m 'en ijs-bruiloft te Edam - Het jaarlijksche Sint Pietersfeest in Grouw r~ -f <4 *een bericht van Hamilton S LEID5CH DAGBLAD Tweede Blad Kr* I FEUILLETON i DE EDAMMER IJSCLUB ORGANISEERDE OP DE IJSBAAN ALDAAR EEN GOED GESLAAGDE ZIGEUNER-BRUILOFT. DE BURGEMEESTER VOLTREKT HET HUWELIJK. y SHV! SÉr V IN DEN HAAG vond de installatie plaats van een Comité tot hulpverleening aan dieren in oorlogstijd, door Z. Exc. luitenant-generaal jhr. W. Röell. Tijdens de rede van generaal Röell. DE AMSTERDAMSCHE POLITIE controleert de in het Noord-Hol- landsch kanaal gevangen visch. DE EERSTE JONGE GEITJES IN 1940. P'i eerste lairtmetjes en kalveren zijn er reeds en thans zijn door een Reit te Schcllinkhout drie jongen ter wereld gebracht. HET BEZOEK VAN GENERAAL WEYGAND AAN CAIRO. EGYPTISCHE TANKS GEREED VOOR INSPECTIE DOOR DEN GENERAAL. door HANS HTRTHAMMER. zeer belangrijke ontdekking, die ^der! Wanneer zou blijken, dat zij rijk ls om het dal daar buiten tot Maar land te maken, zou dat wel een gelukkige oplossing zijn voor de Jeugd oiadhab V"u denkt aan kolonisatie? Ja, dat „h«rli)k zijn!" u Floyd zette zUn onderzoekingen Mabel bleef voortdurend aan zijn naar hand rustte nog steeds in de h v)ïv2nden zlch nu in liet uiterste einde r.net hol. Het schijnsel der fakkels ver- v1,nauwelijks hier door te dringen. in dien hoek heb ik geleefd!" zei IW,U,Sterend- "Voor zoover men dan leven kan noemen. Meer dan p neo ik ernstig overwogen er een eind L maken, maar iko, u mag mij b( i*r verlaten!" herinnering aan alles, wat zij had 51 2?rstaan. werd haar Plotseling te ncr,iH« verborg haar hoofd aan zijn P a«r en barstte ln snikken uit. Floyd begreep, dat hier woorden niets vermoch ten. Hij liet haar rustig uithuilen, maar de krachtige druk van zijn handen om haar schouders schonk haar de overtuiging, dat zij op zijn steun zou kunnen rekenen. Vooraan bij het haardvuur weerklonk eensklaps een kreet. Zijn hoofd omwendend, ontwaarde Floyd een aantal spookachtige gestalten, die heen en weer renden tusschcn laaiende vlammen Hij schrok op, onmiddellijk het gevaar beseffend, waarin zij verkeerden. „Kom, Mabel, wij moeten gaan zien, wat daar gebeurd is!" Zij renden door het hol. Er was geen twijfel mogelijk: het vuur had zich een weg gebaand over de barricade heen en het was nu duidelijk te zien bij den Ingang van het verblijf der vrouwen was een wild handgemeen ontstaan. Floyd probeerde het meisje terug te houden „Verberg Je in Je schuilplaats. Mabel! Als alles afgeloopen ls, kom lk je halen!" Zijn waarschuwing was echter vergeefsch. Zij klemde zich hardnekkig aan zijn arm vast en weigerde hem alleen te laten. Plotseling zag zij zich door een horde oudere vrouwen omringd. Krijschend en tierend trachtten deze zich van het meisje meester te maken, maar door een paar wel gerichte vuistslagen wist Floyd de Megera's voorloopig nog op een afstand te houden. Direct daarna echter volgden de gebeur tenissen elkaar met koortsachtige snelheid op. Hla Ma Chood was door zijn aanhangers bevrijd. Cookerel en Bhagat waren over rompeld en door de inmiddels naar binnen gedrongen lijfgarde van Siddhab's heer- scher gevangen genomen. Toen de professor de situatie in haar vol len, hopeloozen omvang overzag, was het te laat. Reeds zag hij zich door zijn belagers omringd. Er was geen uitweg meer. Daar hij zijn beide vuisten noodig had om zich de vijanden van het lijf te houden gelukte het den vrouwen eindelijk Mabel van zijn zijde weg te sleuren. Al haar opgekropte haat tegen de Mulattin scheen op dit oogenblik tot uitbarsting te komen. Met haar knokige vuisten sloegen zij op het weerlooze meisje in. terwijl ande ren haar de kleeren aan flarden trokken. Middelerwijl had het vuur fel om zich heen gegrepen, aangewakkerd door den sterken luchtstroom, welke nu ook door dit hol zUn weg had gevonden. Met razende snelheid laaiden de vlammen langs de ta pijten aan de muren en vervolgens vonden zij volop voedsel ln het houten keuken gerei en de houtblokken, die in groote hoe veelheden bij het fornuis lagen opgestapeld. .Gooi haar in het vuur!" schreeuwde plotseling een der vrouwen, op Mabel doe lend en dit voorstel vond onmiddellijk alge- meenen bijval. Ja. ja. verbrand haar! Nie mand anders dan zij heeft ons met haar duivelskunsten die vreemden op ons dak gestuurd!" Toen Mabel zich door ruwe handen op getild voelde, slaakte zij een gil, waarin al haar doodelijke angst lag opgesloten. Smerige, bruine vingers hielden haar mond dicht en op dit oogenblik, toen het einde onvermijdelijk scheen, wierp zij een laat- sten wanhoplgen blik op Floyd. Die blik, waarmee zij afscheid van hem leek te ne men, greep den Engelschman tot in het diepst van zijn ziel. Hij brulde van machtelooze woede. Neen, zóó niet! Zóó mocht hun einde niet zljnl Een bovenmenschelijke kracht scheen zich van hem meester te maken. Zijn vuisten schoten uit; hard als staal troffen zij de gezichten van zijn tegenstanders, die even achteruit deinsden en hem daardoor gele genheid boden zich los te rukken. Met een paar sprongen bereikte hij het meisje, zijn handen grepen toe, pakten het slanke figuurtje, hieven het omhoog en in een wilde jacht rende hij met zijn last naar het andere einde van het hol Hij kwam niet ver. Weldra hoorde hij de wilde horde achter zich daar struikelde hij. kwam ten val, maar onder den regen van vuistslagen, die op hem neerdaalde, waren zijn gedachten slechts bij het meisje, dat hij beschermen moest tegen de wraak van dit fanatieke gepeupel, bij Mabel, die hij ook thans nog in zijn nabijheid wist Half bewusteloos, berustend in het onver mijdelijke. rebds in het aangezicht van den dood, hoorden zij plotseling een luid geroep dat van boven scheen te komen en dat gevolgd werd door een lawaai, alsof een aantal menschen langs de rotsen omlaag stormde. Was dit nog werkelijkheid of beteekende het slechts een laatste droom, die hun voorspiegelde, dat hun pijnigers eensklaps van hen aflieten? Floyd sloeg zijn oogen op en zag, dat hij met Mabel alleen was. De volgende seconden snelde iemand op hem toe. een jonge man in Europeeschc kleederdracht boog zich over hen heen en drukte hem stevig de hand. „Hallo! Vrienden' Bent u er erg aan toe? Wij zullen u onmiddellijk in veiligheid bren gen! Verduiveld, jongens, ik geloof, dat het hoog tijd was!" ,Wie wie bent u?" stamelde Floyd, die zijn oogen nog steeds niet kon gelooven. „Mijn naam is Been. En ik moet mij al heel sterk vergissen, als ik ln u niet een der verdwenen Engelschen mag begroeten!" „Ja, ik ben Floyd, een der beide passa giers van het verongelukte vliegtuig. Mijn vriend Cookerel ls daar voor,* ln de macht van dat bruine gespuls." „Wij zullen hem direct wel bevrijden. Mijn jongens moeten zoo hier zijn! En hoe staat het met die dame? Dat arme meisje, zij schijnt er leelljk aan toe te zijn! Ik ben medicus. Permitteert u?" Hans Been knielde neer. beurde haar wat op en onderzocht haar pols. Mabel sloeg haar oogen op en keek ver wonderd om zich heen. Toen zij Floyd zag, glimlachte ze. Been knikte den ander bemoedigend toe. „Voor zoover ik kan nagaan, is er geen reden voor ongerustheid!" En na een korte pauze vervolgde hij: „Als mister Hamilton geweten had. dat ik u zou ontmoeten, had hij zeker verzocht u zijn groeten over te brengen." ..Hamilton onze piloot? Wat zegt u? Is hij dan nog in leven?" „Springlevend! Toen wij hem vonden, was hij weliswaar half verhongerd, maar hij had gelukkig geen letsel van beteeken is." „Den hemel zij dank, dat ook hij ten minste nog leeft!" Been. die intusschen het tooneel van den strijd niet uit het oog had verloren, be merkte. dat zijn metgezellen voor de over macht begonnen te wijken. „Wij kunnen hier niet blijven!" riep hij. „Kom mee. wij moeten ons terugtrekken." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5