Chamberlain
De memorie van
Binnenlandsche
antwoord
Zaken
LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag I
Het woord is aan
Engeland's krachtsontplooiing en houding
tegenover de neutralen
Diverse belangrijke onderwerpen aan de orde
GEMENGD NIEUWS
Groningsch kustvaartuig
bracht hulp
De Britsche Minister-president Chamber
lain heeft gisteren het woord gevoerd aan
een noenmaal, aangeboden door de commis
sie voor de landsverdediging.
Chamberlain begon met er zijn voldoening
over uit te spreken, dat men het niet noodig
had geoordeeld, voor het publiek tijd of
plaats voor dit noenmaal te verbergen
Hij sprak vervolgens over de onvermijde
lijke grieven en klachten, welke voortvloeien
uit de beperkingen, welke de oorlogstijd
oplegt.
Het zou ongelukkig zijn, indien het
publiek in een stemming van somber
heid of depressie zou verkeeren, want
de feiten toonen niet alleen aan, dat
wondere inspanningen worden gedaan,
doch óók dat wonderlijke resultaten zijn
bereikt.
Thans bevinden zich in Frankrijk, in Indië
en elders overzee aan onze vitale verkeers
wegen meer dan 1 1/4 millioen man onder de
wapenen. Deze troepen in de garnizoenen
overzee stellen ons in het binnenland in
staat zonder vrees voor onderbreking, voort
te gaan met de uitbreiding en de uitrusting
van onze strijdmacht.
Sprekende over de eischen. die aan de
marine worden gesteld, zeide Chamberlain,
dat een slagschip reeds 34.000 mijlen heeft
afgelegd sinds het uitbreken van den oorlog.
In de eerste 120 dagen van den oorlog heeft
een kruiser zich 120 dagen op zee bevonden
en een torpedojager 103 dagen. De afstand
tusschen Noord-Schotland en de kust van
Groenland, waardoor Duitsche koopvaarders
moeten doordringen, bedroeg 1000 mijlen.
In dit gebied wordt voortdurend en met
toenemend succes door de Britsche marine
gepatrouilleerd. Een der stoutste van de vele
stoute verzekeringen van den Duitschen
minister voor de propaganda is, dat de Duit-
schers ons de heerschappij ter zee hebben
ontnomen. (Gelach).
Het is waar, dat zij van hun luchtmacht
gebruik maken, om onverdedigde treilers,
visschersschepen en lichtschepen aan te
vallen en hoewel zij zich haasten naar huis
terug te keeren. wanneer het vuur op hen
wordt geopend door ons luchtdoelgeschut en
onze gevechtsvliegtuigen, is hun optreden
toch voor een zeker aantal schepen en men-
schenlevens noodlottig.
Wij moeten hier hulde brengen aan den
prachtigen moed van de opvarenden van
deze schepen en koopvaarders, die onver
stoord hun plicht blijven doen. ondanks deze
lafhartige aanvallen (applaus), doch nog
steeds blijft waar, dat de macht van de Brit
sche marine niet alleen convooien kan be
schermen met een zoodanig succes, dat zij
in toenemende mate door neutralen worden
gebezigd, doch het is haar ook mogelijk, het
ontzettend machtig wapen der contrabande-
controle te hanteeren.
Gij zult wel willen vernemen, dat de
eerste aanval op een convooi, welke
sedert lang gisteren door een Duitsche
duikboot is ondernomen, geleid heeft
tot de vernietiging van die duikboot door
de gezamenlijke inspanning van vloot-
en luchtstrijdkrachten, die dienden tot
escorte van het convooi.
Ingeval het ministerie van propaganda in
Duitschland zou probeeren, deze verklaring
te ontkennen, zou ik u ervan op de hoogte
willen stellen, dat wij, in tegenstelling met
de Duitsche practijken, de levens der meeste
leden van de bemanning hebben gered (toe
juichingen).
Chamberlain gaf vervolgens treffende cij
fers over den omvang der Britsche inspan
ningen bij de oorlogsvoering. Hij zeide, dat
er duidelijke redenen bestaan, geen cijfers
te geven ten aanzien van de uitbreiding van
de luchtmacht. Hij kon echter wel zeggen,
dat het aantal arbeiders dat thans gebruikt
wordt bij den vliegtuigbouw, zevenmaal zoo
groot is als in de jaren 1935 en 1936.
Sprekende over de opleiding van vliegers
voor het Britsche rijk in Canada, zeide
Chamberlain, dat in Canada niet minder
dan 67 oefenscholen zijn gesticht. ZIJ zullen
een personeel hebben van 40.000 koppen en
de beschikking hebben over tachtig nieuwe
of vergroote vliegvelden.
„Wij hebben schikkingen getroffen, op
grond waarvan wij de geheele productie van
wol in het Britsche rijk voor den duur van
den oorlog hebben opgekocht en ook nog
voor den tijd van een jaar na den oorlog.
Wij hebben tot een bedrag van 85 millioen
pond aan textielwanen en leer gekocht. Meer
dan duizend firma's in Groot-Brlttannlë
vervaardigen thans khakikleeding. Ander
half millioen yards stof voor overjassen voor
de troepen en een half millioen gevechts-
tenuen worden maandelijks vervaardigd.
1 300.000 paren schoenen worden wekelijks
voor het leger gemaakt.
Sedert het begin van den oorlog is de pro
ductie van kanonnen verdubbeld, 'in som
mige gevallen verachtvoudigd. De productie
van granaten is verdubbeld en thans tien
keer zoo groot als na de eerste vijf maanden
van den oorlog van 1914.
„Alles bij elkaar hebben wij sedert Sep
tember bestellingen geplaatst voor kanon
nen. kleine wapens, munitie, ontploffings
middelen, voertuigen, machinerieën en an
dere behoeften ter waarde van bijna 200
millioen pond sterling.
Voor de civiele verdediging zijn meer dan
twee honderd duizend betaalde mannen en
vrouwen en ook een millioen vrijwilligers
ter beschikking.
..Wij hebben nog geen luchtaanvallen ge
had. doch zijn er op voorbereid, indien zij
komen".
Sprekende over den Britschen handel
zeide Chamberlain, dat de waarde van
den uitvoer in December grooter was
dan de gemiddelde maandelijksche uit
voeren gedurende de drie maanden
voorafgaande aan het uitbreken van den
oorlog.
Chamberlain verwees ook nog naar de
nationale inspanning op het gebied van den
landbouw en het streven de uitgestrektheid
van bouwland in het eerste jaar met twee
milloen acres uit te breiden.
„Gij ziet, dat wij gebruik maken van de
diensten van millioenen mannen en vrou
wen. Wij hebben een controle over tientallen
millioenen materiaal en wij hebben honder
den millioenen aan geld uitgegeven. Wij ver
wachten in de toekomst nog grootere in
spanningen te doen en toch is er niet één
enkel niet-oorlogvoerend land, dat zichzelf
bedreigd gevoelt door deze enorme opeen-
hooping van macht, niet één, dat zijn onaf
hankelijkheid daardoor in gevaar acht. Er is
er niet een, dat ons ervan verdenkt, ook
maar een vierkanten duim van zijn gebied te
zullen nemen".
Chamberlain verklaarde dat de bedoelin
gen der geallieerden bij herhaling zijn uit
eengezet. „Doch één ding wordt met den dag
duidelijker, niet uit hetgeen wij zeggen, doch
door het optreden van de Dultschers zelf.
n.l. dat wij niet alleen voor onszelf strijden,
doch voor ieder land dan gedrukt wordt
door de vrees, dat het zich den een of an
deren dag in de positie zou kunnen bevin
den, waarin achtereenvolgens Tsjecho-
Slowakije, Polen en thans Finland werden
gebracht.
„Natuurlijk betwisten wij geen oogen-
blik het recht der neutralen te beslis
sen, of zij aan het conflict zullen deel
nemen dan wel er buiten willen blijven.
Doch wij mogen hun vragen, of zij klein
en zwak zijn of groot en machtig, er
rekening mede te willen houden, dat,
hoewel wij bij de uitoefening van ons
onbetwistbaar recht van oorlogvoeren
den zouden kunnen optreden op een
wijze, welke hun ongemakken of zelfs
verliezen bezorgt, wij in geen geval ooit
neutrale schepen hebben tot zinken ge
bracht en nimmer bewust een enkel
neutraal leven in gevaar hebben ge
bracht.
Aan den anderen kant bedreigt onze
vijand het bestaan van staten, die te klein
of te zwak of te dichtbij zijn om hem te
trotseeren en hij gaat voort, een bijna vol
ledige onverschilligheid te betoonen niet
alleen voor hun belangen, doch ook voor de
gewone gebruiken en wetten der mensch-
heid. Ons schijnen deze overwinningen voor
een groot deel ernstiger dan eenige tijdelijke
verstoring van den handel. Tezelfdertijd
echter erkennen wij ten volle, dat een ver
storing van den handel der neutralen ern
stig voor hen kan zijn.
Chamberlain noemde als voorbeeld den
invloed van den oorlog op den Britschen
handel naar de Vereenigde Staten. „Laat
evenwel niemand veronderstellen, dat wij de
maatregelen, welke wij hebben genomen,
voor een ander doel zouden willen gebruiken
dan de voortzetting van den oorlog, of dat
wij onverschillig zouden zijn voor de ver
liezen, welke de neutralen daarbij zouden
kunnen lijden.
Na nog gewezen te hebben op de over
eenkomst met de Vereenigde Staten, welke
een jaar geleden is onderteekend, zeide
Chamberlain dat deze gebaseerd was op het
beginsel van meest begunstigde natie. Naar
onze opvatting, biedt dat beginsel in nor
male tijden de beste mogelijkheden, om den
internationalen handel te bevorderen en wij
zijn voornemens, wanneer deze oorlog met
succes zal zijn gesloten, tot dat princiep te
rug te keeren. Wij erkennen, dat de inter
nationale handel voor een volledige ontwik
keling veelzijdige kanalen moet volgen en
dat wij een einde moeten maken aan de
vicieuze politiek van economisch nationa
lisme en autarkie, welke zooveel heeft ge
daan. om de laatste groote vredesregeling
omver te werpen. Een van onze eerste be
doelingen zal zijn herstel van den inter
nationalen handel, welk herstel tevens het
beste middel zal zijn tot herstel van de
consumptie-kracht der natie.
Dit is de politiek, welke wij in gedachte
hebben, wanneer de tijd zal komen, om op
nieuw van oorlog tot vrede terug te keeren.
Tenslotte bracht Chamberlain het
jongste incident „tusschen Engeland en
de neutrale vriendschappelijk gezinde
regeering van Japan" ter sprake. Wij
zijn genoopt, alle maatregelen te nemen,
weke voor ons open staan, om de
machinaties van den machtigen en vol
komen meedoogenloozen vijand te
fnuiken, doch zeer zeker is het laatste,
wat wij zouden willen doen, het zelf
respect van een vriendschappelijke natie
waarmede wij in vrede wenschen te
leven, te trotseeren".
Chamberlain voegde hieraan toe, er
van overtuigd te zijn, dat de gevoelens
der neutrale landen en ook hun uitein
delijke belangen „aan de zijde moeten
zijn van hen die trachten de rechten te
handhaven van naties en individuen,
om hun levens te leven vrij van vrees
voor agressies of vervolging".
Chamberlain besloot met de verwijzing
naar een soortgelijke positie, waarin Groot-
Brittannië verkeerde, thans honderd Jaar
geleden.
„Vandaag is die vijand van honderd jaar
gelden onze innigste en meest getrouwe
vriend en bondgenoot (applaus). Zij zijn niet
minder dan wijzelf vastbesoten, deze zaak
door te zetten, totdat ons doel zal zijn be
reikt. Zijde aan zijde zullen wij vechten,
totdat de vrijheid, welke is aangerand, zal
zijn hersteld, totdat vriend en vijand bijeen
zullen kunnen zitten om een gelukkige en
veilige wereld op te bouwen".
Gelijk gisteren reeds in het kort vermeld
is verschenen de memorie van antwoord
aan de Eerste Kamer op het voorlooplg
verslag betreffende Binnenlandsche Zaken.
Hierin lezen wij o.a. nog:
DE PENSIOENEN.
Ter beantwoording van de vraag of thans
wellicht nadere inlichtingen zouden kun
nen worden verschaft ter zake van een ont
werp van wet tot het verhoogen van de
gezinspensioenen van burgerlijke ambtena
ren en met name of het bedoelde wets
ontwerp spoedig kan worden tegemoet ge
zien, kan de minister mededeelen, dat hem
is toegezegd, dat het advies van de Centrale
Commissie voor Georganiseerd Overleg bin
nen enkele weken zal worden uitgebracht.
Zoodra hij dit advies heeft ontvangen zal
de verdere behandeling van deze aangele
genheid met kracht worden ter hand ge
nomen.
Het vereenvoudigingsontwerp van de ge
meentewet is voorloopig nog aangehouden.
Den leden, die de vraag stelden, of de
minister bereid zou zijn, de op 19 Maart '34
aan de colleges van Ged. Staten gezonnen
circulaire o.m. betrekking hebbende op be
perking van het aantal vrouwen in den
overheidsdienst, in te trekken, zij mede
gedeeld, dat hij daartoe vooralsnog niet ge
negen is.
VAKONDERWIJZERS LICHAME
LIJKE OEFENING.
Ook de minister betreurt, dat beperkte
middelen in sommige gevallen hebben ge
dwongen het onderwijs in lichamelijke
oefening niet meer door vakonderwijzers
te doen geven. Intusschen heeft deze maat
regel niet behoeven te leiden tot opheffing
van het onderwijs in dit leervak. Hij is
slechts daar toegepast, waar de gevor.e
onderwijzers in staat werden geacht, de
taak van de vakonderwijzers over te nemen.
GEEN BEPERKING DER GEMEEN
TELIJKE ZELFSTANDIGHEID.
De minister is zich allerminst bewust
van een toenemende inmenging van
zijn departement in gemeentelijke aan
gelegenheden. Integendeel, hij bevor
dert met kracht en naar hij meent met
vrucht dat de inmenging zich beperkt
tot hetgeen volstrekt noodzakelijk is.
De minister is zich er van bewust, dat,
om de gemeentebesturen tijdig op de
hoogte te kunnen stellen met nieuwe maat
regelen en gegevens, waarmede bij het op
maken van de begrooting voor 1941 moet
worden rekening gehouden, de verdere be
handeling der plannen ten aanzien van de
gemeentefinanciën in een snel tempo zal
dienen te geschieden.
Bepaalde maatregelen als in het verslag
bedoeld, ten aanzien van gemeenten, wel
ker bevolking door de getroffen defeosle-
voorzlenlngen voor een deel haar middelen
van bestaan mist, zijn tot dusverre niet ge
troffen. Den minister zijn trouwens ook
geen gevallen bekend, waarin nu al onom-
stootelijk de noodzaak van zoodanige maat
regelen is gebleken.
BURGERWACHT EN B.V.L.
Enkele leden meenden In de subsidie
vermindering voor de burgerwachten
met f. 24.000 en voor den bijzonderen
vrijwilligen landstorm met f. 41.000 het
begin te zien van een poging tot ver
smelting van deze instellingen in den
vrijwilligen burgerlijken dienst. Indien
hier met versmelting wordt bedoeld een
zoodanige reorganisatie dezer instellin
gen, dat zp daardoor het eigen karak
ter zouden verliezen, kan worden mede
gedeeld, dat een dergelijk voornemen
niet bij de regeering bestaat.
Met de organisatie van den vrijwilligen
burgerlijken dienst wordt beoogd, tusschen
tot nu toe op zich zelf staande en werkende
organisaties waaronder de burgerwacht
en de bijzondere vrijwillige landstorm een
voorname plaats innemen een contact
te leggen dat aan de doelmatigheid harer
werkzaamheden ten goede zal komen.
DE LUCHTBESCHERMING.
Ook de minister is van meening, dat de
bestaande outillage va nde inspecte der
luchtbescherming in menig opzicht nog te
beperkt is voor de omvangrijke taak, die
in de huidige omstandigheden moet wor
den verricht. Een dezer dagen is de be
noeming te verwachten van eenige deskun
dige krachten (w.o. de heer Couzy. zooals
wij reeds berichtten Red. L.D.), die on
der centrale leiding ieder voor een eigen
rayon de daarin gelegen gemeenten van
voorlichting kunnen dienen.
Wat de invoering van een rijkskeur
voor in den handel gebracht lucht-
beschermings-materiaal betreft, kan
worden medegedeeld, dat de minister
het centraal instituut voor materiaal
onderzoek bereid heeft gevonden, de
keuring van cvenbedoelde materialen
op zich te nemen. Daartoe zal een kern
commissie worden ingesteld.
DE EVACUATIE.
Met het departement van defensie is
reeds eenigen tijd overleg gaande over een
breedere voorlichting van het publiek met
betrekking tot de maatregelen, welke met
het oog op een eventueele evacuatie, wel te
onderscheiden van tijdelijke ontruiming,
zijn en worden voorbereid. Ter voorkoming
van onrust en misverstand acht de minister
een goede voorlichting op dit gebied van
niet te onderschatten beteekenis. Intus
schen moet hieraan aanstonds worden toe
gevoegd, dat het in verband met de mili-
Engelsche schipbreukelingen gered.
BEMANNING VAN HET GEBOMBAR
DEERDE ENGELSCHE S.S. „HIGHWAVE"
TE VLISSINGEN AANGEBRACHT.
Op dertien mijl uit de Engelsche kust
is het Engelsche s.s. „Highwave" (1178
ton) door een Duitschen bommenwer
per aangevallen en tot zinken ge
bracht. De achttien schipbreukelingen
werden door het Nederlandsche motor
schip „Rian" van de reederij D. Rui
ning te Groningen gered en te Vlis-
singen aan wal gebracht.
Over het zinken van het Engelsche
stoomschip „Highwave", waarvan de be
manning door het Nederlandsche motor
schip „Rian" werd gered en te Vllssingen
aan land gebracht, vernamen wij van den
kapitein van de „Highwave", dat zijn schip
Dinsdagavond omstreeks vijf uur werd
aangevallen door een viermotorigen Duit
schen bommenwerper. De „Highwave" was
onbewapend en lag ten anker op ongeveer
dertien mijl uit de Engelsche kust.
Het vijandelijk vliegtuig vloog tot vier
maal toe laag over het schip en liet daarbij
telkens vijf bommen vallen, terwijl het
schip met machine-geweervuur werd be
stookt. Slechts bij de vierde maal, dat het
vliegtuig een lading van vijf bommen liet
vallen, werd het schip door een bom ge
troffen.
Deze bom richtte enorme schade aan en
het schip begon onmiddellijk te zinken.
De bemanning begaf zich in de sloepen
en nauwelijks had men het schip verlaten
of het verdween in de diepte.
Het geheele drama was gevolgd door de
bemanning van het Groningsche kust
vaartuig „Rian", dat op slechts 200 tot 300
meter afstands voer. Ook dit schip werd
door de ontploffing van de bommen In zee
ongeveer vier voet uit het water gelicht.
Nadat het vliegtuig nog over de „Rian"
had gevlogen, verdween het.
De achttien schipbreukelingen van de
.Highwave" werden door de bemanning
van de „Rian" aan boord genomen. De
tweede stuurman had een kogel in het
been gekregen^en een matroos was aan den
schouder gewond.
Kapitein Grüenefeld van de „Rian" be
sloot naar Vllssingen te varen, waar het
schip gisteravond aankwam.
De tweede stuurman werd. na door een
marinedokter te zijn behandeld, naar het
ziekenhuis te Vllssingen overgebracht.
De schipbreukelingen worden thans door
het Britsche consulaat verzorgd.
TRAGISCH VOORVAL TE GRONINGEN.
Baby verbrand.
Gistermiddag ontstond een schoorsteen
brand in de woning aan den Aaweg te Gro
ningen, bewoond door de familie J. J. F. Een
in de kamer staande wieg vatte eveneens
vlam, tengevolge waarvan de baby van zes
maanden ernstige brandwonden opliep.
In hoogst zorgwekkenden toestand is de
kleine naar het Dlaconessenhuls vervoerd en
kort daarna overleden.
6850
(Ingez. Med.)
talre belangen niet wel mogelijk zal zijn,
aan de ontworpen plannen volledige open
baarheid te geven.
VOLKSHUISVESTING.
De minister erkent de noodzakelijkheid
van spoed bij het treffen van de maat
regelen tot verbetering van de woningtoe
standen, vooral ten plattelande Met de
leden, die deze noodzakelijkheid betoogen,
is hij van meening, dat de gemeentebestu
ren Inderdaad niet altijd het juiste inzicht
hebben in de groote hygiënische en maat
schappelijke belangen, welke met een goede
huisvesting worden gediend. De minister is
van gevoelen, dat menige gemeente te dezen
van meer initiatief had kunnen doen blij
ken
De regeering blijft den sinds jaren ge
volgden koers houden, daarin bestaande,
dat de overheid slechts dan tot woningpro
ductie overgaat, Indien de particuliere in
dustrie niet in de behoefte voorziet, maar
dan ook ten volle bereid blijft alle mede
werking te verleenen tot woningwetbouw,
indien die industrie niet in redelijke be
hoefte voorziet.
Zij overweegt daarom, naast de verrui
ming die kort geleden is aangebracht met
betrekking tot de hulp die van rijkswege
voor woningverbetering wordt verleend, de
tweede-hypotheek-regeling van 9/19 No
vember 1934, aantrekkelijker te maken.
ZANDstortik,'
Gistermiddag
op een zandatgrati,
een zandlnstortia,
personen werden b,
ven. De gehuwde ©in<
uit Renkum km(<vrG
leemgrond op de
borstkas werd lnWORIN,
stond dood. EÏSTE
De 36-jarlge F j -
^.^'^htieblad
voerd. Zijn toestand1
Het lij'k van B, is r. jommi
voerd. \t u
^ien I
HEVIGE BRAlu merkt
Bovenverdieping,^
In de Maasatruiing'vi
is de bovenverdiq.licht!
facturenwinkel |jjj van
de naast gelegn ,jgtui(
den door het vuiirsn. Bi
is de schade gering tref f<
Omstreeks halt tin
een vuurgloed achtei men
verdieping van peres.
Toen de brandweer r er tr
vuur reeds zeer hevig - Ferd>
over de voor- en eet-geb.
werd de brand aangei onen
was het gevaar voor >eze
De bovenwoning was >it is
vernield. Door de - Rol
bluschwater welke do alda
neden liep, werd in aar
winkel groote schal. ,e wc
door de verzekering i dige
Men neemt aan, da: nde!
kamer te fel gebrand igen
ken op den vloer zijn 1. H'
.it, di
dgne
OUDE VROWivan
Op weiland t
Gisterochtend heelt, V,
welland aan den Ofar
sterdam een oude vie
half-bewusteloozen Ut.,
lag. Haar voeten en I lgm
ren te zijn. De vron
weduwe, eenlgszins b.INC
dochter In Diemen ii nri
avond tegelijk met c
gegaan. Toen men li
vermiste men de oudeii.jp
gemerkt in den nact „ee
ochtend van huis ws
is in zorgwekkenden ,eer
L. Vrouwegasthuis ver ;Etu
olgc
FELLE BRAND
TE HVfeha'
riatr
Vaten henna. va
Gistermiddag om om h.
brand uitgebroken in -au
den heer Hagen aan idaa
Huizen, die totaal is bur
greep in de zeer bra:: vrc
om zich heen en med? ter
uitbreken van den breide
ontploften en vlam na d
brandende benzine dcc sc
briek loopende steeg an.
overbracht naar een 'ijri
latumfabriek. waarin
len vloerzeil waren op Be
Ook dit materiaal >®r
zoodat weldra groote de
laaiende vlammen dentdff
De fabrieksbrandwee »b
lljke brandweer, kondei J1"
vuur in de loods van bv
briek meester worden, wj]
half leeg.
De scherpe Oosteniö. I
blusschingswerk ten reef®
BOBSLEE DOOR AQt'di
15-jarige knul
Dinsdagavond omsteig
den twee vriendjes, dw
den met het rijden met a
len, naar huls terug. I-ni
slee; de ander, de 16-WJ
uit Heerlerbaan. zat op cEj
geven oogenblik kwamfo
een auto het tweetal tegk
waardoor S. werd ovejnL
emstlg gewond, dat hijijj
later Is overleden. D<
auto reed verder; de cos
heeft zijn opsporing
I
BINNENBRAND H®
Gisteravond om hal®
in een perceel aan
ningen, waarin mevrffli'
slon heeft. Drie damt?
nen hier in. Het vuur8!
haard en verbreiddead'
kamer van een der poj
vrouw H. P. R. ziek te
De brand werd onkWj
houdster. Zij bracht awl
in veiligheid en wasiM
de overige bewoners en
De brandweer tastte -<
stralen aan. Hoewel
haar de taak niet gem»*
zij toch na een uur den
zolderkamer en de slaap,
heel uit. Dc overige;
groote waterschade op
van mevrouw R-, was
Ondanks de scherpe
langstelling van het
BUITENLANDS^;
SENATOR BORAH'S
Mevr. Borah heeft de a
leden man in een wjj
opend en daarin 'wf.;
dollars in duizend dot
staatsstukken gevonden
„Dit heeft mij efS
iedereen", verklaarde w
Borah werd algemeen
,arm" man. wiens
i'Jft
'«I
bestond uit een jaarlij
duizend dollar.
Zijn geheele vermOF
vrouw.