Tankschip in tweeën - Een redder van 5 jaar - Bouw reddingbooten jlsie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON iatson brengt den steen aan liet rollen DE „EMU" het tweede kindervliegtuig, waarop voor de eerste maal een der „hostessen" van de K.L.M. haar taak op de Indië-lijn vervulde, kwam te Tjililitan aan. Mej. v. Leeuwen Boomkamp met de 4 passagiers vJ.n.r. de broertjes Jungslager, daarvoor Edelhert v. Veen en rechts Willy Dieben. FRANSCHE SOLDATEN AAN HET WESTELIJK FRONT. SOLDATEN IN EEN KAZEMAT, RUSTEND VLAK BU EEN MITRAILLEUR. HET ACHTERSCHIP VAN HET BRIT8CHE TANKSCHIP Imperial Transport, dat na door ccn torpedo uit een Duit- iche duikboot getroffen to zijn, in tweeën brak. Het halve schip na do stranding aan de Schotsche kust. DE 5 JARIGE ANTOON VAN SON (rechts), die zijn 3-jarig buurjongetje Fransje van Liempt (links) te Nieuwkuyk uit een •loot redde, waarin hij verdwenen was. Een ander vriendje van 7 Jaar was jammerend weggeloopen. MET VOORLOOPIGE NEDERLANDSCHE ELFTAL - speelde te Haarlem een oefenwedstrijd tegen het Bondselftal. Het voorloopigc Nederlandsche elftal met hun trainer Bob Glerdenning, voor den aanvang van den wedstrijd. DE KUILEN WAARIN DE WINTERAARDAPPELEN BEWAARD WERDEN worden opengemaakt. In den herfst worden de aardappelen In den kuil opgeborgen onder een laag aarde, van plm. 50 c.m. en een laag stroo, zoo dat zij tegen een vorstje kunnen. Hel leeghalen van een kuil. HOOGTIJ IN REDDINGBOOTEN-FABRICAGE. Bij de fa Bothof te Slikkerveer is men druk bezig met de uitvoering van een groote order reddingbooten, in deze tijden wel een zeer belangrijk onderdeel van de schepen. Op de werf. door H. WANDT. I) Rechercheur Green groette en verliet het talé. Wat had den schuchteren man cr toe «Wogen zoo plotseling vacantie te vragen? ïjwr. hij een half uur geleden zijn huls ln J Johns Road verliet, had nog geen haar zijn hoofd er aan gedacht naar Ierland ''Wan. Maar toen Green langzaam door de Old «reet slenterde, had hij een kleinen, dlk- 711 heer ontmoet met een rose-roode Araplu onder zijn linkerarm. Met een klinkende hooge, schorre ï-m had hij hem toegevoegd: „Zware "jWn, hè. rechercheur Green?" politieman had verbaasd opgekeken °P z'n gewone, bedachtzame manier WjJKwoord: „Dat gaat. dank u wel." De man met dc schorre stem had een JJUen blik om zich heen geworpen en JJt leder woord op een bijzondere manier rekkelijk uitsprekend, gezegd: „Salo rv Is vanmorgen het Kanaal overgestoken JJ?ne*r het u interesseert, rechercheur. Ik Jpd m'n kop tegen een plumpudding, S,0Ver een paar dagen de gestolen |u- y'en in Amsterdam verhandeld worden!" iu!!!** was Green blijven staan en toen J^ mj vriendelijk gevraagd: „Vertelt u me :t!?at0m stelt u toch zooveel belang in de P van de politie?" „Dat, m'n brave rechercheur zal lk u zeggen, als het tijd la. Maar wanneer u me niet vertrouwt, kunt u me natuurlijk arres teeren". Green schudde het hoofd. „Maar waarom m'n beste vriend? Ik meen het goed met u. Zooals lk zie, hebt u nog altijd een speciale voorliefde voor plumpudding. Ik zou cr toch niet te veel van eten. Dat Is u In Chicago, bij Ma Wilson, al niet erg goed bekomen. Goeden avond." Toen Green aL lang om den hoek van de straat was verdwenen, stond de kleine man nog steeds op dezelfde plaats. „Kent hij mij?" peinsde hij ln zichzelf. „Hoe in vredesnaam? Ik verwed m'n kop Plotseling werd het roode gezicht van den zonderlingen man lijkbleek en hij prevelde: „Die oogendie oogen I Waar heb lk die merkwaardige oogen al eerder gezien?" Rustig en zeker zocht de reusachtige vogel zijn weg door de wolken. De „Collbrie" was een van de modernste passagiersvlieg tuigen van den dienst tusschen Londen en Amsterdam. Het slechte zicht tengevolge van de laag drijvende wolken bracht de weinige passagiers er toe, de verveling te verdrijven met onderlinee gesprekken. Twee dames moeder en dochter zaten tegen over elkaar aan het raam en vermaakten zich kostelijk met den grooten slanken meneer, wiens gezicht er zoo ongeloofeltjk verschrompeld uitzag. Het was de rechercheur van politie Thomas Green van Scotland Yard Hij had zich klaarblijkelijk in de richting vergist, want Ierland lag aan den tegenovergestel- den kant. Overigens had Green een verbazingwek kende gedaanteverwisseling ondergaan. Hij was gekleed in een grijs relscostuum, dat onberispelijk zat. Ook waren zijn zakken niet, als gewoonlijk, volgepropt met allerlei rommel. Hij had alle noodzakelijke benoo- digdheden in een lichtbruinen varkenslee- ren koffer gepakt, waarvoor ':i milllonnair zich niet zou behoeven te schamen. Verder droeg hij een slappe, grijze sportpet en in het net, naast zijn koffer, bevond zich een keurige lichtgrijze demi. Juist toen Green den beiden dames ver telde, dat de neushoorn-kever, wanneer hij wordt geplaagd, uit pure woede zelfmoord pleegt, terwijl de Mexlcaansche schildluis, wanneer er gevaar dreigt, van kleur ver andert, daalde het vliegtuig. Het gelijk matige snorren van den motor hield plotse ling op en eenlge oogenbllkken later rolde de machine over het gladgeschoren vlieg veld. Het afscheid tusschen Green en zijn rels- genooten was kort, maar hartelijk. De oudste van de belde dames noodigde den rechercheur zelfs bij zich op de thee, als zij weer ln Londen zouden zijn terugge keerd. Toen hij ln een bus naar het centrum van de stad reed, haalde hij een zakspiegeltje te voorschijn en bekeek aandachtig zijn verschrompelde gezicht. „Hebben ze me ult- genoodigd, omdat ik zoo'n knappe man ben", vroeg hij zich af, terwijl zijn hemels blauwe oogen van pret straalden, „of om dat lk ze verteld heb, dat ik ln jpweelen hr.ndel? Of zou ik misschien geïmponeerd hebben met mijn verhaal over de zelf moordmanie van de neushoornkevers?" Het hotel „Kohlnoor" ln Amsterdam ls een eerste-klas gelegenheid en wordt veel bezocht door buitenlandsche juweelenhan delaars. Daar ontmoeten de vertegenwoor digers van de grootste juweelenfirma's van de heele wereld elkaar en daar worden onder een borrel zaken gedaan, die andere kooplieden in een heel jaar niet doen. Rechercheur Green had zich ln het hotel- register laten Inschrijven onder den naam „James Stone, juwelier te St. Louis" en ka mers betrokken op de eerste verdieping, met een prachtig uitzicht over de stad. Zijn keus was op die vrij kostbare appartemen ten gevallen omdat zijn onmiddellijke buur man niemand anders was dan Salo Levy, de bij de politie welbekende Londensche heler. Salo Levy had In Fleet Street, ln het cen trum van Londen, een kleine juwelierszaak. Zijn voornaamste bron van inkomen was echter gestolen sieraden zoo onopvallend en duur mogelijk te verkoopen. Na een groote Inbraak bij Lady Fitzgerald stond hij onder verdenking de daar gestolen kost bare famlliejuweelen verwerkt en via Parijs weer ln den handel gebracht te hebben. Destijds werd hij gearresteerd, maar omdat men tegen den buitengewoon geslepen han delaar niets positiefs kon Inbrengen, moest men hem, wegens gebrek aan bewijs, weer laten loopen. Ondanks de scherpe waak zaamheid van de politie was het hem tot nog toe steeds gelukt zijn dubieuze zaakjes te blijven uitoefenen en hoewel men met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wist, dat Levy de vertrouwensman van een groot aantal internationale juweelendleven was. slaagde men er niet in hem te knippen Nooit had hij net gestolen goed oi: zich. Huiszoekingen ln zijn zaa' ei\ «n zijn privé woning leverden nimmer eenig resultaat op en angstvallig vermeed hij den omgang met personen van een twijfelachtige repu tatie. Hij was een klein, grijs mannetje, al dicht bij de zestig, met een scherp getee- kend roofdierengezicht en hij ging altijd zeer elegant gekleed. Toen Salo Levy op den morgen na den aankomst van rechercheur Green zijn kamer verliet, ging naast hem een deur open en een groote, slanke heer, gekleed in een wijde, lichte overjas, kwam naar bul ten. De groote reispet had hij zoo diei. over zijn hoofd getrokken, dat zijn voorhoofd bijna geheel bedekt was en zijn oogen ln de schaduw bleven. Niettemin viel het onmiddellijk op, dat het gezicht van den man gerimpeld was als een verschrompelde aardappel. Salo Levy kon zijn oogen nauwe lijks gelooven, toen hij dezen man ontdekte. Aanstonds maakte hij een goedgespeeld gebaar van schrik, maar bij zichzelf bedacht hij, dat er bij Scotland Yard toch kolossale dwazen rondliepen. Zijn eerste gang was naar de portiersloge, waar hij het hotelreglster ter Inzage vroeg. Toen hij den naam „James Stone", juwe lier uit St. Louis zag staan, kreeg hij een dusdanigen lachkramp. dat de portier ont steld met een glas water kwam aandragen. Maar toen hij het hotel verlaten had. een taxi aanriep en onmiddellijk daarop Green hetzelfde zag doen. begon de oude heler zich tocl wat minder op zijn gemak te voelen. Aanvankelijk had hij den chauffeur een adres in het Westen van de stad op gegeven. maar bij nader inzien vond hij het toch verstandiger van richting te ver anderen en liet zich naar een café op het Rembrandtplein rijden. Zonder veel moeite kon hij met een blik door de achterruit .-onsta'eeren, dat ziin ..schaduw" hem op den voet volgde Nauwelijks was nij het cafe Dinnengeeaan. of ook Green kwam door de draaideur en ging. zonder hem ook maar één seconde uit het oog te verliezen, aan een tafeltje in de nabijheid zitten. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5