oe de „Burgerdijk" werd
getorpedeerd
UYLENSPIEGHELJ
Minister Van Boeyen aan
het woord
ie Jaargang
LEID5CH DAGBLAD, DonderJag 15 Februari 1940
Derde Blad
No. 24507
heer Dijk vertelt van zijn onderhoud met den
duikbootkapitein
kunt wel alles in die papieren
zetten"
daas van den kapitein
Optreden tegen neutrale
schepen verscherpt
In den
Zijn beleid verdedigd
Grieperig?
""AÊCKCRTJE
*n
O
GISTERAVOND liep het g.s. „Boskoop" om ongeveer hall-
tien Ilmuiden binnen, met aan boord de geredden van
het Zaterdag j.L getorpedeerde s.s. „Burgerdijk", bestaande
uit 40 leden van de bemanning en 8 passagiers, waaronder
de eigenaar van het onlangs door brand verwoeste kasteel
„De Hooge Vuursche".
gezagvoerder van het getorpedeerde
p. dc heer L. M. J. Scriwanek was on-
lellljk bereid, een relaas te geven van
jebcurtenlasen op den Oceaan.
r lading vai de Burgerdijk, 6700 ton
re, f.ojabooncn. lijnkoeken en meel was
dc Nederlandache regeerlng geconsig-
!d. De verder nog aanwezige tukgoc-
waren alle geconsigneerd aan Nc-
dsche firma's De kapitein verklaar-
adrukkelljk, dat alle goederen aan
werkelijk voor Nederland, en niet
het transport naar andere landen be-
waen.
Brltache consul in New York had den
Ai gezegd, dc* controlehaven Fal-
aan te doen. om de lading te laten
ren.
heb mij toen vreeselljk kwaad ge
kt", aldus kapitein Scriwanek, „en
ld, dat als wU door een destroyer
jn aangehouden en opgebracht,
niet zouden tegenstribbelen, maar
t wij uit eigen vrijen wil niet van
route New York-Rotterdam sou-
afwijken.
urende de eerste dagen van to terug
had de Burgerdijk met slecht weer tc
n. Er deden zich overigens geen bU-
re gebeurtenissen voor met uitzonde
van een ontmoeting met een Brltschen
yer op Dinsdag 6 Februari. Op dien
ontmoette de Burgerdijk een Engelsch
«schip dat om den naam van de
irdljk" vroeg op welke vraag de Bur
k direct antwoordde. Daarna kon het
zijn reis voortzetten.
DUIKBOOT IN ZICHT.
Zaterdag 10 Februari, des namiddags
6.20 uur Greenwichtijd bevond de Bur-
Jk zich op 7 mijl afstand van Bishop-
Het was een beetje heiig en het zicht
drie a vier mijl. Hoewel het nog niet
r was waren de kenteekencn van het
verlicht; het sein „Holland" brandde
eeps boven de machinekamer en de
n vlag op de campagne was met twee
toren verlicht. Plotseling zag ik iets
n zwarte vlek, iets donkers, omringd
branding. Daar wij ln dertig uur geen
Jk hadden kunnen maken en volgens
■gist bestek wij om half vijf de Bishop
moesten hebben, dacht ik met een
in zee te doen te hebben,
gaf daarom hard stuurboord, liet on-
illjk den tweeden stuurman looden
ond 50 vaam grond,
heb toen een half uur lang naar het
'n gestuurd en verkreeg bij een tweede
,8 60 vaam water. Daarna ging ik
voor streek den ouden koers volgen.
tweede looding kreeg ik n.l.het vcr-
niet met een rots dicht bij de kust
te hebben en rees bij mij de ge-
g, of het misschien de toren van een
t was geweest, die de branding ver
st had.
niet den indruk te wekken, een zlg-
"rs te varen, en de duikboot zoodoen-
wlllen ontsnappen, geschiedde deze
koersverandering zeer langzaam, in-
van normaal."
vijf uur kwam plotseling een dulk-
aan bakboord achteruit boven water,
de kapitein haar zag was zij vijftig
J achter de schroef. De Dultsche oor-
'ag werd geheschen en het sein „k"
stop onmiddellijk, gegeven,
elijk na dit sein werd gestopt en de
t kwam toen geleidelijk aan bak-
opgeloopen, steeds ongeveer op den-
J afstand van het schip blijvende,
.zijn vaart uitliep. Het tweede vlagge-
dat de duikboot gaf. beteekende: „U
«net uw scheepspapieren aan boord
- De kapitein gaf ook aan dit sein
r door een sloep aan bakboordzijde
jen uitzetten met den eersten officier
neer Dijk. en vier matrozen. Toen de
werd uitgezet seinde de duikboot met
morsesein ide vorige seinen waren
wlnen): ,,u mag uw radio niet ge-
n Dit sein was eigenlijk overbodig
onmiddellijk toen de duikboot boven
Jjwam had de kapitein al tot den
nlst gezegd, dat hij de radio, die
ens in 48 uur niet gebruikt was voor
if ven van seinen, niet mocht bedienen
L dan ook niet geschied
I
DE HEER DIJK VERTELT.
•jjjer Dijk deelde ons mede, dat hij de
^pap eren in de sloep had meegeno-
VKP.a,kt ln een enveloppe.
r 5a*boordziJde is de sloep de duik-
lenaderd. Dat. was heel moeilijk want
f01deining. Een van de opvarenden
nuikboot heesch den heer Dijk naar
j v'er matrozen bleven in de sloep
den commandotoren stond dc
van dc duikboot den heer
iDuit*^KWacllten ,,Ik stelde me voor ln
f ^n de geheele conversatie werd
trouwens ln deze taal gevoerd, aldus de
lieer Dijk.
Dc commandant antwoordde hierop, ter
wijl hij mij een hand gaf: „Ik zal mijn
naam maar niet noemen, dat is beter van
niet".
De heer D|Jk schatte den leeftijd van den
commandant tusachen de 23 en 25 Jaar Dc
duikbootkapitein was ln burgcrkleedlng
zooals trouwens alle overige opvarenden
van de duikboot, die de heer Dijk gezien
heeft.
De duikboot was donkergrijs, tegen zwart
af, maar nogal verveloos. Op den comman
dotoren stond ,,X 2". Een van de matrozen,
die in de sloep gebleven was. zag nog, dat
op den commandotoren een blazende
zwarte kater met opgezetten rug was afge
beeld, maar de heer Dijk heeft dit zelf niet
gezien De duikboot zou naar zijn meening
nog geen 150 voet lang zijn geweest, kapi
tein 8crlwanek schatte 120 voet
De heer Dijk overhandigde vervolgens de
scheepspapieren, en zelde, van New York
naar Rotterdam te varen, gaf lading op, en
zei, dat alles aan de Nederlandsche regee
ring en Nederlandsche firma's was ge
adresseerd.
„PAPIEREN INTERESSEEREN
MIJ NIET".
Toen de heer Dijk op dc papieren
wees, antwoordde de kapitein: „Papie
ren interesseeren mij niet, daar kunt
u alles wel inzetten wat u wenschelijk
acht".
Op dit moment had de kapitein van
de duikboot de enveloppe met de
papieren nog in de hand. De heer Dijk
haalde er het stuwplan uit, rolde dit
uit, hield het den kapitein voor en
zcidc: „Kijkt u dan het stuwplan na".
De kapitein keek er met een half oog
in en zeide: „Wat beteekent -empty
Een Dultsche verklaring.
SCHEPEN, DIE ENGELSCHE HAVENS
AANDOEN, NIET MEER NEUTRAAL.
United Press meldt:
Bevoegde kringen ln Duitschland verkla
ren dat indien vaartuigen der Vereenlgde
Staten op weg naar Mlddellandsche Zee
havens Oibraltar zouden aandoen, hetzij
vrijwillig of gedwongen voor contrabande-
controle, „voor de Dultsche onderzeeërs
dan theoretisch het recht bestaat, deze
schepen te behandelen alsof zU hun neu
traliteit hebben verloren en hen te torpe
deeren." Dezelfde zegslieden voegden hier
aan toe dat het feit of inderdaad een der
gelijk torpedeeren zou plaats vinden „na
tuurlijk »ou afhangen van indlvidueele om
standigheden".
In bevoegde Dultsche kringen werd
deze verklaring gegeven als commen
taar op het tot zinken brengen van de
„Burgerdijk", hetwelk volgens deze
kringen gerechtvaardigd was. Het schip
was op weg naar Duins voor de Brit-
schc contrabandecontrole, zoo betoogde
men. Men verklaarde: „Volgens para
graaf 23 van de Duitsche contraban-
debesluiten verliest ieder neutraal
schip, dat op weg is, gedwongen of
vrijwillig, naar een vijandelijke haven,
ook dus de haven voor de contraban
decontrole, zijn neutraliteit, en wordt
het als vijandig vaartuig beschouwd.
Zelfs indien het dus geen contrabande
aan boord heeft, is de neutraliteit van
het schip en de lading verloren ge
gaan.
In Dultsche klingen beschuldigt men de
Britten ervan dat hun oorlogsschepen zon
der cenlge rechtvaardiging" neutrale sche
pen laten opstoomen naar Brltsche havens
zoodat zij dus een nieuw „Britsch" recht
hebben geschapen.
Men voegt er aan toe dat alleen Enge
land verantwoordelijk is voor iedere schade
die neutrale schepen zouden lijden als ge
volg van een Duitschen aanval, wanneer
zij op weg zijn naar Engelsche havens.
Volgens United Press ls men ln diploma
tieke kringen ln Washington van meening,
dat de Duitsche verklaring een poging Ls.
om aan het torpedeeren van de „Burger
dijk" geringe beteekenls te geven.
In officleelc kringen is men algemeen
van oordeel, dat aangezien de duikboot
oorlog Amcrlka's deelneming aan den we
reldoorlog verhaast heeft. Duitschland
thans niet tot gelijke daden ial overgaan.
barrels". De h«tr Dijk vertaalde .Jeere
Facsse", waaro» de kapitein opmerkte:
„Wat doet u net leege vaten in Hol
land?". De he«r Dijk antwoordde: „Dat
weet ik niet, Ik weet alleen, dat die
Jeegc vaten voor Nederlandsche firma's
bestemd zijn*.
De kapitein fin* hier toen niet ver
der op in en hij gaf de papieren over
aan een der opvarenden, die bet hoofd
uit het manpat stak. dat zich voor den
commandotarcn bevond en de papie
ren gingen door het mangat naar be
neden. ,.Ik heb ze niet meer terug ge
zien zeide de heer Dijk.
Even staarde de U- bootkapitein voor
zich uit en toen zeide hij letterlijk:
„Het spijt mij dat ik Uw schip tot zin
ken moet brengen".
Toen de eerste officier van de Burger
dijk den U-bootfcapiteln vroeg, waarom hij
het schip wilde torpedeeren, gaf de Dult-
scher hiervoor drie redenen op:
In de eerste plaats zou dc Burgerdijk
gezigzagd hebben, in de tweede plaats
had de l'-boot-kapitein de overtui
ging, cat de Burgerdijk op weg was
naar een Engelsche haven en in de
derde plaats zou dc marconist geseind
bebbcu
Er ontwJckclde zich een gesprek over het
al dan met aandoen van een Engelsche
haven. Je heer Dijk verklaarde, dat hU
slechts o.ider dwang naar een vreemde ha
ven. welke dan ook, zou opstoomen. ver
klaarde eveneens dat door den marconist
niet geseind was. en dat geen zlgzagkoers
was ge/olgd. De toon. waarop dit onder
houd «erd gevoerd, was zeer correct van
beide rijden.
Na Je weerlegging van dc argumenten
voor de torpedeerlng schreeuwde de kapi
tein rnn de duikboot door het mangat, dat
er een lanceerbuis moest worden klaarge
maakt.
T>f kapitein van de duikboot gaf den heer
DljL nog de volgende orders: „U krijgt
een half uur om het schip te verlaten en
als u aan boord van de Burgerdijk bent
meet u den kapitein mededeelen, dat hij 5
minuten voor het verlaten van zijn schip
het lichtsein „Holland" moet dooven. Als
dit gebeurd ls mag de marconist seinen
dzt het schip zinkende Ls en de positie op
geven.
Een verzoek, de scheepspapieren te mo
gen terugontvangen, werd niet ln overwe
ging genomen. De terugtocht naar de
,3urgerdljk" werd toen aanvaard.
Toen de sloep met den eersten officier
van de Burgerdijk en de vier matrozen
langszij kwam, schreeuwde kapitein Scrl
wanek. „Is het allright, Dijk?".
De heer Dijk riep terug: „Alle hens ln
dc booten". Hij zeli Ls aan boord gegaan
en de vier matrozen zijn ln de sloep ach
tergebleven. De heer Dijk gunde zich alleen
den tyd om het Journaal, de monster
boekjes en de paspoorten van de beman
ning uit zijn hut mee te nemen. Twee van
de overige sloepen werden gestreken en de
passagiers en de bemanning namen in de
drie .sloepen plaats. Alles verliep vlug en
ordelijk.
DE TORPEDEERING.
Om 18.30 uur voeren de sloepen weg en
een kwartier later om 18.35 werd de tor
pedo afgevuurd.
Een doffe knal weerklonk, plotseling
gingen alle lichten aan boord van de
„Burgerdijk" uit en een stoomfluit be
gon vreeselljk te blazen. Met tranen in
de oogen zagen kapitein Scriwanek en
zijn mannen het schip, waar ze zoo
trots op waren, langzaam zinken.
REDDING EN TERUGTOCHT
VLOT VERLOOPEN.
De zee was ruw en door het binnenko
mende water werd het koud voor de in
zittenden. Voedsel was voldoende aanwe
zig. Zoo hebben de mannen den nacht op
zee doorgebracht, af en toe vuurpijlen af
schietende.
Wie schetst de vreugde van de schip
breukelingen, toen zij om half acht Zon
dagmorgen ver aan de kim een schip
zagen, waarboven een vliegmachine cirkel
de Men ls toen met Bengaalsch vuur. aan
latten bevestigd, gaan zwaaien. Later bleek,
dat het schip niet het vuur maar wel de
rookkolommen heeft gezien, die de fak
kels ontwikkelden, wanneer de afgebrande
einden in het water werden gegooid. Om
acht uur veranderde het schip, ver aan
de kim, zijn koers en voer op de sloepen
aan. Zondagochtend om acht uur 20 was
het dc sloepen genaderd en konden de
schipbreukelingen, die gedurende veertien
uur op zee hadden rondgezwalkt, zich als
gered beschouwen
Dat het Nederlandsche schip ..Edam"
toen te hulp kwam. maakte de stemming
nog beter. De verdere reis verliep vlot.
DE EDAM LIEP BU DUINS
BINNEN.
Aangezien de „Edam" niet onmiddellijk
door mocht varen, kreeg kapitein Scriwa
nek toestemming van de Engelsche auto
riteiten om met de passagiers en de be
manning van de Burgerdijk aan boord te
gaan van de „Boskoop" van de K.N.S.M.,
die klaar lag naar Nederland terug te
keeren.
Aan boord van de „Boskoop" was het
onthaal niet minder gastvrij dan op de
„Edam". De geredden hebben het er best
gehad.
Om half drie hedennacht kwam de
..Boskoop" aan loods 5 van de Surlname-
kade te Amsterdam aan. Het ijs belemmer
de de vaart van IJmuiden naar Amster
dam en twee sleepbootjes konden slechts
langzaam de „Boskoop" huiswaarts loodsen.
(Van onzen parlementairen medewerker).
Natuurlijk ls de Begrooting van Binnen-
landsche Zaken aangenomen.
Want al zijn velen niet voldaan over
's Ministers beleid, aan afstemming zijner
begrooting en dan nog wel ln de Eerste
Kamer werd van-zelf-sprekend niet ge
dacht.
De Minister heeft de gisteren door ons
vermelde redevoeringen en nog zeer
enkele, die thans werden gehouden be
antwoord en zjjn beleid verdedigd De op
merkingen Inzake de circulaire-politiek
pareerde hij met het argument, dat de
Regeering in dezen tijd nu eenmaal af en
toe voorlichting moet geven en dat dit o.a.
kan geschieden door middel van circulaires.
Maar onmiddellijk hierbij aanknoopend,
trachtte de Minister kennelijk te betoogen,
dat hJJ niet alleen met circulaires regeert,
maar dat ook wetontwerpen zijn departe
ment hebben verlaten. Li voorbereiding
zijn de ontwerpen tot wijziging van de Be
grafeniswet en van de Bioscoopwet. En de
Zondagswet? De wijziging daarvan ls niet
uit den grond te stampen aldus de
Minister daarvoor ls de materie te
moeilijk.
Zoodat de Minister, maar wilde zeggen,
dat er van traagheid en besluiteloosheid
bij hem geen sprake is.
Inzake de volkshuisvesting, op welk punt
zijn beleid nog al was gecritiseerd. heeft de
Minister betoogd, dat er ln de laatste jaren
toch werkelijk het een en ander is ge
schied, zoodat hij ook ten opzichte daar
van de verwijten niet kon aanvaarden.
Juist in de richting van krotopruiming ls
er, meende hl], veel gedaan; ook zijn de
flnancleele voorwaarden (rente-verlaging
voor bouwvoorschottenverbeterd. En de
Minister handhaafde zijn standpunt, dat
de primaire taak Inzake den woningbouw
aan de particulieren toekomt, en dat de
Regeering steunend moet optreden. De
woningtoestand in ons land ls, vergeleken
met elders goed, meende de Minister. En
hij verklaarde zich bereid verschillende
wenschen en maatregelen te overwegen,
inzonderheid ook voor het platteland.
Inzake de luchtbescherming heeft de
Minister eveneens zijn standpunt nog eens
uiteengezet en het nut van voorlichting eh
leiding erkend. In de richting van cen
trale leiding wordt gewerkt. Maar toch hij
erkende dat we er nog lang niet zijn, dat
er nog heel wat moet worden gedaan, maar
over het bereikte kunnen we tevreden zijn
en zoo voorspeldt de Minister over een
paar jaar zal men eens zien!
De Minister deelde mede. dat in ver
schillende gemeenten de bevolking reeds
is Ingelicht omtrent de evacuatie en dat
er spoedig een persconferentie zal plaats
hebben, om die Inlichtingen meer alge
meen tc maken. Maar het geldt hier een
ingewikkelde geschiedenis, meende hij.
Ten aanzien van verschillende andere
onderwerpen heeft de Minister nog enkele
opmerkingen gemaakt; wij vermelden er
slechts nog van. dat hij een goede oplos
sing hoopt te vinden voor het moeilijke
vraagstuk der financieele verhouding van
Rijk en Gemeenten, en dat hij de desbe
treffende regeling voor 1941 van kracht
hoopt te zien.
Teekenen wij nog aan, dat prof. Kranen
burg eenige korte opmerkingen maakte
over het vraagstuk van wijziging der ge
meente-grenzen en daarbij te kennen gaf
zich te vereenigen met het standpunt des
Ministers, die van huls uit geen groot
voorstander ls van samenvoeging van ge
meenten. De Minister zijnerzijds heeft niet
nagelaten in zijn rede te wijzen op de over
eenstemming van gevoelen, die inzake dit
onderwerp tusschen hem en den Leldschen
hoogleeraar bestaat: grenswijziging alleen
ln aller-hoogste noodzaak.
De Kamer heeft gelijk gezegd de
begrooting goedgekeurd
Zonder hoofdelijke stemming.
Tweede Kamer.
LEENING VAN 300 MILLIOEN
GULDEN GOEDGEKEURD.
.Algemeen erkende men. dat het uit
schrijven van een leening tot een zeer
aanzienlijk bedrag onvermijdelijk is, ten
einde het hoog opgeloopen bedrag der vlot
tende schuld te verminderen. Ook erkende
men, dat het noodzakelijk is aan deze lee
ning een seml-gedwongen karakter te ge
ven, nu bij de uitgifte van de vorige, ge
heel vrijwillige, leening is gebleken, dat de
„stok achter de deur" niet gemist kan wor
den. Men kon zich dan ook algemeen in
hoofdzaak met het wetsontwerp vereeni
gen"
Aldus begint het Voorloopig Verslag over
het wetsontwerp tot het aangeven van een
leening (of leeningen) tot een bedrag van
300 millioen gulden tegen een koers van
100*/. en een rente van 4%. Het ls een vrij
willige leening, maar de art. 13 e.v. van
het wetsontwerp bevatten bepalingen die
er een gedwongen leening van maken.
tegen 3%), indien het gevraagde bedrag
niet wordt volteekend.
Uit bovenstaand citaat blijkt reeds af
doende. dat het ontwerp door de Kamer
zou worden aanvaard
Slechts vier sprekers, de heeren Rost van
Tonningen, Posthuma. Effendi en Teulings
hebben er korte algemeene beschouwingen
over gehouden, waarbij alleen de derde, de
communist, zich tegen verklaarde: hij
meent dat het geld maar op een andere
manier gevonden moet worden de groot
kapitalisten dienen de mobilisatie te be
talen. Dc heer Rost van Tonningen was
van oordeel, dat bij dc vorige mislukte
leening in ieder geval't groot kapitaal zijn
plicht heeft verzuimd; hij meende dat er
nog veel meer geleend zal moeten worden
„Weet Je wat Je doet? Schrijf es over de
sneeuw!"
„Hè Ja!", vond lk enthousiast. „Voor de
afwisseling
Heusch, ik heb het geprobeerd. Maar het
werden allemaal leelijke woorden. Volko
men ongeschikt voor een net dagblad als
dit, dat door louter nette menschen wordt
gelezen. En terwijl ik piekerde hoe het
sneeuw-verhaal ln fatsoenlijken vorm te
gieten sukkelde ik in slaap. En lk droomde.
In droomde, dat ik een witten baard had.
Tegenover mij hing een kalender, waar
1980 op stond. En aan mijn knie stond een
klein menschje. Dat bedelde:
.Opa, vertel nog es van dien verschrikke
lijke n winter
„Goed kind", gaf ik met bibberende stem
toe „Dat was ln. la's kijke. ln 1941
„Néé. opa," riep oma van achter haar
breikous. „In 1940, in den éérsten oorlogs
winter
.Goed. goedbedacht lk mij. In
1940Gut, kind. dat was me het win
tertje wél. hoorHet vroor en het vroor
maar, maandenlang. Opa deed niks anders
dan kolen-bestellenWagens-vol En
alle waterleidingen bevroren in den grond.
Opa en oma konden zich op het laatst niet
eens meer was.sehenMaar dat hinderde
niet erg. want ze konden tóch de straat
niet meer op
..Waarom niet?"
..Omdat de sneeuw tot aan de dakgoot
lag. We konden niet eens de hulsdeur meer
open-krijgen.
.Zh, daar herinner lk mij niets meer
van. kwam oma tusschen beide.
„Da's je leeftijd", constateerde ik. ..Het
sneeuwde maar en het vroor, wel dértig
graden De musschen vielen met een
bons uit de dakgoot
„Met een bons?"
„Ja. ze waren keihard bevroren
..Maar als de sneeuw tot aan de dakgoot
lag. kon dat toch geen bóns
„Als Je lastig wordt, vertelt opa niet ver
der." zei lk boos. „Ik zeg Je dat ze bóns
den! We werden er 's nachts wakker van
Dan waren de dekens vastgevroren aan
onze kin. Als we uitademden kletterden de
stukjes ijs van onze lippen
„En toen?"
„In Augustus begon het gelukkig te
dooien. Toen kon opa weer naar de krant
gaan. Eerst op ski's, en daarna met hon
den en sleden.
..Was er dan geen zomer?"
.Nee, dien sloegen we over. dat jaar.
In September kwamen er dorre bladeren
aan de boomen
„Opa, ls dat nou allemaal wel waar
Ik dacht diep na in mijn droom en sprak
toen ernstig:
„Kijk es kind, het kan wel zijn, dat het
een pietsje minder erg geweest is, dan lk
nu uit de oprechtheid mijns harten vertel,
maar je moet maar bedenken, dat de her
innering aan mooie dingen altijd mooier is
dan de werkelijkheid en de herinnering
aan akelige dingen altijd akeliger dan de
werkelijkheid. En tenslotte moet men,
wanneer men Iets navertelt, er altijd een
schepje-bovenop doen, want de werkelijk
heid. die men beleeft, maakt altijd meer
indruk, dan de werkelijkheid, die men
slechts hoort navertellen en om nu nét
zoo'n sterken indruk te maken, overdrijft
opa iet of wat. Want de winderhanden
en de stijve rug. die opa toen heeft gekre
gen van het alsmaar .sneeuwpaden maken
op het trottoir om niet bekeurd te worden
door de politie en de koude voeten en
de verkouden neuzen, de gloeiende ooren
en de lekkages die had je moeten méé
maken om je te kunnen voorstellen, hoe
ber
„Ssssst". zei oma en lk werd er wakker
van. „Je zegt woorden ln Je slaap, die
mag Je niet opschrijven. Woorden, die niet
te pas komen. Maar dat dit een allerbed.
„Ook dat kan lk niet opschrijven", con
stateerde ik. teruggekeerd tot den winter
van 1940
En daarom moet u mij maar niet kwa
lijk nemen, dat ik vandaag per sé niet
over de sneeuw schrijf
7478
(Inses. Med.)
en achtte het inflatie—gevaar niet denk
beeldig. Ook mr. Teulings constateerde dat
vele groote instellingen bij de eerste lee
ning te kort zijn geschoten. Onrustbarend
wordt meende de heer Posthuma de
stijging van onzen rente-last.
Minister de Geer heeft tegenover een
enkele opmerking van dien aard ontkend
dat het rente-type van de nieuwe leening
te hoog zou zjjn om verschillende redenen
diende het gelijk te worden aan dat van
de December-leening. Maar in aansluiting
hieraan was noodzakelijk de bepaling dat.
ais de vrijwillige leening een gedwongen
moet worden, de rente een procent lager
zal zijn.
Bij de artikelen heeft de Kamer een
amendement van de Commissie van Rap
porteurs aangenomen waartegen de mi
nister zich niet verzette als gevolg waar
van houders van schuldbewijzen, die deze
verkregen hebben krachtens persoonlijke
inschrijving, die bewijzen tegen pari-koers
in betaling zullen mogen geven ter voldoe
ning van de aanslagen in de vermogens-
en de verdedigings-belasting
Op een vraag van den heer Rost van
Tonningen, of bij volgende leeningen we
derom gebruik zal worden gemaakt van
de tusschenkomst van een consortium, te
gen een vergoeding van 1/4 rrheeft dc mi
nister geantwoord, dat het niet wenschelijk
is daaromtrent een verklaring af te leggen,
waarop de heer Rost tegen die bepaling
stemde. En aan den heer van Kempen heeft
de minister geantwoord, dat instellingen
met een liefdadig karakter eventueel niet
tot deelneming aan een gedwongen leening
zullen worden verplicht, want er kan van
een zekere bepaling worden gebruik ec-
maakt om haar vrij te stellen.
Behalve de communisten heeft dc ge
heele Kamer zich met het ontwerp ver-
eenigd.
Tot de volgende leening!