Chamberlain De memorie van Binnenlandsche antwoord Zaken LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag I Het woord is aan Engeland's krachtsontplooiing en houding tegenover de neutralen Diverse belangrijke onderwerpen aan de orde GEMENGD NIEUWS Groningsch kustvaartuig bracht hulp De Britsche Minister-president Chamber lain heeft gisteren het woord gevoerd aan een noenmaal, aangeboden door de commis sie voor de landsverdediging. Chamberlain begon met er zijn voldoening over uit te spreken, dat men het niet noodig had geoordeeld, voor het publiek tijd of plaats voor dit noenmaal te verbergen Hij sprak vervolgens over de onvermijde lijke grieven en klachten, welke voortvloeien uit de beperkingen, welke de oorlogstijd oplegt. Het zou ongelukkig zijn, indien het publiek in een stemming van somber heid of depressie zou verkeeren, want de feiten toonen niet alleen aan, dat wondere inspanningen worden gedaan, doch óók dat wonderlijke resultaten zijn bereikt. Thans bevinden zich in Frankrijk, in Indië en elders overzee aan onze vitale verkeers wegen meer dan 1 1/4 millioen man onder de wapenen. Deze troepen in de garnizoenen overzee stellen ons in het binnenland in staat zonder vrees voor onderbreking, voort te gaan met de uitbreiding en de uitrusting van onze strijdmacht. Sprekende over de eischen. die aan de marine worden gesteld, zeide Chamberlain, dat een slagschip reeds 34.000 mijlen heeft afgelegd sinds het uitbreken van den oorlog. In de eerste 120 dagen van den oorlog heeft een kruiser zich 120 dagen op zee bevonden en een torpedojager 103 dagen. De afstand tusschen Noord-Schotland en de kust van Groenland, waardoor Duitsche koopvaarders moeten doordringen, bedroeg 1000 mijlen. In dit gebied wordt voortdurend en met toenemend succes door de Britsche marine gepatrouilleerd. Een der stoutste van de vele stoute verzekeringen van den Duitschen minister voor de propaganda is, dat de Duit- schers ons de heerschappij ter zee hebben ontnomen. (Gelach). Het is waar, dat zij van hun luchtmacht gebruik maken, om onverdedigde treilers, visschersschepen en lichtschepen aan te vallen en hoewel zij zich haasten naar huis terug te keeren. wanneer het vuur op hen wordt geopend door ons luchtdoelgeschut en onze gevechtsvliegtuigen, is hun optreden toch voor een zeker aantal schepen en men- schenlevens noodlottig. Wij moeten hier hulde brengen aan den prachtigen moed van de opvarenden van deze schepen en koopvaarders, die onver stoord hun plicht blijven doen. ondanks deze lafhartige aanvallen (applaus), doch nog steeds blijft waar, dat de macht van de Brit sche marine niet alleen convooien kan be schermen met een zoodanig succes, dat zij in toenemende mate door neutralen worden gebezigd, doch het is haar ook mogelijk, het ontzettend machtig wapen der contrabande- controle te hanteeren. Gij zult wel willen vernemen, dat de eerste aanval op een convooi, welke sedert lang gisteren door een Duitsche duikboot is ondernomen, geleid heeft tot de vernietiging van die duikboot door de gezamenlijke inspanning van vloot- en luchtstrijdkrachten, die dienden tot escorte van het convooi. Ingeval het ministerie van propaganda in Duitschland zou probeeren, deze verklaring te ontkennen, zou ik u ervan op de hoogte willen stellen, dat wij, in tegenstelling met de Duitsche practijken, de levens der meeste leden van de bemanning hebben gered (toe juichingen). Chamberlain gaf vervolgens treffende cij fers over den omvang der Britsche inspan ningen bij de oorlogsvoering. Hij zeide, dat er duidelijke redenen bestaan, geen cijfers te geven ten aanzien van de uitbreiding van de luchtmacht. Hij kon echter wel zeggen, dat het aantal arbeiders dat thans gebruikt wordt bij den vliegtuigbouw, zevenmaal zoo groot is als in de jaren 1935 en 1936. Sprekende over de opleiding van vliegers voor het Britsche rijk in Canada, zeide Chamberlain, dat in Canada niet minder dan 67 oefenscholen zijn gesticht. ZIJ zullen een personeel hebben van 40.000 koppen en de beschikking hebben over tachtig nieuwe of vergroote vliegvelden. „Wij hebben schikkingen getroffen, op grond waarvan wij de geheele productie van wol in het Britsche rijk voor den duur van den oorlog hebben opgekocht en ook nog voor den tijd van een jaar na den oorlog. Wij hebben tot een bedrag van 85 millioen pond aan textielwanen en leer gekocht. Meer dan duizend firma's in Groot-Brlttannlë vervaardigen thans khakikleeding. Ander half millioen yards stof voor overjassen voor de troepen en een half millioen gevechts- tenuen worden maandelijks vervaardigd. 1 300.000 paren schoenen worden wekelijks voor het leger gemaakt. Sedert het begin van den oorlog is de pro ductie van kanonnen verdubbeld, 'in som mige gevallen verachtvoudigd. De productie van granaten is verdubbeld en thans tien keer zoo groot als na de eerste vijf maanden van den oorlog van 1914. „Alles bij elkaar hebben wij sedert Sep tember bestellingen geplaatst voor kanon nen. kleine wapens, munitie, ontploffings middelen, voertuigen, machinerieën en an dere behoeften ter waarde van bijna 200 millioen pond sterling. Voor de civiele verdediging zijn meer dan twee honderd duizend betaalde mannen en vrouwen en ook een millioen vrijwilligers ter beschikking. ..Wij hebben nog geen luchtaanvallen ge had. doch zijn er op voorbereid, indien zij komen". Sprekende over den Britschen handel zeide Chamberlain, dat de waarde van den uitvoer in December grooter was dan de gemiddelde maandelijksche uit voeren gedurende de drie maanden voorafgaande aan het uitbreken van den oorlog. Chamberlain verwees ook nog naar de nationale inspanning op het gebied van den landbouw en het streven de uitgestrektheid van bouwland in het eerste jaar met twee milloen acres uit te breiden. „Gij ziet, dat wij gebruik maken van de diensten van millioenen mannen en vrou wen. Wij hebben een controle over tientallen millioenen materiaal en wij hebben honder den millioenen aan geld uitgegeven. Wij ver wachten in de toekomst nog grootere in spanningen te doen en toch is er niet één enkel niet-oorlogvoerend land, dat zichzelf bedreigd gevoelt door deze enorme opeen- hooping van macht, niet één, dat zijn onaf hankelijkheid daardoor in gevaar acht. Er is er niet een, dat ons ervan verdenkt, ook maar een vierkanten duim van zijn gebied te zullen nemen". Chamberlain verklaarde dat de bedoelin gen der geallieerden bij herhaling zijn uit eengezet. „Doch één ding wordt met den dag duidelijker, niet uit hetgeen wij zeggen, doch door het optreden van de Dultschers zelf. n.l. dat wij niet alleen voor onszelf strijden, doch voor ieder land dan gedrukt wordt door de vrees, dat het zich den een of an deren dag in de positie zou kunnen bevin den, waarin achtereenvolgens Tsjecho- Slowakije, Polen en thans Finland werden gebracht. „Natuurlijk betwisten wij geen oogen- blik het recht der neutralen te beslis sen, of zij aan het conflict zullen deel nemen dan wel er buiten willen blijven. Doch wij mogen hun vragen, of zij klein en zwak zijn of groot en machtig, er rekening mede te willen houden, dat, hoewel wij bij de uitoefening van ons onbetwistbaar recht van oorlogvoeren den zouden kunnen optreden op een wijze, welke hun ongemakken of zelfs verliezen bezorgt, wij in geen geval ooit neutrale schepen hebben tot zinken ge bracht en nimmer bewust een enkel neutraal leven in gevaar hebben ge bracht. Aan den anderen kant bedreigt onze vijand het bestaan van staten, die te klein of te zwak of te dichtbij zijn om hem te trotseeren en hij gaat voort, een bijna vol ledige onverschilligheid te betoonen niet alleen voor hun belangen, doch ook voor de gewone gebruiken en wetten der mensch- heid. Ons schijnen deze overwinningen voor een groot deel ernstiger dan eenige tijdelijke verstoring van den handel. Tezelfdertijd echter erkennen wij ten volle, dat een ver storing van den handel der neutralen ern stig voor hen kan zijn. Chamberlain noemde als voorbeeld den invloed van den oorlog op den Britschen handel naar de Vereenigde Staten. „Laat evenwel niemand veronderstellen, dat wij de maatregelen, welke wij hebben genomen, voor een ander doel zouden willen gebruiken dan de voortzetting van den oorlog, of dat wij onverschillig zouden zijn voor de ver liezen, welke de neutralen daarbij zouden kunnen lijden. Na nog gewezen te hebben op de over eenkomst met de Vereenigde Staten, welke een jaar geleden is onderteekend, zeide Chamberlain dat deze gebaseerd was op het beginsel van meest begunstigde natie. Naar onze opvatting, biedt dat beginsel in nor male tijden de beste mogelijkheden, om den internationalen handel te bevorderen en wij zijn voornemens, wanneer deze oorlog met succes zal zijn gesloten, tot dat princiep te rug te keeren. Wij erkennen, dat de inter nationale handel voor een volledige ontwik keling veelzijdige kanalen moet volgen en dat wij een einde moeten maken aan de vicieuze politiek van economisch nationa lisme en autarkie, welke zooveel heeft ge daan. om de laatste groote vredesregeling omver te werpen. Een van onze eerste be doelingen zal zijn herstel van den inter nationalen handel, welk herstel tevens het beste middel zal zijn tot herstel van de consumptie-kracht der natie. Dit is de politiek, welke wij in gedachte hebben, wanneer de tijd zal komen, om op nieuw van oorlog tot vrede terug te keeren. Tenslotte bracht Chamberlain het jongste incident „tusschen Engeland en de neutrale vriendschappelijk gezinde regeering van Japan" ter sprake. Wij zijn genoopt, alle maatregelen te nemen, weke voor ons open staan, om de machinaties van den machtigen en vol komen meedoogenloozen vijand te fnuiken, doch zeer zeker is het laatste, wat wij zouden willen doen, het zelf respect van een vriendschappelijke natie waarmede wij in vrede wenschen te leven, te trotseeren". Chamberlain voegde hieraan toe, er van overtuigd te zijn, dat de gevoelens der neutrale landen en ook hun uitein delijke belangen „aan de zijde moeten zijn van hen die trachten de rechten te handhaven van naties en individuen, om hun levens te leven vrij van vrees voor agressies of vervolging". Chamberlain besloot met de verwijzing naar een soortgelijke positie, waarin Groot- Brittannië verkeerde, thans honderd Jaar geleden. „Vandaag is die vijand van honderd jaar gelden onze innigste en meest getrouwe vriend en bondgenoot (applaus). Zij zijn niet minder dan wijzelf vastbesoten, deze zaak door te zetten, totdat ons doel zal zijn be reikt. Zijde aan zijde zullen wij vechten, totdat de vrijheid, welke is aangerand, zal zijn hersteld, totdat vriend en vijand bijeen zullen kunnen zitten om een gelukkige en veilige wereld op te bouwen". Gelijk gisteren reeds in het kort vermeld is verschenen de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer op het voorlooplg verslag betreffende Binnenlandsche Zaken. Hierin lezen wij o.a. nog: DE PENSIOENEN. Ter beantwoording van de vraag of thans wellicht nadere inlichtingen zouden kun nen worden verschaft ter zake van een ont werp van wet tot het verhoogen van de gezinspensioenen van burgerlijke ambtena ren en met name of het bedoelde wets ontwerp spoedig kan worden tegemoet ge zien, kan de minister mededeelen, dat hem is toegezegd, dat het advies van de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg bin nen enkele weken zal worden uitgebracht. Zoodra hij dit advies heeft ontvangen zal de verdere behandeling van deze aangele genheid met kracht worden ter hand ge nomen. Het vereenvoudigingsontwerp van de ge meentewet is voorloopig nog aangehouden. Den leden, die de vraag stelden, of de minister bereid zou zijn, de op 19 Maart '34 aan de colleges van Ged. Staten gezonnen circulaire o.m. betrekking hebbende op be perking van het aantal vrouwen in den overheidsdienst, in te trekken, zij mede gedeeld, dat hij daartoe vooralsnog niet ge negen is. VAKONDERWIJZERS LICHAME LIJKE OEFENING. Ook de minister betreurt, dat beperkte middelen in sommige gevallen hebben ge dwongen het onderwijs in lichamelijke oefening niet meer door vakonderwijzers te doen geven. Intusschen heeft deze maat regel niet behoeven te leiden tot opheffing van het onderwijs in dit leervak. Hij is slechts daar toegepast, waar de gevor.e onderwijzers in staat werden geacht, de taak van de vakonderwijzers over te nemen. GEEN BEPERKING DER GEMEEN TELIJKE ZELFSTANDIGHEID. De minister is zich allerminst bewust van een toenemende inmenging van zijn departement in gemeentelijke aan gelegenheden. Integendeel, hij bevor dert met kracht en naar hij meent met vrucht dat de inmenging zich beperkt tot hetgeen volstrekt noodzakelijk is. De minister is zich er van bewust, dat, om de gemeentebesturen tijdig op de hoogte te kunnen stellen met nieuwe maat regelen en gegevens, waarmede bij het op maken van de begrooting voor 1941 moet worden rekening gehouden, de verdere be handeling der plannen ten aanzien van de gemeentefinanciën in een snel tempo zal dienen te geschieden. Bepaalde maatregelen als in het verslag bedoeld, ten aanzien van gemeenten, wel ker bevolking door de getroffen defeosle- voorzlenlngen voor een deel haar middelen van bestaan mist, zijn tot dusverre niet ge troffen. Den minister zijn trouwens ook geen gevallen bekend, waarin nu al onom- stootelijk de noodzaak van zoodanige maat regelen is gebleken. BURGERWACHT EN B.V.L. Enkele leden meenden In de subsidie vermindering voor de burgerwachten met f. 24.000 en voor den bijzonderen vrijwilligen landstorm met f. 41.000 het begin te zien van een poging tot ver smelting van deze instellingen in den vrijwilligen burgerlijken dienst. Indien hier met versmelting wordt bedoeld een zoodanige reorganisatie dezer instellin gen, dat zp daardoor het eigen karak ter zouden verliezen, kan worden mede gedeeld, dat een dergelijk voornemen niet bij de regeering bestaat. Met de organisatie van den vrijwilligen burgerlijken dienst wordt beoogd, tusschen tot nu toe op zich zelf staande en werkende organisaties waaronder de burgerwacht en de bijzondere vrijwillige landstorm een voorname plaats innemen een contact te leggen dat aan de doelmatigheid harer werkzaamheden ten goede zal komen. DE LUCHTBESCHERMING. Ook de minister is van meening, dat de bestaande outillage va nde inspecte der luchtbescherming in menig opzicht nog te beperkt is voor de omvangrijke taak, die in de huidige omstandigheden moet wor den verricht. Een dezer dagen is de be noeming te verwachten van eenige deskun dige krachten (w.o. de heer Couzy. zooals wij reeds berichtten Red. L.D.), die on der centrale leiding ieder voor een eigen rayon de daarin gelegen gemeenten van voorlichting kunnen dienen. Wat de invoering van een rijkskeur voor in den handel gebracht lucht- beschermings-materiaal betreft, kan worden medegedeeld, dat de minister het centraal instituut voor materiaal onderzoek bereid heeft gevonden, de keuring van cvenbedoelde materialen op zich te nemen. Daartoe zal een kern commissie worden ingesteld. DE EVACUATIE. Met het departement van defensie is reeds eenigen tijd overleg gaande over een breedere voorlichting van het publiek met betrekking tot de maatregelen, welke met het oog op een eventueele evacuatie, wel te onderscheiden van tijdelijke ontruiming, zijn en worden voorbereid. Ter voorkoming van onrust en misverstand acht de minister een goede voorlichting op dit gebied van niet te onderschatten beteekenis. Intus schen moet hieraan aanstonds worden toe gevoegd, dat het in verband met de mili- Engelsche schipbreukelingen gered. BEMANNING VAN HET GEBOMBAR DEERDE ENGELSCHE S.S. „HIGHWAVE" TE VLISSINGEN AANGEBRACHT. Op dertien mijl uit de Engelsche kust is het Engelsche s.s. „Highwave" (1178 ton) door een Duitschen bommenwer per aangevallen en tot zinken ge bracht. De achttien schipbreukelingen werden door het Nederlandsche motor schip „Rian" van de reederij D. Rui ning te Groningen gered en te Vlis- singen aan wal gebracht. Over het zinken van het Engelsche stoomschip „Highwave", waarvan de be manning door het Nederlandsche motor schip „Rian" werd gered en te Vllssingen aan land gebracht, vernamen wij van den kapitein van de „Highwave", dat zijn schip Dinsdagavond omstreeks vijf uur werd aangevallen door een viermotorigen Duit schen bommenwerper. De „Highwave" was onbewapend en lag ten anker op ongeveer dertien mijl uit de Engelsche kust. Het vijandelijk vliegtuig vloog tot vier maal toe laag over het schip en liet daarbij telkens vijf bommen vallen, terwijl het schip met machine-geweervuur werd be stookt. Slechts bij de vierde maal, dat het vliegtuig een lading van vijf bommen liet vallen, werd het schip door een bom ge troffen. Deze bom richtte enorme schade aan en het schip begon onmiddellijk te zinken. De bemanning begaf zich in de sloepen en nauwelijks had men het schip verlaten of het verdween in de diepte. Het geheele drama was gevolgd door de bemanning van het Groningsche kust vaartuig „Rian", dat op slechts 200 tot 300 meter afstands voer. Ook dit schip werd door de ontploffing van de bommen In zee ongeveer vier voet uit het water gelicht. Nadat het vliegtuig nog over de „Rian" had gevlogen, verdween het. De achttien schipbreukelingen van de .Highwave" werden door de bemanning van de „Rian" aan boord genomen. De tweede stuurman had een kogel in het been gekregen^en een matroos was aan den schouder gewond. Kapitein Grüenefeld van de „Rian" be sloot naar Vllssingen te varen, waar het schip gisteravond aankwam. De tweede stuurman werd. na door een marinedokter te zijn behandeld, naar het ziekenhuis te Vllssingen overgebracht. De schipbreukelingen worden thans door het Britsche consulaat verzorgd. TRAGISCH VOORVAL TE GRONINGEN. Baby verbrand. Gistermiddag ontstond een schoorsteen brand in de woning aan den Aaweg te Gro ningen, bewoond door de familie J. J. F. Een in de kamer staande wieg vatte eveneens vlam, tengevolge waarvan de baby van zes maanden ernstige brandwonden opliep. In hoogst zorgwekkenden toestand is de kleine naar het Dlaconessenhuls vervoerd en kort daarna overleden. 6850 (Ingez. Med.) talre belangen niet wel mogelijk zal zijn, aan de ontworpen plannen volledige open baarheid te geven. VOLKSHUISVESTING. De minister erkent de noodzakelijkheid van spoed bij het treffen van de maat regelen tot verbetering van de woningtoe standen, vooral ten plattelande Met de leden, die deze noodzakelijkheid betoogen, is hij van meening, dat de gemeentebestu ren Inderdaad niet altijd het juiste inzicht hebben in de groote hygiënische en maat schappelijke belangen, welke met een goede huisvesting worden gediend. De minister is van gevoelen, dat menige gemeente te dezen van meer initiatief had kunnen doen blij ken De regeering blijft den sinds jaren ge volgden koers houden, daarin bestaande, dat de overheid slechts dan tot woningpro ductie overgaat, Indien de particuliere in dustrie niet in de behoefte voorziet, maar dan ook ten volle bereid blijft alle mede werking te verleenen tot woningwetbouw, indien die industrie niet in redelijke be hoefte voorziet. Zij overweegt daarom, naast de verrui ming die kort geleden is aangebracht met betrekking tot de hulp die van rijkswege voor woningverbetering wordt verleend, de tweede-hypotheek-regeling van 9/19 No vember 1934, aantrekkelijker te maken. ZANDstortik,' Gistermiddag op een zandatgrati, een zandlnstortia, personen werden b, ven. De gehuwde ©in< uit Renkum km(<vrG leemgrond op de borstkas werd lnWORIN, stond dood. EÏSTE De 36-jarlge F j - ^.^'^htieblad voerd. Zijn toestand1 Het lij'k van B, is r. jommi voerd. \t u ^ien I HEVIGE BRAlu merkt Bovenverdieping,^ In de Maasatruiing'vi is de bovenverdiq.licht! facturenwinkel |jjj van de naast gelegn ,jgtui( den door het vuiirsn. Bi is de schade gering tref f< Omstreeks halt tin een vuurgloed achtei men verdieping van peres. Toen de brandweer r er tr vuur reeds zeer hevig - Ferd> over de voor- en eet-geb. werd de brand aangei onen was het gevaar voor >eze De bovenwoning was >it is vernield. Door de - Rol bluschwater welke do alda neden liep, werd in aar winkel groote schal. ,e wc door de verzekering i dige Men neemt aan, da: nde! kamer te fel gebrand igen ken op den vloer zijn 1. H' .it, di dgne OUDE VROWivan Op weiland t Gisterochtend heelt, V, welland aan den Ofar sterdam een oude vie half-bewusteloozen Ut., lag. Haar voeten en I lgm ren te zijn. De vron weduwe, eenlgszins b.INC dochter In Diemen ii nri avond tegelijk met c gegaan. Toen men li vermiste men de oudeii.jp gemerkt in den nact „ee ochtend van huis ws is in zorgwekkenden ,eer L. Vrouwegasthuis ver ;Etu olgc FELLE BRAND TE HVfeha' riatr Vaten henna. va Gistermiddag om om h. brand uitgebroken in -au den heer Hagen aan idaa Huizen, die totaal is bur greep in de zeer bra:: vrc om zich heen en med? ter uitbreken van den breide ontploften en vlam na d brandende benzine dcc sc briek loopende steeg an. overbracht naar een 'ijri latumfabriek. waarin len vloerzeil waren op Be Ook dit materiaal >®r zoodat weldra groote de laaiende vlammen dentdff De fabrieksbrandwee »b lljke brandweer, kondei J1" vuur in de loods van bv briek meester worden, wj] half leeg. De scherpe Oosteniö. I blusschingswerk ten reef® BOBSLEE DOOR AQt'di 15-jarige knul Dinsdagavond omsteig den twee vriendjes, dw den met het rijden met a len, naar huls terug. I-ni slee; de ander, de 16-WJ uit Heerlerbaan. zat op cEj geven oogenblik kwamfo een auto het tweetal tegk waardoor S. werd ovejnL emstlg gewond, dat hijijj later Is overleden. D< auto reed verder; de cos heeft zijn opsporing I BINNENBRAND H® Gisteravond om hal® in een perceel aan ningen, waarin mevrffli' slon heeft. Drie damt? nen hier in. Het vuur8! haard en verbreiddead' kamer van een der poj vrouw H. P. R. ziek te De brand werd onkWj houdster. Zij bracht awl in veiligheid en wasiM de overige bewoners en De brandweer tastte -< stralen aan. Hoewel haar de taak niet gem»* zij toch na een uur den zolderkamer en de slaap, heel uit. Dc overige; groote waterschade op van mevrouw R-, was Ondanks de scherpe langstelling van het BUITENLANDS^; SENATOR BORAH'S Mevr. Borah heeft de a leden man in een wjj opend en daarin 'wf.; dollars in duizend dot staatsstukken gevonden „Dit heeft mij efS iedereen", verklaarde w Borah werd algemeen ,arm" man. wiens i'Jft '«I bestond uit een jaarlij duizend dollar. Zijn geheele vermOF vrouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 10