oe de „Burgerdijk" werd getorpedeerd UYLENSPIEGHELJ Minister Van Boeyen aan het woord ie Jaargang LEID5CH DAGBLAD, DonderJag 15 Februari 1940 Derde Blad No. 24507 heer Dijk vertelt van zijn onderhoud met den duikbootkapitein kunt wel alles in die papieren zetten" daas van den kapitein Optreden tegen neutrale schepen verscherpt In den Zijn beleid verdedigd Grieperig? ""AÊCKCRTJE *n O GISTERAVOND liep het g.s. „Boskoop" om ongeveer hall- tien Ilmuiden binnen, met aan boord de geredden van het Zaterdag j.L getorpedeerde s.s. „Burgerdijk", bestaande uit 40 leden van de bemanning en 8 passagiers, waaronder de eigenaar van het onlangs door brand verwoeste kasteel „De Hooge Vuursche". gezagvoerder van het getorpedeerde p. dc heer L. M. J. Scriwanek was on- lellljk bereid, een relaas te geven van jebcurtenlasen op den Oceaan. r lading vai de Burgerdijk, 6700 ton re, f.ojabooncn. lijnkoeken en meel was dc Nederlandache regeerlng geconsig- !d. De verder nog aanwezige tukgoc- waren alle geconsigneerd aan Nc- dsche firma's De kapitein verklaar- adrukkelljk, dat alle goederen aan werkelijk voor Nederland, en niet het transport naar andere landen be- waen. Brltache consul in New York had den Ai gezegd, dc* controlehaven Fal- aan te doen. om de lading te laten ren. heb mij toen vreeselljk kwaad ge kt", aldus kapitein Scriwanek, „en ld, dat als wU door een destroyer jn aangehouden en opgebracht, niet zouden tegenstribbelen, maar t wij uit eigen vrijen wil niet van route New York-Rotterdam sou- afwijken. urende de eerste dagen van to terug had de Burgerdijk met slecht weer tc n. Er deden zich overigens geen bU- re gebeurtenissen voor met uitzonde van een ontmoeting met een Brltschen yer op Dinsdag 6 Februari. Op dien ontmoette de Burgerdijk een Engelsch «schip dat om den naam van de irdljk" vroeg op welke vraag de Bur k direct antwoordde. Daarna kon het zijn reis voortzetten. DUIKBOOT IN ZICHT. Zaterdag 10 Februari, des namiddags 6.20 uur Greenwichtijd bevond de Bur- Jk zich op 7 mijl afstand van Bishop- Het was een beetje heiig en het zicht drie a vier mijl. Hoewel het nog niet r was waren de kenteekencn van het verlicht; het sein „Holland" brandde eeps boven de machinekamer en de n vlag op de campagne was met twee toren verlicht. Plotseling zag ik iets n zwarte vlek, iets donkers, omringd branding. Daar wij ln dertig uur geen Jk hadden kunnen maken en volgens ■gist bestek wij om half vijf de Bishop moesten hebben, dacht ik met een in zee te doen te hebben, gaf daarom hard stuurboord, liet on- illjk den tweeden stuurman looden ond 50 vaam grond, heb toen een half uur lang naar het 'n gestuurd en verkreeg bij een tweede ,8 60 vaam water. Daarna ging ik voor streek den ouden koers volgen. tweede looding kreeg ik n.l.het vcr- niet met een rots dicht bij de kust te hebben en rees bij mij de ge- g, of het misschien de toren van een t was geweest, die de branding ver st had. niet den indruk te wekken, een zlg- "rs te varen, en de duikboot zoodoen- wlllen ontsnappen, geschiedde deze koersverandering zeer langzaam, in- van normaal." vijf uur kwam plotseling een dulk- aan bakboord achteruit boven water, de kapitein haar zag was zij vijftig J achter de schroef. De Dultsche oor- 'ag werd geheschen en het sein „k" stop onmiddellijk, gegeven, elijk na dit sein werd gestopt en de t kwam toen geleidelijk aan bak- opgeloopen, steeds ongeveer op den- J afstand van het schip blijvende, .zijn vaart uitliep. Het tweede vlagge- dat de duikboot gaf. beteekende: „U «net uw scheepspapieren aan boord - De kapitein gaf ook aan dit sein r door een sloep aan bakboordzijde jen uitzetten met den eersten officier neer Dijk. en vier matrozen. Toen de werd uitgezet seinde de duikboot met morsesein ide vorige seinen waren wlnen): ,,u mag uw radio niet ge- n Dit sein was eigenlijk overbodig onmiddellijk toen de duikboot boven Jjwam had de kapitein al tot den nlst gezegd, dat hij de radio, die ens in 48 uur niet gebruikt was voor if ven van seinen, niet mocht bedienen L dan ook niet geschied I DE HEER DIJK VERTELT. •jjjer Dijk deelde ons mede, dat hij de ^pap eren in de sloep had meegeno- VKP.a,kt ln een enveloppe. r 5a*boordziJde is de sloep de duik- lenaderd. Dat. was heel moeilijk want f01deining. Een van de opvarenden nuikboot heesch den heer Dijk naar j v'er matrozen bleven in de sloep den commandotoren stond dc van dc duikboot den heer iDuit*^KWacllten ,,Ik stelde me voor ln f ^n de geheele conversatie werd trouwens ln deze taal gevoerd, aldus de lieer Dijk. Dc commandant antwoordde hierop, ter wijl hij mij een hand gaf: „Ik zal mijn naam maar niet noemen, dat is beter van niet". De heer D|Jk schatte den leeftijd van den commandant tusachen de 23 en 25 Jaar Dc duikbootkapitein was ln burgcrkleedlng zooals trouwens alle overige opvarenden van de duikboot, die de heer Dijk gezien heeft. De duikboot was donkergrijs, tegen zwart af, maar nogal verveloos. Op den comman dotoren stond ,,X 2". Een van de matrozen, die in de sloep gebleven was. zag nog, dat op den commandotoren een blazende zwarte kater met opgezetten rug was afge beeld, maar de heer Dijk heeft dit zelf niet gezien De duikboot zou naar zijn meening nog geen 150 voet lang zijn geweest, kapi tein 8crlwanek schatte 120 voet De heer Dijk overhandigde vervolgens de scheepspapieren, en zelde, van New York naar Rotterdam te varen, gaf lading op, en zei, dat alles aan de Nederlandsche regee ring en Nederlandsche firma's was ge adresseerd. „PAPIEREN INTERESSEEREN MIJ NIET". Toen de heer Dijk op dc papieren wees, antwoordde de kapitein: „Papie ren interesseeren mij niet, daar kunt u alles wel inzetten wat u wenschelijk acht". Op dit moment had de kapitein van de duikboot de enveloppe met de papieren nog in de hand. De heer Dijk haalde er het stuwplan uit, rolde dit uit, hield het den kapitein voor en zcidc: „Kijkt u dan het stuwplan na". De kapitein keek er met een half oog in en zeide: „Wat beteekent -empty Een Dultsche verklaring. SCHEPEN, DIE ENGELSCHE HAVENS AANDOEN, NIET MEER NEUTRAAL. United Press meldt: Bevoegde kringen ln Duitschland verkla ren dat indien vaartuigen der Vereenlgde Staten op weg naar Mlddellandsche Zee havens Oibraltar zouden aandoen, hetzij vrijwillig of gedwongen voor contrabande- controle, „voor de Dultsche onderzeeërs dan theoretisch het recht bestaat, deze schepen te behandelen alsof zU hun neu traliteit hebben verloren en hen te torpe deeren." Dezelfde zegslieden voegden hier aan toe dat het feit of inderdaad een der gelijk torpedeeren zou plaats vinden „na tuurlijk »ou afhangen van indlvidueele om standigheden". In bevoegde Dultsche kringen werd deze verklaring gegeven als commen taar op het tot zinken brengen van de „Burgerdijk", hetwelk volgens deze kringen gerechtvaardigd was. Het schip was op weg naar Duins voor de Brit- schc contrabandecontrole, zoo betoogde men. Men verklaarde: „Volgens para graaf 23 van de Duitsche contraban- debesluiten verliest ieder neutraal schip, dat op weg is, gedwongen of vrijwillig, naar een vijandelijke haven, ook dus de haven voor de contraban decontrole, zijn neutraliteit, en wordt het als vijandig vaartuig beschouwd. Zelfs indien het dus geen contrabande aan boord heeft, is de neutraliteit van het schip en de lading verloren ge gaan. In Dultsche klingen beschuldigt men de Britten ervan dat hun oorlogsschepen zon der cenlge rechtvaardiging" neutrale sche pen laten opstoomen naar Brltsche havens zoodat zij dus een nieuw „Britsch" recht hebben geschapen. Men voegt er aan toe dat alleen Enge land verantwoordelijk is voor iedere schade die neutrale schepen zouden lijden als ge volg van een Duitschen aanval, wanneer zij op weg zijn naar Engelsche havens. Volgens United Press ls men ln diploma tieke kringen ln Washington van meening, dat de Duitsche verklaring een poging Ls. om aan het torpedeeren van de „Burger dijk" geringe beteekenls te geven. In officleelc kringen is men algemeen van oordeel, dat aangezien de duikboot oorlog Amcrlka's deelneming aan den we reldoorlog verhaast heeft. Duitschland thans niet tot gelijke daden ial overgaan. barrels". De h«tr Dijk vertaalde .Jeere Facsse", waaro» de kapitein opmerkte: „Wat doet u net leege vaten in Hol land?". De he«r Dijk antwoordde: „Dat weet ik niet, Ik weet alleen, dat die Jeegc vaten voor Nederlandsche firma's bestemd zijn*. De kapitein fin* hier toen niet ver der op in en hij gaf de papieren over aan een der opvarenden, die bet hoofd uit het manpat stak. dat zich voor den commandotarcn bevond en de papie ren gingen door het mangat naar be neden. ,.Ik heb ze niet meer terug ge zien zeide de heer Dijk. Even staarde de U- bootkapitein voor zich uit en toen zeide hij letterlijk: „Het spijt mij dat ik Uw schip tot zin ken moet brengen". Toen de eerste officier van de Burger dijk den U-bootfcapiteln vroeg, waarom hij het schip wilde torpedeeren, gaf de Dult- scher hiervoor drie redenen op: In de eerste plaats zou dc Burgerdijk gezigzagd hebben, in de tweede plaats had de l'-boot-kapitein de overtui ging, cat de Burgerdijk op weg was naar een Engelsche haven en in de derde plaats zou dc marconist geseind bebbcu Er ontwJckclde zich een gesprek over het al dan met aandoen van een Engelsche haven. Je heer Dijk verklaarde, dat hU slechts o.ider dwang naar een vreemde ha ven. welke dan ook, zou opstoomen. ver klaarde eveneens dat door den marconist niet geseind was. en dat geen zlgzagkoers was ge/olgd. De toon. waarop dit onder houd «erd gevoerd, was zeer correct van beide rijden. Na Je weerlegging van dc argumenten voor de torpedeerlng schreeuwde de kapi tein rnn de duikboot door het mangat, dat er een lanceerbuis moest worden klaarge maakt. T>f kapitein van de duikboot gaf den heer DljL nog de volgende orders: „U krijgt een half uur om het schip te verlaten en als u aan boord van de Burgerdijk bent meet u den kapitein mededeelen, dat hij 5 minuten voor het verlaten van zijn schip het lichtsein „Holland" moet dooven. Als dit gebeurd ls mag de marconist seinen dzt het schip zinkende Ls en de positie op geven. Een verzoek, de scheepspapieren te mo gen terugontvangen, werd niet ln overwe ging genomen. De terugtocht naar de ,3urgerdljk" werd toen aanvaard. Toen de sloep met den eersten officier van de Burgerdijk en de vier matrozen langszij kwam, schreeuwde kapitein Scrl wanek. „Is het allright, Dijk?". De heer Dijk riep terug: „Alle hens ln dc booten". Hij zeli Ls aan boord gegaan en de vier matrozen zijn ln de sloep ach tergebleven. De heer Dijk gunde zich alleen den tyd om het Journaal, de monster boekjes en de paspoorten van de beman ning uit zijn hut mee te nemen. Twee van de overige sloepen werden gestreken en de passagiers en de bemanning namen in de drie .sloepen plaats. Alles verliep vlug en ordelijk. DE TORPEDEERING. Om 18.30 uur voeren de sloepen weg en een kwartier later om 18.35 werd de tor pedo afgevuurd. Een doffe knal weerklonk, plotseling gingen alle lichten aan boord van de „Burgerdijk" uit en een stoomfluit be gon vreeselljk te blazen. Met tranen in de oogen zagen kapitein Scriwanek en zijn mannen het schip, waar ze zoo trots op waren, langzaam zinken. REDDING EN TERUGTOCHT VLOT VERLOOPEN. De zee was ruw en door het binnenko mende water werd het koud voor de in zittenden. Voedsel was voldoende aanwe zig. Zoo hebben de mannen den nacht op zee doorgebracht, af en toe vuurpijlen af schietende. Wie schetst de vreugde van de schip breukelingen, toen zij om half acht Zon dagmorgen ver aan de kim een schip zagen, waarboven een vliegmachine cirkel de Men ls toen met Bengaalsch vuur. aan latten bevestigd, gaan zwaaien. Later bleek, dat het schip niet het vuur maar wel de rookkolommen heeft gezien, die de fak kels ontwikkelden, wanneer de afgebrande einden in het water werden gegooid. Om acht uur veranderde het schip, ver aan de kim, zijn koers en voer op de sloepen aan. Zondagochtend om acht uur 20 was het dc sloepen genaderd en konden de schipbreukelingen, die gedurende veertien uur op zee hadden rondgezwalkt, zich als gered beschouwen Dat het Nederlandsche schip ..Edam" toen te hulp kwam. maakte de stemming nog beter. De verdere reis verliep vlot. DE EDAM LIEP BU DUINS BINNEN. Aangezien de „Edam" niet onmiddellijk door mocht varen, kreeg kapitein Scriwa nek toestemming van de Engelsche auto riteiten om met de passagiers en de be manning van de Burgerdijk aan boord te gaan van de „Boskoop" van de K.N.S.M., die klaar lag naar Nederland terug te keeren. Aan boord van de „Boskoop" was het onthaal niet minder gastvrij dan op de „Edam". De geredden hebben het er best gehad. Om half drie hedennacht kwam de ..Boskoop" aan loods 5 van de Surlname- kade te Amsterdam aan. Het ijs belemmer de de vaart van IJmuiden naar Amster dam en twee sleepbootjes konden slechts langzaam de „Boskoop" huiswaarts loodsen. (Van onzen parlementairen medewerker). Natuurlijk ls de Begrooting van Binnen- landsche Zaken aangenomen. Want al zijn velen niet voldaan over 's Ministers beleid, aan afstemming zijner begrooting en dan nog wel ln de Eerste Kamer werd van-zelf-sprekend niet ge dacht. De Minister heeft de gisteren door ons vermelde redevoeringen en nog zeer enkele, die thans werden gehouden be antwoord en zjjn beleid verdedigd De op merkingen Inzake de circulaire-politiek pareerde hij met het argument, dat de Regeering in dezen tijd nu eenmaal af en toe voorlichting moet geven en dat dit o.a. kan geschieden door middel van circulaires. Maar onmiddellijk hierbij aanknoopend, trachtte de Minister kennelijk te betoogen, dat hJJ niet alleen met circulaires regeert, maar dat ook wetontwerpen zijn departe ment hebben verlaten. Li voorbereiding zijn de ontwerpen tot wijziging van de Be grafeniswet en van de Bioscoopwet. En de Zondagswet? De wijziging daarvan ls niet uit den grond te stampen aldus de Minister daarvoor ls de materie te moeilijk. Zoodat de Minister, maar wilde zeggen, dat er van traagheid en besluiteloosheid bij hem geen sprake is. Inzake de volkshuisvesting, op welk punt zijn beleid nog al was gecritiseerd. heeft de Minister betoogd, dat er ln de laatste jaren toch werkelijk het een en ander is ge schied, zoodat hij ook ten opzichte daar van de verwijten niet kon aanvaarden. Juist in de richting van krotopruiming ls er, meende hl], veel gedaan; ook zijn de flnancleele voorwaarden (rente-verlaging voor bouwvoorschottenverbeterd. En de Minister handhaafde zijn standpunt, dat de primaire taak Inzake den woningbouw aan de particulieren toekomt, en dat de Regeering steunend moet optreden. De woningtoestand in ons land ls, vergeleken met elders goed, meende de Minister. En hij verklaarde zich bereid verschillende wenschen en maatregelen te overwegen, inzonderheid ook voor het platteland. Inzake de luchtbescherming heeft de Minister eveneens zijn standpunt nog eens uiteengezet en het nut van voorlichting eh leiding erkend. In de richting van cen trale leiding wordt gewerkt. Maar toch hij erkende dat we er nog lang niet zijn, dat er nog heel wat moet worden gedaan, maar over het bereikte kunnen we tevreden zijn en zoo voorspeldt de Minister over een paar jaar zal men eens zien! De Minister deelde mede. dat in ver schillende gemeenten de bevolking reeds is Ingelicht omtrent de evacuatie en dat er spoedig een persconferentie zal plaats hebben, om die Inlichtingen meer alge meen tc maken. Maar het geldt hier een ingewikkelde geschiedenis, meende hij. Ten aanzien van verschillende andere onderwerpen heeft de Minister nog enkele opmerkingen gemaakt; wij vermelden er slechts nog van. dat hij een goede oplos sing hoopt te vinden voor het moeilijke vraagstuk der financieele verhouding van Rijk en Gemeenten, en dat hij de desbe treffende regeling voor 1941 van kracht hoopt te zien. Teekenen wij nog aan, dat prof. Kranen burg eenige korte opmerkingen maakte over het vraagstuk van wijziging der ge meente-grenzen en daarbij te kennen gaf zich te vereenigen met het standpunt des Ministers, die van huls uit geen groot voorstander ls van samenvoeging van ge meenten. De Minister zijnerzijds heeft niet nagelaten in zijn rede te wijzen op de over eenstemming van gevoelen, die inzake dit onderwerp tusschen hem en den Leldschen hoogleeraar bestaat: grenswijziging alleen ln aller-hoogste noodzaak. De Kamer heeft gelijk gezegd de begrooting goedgekeurd Zonder hoofdelijke stemming. Tweede Kamer. LEENING VAN 300 MILLIOEN GULDEN GOEDGEKEURD. .Algemeen erkende men. dat het uit schrijven van een leening tot een zeer aanzienlijk bedrag onvermijdelijk is, ten einde het hoog opgeloopen bedrag der vlot tende schuld te verminderen. Ook erkende men, dat het noodzakelijk is aan deze lee ning een seml-gedwongen karakter te ge ven, nu bij de uitgifte van de vorige, ge heel vrijwillige, leening is gebleken, dat de „stok achter de deur" niet gemist kan wor den. Men kon zich dan ook algemeen in hoofdzaak met het wetsontwerp vereeni gen" Aldus begint het Voorloopig Verslag over het wetsontwerp tot het aangeven van een leening (of leeningen) tot een bedrag van 300 millioen gulden tegen een koers van 100*/. en een rente van 4%. Het ls een vrij willige leening, maar de art. 13 e.v. van het wetsontwerp bevatten bepalingen die er een gedwongen leening van maken. tegen 3%), indien het gevraagde bedrag niet wordt volteekend. Uit bovenstaand citaat blijkt reeds af doende. dat het ontwerp door de Kamer zou worden aanvaard Slechts vier sprekers, de heeren Rost van Tonningen, Posthuma. Effendi en Teulings hebben er korte algemeene beschouwingen over gehouden, waarbij alleen de derde, de communist, zich tegen verklaarde: hij meent dat het geld maar op een andere manier gevonden moet worden de groot kapitalisten dienen de mobilisatie te be talen. Dc heer Rost van Tonningen was van oordeel, dat bij dc vorige mislukte leening in ieder geval't groot kapitaal zijn plicht heeft verzuimd; hij meende dat er nog veel meer geleend zal moeten worden „Weet Je wat Je doet? Schrijf es over de sneeuw!" „Hè Ja!", vond lk enthousiast. „Voor de afwisseling Heusch, ik heb het geprobeerd. Maar het werden allemaal leelijke woorden. Volko men ongeschikt voor een net dagblad als dit, dat door louter nette menschen wordt gelezen. En terwijl ik piekerde hoe het sneeuw-verhaal ln fatsoenlijken vorm te gieten sukkelde ik in slaap. En lk droomde. In droomde, dat ik een witten baard had. Tegenover mij hing een kalender, waar 1980 op stond. En aan mijn knie stond een klein menschje. Dat bedelde: .Opa, vertel nog es van dien verschrikke lijke n winter „Goed kind", gaf ik met bibberende stem toe „Dat was ln. la's kijke. ln 1941 „Néé. opa," riep oma van achter haar breikous. „In 1940, in den éérsten oorlogs winter .Goed. goedbedacht lk mij. In 1940Gut, kind. dat was me het win tertje wél. hoorHet vroor en het vroor maar, maandenlang. Opa deed niks anders dan kolen-bestellenWagens-vol En alle waterleidingen bevroren in den grond. Opa en oma konden zich op het laatst niet eens meer was.sehenMaar dat hinderde niet erg. want ze konden tóch de straat niet meer op ..Waarom niet?" ..Omdat de sneeuw tot aan de dakgoot lag. We konden niet eens de hulsdeur meer open-krijgen. .Zh, daar herinner lk mij niets meer van. kwam oma tusschen beide. „Da's je leeftijd", constateerde ik. ..Het sneeuwde maar en het vroor, wel dértig graden De musschen vielen met een bons uit de dakgoot „Met een bons?" „Ja. ze waren keihard bevroren ..Maar als de sneeuw tot aan de dakgoot lag. kon dat toch geen bóns „Als Je lastig wordt, vertelt opa niet ver der." zei lk boos. „Ik zeg Je dat ze bóns den! We werden er 's nachts wakker van Dan waren de dekens vastgevroren aan onze kin. Als we uitademden kletterden de stukjes ijs van onze lippen „En toen?" „In Augustus begon het gelukkig te dooien. Toen kon opa weer naar de krant gaan. Eerst op ski's, en daarna met hon den en sleden. ..Was er dan geen zomer?" .Nee, dien sloegen we over. dat jaar. In September kwamen er dorre bladeren aan de boomen „Opa, ls dat nou allemaal wel waar Ik dacht diep na in mijn droom en sprak toen ernstig: „Kijk es kind, het kan wel zijn, dat het een pietsje minder erg geweest is, dan lk nu uit de oprechtheid mijns harten vertel, maar je moet maar bedenken, dat de her innering aan mooie dingen altijd mooier is dan de werkelijkheid en de herinnering aan akelige dingen altijd akeliger dan de werkelijkheid. En tenslotte moet men, wanneer men Iets navertelt, er altijd een schepje-bovenop doen, want de werkelijk heid. die men beleeft, maakt altijd meer indruk, dan de werkelijkheid, die men slechts hoort navertellen en om nu nét zoo'n sterken indruk te maken, overdrijft opa iet of wat. Want de winderhanden en de stijve rug. die opa toen heeft gekre gen van het alsmaar .sneeuwpaden maken op het trottoir om niet bekeurd te worden door de politie en de koude voeten en de verkouden neuzen, de gloeiende ooren en de lekkages die had je moeten méé maken om je te kunnen voorstellen, hoe ber „Ssssst". zei oma en lk werd er wakker van. „Je zegt woorden ln Je slaap, die mag Je niet opschrijven. Woorden, die niet te pas komen. Maar dat dit een allerbed. „Ook dat kan lk niet opschrijven", con stateerde ik. teruggekeerd tot den winter van 1940 En daarom moet u mij maar niet kwa lijk nemen, dat ik vandaag per sé niet over de sneeuw schrijf 7478 (Inses. Med.) en achtte het inflatie—gevaar niet denk beeldig. Ook mr. Teulings constateerde dat vele groote instellingen bij de eerste lee ning te kort zijn geschoten. Onrustbarend wordt meende de heer Posthuma de stijging van onzen rente-last. Minister de Geer heeft tegenover een enkele opmerking van dien aard ontkend dat het rente-type van de nieuwe leening te hoog zou zjjn om verschillende redenen diende het gelijk te worden aan dat van de December-leening. Maar in aansluiting hieraan was noodzakelijk de bepaling dat. ais de vrijwillige leening een gedwongen moet worden, de rente een procent lager zal zijn. Bij de artikelen heeft de Kamer een amendement van de Commissie van Rap porteurs aangenomen waartegen de mi nister zich niet verzette als gevolg waar van houders van schuldbewijzen, die deze verkregen hebben krachtens persoonlijke inschrijving, die bewijzen tegen pari-koers in betaling zullen mogen geven ter voldoe ning van de aanslagen in de vermogens- en de verdedigings-belasting Op een vraag van den heer Rost van Tonningen, of bij volgende leeningen we derom gebruik zal worden gemaakt van de tusschenkomst van een consortium, te gen een vergoeding van 1/4 rrheeft dc mi nister geantwoord, dat het niet wenschelijk is daaromtrent een verklaring af te leggen, waarop de heer Rost tegen die bepaling stemde. En aan den heer van Kempen heeft de minister geantwoord, dat instellingen met een liefdadig karakter eventueel niet tot deelneming aan een gedwongen leening zullen worden verplicht, want er kan van een zekere bepaling worden gebruik ec- maakt om haar vrij te stellen. Behalve de communisten heeft dc ge heele Kamer zich met het ontwerp ver- eenigd. Tot de volgende leening!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 9