F. Winckd in
in Abo
Tweede Blad
*een bericht van
Hamilton
FEUILLETON
CH. W. F. W1NCKEL die naar Finland is geweest om de uitzending
an een Nederlandsche ambulance voor te bereiden, is terug in Amsterdam.
Op Schiphol In gesprek met den heer Thomson, stationschef.
SLACHTOFFERS VAN DEN OORLOG TER ZEE WORDEN AAN LAND GEBRACHT. DE OPVARENDEN VAN EEN BRITSCH
STOOMSCHIP, DAT DOOR DUITSCHE VLIEGTUIGEN TOT ZINKEN WERD GEBRACHT EN DIE DOOR EEN
REDDINGBOOT WERDEN GERED, BEREIKEN VEILIG DE KUST.
door
hans htrthammer
heelemaal hopeloos Is het geval
blijkbaar niet!" bromde hij tenslotte,
1 hij omstandig zijn pijp begon te
pen.
jar direct daarop scheen zijn ontstem-
j terug te keeren. „Desondanks", ver-
de hjJ. ..blijft het pijnlijke feit bestaan,
Je B. i. a. aan anderen overlaat zich
■jaar zaken te bekommeren. Een Hol-
Porganiseert een hulpactie, een In-
"^h vorst verleent zijn medewerking
kijken toe! Nee, waarde heer, dat
Jt *an ik u toch niet besparen. U had
Been tenminste een officieele op-
nuloeten Keven!"
Piteln Blackworth kende zijn chef en
oat nu het oogenblik gekomen was
[doorzichtig bij te draalen. „Hm. u hebt
sir. Wij hadden de leiding van deze
leaenis niet uit handen mogen geven."
L™ Ja. het is gelukkig nog niet te laat.
o naast gaan wenschen dat de expe-
'o moeilijkheden is geraakt. Hoort u
er, zuiicn nog vandaag een paar
""geruste machines minstens vijf
of zes uitzenden. Onderzoekt U direct
eens even, of dat mogelijk is en treft u dan
de noodige voorbereidingen!"
„Uitstekend, sir."
„Ik zelf zal mij nog in den loop van den
ochtend telefonisch met de militaire auto
riteiten in verbinding stellen voor de mede
werking van een afdeeling lanclers. Old
England moet dat zaakje zelf in de hand
nemen en zich met de leiding belasten."
„Zeer juist, sir! Wij mogen van geluk
spreken, dat u nog Juist op tijd uit Europa
bent teruggekeerd om mijn onhandigheid
weer goed te maken!"
Commander Hull voelde zich door deze
bekentenis in niet geringe mate gestreeld.
Hij lachte tevreden. „O zoo. nou zien jullie
weer eens! Zonder den ouwe gaat het maar
niet O.K., als u er voor zorgt, dat nog
vóór den middag zes machines startklaar
staan, zullen we al het andere maar ver
geten."
„Komt ln orde, sir"!
„En den Maharadja van Jlpar dienen wij
telegrafisch onzen dank voor den door hem
verleenden steun te betuigen. Doet u dat
een beetje diplomatiek, waarde Blackworth!
U kunt wel laten doorschemeren, dat troe
pen en vliegtuigen zullen worden uitgezon
den uitsluitend ter ontlasting van de
door hem beschikbaar gestelde menschen
natuurlijk u begrijpt me wel"!
Kapitein Blackworth lachte veelbeteeke-
nend. „Volkomen, sir!"
Hij verwijderde zich mee het geruststel
lende gevoel allerlei dreigende onaange
naamheden niet onhandig te hebben afge
wend.
Commander Hull nam de telefoon van
den haak en liet zich met de militaire auto
riteiten verbinden.
Het resultaat van het lange gesprek was
dat nog denzelfden dag een draadloos bevel
naar het garnizoen aan het Glalnermeer
werd doorgegeven, dat den anders zoo rus-
tigen post in rep en roer bracht.
Toen commander Hull tegen het mid
daguur op het vliegveld verscheen, kon hij
tot zijn genoegen constateeren, dat kapi
tein Blackworth zich behoorlijk van zijn
taak had gekweten. Keurig naast elkaar
stonden zes zware machines op het gladde
beton. De propellers waren reeds aangezet
en het geronk der motoren vervulde de
lucht.
Uit de rij der piloten, die in een groep
bij elkaar stonden, trad kapitein Black
worth naar voren.
„Wel, wel?" zei Huil. verbaasd. „In volle
uitrusting, Blackworth? U bent toch niet
van plan aan het uitstapje deel te nemen?"
„Ik zou er u vriendelijk om willen ver
zoeken, sir! Draagt u mij het commando
op. Ik zou graag ln de gelegenheid worden
gesteld mijn fout goed te maken"!
„Hm"! bromde Huil. Hij keek zijn onder
geschikte vorschend aan. Dan barstte hij
plotseling in een bulderenden lach uit,
waarmee kapitein Blackworth van harte
instemde.
„Ha, ha, ik heb je door, mijn waarde!
Genoeg van den bureaudiens^, wat? Laat
die ouwe zijn vervelende buien nu maar
eens een poosje op anderen botvieren"!
„Nou voor mijn part!"
„Dank u, sir!"
Commander Hull trad op de anderen toe
en drukte hun een voor een de hand. .Al
les goeds dan maar, jongens en veel
succes!"
31.
Dat was Juist een kolfje naar de hand
van James Cookerel!
De lieftallige bewoonsters van het twee
de hol, waar de beide Engelschen zich nu
bevonden, waren schuw in een hoek bijeen
gekropen en staarden met van angst ver
wrongen gezichten naar de vreemde in
dringers.
„Eindelijk een een plek. waar ik mij ten
minste eenigszins op mijn gemak voel!"
Cookerel trok allerlei zonderlinge grimas
sen, zwaaide met zijn armen en trachtte
de gevluchte schare er op alle mogelijke
manieren van te overtuigen, dat men van
hem niets te vreezen had.
„Laat ze maar, Cooksy!" zei Floyd. .Als
ze bemerken, dat wij haar niet zuilen op
eten, komt de toenadering vanzelf!"
Van een der hoeken van het hol ging
iets onweerstaanbaar aanlokkelijks uit en
als bij afspraak verhaastten de beide man
nen hun schreden. Geen wonder, want
het was reeds gerulmen tijd geleden, dat
zij zich aan een behoorlijk maal te goed
hadden gedaan.
Ten deele door dreigementen en vooreen
ander deel door vriendelijke gebaren wis
ten zij het zoover te brengen, dat de vrou
wen bij het haardvuur met haar lekker
nijen te voorschijn kwamen.
En wat voor lekkernijen! Het gebraden
lamsvleesch met een pikant toebereide
salade als groente en de geconfljte vruch
ten als toespijs, bewezen overtuigend, dat
Hla Ma Chood een vriend en kenner van
culinarische geneugten was.
De aanblik van de zich met smaak te
goed doende mannen scheen op de vrou
wen een geruststellende uitwerking te heb
ben. De een na de ander kwam uit haar
schuilhoek te voorschijn en tenslotte zag
het tweetal zich omgeven door een schare
levendig gesticuleerende meisjes, die ech
ter onmiddellijk weer krijschend uiteen
stoven toen de vreemdelingen na den maal
tijd opstonden.
„Heb Je den rook gezien, die van het
haardvuur omhoog stijgt"?
„De rook? Hoezoo. Francis? Ach
ja, nu zie ik het. Hij gaat opvallend snel
en bijna loodrecht omhoog. Merkwaardig,
dat hij hier niet blijft hangen. Daar moet
een reden voor zijn
„Mijn vermoeden, dat de luchtverver-
sching in de holen van Siddhab door na
tuurlijke kanalen wordt geregeld, schijnt
meer en meer bevestigd te worden. Het
dunkt mij aap geen twijfel onderhevig, dat
de gewelven boven ons spleten en verbor
gen openingen bevatten, waardoor de ver
bruikte lucht kan ontwijken, terwijl de
versche lucht door den ingang naar binnen
stroomt."
Een der aan het fornuis bezig zijnde
vrouwen wilde niet gelooven. dat haar
gasten hun honger reeds gestild hadden.
.Nog wat"? lachte ze, terwijl ze hem op een
basten bord een nieuwe portie aanbood.
Maar Floyd schudde ontkennend zijn
hoofd en demonstreerde door een veelzeg
gend gebaar, dat hij voorloopig verzadigd
was. „Maar je mag mij wel eens vertellen,
beste kind. waar Jullie al die heerlijkheden
vandaan krijgen"!
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).