Het afscheid van de O. 11-slachtoffers - Sumner Welles in Parijs Jaargrg LE DSCH DAGBLAD Tv;sede B'ad FEUILLETON I flat son brengt den I steen aan het rollen HET AFSCHEID \an Den Helder van de slachtoffers van de O. 11. Achter de auto's liepen de geredde officieren en bemanning van de onfortuinlijke duikbool EEN TELEGRAFISCH OVERGE BRACHTE FOTO van het grootste schip ter wereld, de ..Queen Elizabeth" bij aankomst in de haven van New York HET BEZOEK VAN DEN AMERIKAAN8CHEN ONDER-STAATb SECRETARIS SUMNER WELLES AAN PARIJS. OP,HET ELYSEE IN GESPREK MET PRESIDENT ALBERT LEBRUN. Dli EERSTE NEDERLAAG VAN DIT SEIZOEN LEED BLAUW WIT TEGEN D.VV.S. (0-2). HET EERSTE DOEL- PUNT SNORT IN HET NET. TE ROTTERDAM SLOEG EE YEN OORD HET DORDTSCHE D.E.C. MET 2-0. DE DOELMAN VAN DE GASTEN ZUIVERT ZIJN TERREIN. IN EEN CAKTONNAGE- EN SPEELGOEDFABRIEK TE AM- STERDAM BRAK BRAND UIT. Twee verdiepingen werden ge heel door het vuur vernield. Tijdens het blusscbingswerk. door H. WANDT. - Green was zoo verbaasd, dat hij vergat |cm vriendelijken groet te beantwoorden, lyngeloovlg staarde hij naar het onschul dige gezichtje en stotterde toen verlegen: |{J*nt uwas u.... maar hoe kan dat? IJtnt u Dorothy, het bloemenmclse, dat lk Ihsteravond voor de Flamingo Bar een be- Pialde opdracht heb gegeven?" I -Ja. mr. Green. U herkent mij niet. om- l®1! Ik altijd, als lk naar mijn werk ga, Uarvoor ik laat in den avond in alle mo- li5 e twijfelachtige gelegenheden moet IJto. heel anders gekapt en buitengewoon tovoordeelig geschminkt ben." EiJa, maar waarom doet u dat dan, Juf frouw 1 -Mijn moeder wil dat zoo. ZIJ zegt, dat I dan niet zoo door heeren word lastig Ikvaiien." I Green begreep onmiddellijk. „Daar heeft IJ* moeder groot gelijk ln. Het moet voor JU Jong meisje allesbehalve prettig zijn I J nacht-in, nacht-uit aan dronken ke- IStbloemen te verkoopen. Maar gaat u IJukten, juffrouw Dorothy. Neemt u mij l et kwalijk, dat lk u niet dadelijk een I we» heb aangeboden. Bent u tot het slui tingsuur op post voor de Flamingo bar gebleven en is de man, dien ik u heb aan gewezen, teruggekomen?" „Ik ben tot na sluiting gebleven, zooals u mij verzocht hebt, maar de meneer, dien u mij hebt aangewezen. Is niet teruggeko men." „Niet?", mompelde Green teleurgesteld en hij trok een van zijn meest treurige ge zichten. „Spijt u dat zoo, Mr. Green? Ik kan het werkelijk niet helpen Ik heb heel goed opgelet maar als u er niets aan gehad hebt, zal lk de vijf shilling, die lk van u ge kregen heb. weer teruggeven". ZIJ zocht in haar handtaschje en haalde een klein, ge haakt portemonnaietje te voorschijn. Green maakte een afwerend gebaar. „Geen sprake van, miss Dorothy! Ik ben u Integendeel buitengewoon verplicht!" en hij nam uit zijn dikke versleten portefeuille een biljet van een pond, dat hij het ver baasde meisje ln de hand drukte. „Maar mr. Green dat is veel te veel! U hebt mij „Neemt u het toch aan. U hebt het eer lijk verdiend. Een paar uur lang ln de koude, natte nachtlucht staan, dat is geen kleinigheid voor zoo'n teer meisje en lk zou ook nooit...." Green hield plotseling op en ging naar het raam. Hij had willen zeggen: „Ik had ook nooit of te nimmer zoo Iets aan u ge vraagd, als ik geweten had dat u zoo'n lief. mooi meisje was!" Alleen al bij de gedachte aan een der gelijke ontboezeming steeg Green het schaamrood ln het verschrompelde gezicht. Hij draaide zich om en zei bijna barsch: „Ik dank u miss Dorothy. Tot ziens 1" „Tot ziens, mr. Green. Ik hoop dat u niet boos bent. En nog welbedankt". Aan eén plotselinge Ingeving gehoor zamend, reikte zij den merkwaardlgen man haar slanke, teere hand en maakte een sierlijke knlks. Onwillekeurig reageerde Green daarop met een zoo correcte buiging dat zijn chef, hoofdinspecteur Hardy, die zich over de komiek-onbeholpen manieren van zijn ondergeschikte placht te verma ken. zeer verbaasd geweest zou zijn, wan neer hij dezen groet zou hebben gezien Twee dagen later wist Green dat het bloemenmeisje Dorothy, dat van haar ach ternaam Jones heette, in High Street, in Chelsea woonde en voor haar oude ge brekkige moeder moest zorgen Omdat zij overdag de zieke vrouw, wier longen niet in orde waren moest verplegen, kon zij geen betrekking aannemen en pas als zij de zieke naar bed had gebracht, nam zij haar bloemenmand om daarmee de ver schillende bars en koffiehuizen af te gaan. Een en ander kwam Green te weten van een praatzieke waschvrouw, die naast Do rothy woonde. Den daaropvolgenden dag bracht de auto van een bekende firma een groote kist •net verschillende etenswaren en een paar flesschen goeden, krachtlgen wijn De zen ding was geadresseerd aan Mrs. Everarda Jones zoo heette Dorothy's moeder en uit een kort briefje bleek, dat een en ander gezonden was door een liefdadig- heidsvereeniglng. waarvan men echter den naam in heel Londen vergeefs zou hebben gezocht Ja. wel een heel merkwaardig man was deze rechercheur van politie, Thomas Green Toen hij een van de volgende dagen, zeer tevreden met zichzelf cn de wereld, door St. Johns Road langzaam naar zijn kamers wandelde, kwam van het huis nummer 24 een bloempot naar beneden, die geen twee centimeter langs zijn hoofd voorbij op straat in scherven viel. „Wat heb Je toch een onvoorzichtige menschen", dacht Green, en hij bukte zich naar de ontwortelde plant Dadelijk daar op nam hij een sprong, die een Bengaal- sche koningstijger eer zou hebben aange daan en verdween in het huls nummer 24 Met de revolver ln de vuist stormde hij de trappen op naar boven, naar het dak. Het was echter te laat. Het huis had, evenals de aangrenzende andere huizen een plat. met kiezelsteen bestrooid dak en Green zag nog juist, hoe zes, zeven daken verder, een man behendig langs een bliksemaflei der naar beneden klom Langzaam daalde rechercheur Green de trap weer af. Op straat aangekomen, trok hij zijn overjas uit en pakte daarin zorg vuldig de scherven, bloemen, aarde en al het andere. Het was tamelijk zwaar te dragen, want beneden in den bloempot be vond zich een stuk lood. dat zeker vijf tot zes kilo woog. „Hebt u wel eens gehoord", vroeg Green den volgenden dag aan Mr. Plapman. dat er menschen zijn, die hun bloemen in plaats'van met eerlijk, nat water, met hard. zwaar lood begieten?" „Neen. wat voor doel zou dat hebben?" „Dat is de nieuwste manier patent- Huitzllo om lastig wordenden recher cheurs van politie den schedel in te slaan. Plapman zag den rechercheur niet-be grijpend aan. en schudde zijn hoofd. Waar schijnlijk dacht hij, met hoofdinspecteur Hardy: „Van Lotje getikt!" Op den avond van denzelfden dag, toen rechercheur Green voor de Flamingo Bar stond en met een slank bloemenmeisje zij heette Dorothy en was verschrikkelijk geschminkt erover debatteerde, of Nizza- viooltjes blauwer waren dan Amerika^n- sche, passeerde hen een man. „Wat heeft die u vreemd aangekeken. Mr. Green!" zei het meisje met angst in haar stem en schuw keek zij den voorbij ganger na. Green kocht een boeketje Nizza-viooltjes en nam afscheid. Hij ging dwars door de city in de richting van Regent Canal Toen hij op een stille plaats kwam dook plotse ling, ongeveer dertig passen voor hem, een gestalte op. Een lichtstraal flitste Op het zelfde oogenblik wierp Green zich op den grond en onmiddellijk daarna knalde de browning van den rechercheur. De gestalte wankelde en viel zwaar op den grond. Green rende naderbij. Het was de man op wlen Dorothy hem voor de Flamingo Bar attent gemaakt had. Green's kogel was hem door het linkeroog in de hersenen ge drongen en had hem terstond gedood. Pa pieren had hij niet bij zich en ook het later ingestelde politioneele onderzoek bracht de identiteit van den man niet aan het licht. ..Je beschikt over een uitstekenden inlich tingendienst. vrind Huitzilo! Alle achting!" bromde rechercheur Green, toen hij zich. nadat hij den-doode oppervlakkig had on derzocht. wee» oprichtte HIJ blies op zijn fluit, vaarop »wee politie-agenten nader bij kwamen, die de wijk dienst deden en de schoten wel gehoord hadden, maar de richting niet hadden kunnen vaststellen ^Nadruk verboden). IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5