RAADSELS Oplossingen Goede oplossingen Van drie biggetjes voor allen om uit te kiezen: de groteren vier; de kleine ren drie goede oplossingen. I. Ingezonden door Bep van de Zeeuw. Mijn geheel ls een wintervermaak van 14 letters 11, 7 is een versnapering in de zomer. 12, 13, 14 is een boom; 5, 10, 13, 14, 12 een roofvogel. 7, 2. 3. 4. 4, 10 moet men gebruiken by het knippen. De metselaar werkt met 1. 8, 8. 9. 8. 9. TT Ingezonden door Wout van Heel. Welke beroepen oefenen de volgende personen uit? 1 M R NeerwUk. 2. L. N. Kleer. 3. A. Stroom, 4. P. A. Perk. UI Ingezonden door Wim Rlenstra. Welke naam van een dier ls ook de naam van een kledingstuk? rvl Ingezonden door Oretl Kips. Mijn geheel ls een badplaats ln Neder land De eerste vier letters noemen een Europeaan, dan volgt een medeklinker, en de laatste drie letters noemen een plaats- Je in Limburg. Ingezonden door Marletje LagerwU. Welk spreekwoord staat hier? Al Lsd ele ug enno gzosn eld ewa arhe Ida chterh aaltha arwel. W, Ingezonden door Lies je van Driel. Op de kruisjes komt zowel van boven naar beneden als van links naar rechts de naam van een stadje ln Zuid-Holland te staan. x 1. een medeklinker. x 2. een speelgoed. x 3. een meisjesnaam, xxxxxxx 4. het gevraagde woord. x 5. doet men in zee. x 6. gebruikt men op school, x 7. een medeklinker. vn. Ingezonden door Jan Crair.a. Ik ben een naam uit een sprookje, van 11 letters. 1, 2, 3, 4, 5, 6 ziet men in de winter. 7, 8, 9 ls een kleur. 10, 11, 9 een meisjesnaam. VHI. Ingezonden door Jannie van Kampenhout. Voor velen ben ik tot vermaak, Op markt en kermis kom Ik vaak. Mijn le deel geeft aan de Jeugd. Als 't meisjes zUn, genot en vreugd. Mijn 2e deel wordt gehanteerd. Door jong en oud, dom en geleerd. En raadt ge nu mijn 3e deel, Dan weet ge 't raadsel ook geheel. der raadsels uil het vorige nummer. 1. Horizontaal: 1 venster, 7. agonie, 8. nagel. 10. daalder, 12. al, 13 alt, 14. af. 16 ai, 17. in, blank, 19. Odysseus, 24 telde, 25. Palermo, 27. sl., 28. deeg. 29. Dien, 30. la. 32. re, 33. dracht, 36, roe, 38. Wolga, 40. r.h. u o, 41. Sonja, 43 onnuttig, 44. t.k., 45. IJsco, 46. kus. 47. fa. Verticaal: 1. vandalisme, 2. egaal, 3. noga, 4. snel. 5 Tilda, 6. Ee. 9 arti kel, 11. eland, 14 abt, 15. fles, 18 al licht, 19. onderst, 20 Yperen, 21. sage, 22. eed, 23. Uri, 26. ondank, 31. a. huif, 34. arts, 35. toga, 37. ook. 38. was, 39 Loo. 42 JU. 2. De echo. 3 Nederland; adder. Ede, el, Nel, nar. 4. 1. oorvijgen. 2. handschoenen. 5. Bolsward; Breukelen, Os, Lemmer, Sluis, Weert, Alkmaar, Rolde, Doorn. 6. TUI Uilenspiegel; Piet, ÏU*. lui. tellen, geel. 7. PU, lip. ontvangen van: Lenle Brocaar, Riekje Leeman*. Wout van Heel, Piet Rietkerken, Coble Kleer, Wim Kleer, Corrle van Weizen. Annle v. d Henst. Annlc van Winkel, Plet MartUn. Corry Lens, Antje Ultdcnboogaard, MlentJe Ultdenboogaard. Ida de Oraaf. Geertje Boom, Tineke de Wit, Pleter van der Vliet. Frieda Llbot. Jan Piket, Jannie Piket, All Blansjaar, Anton Tegelaar, Jo Erades, Jan Boom. Jan Brakhoven, Annle Brakhoven, ToOvS de Vos. Rle de Vos, Joke de Vos, Plo- nle de Geus, Dickie Optendrees, Tineke Marree, Anny Schipper Adrl Schipper. Jo Kooien, Jannie Kooien. Elsje Kooien, Elsje Boterenbrood. Ineke Boterenbrood, Hansje Boterenbrood, Jan Zandbergen, Janny Hermans, Ansje Hermans, Annle Klos. Margje Booy, Aukje van der Walle. Ton Neuteboom. Gerry Swerls, Peter Wester beek, Annlc Feynenbulk, Corrle Roosen daal. Wllly Wiggers. Wim de Wolf, Nelly van Weeren, Henk van der Horst, Herman Hoogstraten, Marianne Hoogstraten. Nel- He Trap. Servlen Ceverlng, Henny Kooy- man, Janny Kooyman, Janny van Rijn, GU* Verschoor, Kora Key, Nanny Nauta. Lena Slok. Ella Teljeur. Gcrda Teljeur. Jan Bronsgee.st, All Stlkkelorum. Koos Stlkkclorum, Coba Hensen, Jople Susan. Freddy Susan, Josephine Brinks. Dlentje Veendorp, Frans van der Meljden, Jan van der MeUden, Herman Renslnk, Wol ter Renslnk, Henri Derogé, Joke Derogé. Atze van der Kooi, Bea van der Kool, Wim Rienatra, Paul Rlenstra, Nlek Bakker, Marti Bakker, Leny Moraal. Wim Nleboer, Theodora van der VU ver. Atle de Vogel, Elaje de Bruyn. Karei de Groot, Adrl Boe- lee, Dlck Boclee, Henk van Egmond, Jan Crama, Coba Verlind. Lydia Botermans, Henk Klaasseiw. Rietje Blonk. Frans Blonk, Mar Blonk, Rla Lepelaar, Marletje van Vliet, Bernard van Vliet, Rietje Brandt, Rla Boogaard, Henny van Vliet, Annle van der Vos, Anny Bekooy, Jople Poptie, Lijntje van Leeuwen, Neeltje van Leeuwen, Nlesje van Leeuwen, Suusje Bokooy. Jannte Werk, Leendert van Wilgen, Egbert van Akker, Dieuwke van Akker, Nel Boon, Ellle van der Lelie, Rlka Hogervorst, Maartje Stavleu, Truusje van Weizen, Pim van Weizen, Meinsje van Vliet, Ansje Voorma, Jacques de Geus, Suze de Geus, Elly Op- pelaar. Ineke Kriek, Bep van Iterson, Bram van Iterson, Joke de Oroot, Gonny de Groot, Marletje LagerwlJ. öofletje La gerwU. Olga Derksen. Lies Meurs (ook van vorige keer), Janny Hartevelt. Coby Har- tevelt. Suuske Kloots. Nlcolientje Binnen- dUk, Dldl Binnendijk. Toni Neuteboom. Afke Neuteboom, Ella Melnema, NelUe Melnema. Lize van Drlel. Henny van Drlel, Rie Develing. Jan Vrijenhoek. Bregtje Zwaan. Jootje Zwaan. Marletje Laman, Willem Laman. Paulus Laman. Elsje Ver lind Nog van vorige keer van: Jaap Haas noot. KEN HEEL, HEEL OUD VERHAALTJE. Ik weet een leuk oud verhaaltje. Luister Er waren eens drie oiggetjes en die gin gen de wijde wereld in. Het eerste biggetje had nog maar een klein eindje gelopen, toen hij een man tegenkwam, die een bos stro droeg „Och meneer" zei het biggetje, „wilt u me wel een beetje van dat stro geven om er een huisje van te bouwen?" „Met plezier" zei de man Het biggetje ging blij met het stro weg en bouwde er een huisje van. Maar een oude boze wolf, die daar vlak bij woonde, besloot het biggetje op te eten voor zUn ontbijt Dus hij kwam heel in de vroegte voor het huisje staan en riep: „Biggetje, biggetje, doe open!" Maar het biggetje riep: ,,Nee, nee dat nooit!" Want het had den wolf wel zien staan! Toen zei de wolf: „Wacht maar! Ik blaas, blaas, blaas.pfuu! tot je huisje omvalt!" En dat deed hU- Het huisje viel om en de wolf at het biggetje op. Met huid en haarl Het tweede biggetje kwam een man tegen, die een takkebos droeg. „Och meneer", zei het biggetje, „wilt u me wei ccn paar van die takken geven cj er een huisje van te bouwen?" .Met plezier", zei de man. Het biggetje ging bHJ met de tukk| weg en bouwde er een huisje van Maar., de oude boze wolf kwam en toen het blgg tje niet wilde opendoen, begon hU te l zen. te blazen pfuu! tot het huisje c viel! En de wolf at het biggetje op li huid en haar! Het derde biggetje kwam een man tefJ die een stapel stenen droeg ..Ach menèe| zei het biggetje, „wilt u me wel een pi van die stenen geven om er een huisje i te bouwen?" „Met plezier", zei de man. Het biggetje ging blU met de stenen en bouwde er een huisje van. Maar heel gauw stond de oude boze wolf ook hem voor de deur. „Biggetje, biggetje, doe open!" riep „Nee!" zei het biggetje. ,.En toen begon de wolf te blaaen, te ta zenmaar het huisje was stevig. 1 bleef staan. De wolf liep boos weg, ooi] hU het biggetje niet pakken kon En een uurtje later stond hU alweer i de deur en zei: „Biggetje, daarglnd ln] boomgaard zUn prachtige appels Moi vroeg om zes uur kom lk Je halen en d „Wilt u me wel een beetje van dat I geven?" gaan we ze plukken. Goed?" „Best" zei het biggetje. Maar de vol| morgen om zes uur, toen de wolf vo< deur stond, was het biggetje al lang Waar het was? Wel, in de boomga tuurlUk. Het zat ln een boom en f den wolf zag aankomen, riep het „Jel gelijk, het zijn prachtige appels. Hier, L maar eens!" En het gooide den appel toe. E ntoen die er naar liep Ui ken, sprong het biggetje vlug uit de If en liep naar huls. Maar de wolf gaf de moed nog De volgende morgen stond hU weer deur. HU riep: „Biggetje, biggetje, er is| mis in het dorp. Ga mee, we zullen i pret hebben. Ik kom Je vanmiddag uur halen". Het biggetje zei niets, maar om haJ ging het alleen naar de kermis. Daar Ij het een tonnetje. Het liet het tonnetj zich uit rollen, maar toen het den wol aankomen, kroop het vlug ln het en rolde de heuvel af. De wolf sc vreselijk van dat gekke rollende dln| hU hard naar huls holde. Nog helemaal bleek en zenuwachtig 4 hU een poosje later voor het huisje vaj biggetje staan. „Ik wou Je afhalen om naar de I te gaan", riep hU, „maar toen kwam 4 ontzettend groot, rond, rollend ding f heuvel afspringen! Er zat stellig een| ln of een tovenaar!" Toen stikte het biggetje haast vsj lachen en het riep: „Die tovenaar i Ik zat ln de ton! Ha, ha, ha!" En toen. lieve kinderen toen wolf zó woedend, dat hij pardoes boïf het huls van het biggetje sprong en de schoorsteen naar binnen kroop. Maar.o wee. het biggetje was Jul dag aan het brood bakken en hetJ stond gloeiend. Plof, boem! Daar *f boze wolf ln het vuur en verbrandde Hègelukkig maar!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 18