.M de Koningin woont concert bij - Een 103-jarige te Dordrecht
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
reen bericht van
Hamilton
DE HEER J. M. LITTIG TE DORDRECHT VIERDE ZIJN 103DEN VERJAARDAG
De burgemeester, de heer J. Bleeker, en zijn echtgenoote kwamen den krassen
ouden heer op dezen gedenkwaardigen dag gelukwenschen.
DE DUINWEG VAN HUISDUINEN NAAR PETTEN ligt nog geheel bedolven onder
èen dikke laag sneeuw. Men is er nu toe overgegaan den weg met behulp van militairen
schoon te maken, zeer ten gerieve van de inwoners van de aan dien weg liggende dorpen
- mEXKTER" één der drie Engelsche kruisers, die slag leverden tegen de
ral Graf Spee", is te Plymouth binnengeloopen. Dat het schip er niet zon-
j 'r beschadigingen is afgekomen, toont deze foto, waarop men één der door
granaatsplinters doorzeefde schoorstcenen ziet.
ZWEDEN'S TENNISKAMPIOEN en partner
van koning Gustaaf (mr. G), K. Schroder, heeft
zich bij de Zweedsche vrijwilligers in Finland
gevoegd.
AUTOBOTSING OP DEN RIJKSWEG TE OVERSCHIE. Een personenauto, komende
uit de richting Den Haag, botste op een stilstaande vrachtauto. De eerste wagen werd
totaal vernield, de chauffeur gewond.
door
HANS HIRT11AMMER.
Njr rerds werd een tweede fakkel naar
tri* feworPen en onmiddellijk daarop
k uen een vierde. Het werd een
oombardement van laaiende flam-
JJJ, waardoor op verschillende plaat-
[vuurhaarden ontstonden, welke zich,
óverige bemoeiingen ten spijt, niet
beten blusschen. Hij rende van de
vil? naar de andere, waarbij de
Kende rook hem de tranen in de
ion? k°men, maar toen het vuur
LnLaan de kostbare tapijten langs de
tiffon on mee deelen, moest hij zijn
■W* opge/en.
♦.«VP Hla Ma Chood toe, die met
glinsterende oogen den loop der
onH». ,n had gadegeslagen, greep
W oksels en sleepte hem naar
le hop8 Van het' als keuken l"ge"
ï.?ezp -atste poging om het veege lijf
z?u echter vrij zeker schipbreuk
£25* wanneer niet op dit oogen-
jSJ; e hulP was gesneld. Hij bracht
'd. die in den rook dreigde te
slikken en daarna den Brahmaan in vei
ligheid om tenslotte den aftocht van James
Cookerel te dekken.
En nauwelijks waren zij door het gat
verdwenen, of onder dierlijk gebrul dron
gen de belagers het verlaten hol binnen.
32.
Irene Barlovius vouwde haar handen,
boog zich wat voorover en keek Hans Been
droef glimlachend aan.
„Je mag al die verschrikkelijke dingen,
die ik heb doorgemaakt, niet vergeten. Al
die angst, al die emoties ik vrees, dat
ik nooit meer in staat zal zijn mij aan
dergelijke, diepere gevoelens over te geven.
Misschien, dat ik mij vergis een mensch
kan tenslotte altijd meer verdragen dan hij
denkt maar dan zal ik toch dit alles
voor goed achter mij moeten hebben."
„Je zult er overheen komen, Irene", ant
woordde Been ernstig, terwijl h(J haar hand
in de zijne nam. „Een Jonge begaafde vrouw
als JUWat je gestorven waant, is
slechts tijdelijk bedolven onder de vele
droeve Indrukken, die de tragische gebeur
tenissen ln deze twee Jaren bij je hebben
achter gelaten. Wanneer alles maar eerst
eens /oorbij is. als je de zon, de bloemen,
die heele wondermooie natuur daarbuiten
maar eerst weer hebt terug gezien, dan zal
alles, wat Je hier hebt doorgemaakt, nog
slechts als een booze droom in je .herinne
ring blijven voortleven."
„Misschien!" zei ze bijna ongeduldig.
„Maar laten wij daar nu niet meer over
praten. Er zijn belangrijker dingen, die
nu
Zij maakte den zin niet af, want op dit
oogenbllk stormde een Jongeman het ver
trek binnen, wiens gezicht alle teekenen
van groote opwinding verried.
„Ah. Gopal. al terug? Wel, wat ben Je te
weten gekomen?"
„Heel wat, meesteres! Maar sta mij toe,
dat ik eerst wat uitrust. In het kort slechts
dit: Reeds sinds dagen zijn twee vreemde
lingen Siddhab binnen gedrongen en Visch-
wa was hun gids. Nu hebben zij de verblij
ven van Hla Ma Chood bezet en dezen
gevangen genomen. Het geheele dal is ln
oproer; men wil alles probeeren om de
Indringers te pakken te krijgen."
„Het is goed. Gopal, de rest hoor ik straks
wel."
Hans Been, op wien de mededeeling een
geweldigen Indruk had gemaakt, wilde den
man terug houden, maar een wenk van
Irene deed hem van dit voornemen afzien.
Nauwelijks echter was de bode verdwe
nen, of Been sprong op en begon in hevige
opwinding het vertrek op en neer te loe
pen. „Het zijn ongetwijfeld de beide ver
dwenen Engelschen. Den hemel zij dank,
zij leven tenminste nog. Er moet het een
of ander tot hun redding ondernomen wor
den, Irene Wij moeten onmiddellijk ingrij
pen; wij dienen nu alles te wagen!"
„Wat bedoel Jc daarmee? Alles wagen
beteekent voor mij: alles in gevaar bren
gen! Tegen een zoo groote meerderneid
kunnen wij immers niets uitrichten. Moet
ik het leven van al deze Jonge menschen
in de waagschaal stellen, nu terwijl wij
zoo kort voor de overwinning staan en onze
moeite eindelijk beloond zal worden?"
„Maar die beide menschen wij kun
nen hen toch niet eenvoudig in den steek
laten! Er moet iets gedaan worden om hen
te redden." Zijn stem klonk hard en gede
cideerd. „Als Jij daar niet toe kunt beslui
ten, dan zal ik zonder jou de noodige
maatregelen moeten treffen. Ik zal wel een
paar flinke knapen bereid weten te vinden
om mij te helpen!"
Irene Barlovius hief verschrikt haar hand
op. „Ik kan niet toelaten dat dat je je
blindelings in gevaar begeeft Je moet mij
goed begrijpen, Hans! Ook ik brand van
verlangen iets te ondernemen, maar er zijn
zooveel factoren, waarmee wij rekening
moeten houden en die jij niet kent.Ik
moet eerst precies van Gopal weten, hoe
de situatie is."
Toen Been bemerkte, dat zij begon te
aarzelen, nam hij zich stellig voor niet eer
der toe te geven, vóór hij haar geheel voor
zijn onderneming had gewonnen.
Een even onverwachte als verrassende
gebeurtenis was evenwel oorzaak, dat al
zijn oorspronkelijke plannen omver wer
den geworpen en zich plotseling geheel
andere reddingsmogelijkheden open
baarden.
Irene Barlovius. wier zintuigen door haar
langdurig verblijf in de onderaardsche stad
waren gescherpt, hoorde het het eerst
Het was een gierende fluittoon, welke
van heel ver. waarschijnlijk van de oudere
bewoners van Siddhab, scheen te komen en
die steeds meer aanzwol. Het klonk als het
gieren van een storm, die met angstwek
kende snelheid naderde en alles wegvaagde
wat hem in den weg kwam.
Irene greep Been verschrikt bij den arm.
„Luister, wat is dat? Het lijkt wel alsof
Verder kwam zij niet, want eensklaps
voelden beiden een hevigen luchtdruk, de
zware tapijten bij den ingang bewogen,
alsof zij door een onzichtbare hand waren
aangeraakt, werden opgenomen en het
volgende oogenbllk fladderden z(j knal
lend in den hevig aanzwellenden wind.
Op hetzelfde moment werden alle lichten
uitgeblazen; de storm groeide tot een or
kaan Huilend en gierend raasde hij door
het vertrek, wolken van stof en zand met
zich meevoerend.
Irene Barlovius was hevig ontsteld in een
hoek gevlucht Zij tastte naar den man.
wiens steun zij op dit oogenbllk niet kon
missen. „Om 's hemels wil. Hans, begrijp
jij dat? Is dat het einde?"
Ook Hans Been had de raadselachtige
gebeurtenis aanvankelijk danig aangegre
pen, maar plotseling drong de ware betee-
kenis ervan tot hem door.
„Irene! Ik weet het! Er is maar een
mogelijkheid! De jongens moeten den bo
vensten uitgang hebben vrijgelegd Dat
moet het zijn! Nu zitten we hier als in een
geweldige kachel, die plotseling trek heeft
gekregen. Kom, dan gaan we ons direct
overtuigen!"
Hij trok haar met zich mee.
„Mijn hemel stel. dat Je gelijk hebt!
Maar zij kunnen nog zoo ver niet zijn!"
„Wij zullen zien!"
Ook in de groote hal had de stormwind
alle lichten gedoofd en onder de daar
werkzame jonge menschen een paniek
stemming teweeg gebracht. Zij draafden
allen door elkaar en uit hun verschrikte
kreten bleek duidelijk, dat zij het hoofd
volkomen verloren hadden.
Been en Irene Barlovius deden al het
mogelijke om hun de vermoedelijke oor
zaak van het gebeurde duidelijk te maken
en weldra ging de verheugende mare. dat
dit waarschijnlijk het eind van hun ge
vangenschap beteekende, van mond tot
mond.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).