Generaal Winkelman bezoekt Defensie - Opening ziekenhuis Purmerend
Marnang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
len bericht van
Hamilton
FEUILLETON
Het verrassende effect echter werd ver
oorzaakt door een ontelbaar aantal lichtjes
welke de ruimte iets warms en Intiems
gaven.
„Kaarsen?" vroeg Been verbaasd. „Waar
hebt u die vandaan?"
„Wij maken ze zelf uit de brandstof voor
de fakkels. Onze eerste pogingen in die
richting kwamen uit de harde noodzake
lijkheid voort, omdat we gedwongen waren
zuinig met het licht om te gaan. Wij voel
den ons zeer trotsch, toen het ons gelukt
was uit een enkele fakkel een goed dozijn
kaarsen van gelijken brandduur te ver
vaardigen."
„Het ziet er alleraardigst uit. Het neigt
haast tot het symbolische. Beneden het
spookachtige, flakkerende schijnsel van de
fakkels en hier dat mooie rustige licht.
Het is den jongen menschen aan te zien, dat
zij voor een mooier leven zijn voorbestemd."
„Voor alles kwam het er op aan hun werk
te geven, een of andere bezigheid, zelfs al
droeg dit niet direct een productief karak
ter. Daardoor is het mij gelukt hen voor
moedeloosheid te bewaren."
„U bent werkelijk bewonderenswaardig,
juffrouw Barlovius!"
„Dwaasheid!" lachte ze, maar het compli
ment animeerde haar toch om hem nog
wat meer van haar miniatuur rijk te ver
tellen. „Er is bij ons ook plaats voor amu
sement, o ja, wij vormen met recht een
hechte gemeenschap. Maar, gaat u mee,
dan zal ik u eens laten zien welke vorde
ringen wij al gemaakt hebben met onze uit
braak, als ik het zoo noemen mag."
Toen zij door de werkplaats liepen, werd
Irene Barlovius van alle kanten met gejuich
en vroolijke opmerkingen begroet. Als een
Jonge koningin liet zij al deze huldebetui
gingen van haar geestdriftig volk glim
lachend over zich heen gaan.
Hun weg leidde vla een kunstig opgewor
pen barricade naar de eigenlijke bouw
plaats. Hier werd koortsachtig gewerkt.
„Het wordt alles zoo voorbereid", ver
klaarde Irene, „dat wij niet voor verrassingen
van beneden behoeven te vreezen. Zelfs,
wanneer het onzen tegenstanders mocht ge
lukken in onze schuilplaats door te dringen,
blijft ons nog steeds de mogelijkheid eiken
meter grond met kans op succes te verde
digen. Als u zoudt probeeren zonder mijn
leiding uw weg te vervolgen, zoudt u bin
nen een paar minuten met gebroken lede
maten in een ravijn liggen. Weest u voor
zichtig! Geef mij uw hand!"
Zij trok hem weg van het breede, rechtuit
loopende pad, dat hij onwillekeurig had wil
len volgen en begon, oogenschljnlijk vrij
zonderling, een breeden, bijna loodrechten
rotswand te beklimmen. Nauwelijks zicht
bare. in de rotsen uitgehouwen treden,
maakten dit waagstuk mogelijk.
„Voorzichtig, dokter, wat nu komt, is niets
voor dikke menschen!"
Met veel moeite wrong hij zich door de
smalle opening, waar zij hem was voorge
gaan. Diepe duisternis omving hem.
„Steeds maar achter mij aankruipen!"
hoorde hij haar stem. „Houdt u contact met
mijn voeten, anders bent u verloren. Ik zal
onmiddellijk stoppen, als ik uw hand niet
meer voel."
Hans Been, die zich niet oprichten of om-
keeren kon en eenvoudig genoodzaakt was
als den eersten den besten wurm over den
grond te kruipen, proestte en snoof van
inspanning en hengelde wanhopig naar zijn
zakdoek om zich het koude zweet van het
voorhoofd te wisschen.
„Als u mijn voet niet vasthoudt, komt u
hier in uw leven niet meer uit".
Haar stem klonk hol, alsof zij zich in een
grafkelder bevonden.
Hij stak zijn hand uit en omklemde haar
enkel.
„Zoo!.En nu kunt u zich een klein half
uurtje verbeelden een rups te zijn, die bin
nen in een mooien, sappigen appel rond
kruipt".
„U verlangt nogal wat van mijn fan
tasie!" mopperde Been. „Een half uur, zegt
u, moet die marteling duren? Hopenlijk
leg lk het voor dien tijd niet af!"
„Weest u maar niet bang! Als u dit laby
rinth eerst maar eens een paar maal heen
en terug doorkruist hebt, zult u er wel ple
zier in krijgen! Opgepast! Nu maken we
een scherpe bocht. Haalt u het vooral niet
in uw hoofd rechtdoor te kruipen".
Zonder haar waarschuwing zou hij er
stellig geen moment aan hebben gedacht
van den rechten weg af te wijken en
eenige bijzondere aandacht te schenken
aan het gat, waarop het pad uitmondde.
Eenigen tijd kropen zij nu zwijgzaam
achter elkander voort, waarbij Hans Been
er zorgvuldig voor waakte, Irene's voet geen
oogenblik los te laten.
„Nu moet u opstaan!" riep zij plotseling.
Hij wilde onmlddellijlk aan dit bevel ge
volg geven, maar daarbij kwam zijn hoofd
in onzachte aanraking met de rotsen. „Dat
gaat niet!" bromde hij, haastig een ver-
wensching, die hij op de lippen had. in
slikkend.
„Jawel, probeert u het maar! U was al
leen maar een beetje te haastig."
Inderdaad bemerkte hij nu, dat hij over
eind kon staan en dat hem daardoor te
vens de mogelijkheid werd geboden in een
T
spleet, welke veel overeenkomst vertoonde
met een konijnenhol, naar boven te klim
men. Hij volgde haar voorbeeld, nadat hij
door een paar zeer onvriendelijke verwen-
schingen aan zijn wanhoop en verbazing
lucht had gegeven.
Geleidelijk echter verkeerde zijn ergernis
in bewondering. Hoe kunstig waren deze
gaten aangebracht, welk een geweldige
prestatie om ze in den harden rotswand te
boren, welk een overleg, geduld en toewij
ding was daarvoor noodig geweest!
De loodrechte schacht, waarin zij thans,
gebruik makend van de aan weerszijden
aangebrachte inkervingen, naar boven
klommen, boog tenslotte naar links af en
nu-hoorde Been steeds duidelijker een re
gelmatig geklop.
Een paar minuten later hield Irene Bar
lovius stil om in het Hindostansch eenige
woorden te wisselen met iemand, dien Been
niet kon zien.
„We zijn er!" riep ze hem toe. „Als u nog
wat opschuift en naast me komt, kunt u
een smalle streep blauw van den hemel
zien
Hij drukte zich zoo dicht mogelijk tegen
den rotswand aan, waardoor er nog juist
genoeg ruimte was om zich naast haar te
wringen. Zij stonden nu schouder aan
schouder. Hij hief het hoofd op.
Het was niets meer dan een nauwe gleuf
maar hij begreep volkomen, dat dit beetje
licht dezen jongen menschen. die de zon
nooit zagen, een openbaring moest toe
schijnen.
„Ik zie zelfs een paar sterren fonkelen.
Zeldzaam is dat! Ongeloofelijk!"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
I
f.
door
hans hirthammer.
L "daarom misschien naar Siddhab
bélt;1 "ad zij met een spottend lachje
■E 'dopelingen gereageerd. „Ik bewon-
W Uithoudingsvermogen. Jammer, dat
■vi hUI|t z°o weinig begrip toon."
fllgde hij haar met gemengde gevoe-
»ar de deuropening, waardoor zij
wmt{}n u'as binnen gekomen.
^~°aar verrast, bleef zij op den drem-
êr'h n r hem lag een vrti groote,
ft ha}1, waarin een en al bedrijvig-
Mrschte.
r»?lel, maakte den Indruk van een
"i?Plaats. Hier zat een aantal
Fjsies achter een primitief weefge-
li'^ren vlochten touwen en koorden
1*! verder een aantal jongemannen
rotsblokken en kalk een muur
1„?er hoeken klonk gezang, aan de
werd hartelijk gelachen,
uwen
■rlcr5?hte een genoeglijke stemming,
hknea,' slechts ten goede scheen te
HET NIEUWE ZEER MODERNE STADSZIEKENHUIS TE PURMEREND is door den burgemeester van Purmerend, den heer P. Kikkert, officieel
geopend. Rechts: de burgemeester opent met een zilveren sleutel het nieuwe gebouw. Links: de verpleegsters zijn opgetogen over het speciaal
voor haar gebouwde zusterhuis.
DE DOOI INGETREDEN IS TREKT EEN GROOT AANTAL VISSCHERS ER OP UIT OM
VISCHJE TE VERSCHALKEN. MEN HEEFT HIERTOE BIJTEN IN HET IJS GEHAKT.
MSTERDAMSCHE VISSCHERS OP HET IJS IN HET NOORD-HOLLANDSCH KANAAL.
KALLIO
heeft een bezoek ge
bracht aan verschil
lende hospitalen. De
president bij een ge
wonden Finschen
soldaat.
IJSBREKER AAN HET WERK bij de reederij Bergman voor het Centraal Station
te Amsterdam, om het ijs voor de
aanlegsteigers te breken.
DE BALKANCONFERENTIE TE BELGRADO. V. L. N. R. DE MINISTERS SARADJOGLU,
(TURKIJE), MARKOWITSJ (ZUID-SLAVIE), METAXAS (GRIE
KENLAND) EN GAFENCU (ROEMENIË).
OPPERBEVELHEBBER VAN LAND. EN
generaal H. G. Winkelman, bracht gistermiddag
aan den minister van Defensie. Generaal Winkelman bij
het verlaten van het departement van Defensie.
PRESIDENT