le;d:ch dagblad
Jstierschuioing bij Edam - Het Japansche Rijk bestaat 26 eeuwen
Tv:scde B!ad
FEUILLETON
[atson brengt den
een aan het rotten
w
AAN OEN ZEEDIJK TU88CHEN EDAM EN VOLENDAM
enorme ijaverschuiving plaats. Groote schotsen statgtfn over
dtn dijk en den weg, waardoor het verkeer werd gestrp^Td.
DE VIERING VAN HET 26STF EEUWFEEST VAN HET JAPANSCHE
RIJK is ook in Nederlandsch-Indië door de Japanners met opgewekt
heid gevierd. Touwtrekken voor kinderen te Soerabaja was
één der attrar'ies.
TE AMSTERDAM ARRIVEERDEN ZEVEN FRANSCHE VRIJWILLIGERS
EN VRIJWILLIGSTERS op doorreis naar Finland, waarbij zij dienst
zullen doen in het Roode Kruis.
|APAN8CHE bommen op de chineesche stad KWE1LIN.
DE ENORME VERWOESTING IN EEN DER
HOOFDSTRATEN.
DE „ALTMARK" LIGT NOG STEEDS IN DE JOSSINGFJORD.
Een duiker gereed om een onderroek te gian instellen naar
eventueele achade onder water.
TE WINKEL IN NOORD-HOLLAND IS EEN GROOTE VAK
TENTOONSTELLING VAN BOLGEWASSEN GEOPEND.
EEN DER FRAAIE INZENDINGEN.
door H. WANDT.
*as mijn potlood", lachte Plapman.
neemt U mij niet kwalijk", veront-
de Green zich. HIJ' taitte in zijn zak
i Plapman vervolgffis een verza
kten minstens drie dozijn potlooden
'•welk is het mr. Plapman?"
JJtent onverbeterlijk, Green", schudde
zijn hoofd. Toen zocht hij zijn
JJp Tuit en stak het in zijn vestzakje.
w^om Je hier overigens in de buurt?"
tteer-de hy.
«d, die vervelende geschiedenis met
Mjrdwenen butler van lord Winning-
kastelein van een matrozenkroeg
41 *an de politie geschreven, dat hij op
wond van het verdwijnen van den
man, die zoo ongeveer aan het
'Jent van den vermiste beantwoordt
Jneems zag springen. Nu moet ik dat
^Itzoeken. Het zal wel weer op niets
We kennen dat soort verkla-
fS,v?n bet publiek."
kXr? al lord Winningham thuis
maar ik was van plan er vanmid-
te gaan om het personeel te ver-
-• hedenmiddag, mr. Plapman. Ik
"T°ortmaken!" en terwijl hij zijn lange
armen als molenwieken in het rond sloeg,
maakte de merkwaardige man zich uit de
voeten.
Toen hij uit Plapman's gezicht verdwe
nen was, haalde hij met roerende voorzich
tigheid een potlood uit zijn broekzak. Het
was dat van mr. Plapman. dat Green uit
diens vest'zÜJfyeihad weten te goochelen.
In den nartHadag van denzelfden dag liet
Green zich bij mr. Moorman, den secretaris
van lord Winningham. aandienen en vroeg
hem om nadere inlichtingen over John
Claiton, den vefdwenen butler van zijn
lordschap. Moorman kon den rechercheur
niets van belang mededeelen en ook de
ondervraging van de rest van het perso
neel leverde weinig Interessants op.
Toen rechercheur Green afscheid had
genomen en peinzend door Park Lane wan
delde, kwam hem een kleine, dikkige heer
met een rose-roode paraplu onder den lin
kerarm tegemoet. Plotseling bleef de man
staan en met een onaangenaam klinkende
hooge, schorre stem zei hij: .Hallo, recher
cheur Green! Als U wilt weten waar de
butler John Claiton is, dan moet U eens
gaan naar de Morgue U zult daar het UJk
vinden van een onbekenden man, die op
Kings Road In een taxi vermoord werd aan
getroffen!"
Ongeloovig sloeg Green zijn goedige kln-
deroogen op en van louter verrassing bleef
hij. als aan den grond genageld staan. Hij
was klaarblijkelijk zóó perplex, dat hij geen
aanstalte maakte den man te volgen. Hij
stond nog altijd op ticzeilde plaats, toen
de kleine man met de rose-roode paraplu
al lang verdwenen was.
Als rechercheur Green werkelijk verrast
was. kon dat toch onmogelijk zijn tenge
volge van de mededeellng van den kleinen
man. Wat dat John Claiton, de verdwenen
butler, en de doode in de auto een en de
zelfde persoon waren, dat wist Green al
twee dagen lapg, hoewel hij dat niemand
ook zijn chef niet gezegd had.
Whitechapel. de ellendewijk van Londen.
Een ondoordringbare mist kleeft aan de
havelooze bouwvallen, dringt door in de
vervallen scheefgetrokken krotten en om
hult den eenzamen wandelaar, die laat in
den nacht door de vuile straten gaat. Hier
en daar glimmen door den sliertlgen brui
nen nevel de lichten van de kroegen. Lugu
bere holen, waar men voor een flesch
Jenever Iemand kan laten vermoorden. Ver
zamelplaatsen van menschen, die door het
leven gedood zijn en wlen hun zoogenaamde
geweten veroorlooft wéér te dooden.
De herberg „In de gouden dolk" was op
dit uur niet bijzonder goed bezocht.
Het was een pleisterplaats van Heden, die
de zegeningen van de maatschappelijke
samenleving niet erkenden. Ook om te kun
nen stelen heeft men geld noodlg. Een
inbreker zonder behoorlijke werktuigen is
op z'n best een stumperige insluiper. Een
zakkenroller zonder onberispelijke kleeren
is alleen daardoor al aangewezen op een
arbeidsterrein, dat weinig oplevert, en kan
zijn beroep slechts uitoefenen in onvol
doende kapitaalkrachtige kringen.
Mr. Jack Bracley, de eigenaar van „In de
gouden dolk", stond ervoor bekend, dat hij
tegen een redelijK aandeel in de winst
hij nam nooit meer dan /ijftig procent
gelden voor dergelijke zaken, die bij voor
keur 's nachts gedaan werden, verstrekte.
Hij was al een tamehjk eind in de vUftlg
en zag eruit als een galeiboef.
Op dezen avond stond Bracley mismoedig
achter zijn verwaarloosde, meermalen met
strookjes zink gelapte tapkast en staarde
zwijgend naar zUn weinige klanten. De
kroeg was gemakkeUjk te overzien, aange
zien het geheele etablissement uit slechts
een kelderlokaal bestond, dat tegelijkertijd
garderobe, keuken en kelder was Het eigen
lijke „café", werd ongetwijfeld gevormd
door de groote. eikenhouten tafel in den
rechterhoek, want daarop stond een overi
gens op verschillende plaatsen gebarsten
zoutvaatje. Een zeker teeken, dat de gasten
die daar plaats namen, op een bepaalde
eerUjkheld aanspraak konden maken. De
beide kleinere tafels, die zich behalve de
eikenhouten tafel, nog in het vertrek be
vonden, waren van gewoon, vurenhout en
hoogstwaarschijnlUk was het te danken aan
de minderwaardigheid van het materiaal,
dat zU tot nog toe voor de messen der
bezoekers gespaard gebleven waren. Het
blad van de eikenhouten tafel was namelijk
overdekt met alle mogelijke teekens, fi
guren en getallen. Behalve ontelbare na
men en initialen, waren er op kunstige
wUze harten met pUlen erdoor, verbogen
scheepsankers, misvormde vrouwenfiguren,
onsymmetrische vlinders en meer dergelijke
fraaiigheden, die door een primitieve fan
tasie worden ingegeven, ingekerfd. Dit
tafelblad kon zich dan ook in Whitechapel
op een zekere vermaardheid beroemen.
Immers waren daarop niet vier en twintig
gentlemen vereeuwigd, voor wier verderen
levensloop op bevel en op kosten van de
Engelsche overheid de luchttoevoer door
middel van een bepaald hennepfabrikaat
werd gestremd? Bovendien prijkten van
Harald Wood, den beroemden bankroover,
af, tot Berely Siding, den kundlgsten zak
kenroller van geheel het Vereenigde Ko
ninkrijk. toe. alle beroemde namen of initi
alen der Engelsche misdadigers wereld op
dat eerbiedwaardige eiken tafelblad. Jack
Bracley's oogen werden zoowaar mild goed
aardig. toen zU over dat Whitechapeler ge-
denkteeken gleden minder liefdevol ke
ken ze, toen ze den man ontmoetten, die
op het oogenblik alleen aan de eikenhouten
tafel zat. Het was Jimmy O'Connor, een
zeer talentvol, nog jeugdig lid van het
Londensche inbrekersgilde, op dezen dag
echter zoo onschuldig als een pasgeboren
weesjongetje. Hij kwam namelijk recht
streeks van Reading, waar hU twee Jaar
lang zUn schuld voor zoover die bij de
politie bekend was in eenzame overden
king had uitgeboet. Destijds werd O'Connor
verrast bU een kraakje. waarvoor de eer
biedwaardige mr. Bracley hem met een stel
zeer dure. moderne, aan alle eischen des
tUds voldoende werktuigen had uitgerust.
Nu was O'Connor de voor Bracley buiten
gewoon onaangename meening toegedaan,
dat hU voor het feit, dat hij indertUÖ zijn
stillen vennoot niet had verraden, een
schadeloosstelling tegoed had. O'Connor
schatte dezen liefdedienst op tien pond
sterling. Bracley daarentegen was van mee
ning. dat deze vanzelfsprekende ridder
plicht met twee pond al goed betaald was.
Juist toen Bracley O'Connor bemlnnelUk
toevoegde dat de duivel hem zou halen,
wanneer hU meer dan drie pond betaalde,
knarste de voordeur open en een nieuwe
bezoeker kwam binnen.
(Nadruk verboden),
(Wordt vervolgd).