang
in het N.-HoUandsch kanaal geworpen. Met
groote moeite kon men den bediende uit het
water halen.
NADAT HET NIEUWE GEBOUW VAN DE RIJKSVERZEKERINGSBANK
te Amsterdam in gebruik is genomen, heeft men het oude gebouw aan
de Pieter de Hooghstraat gesloopt
'li
OP DE VARKENMARKT TE PEKING. DE TE KOOP AANGEBODEN DIEREN LIGGEN, MET DE POOTEN VASTGEBONDEN,
OP DEN GROND.
DE BEMANNING VAN HET TANKSCHIP „EULOTA" dat eenigen tijd
geleden vergaan is, ls met de Batavierboot in ons land aangekomen.
Kapitein Elzinga na zijn aankomst
door H. WANDT.
11)
MacHardy tikte met zijn dikken wijsvin
ger op den laatsten datum en mompelde
-Dat is nu vier Jaren geleden!"
Terwijl Hardy zich het hoofd brak over
n dooden inbreker zat rechercheur Green
de kamer St James Square 4. van waar
de inbraak bij de Deptford-Maatschap-
PlJ had plaats gehad. Hij had slechts kun-
■tën ontdekken dat overste Brady de wo-
Qln0' die aan een in hetzelfde huis wonende
0lfieiersweduwe behoorde, ongeveer twee
baanden geleden gehuurd had. Hij had
*n uiterst teruggetrokken leven geleefd en
Afkeerde klaarblijkelijk in zeer goede om-
«andigheden. Er bestond echter niet den
Jinsten twijfel aan. dat de Inbraak langen
tyd tevoren zorgvuldig was voorbereid en
•kt deze soliede huurder een medeplichtige
Van de daders was.
Dadelijk nadat rechercheur Green de
*or.lng had bezichtigd, had hij de concicr-
I* gevraagd: uHebt U overste Brady dik
wijls in huis gezien, of alleen maar zoo
'0 en dan. als hij kwam of ging?"
»De woning werd altijd door mijn vrouw,
j^dens zijn afwezigheid, aan kant gemaakt
'^erdag was hü nooit thuis, maai ik heb
tem meermalen 's avonds post boven ge
acht, als ik hem thuis had hooren ko
men. Hij liet me dan altijd tal de voorka
mer binnen."
„Is U nooit iets bijzonders opgevallen,
als hij de brieven aannam?" Informeerde
de rechercheur.
De man trok zijn voorhoofd ln denkrim-
pels en zet toen. met zijn hoofd schuddend:
..Nee, voor zoover ik me herinneren kan.
niet."
„Denkt U goed na. Kunt U zich ook de han
den van overste Brady herinneren?"
„Zijn handenwacht es. daar her
inner ik meja, dat was wel erg
vreemdhij had altijd handschoenen
aan, ook als hij thuis was. Ik heb zijn han
den eigenlijk nooit zonder die grijze wild-
leeren handschoenen gezien."
Green had daarop, treurig als een ouden
lijkbezorger, met het hoofd geknikt en was
weer in de kamer teruggegaan Nu zat hij
in een gemakkelijken clubfauteuil en nam
de goed-ingerichte heerenkamer nog eens
op zijr gemak op.
Na gerulmen tijd stond hij op en trad op
de groote boekenkast toe. waarvoor een
groen gordijn hing. Langzaam opende hij
de geslepen glazen deuren daarachter en
liet zijn oog over de bont gekleurde boek
ruggen gaan Plotseling bukte hij zich en
greep het onderste vak. Toen hij zijn hand
weer terugtrok kwam er een paraplu voor
voor den dag.
Het was een groote. rose-roode paraplu,
zooals de Schotsche schaapherders die dra
gen.
Rechercheur Green wandelde langzaam
door Essex Road. Op den hoek van New
North Road ging hij een winkel binnen
en kocht drie sigaren. Toen hij weer bul
ten kwam, trad hij op een Jongeman toe.
die onverschillig tegen een reclamezuil
leunde en verdiept scheen in de lezing van
een geïllustreerd tijdschrift.
Green hield den man de drie sigaren voor
en bood aan: „Hier. beste Jongen, steek es
op voor de verandering. Het zal nogal ver
velend voor Je worden, want ik heb daar
boven zeker twee of drie uur werk!" Daarbij
wees de rechercheur op een huis aan den
overkant van de straat.
De jongeman keek niet begrijpend op,
staarde verbaasd eerst naar de sigaren en
toen naar den rechercheur.
„Wat mankeert u?" vroeg hij brutaal.
„Ik heb alleen maar plezier in mijn leven,
vriend", antwoordde Thomas Green stak
den jongeman de sigaren in zijn borstzakje
en grijnsde goedaardig. Toen stak hij lang
zaam de straat over en verdween in het
aangewezen huls.
Het gezicht van den jongeman bij de
reclamezuil was vuurrood geworden. Hij had
gedacht bijzonder listig te zijn, toen hij den
detective van 's morgens vroeg reeds af.
had „geschaduwd" en nu bleek, dat deze
hem ontdekt had. Die sloome diender leek
wel oogen in zijn rug te hebben.
Teleurgesteld keek hij "nog eens naar het
huisnummer en slenter.de toen den hoek
om. Toen hij zich veilig waande, scheurde
hij een stukje papier uit zijn notitieboekje
en krabbelde daar een paar woorden op.
Voor een kruidenierswinkel in de buurt ver
maakten een paar jongens zich ermee een
kat te plagen. De jongeman riep èen van
de bengels en vroeg hem, of hij drie shilling
wilde verdienen. Het antwoord was niet
twijfelachtig en de jongen kreeg het pa
piertje in de hand gedrukt met de opdracht
het aan een bepaald adres te bezorgen Om
dat er groote haast bij was, moest hij met
een bus gaan. waar de jongeman hem voor
alle veiligheid zelf heen bracht. Toen begaf
hij zich weer naar de reclamezuil en, op
gelucht, neuriede hij de laatste straatmop
Toen de autobus met den jongen erin.
East Road bereikte, werd zij ingehaald door
een taxi en bij de volgende halte stapte
rechercheur Green in. Toen de jongen bij
Greenwich Road uitstapte en zich naar het
opgegeven adres wilde haasten, werd hij
door een hand op zijn arm tegengehouden
„Ken Je dit?" vroeg Green en hield hem
de legitimatie-penning van Scotland Yard
voor.
De Jongen bleek in het geheel niet ge
schrokken te zijn. „Ja sir, u bent een de
tective!"
„Precies, mijn jongen", knikte Green en
op zijn vriendelijksten toon vervolgde hij:
„Nu moet je goed luisteren, dan kun je vijf
shilling verdienen, als je verstandig bent
In de eerste plaats, geef mij dat briefje,
dat die jongeman Jou gegeven heeft!"
De jongen greep onder zijn pet en hield
den rechercheur het opgevouwen papiertje
voor.
Green las: „S.G. heeft lont geroken! Hij
ging in Essex Road het huisnummer 148
binnen, zal daar vrij lang blijven. Zend zoo
gauw mogelijk Charly, dat hij mij kan af
lossen!"
„En waarheen moet jij dit briefje bren
gen?" vroeg Green.
„Naar een zekeren Jonas Silverstone. een
koopman, die achter de groote gasfabriek
woont."
„Prachtig, mijn jongen. Hier heb je het
kattebelletje weer terug en breng het nu
maar gauw waar het wezen moet. Ik wacht
op je in Southwark Park bij de groote klok.
waar je de beloofde vijf shilling kunt krij
gen. Maar je mag niemand, en .eker dien
Jonas Silverstone niet zeggen, dat je het
mij te lezen hebt gegeven, of zelfs maar. dat
je onderweg iemand gesproken hebt. Als
je één woord daarover loslaat, krijg je niet
alleen de vijf shilling niet, maar dan laat
ik je bovendien nog voor vijf jaar achter
de tralies zetten en lederen dag tweemaal
ophangen, begrepen? En nu loopen, mijn
zoon. en probeer verstandig en zwijgzaam
te zijn!"
Een half uur later had de Jongen zijn
vijf shilling in zijn zak en rechercheur
Green raasde ln een taxi weer in de richting
van Essex Road. Maar één keer, bij de
Tower Bridge, werd de rit onderbroken;
daar voerde Green in een publieke tele
fooncel een kort gesprek. Toen vervolgde
hij zijn tocht.
Essex Road nummer 148 is een weinig
bekend ..doorgangshuis", waarvan de twee
de Ingang op Highbury uitkomt en recher
cheur Green ging er ook aan dien kant
binnen, zooals hij eruit gegaan was, zon
der dat zijn ..schaduw" daar ook maar iets
van vermoedde. Toen hij het huls officieel
weer verliet, stond er niemand meer bij
de reclamezuil. Hij liep langzaam, bleef hier
en daar voor een winkel staan en bekeek
aandachtig de étalages. Bij Kings Cross
Station verdween hij in het gewoel van de
ondergrondsche. maar stapte bij Regents
Park al weer uit. Van daar slenterde hij op
zijn gemak tot den Dierentuin en ging op
een vrije bank zitten. Ongeveer drie minu
ten later kwam van den anderen kant een
dikkige heer. Schijnbaar een plotselinge
ingeving volgend, ging hij naast Green op
de bank zitten. Zonder den politieman ook
maar met een blik te verwaardigen, haalde
hij op zijn gemak een stuk brood uit zijn
diepen jaszak, brokkelde daar kleine stukjes
van en wierp die naar de van alle kanten
aanvliegende musschen.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).