hningin en Prinses op het ijs van de Gouwzee - Koelcentrale voor fruit ken bericht van Hamilton Jie Jaarqang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad II FEUILLETON fc,. MAANDAG 22 JANUARI: FELLE VORST. DINSDAG 23 JANUARI: SNELLE DOOI. EEN MODDER POEL OP HET DAMRAK TE AMSTERDAM. i IHw. door HANS HIRTHAMMER. zult het misschien niet gelooven, m'n e. maar zij zijn er inderdaad op lnge- Aangemoedigd door dit succes, e ik ook jouw uitlevering, maar het te college verklaarde botweg, dat ]e neer in leven was. Je zult Je kunnen tellen, hoe ik die mededeeling op- Ik wilde het eenvoudig niet gelooven. yer geval was ik vast besloten deze niet eerder te verlaten, voor ik mij jmtrent zekerheid had verschaft. Ik mij nog kapotter voor dan ik in wer- heid was en slaagde er in mijn vrien- 'r van te overtuigen, dat ik in mijn aid niet in staat was den vermoeien- ocht door de woestijn naar het spoor- ation aan het Gainermeer te onder- n. Tenslotte bleef den acteurs van het •nbeeldenspel dus niets anders over nij hun gastvrijheid aan te bieden tot er wat op krachten zou zijn gekomen lessor Floyd barstte in een schater- uit. „Aan jou is een voortreffelijk di- aat verloren gegaan. Ik kan me wel tellen, hoe het verder is verloopen t zij de onvoorzichtigheid hadden be- je vrij te laten rondscharrelen, snuf felde je net zoo lang tot het je gelukt was mijn verblijfplaats te weten te komen. Je verschafte je op een of andere manier een touw, maar op het laatste oogenblik kre gen ze je bedoelingen door en staken een spaak in het wiel. Je had voorzichtiger te werk moeten gaan, want nu heb je niet alleen voor je zelf, maar ook voor mij alle mogelijkheden om te ontvluchten, afgesne den. Of dacht je soms, dat ze je hier wel weer uit zouden halen?" „Dat niet! Maar desondanks staan onze kansen nog niet zoo slecht, als het op het oogenblik lijkt." ,Neen? Dat zul je me dan wat nauwkeu riger moeten uitleggen." „Graag, beste Francis! Kan jij'je niet voorstellen, dat er in Siddhab ontevredenen en opposanten zijn?" „Dat is niet onmogelijk!" antwoordde Floyd, wiens belangstelling plotseling was opgewekt. „Het is zoo. Direct in den eersten nacht van mijn verblijf in Siddhab heb ik het op dramatische wijze ervaren. Men had mij in een der tallooze woonholen een slaapplaats aangewezen, maar door alle opwinding, welke er aan vooraf was gegaan, kon ik den slaap niet vatten. Plotseling hoorde ik, hoe de bamboemat voor den ingang van mijn hol voorzichtig werd weggeschoven. Ik dacht niet anders dan dat men het voor nemen koesterde mij heimelijk uit den weg te ruimen. Misschien betreurden zij hun toegeeflijkheid en gaven zij er achteraf de voorkeur aan hun oorspronkelijk plan ten uitvoer te brengen. Ik stond reeds op het punt den indringer naar de keel te sprin gen, toen een fluisterend „Sahib!" mij daarvan terug hield. De nachtelijke bezoe ker was, naar de stem te oordeelen een jongeman en je kunt je mijn verbazing voorstellen, toen die knaap me daar begon uiteen te zetten, dat er in Siddhab ontevre denen waren, een kleine minderheid welis waar, maar te zamen en in vereeniging toch een respectabel aantal menschen. die zich met dit dwaze gedoe niet meer konden vereenigen en naar een gelukkiger leven, naar het licht en naar de zon verlangden." Floyd greep Vischwa bij den arm. „Daar moest jij dan toch ook van hebben ge hoord?" Vischwa Nandi bepaalde zich voorlooplg tot een wedervraag. „Heeft die jongeman den Sahib ook verteld, wie de ontevredenen heeft opgezet?" „Neen", antwoordde Cookerel, „daar weet ik niets van." „Ook ik behoor tot degenen, die in de wereld buiten deze spelonken een nieuw Siddhab willen stichten. Maar tot dusver dachten wij, dat de tijd nog niet gekomen was om dezen wensch in vervulling te doen gaan." „Dan schijnen je geestverwanten inmid dels tot andere gedachten te zijn ge komen." „Waarom heb jij me dat niet verteld?" vroeg Floyd. „Onder deze omstandigheden ziet er alles heel anders uit." „Wij hebben gezworen tegen niemand daarover te zullen spreken. Het verwondert me wel heel sterk, dat deze eed gebro ken is." „Maar kind, dat was toch heel verstan dig. Wie dezelfde belangen hebben, dienen elkaar te steunen!" Daar Vischwa zweeg, vervolgde Cookerel zijn betoog en daarbij bleek, dat hij, on danks hun weinig benijdenswaardige positie ihoopvol gestemd was. „Er is niet de minste reden om het hoofd te laten hangen. Onze bondgenooten weten, waar wij zijn. Zij zul len wel de noodige middelen vinden om ons hieruit te halen." „Waarom hebben zij dat dan nog niet gedaan?" vroeg Floyd, die toch weer eeni- gen twijfel bij zich voelde opkomen. „Vergeet niet, dat zij uiterst voorzichtig moeten zijn! De geringste verdenking kan hun allen het leven kosten. Bovendien vor men z(j, zooals ik reeds opmerkte, een be trekkelijk kleine minderheid, die voorna melijk uit vrouwen en jonge meisjes en een handjevol, eveneens jonge, mannen be staat." Het gesprek kwam nu op Edward Hamil ton. Zij twijfelden er geen oogenblik aan, of de piloot was bij den overval op het vlieg tuig om het leven gekomen. Daarna vervielen zij weer in een dof stil zwijgen. Zwaar drukte het vooral op de beide mannen, dat zij tot werkloosheid ge doemd waren. Het ergst van alles echter was wel die eeuwige duisternis. Floyd had het allang opgegeven den tijd te schatten, omdat het eenvoudig onmogelijk was zonder wisse ling van dag en nacht daarvan ook maar eenige hoogte te krijgen. Zelfs het begrip van tijd raakte verloren. Misschien waren het slechts minuten, wat zij voor uren hiel den; misschien waren het maar luttele oogenblikken, wat hun een eeuwigheid toe scheen. Cookerel's voet was weldra in looverre genezen, dat hij te zamen met Floyd lange wandelingen door het hol kon ondernemen. De vele dooden stoorden hen niet meer. Men went tenslotte aan alles. Hun aandacht ging voornamelijk uit naar de muren. Stuk voor stuk werden de rotsen onderzocht, of er misschien ook ergens een weg te vinden was, waarlangs een getrainde bergbeklimmer naar boven zou kunnen komen. Floyd wilde deze mogelijkheid niet prijs geven. „Het zijn hier toch alles door de natuur gevormde rotsen. Dit geheele on- deraardsche holen-systeem is vermoedelijk door een eruptie ontstaan. Evenals buiten, moeten er ook hier kloven en spleten zijn, die zich voor ons doel zouden leenen." „Als we maar licht hadden!" klaagde Cookerel. „Je had eens goed uit je oogen moeten kijken, toen ik hier mijn glorieuze entrée maakte en de zaak daar boven door fakkels was verlicht!" „Dat heb ik gedaan, maar in die paar minuten was het niet mogelijk om iets te ontdekken." Cookerel zweeg. Maar het volgende oogenblik gaf hij zijn vriend plotseling een fermen klap op den schouder. „Ik heb een uitmuntend idee, waarde heer! Dat we daar al niet eerder aan hebben gedacht!" „Aan wat?" ,Zoo moet het kunnen 1 Wij nemen de vol gende maal Vischwa mee en dan verwed ik er wat onder, dat wij hier den langsten tijd hebben gezeten!" 18. Neen, het kwam niet tot een verhoor van Ali Mohammed, want er deed zich onver wachts een incident voor. Toen Hans Been zich naar de tent begaf om miss Boyard het resultaat van zijn onderhoud mee te deelen. bemerkte hij, dat een der Hindoe's, die blijkbaar in de buurt van den rotswand wat had rond geslenterd, met alle teekenen van opwinding en schrik naar het kamp terug holde. (Nadruk verboden!. .(Wordt vervolgd). «oU DE HOND IN HET FRANSCHE LEGER Tijdens een oefening met legerhon- den. Boven: een verkenner met zijn honden. Onder: een der dieren passeert een prikkeldraadversperring. DE BEMANNING van het m.s. „Arendskerk", welk schip in de Golf van Biscaye is getorpedeerd, is behouden in ons land teruggekeerd. De heer L. v. Sluys (machinist) vertelt op het station te Roosendaal van zijn avonturen. TE ZWAAG is dezer dagen een groote koelcentrale voor fruit in gebruik genomen. Meisjes bezig met het sorteeren van appe len, welke worden bewaard in groote koelcellen. Zoo kan men in Maart nog heerlijk „versch" fruit eten van September. .M. DE KONINGIN EN H.K.H. PRINSES JULIANA heb- ?n gistermiddag per auto een bezoek gebracht aan de Gouw- ke en Marken. Op de Gouwzee heeft Prinses Juliana de E schaatsen onder gebonden en korten tijd gereden. Tweede van rechts de Prinses. EN AMSTERDAMMER, DIE DE SKISPORT ACHTER EEN PAARD BEOEFENT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5