Vogeltjes in de sneeuw Goede oplossingen CORRESPOND aats 1 ,r< - ze sloeg de handen ln elkaar. „Hoe ver trouw je het? Nee, dan is Reitse anders!" „Anders anders? Hoe dat zo? Rijdt hij nog niet? En die mooie schaatsen dan, die ik 'm het vorige jaar gekocht heb!" „Ja", zei Tante Nienke, „ja, zie je, ik heb geen tijd om aldoor mee te gaan". „Maar, m'n goeie mens, dat hoeft toch ook niet! De jongens leren het van elkaar!" „Ja, zie je", herhaalde Tante, „maar deze jongens, waarmee Reitse op school is, dat zijn zulke vreselijke rakkers! Het is érg, het is ontzèttend, zoals ze dat kind pla gen!" „Kom, kombegon Vader. Maar de woorden bleven hem in de keel steken, want op dat ogenblik werd er hard gebeld. Tante liep vlug naar voren, deed de deur open enzag nog juist twee paar klompen benen om de hoek van de straat verdwij nen. En voor haar stond Reitse, doodsbleek en bevend. O, wat zag die jongen er uit! Z'n jas en broek waren gescheurd en er zat een groot gat in z'n zwarte, gebreide kousen, precies op de knie Daar schemerde ook al bloed. Met een kreet van schrik trok Tante den armen jongen naar binnen, aldoor maar jammerend, dat het nu juist vandaag zo vreselijk ongelukkig trof! Juist vandaag hadden de jongens dien armen Reitse weer zó ontzettend geplaagd, net nu z'n vader er was! O! O! Het zou nog haar dood zijn! Die avond zat Reitse gezellig naast z'n vader bij de kachel. Nu z'n hoofd en knie met een grote pleister prijkten en hij fris gewassen en gekamd was, zag hij er uit als een heel andere jongen. „Ziezo", zei vader, „en nou moet je me eens vertellen, wie jou zo heeft toegeta keld!" „Een van die jongens natuurlijk. Een van die afschuwelijke rakkers!" jammerde Tante. „Is dat waar, Reitse?" Reitse keek Vader aan. Toen sloeg hij de ogen neer en zei: „Nee, Vader. Ze plaagden me wel, maar ik iiep hard weg en daardoor gleed ik uit". „Jij liep hard weg? O, maar dan toch zeker niet, vóór je er een paar op hun baadje had geslagen, tot ze niet meer kij ken konden, hè?" „Ik... ik.... nee Vader", stotterde Reitse. „Och, dat lieve kind!" zei Tante. „Hij is zo zacht van aard, hij vecht nooit!" Nu. en toen had je dien Vader moeten zien kijken! „Zachtzicht, zeg je?" bulderde hij. „Je bedoelt toch niet, dat mijn jongen een lafaard is? Je bedoelt toch niet dat hij z'n mannetje niet staat?" Tante zweeg en Reitse zweeg. En die avond, toen Reitse naar bed was, werd er nog heel wat gepraat tussen Tante en Va der. En weet je, wat het gevoig hiervan was? Dat Reitse na de Paasvacantie met Vader mee op het schip ging om op de wijde Friese meren en sloten te varen cn een echte kerel te worden! En Tjitske, de wilde robbedoes, die eigenlijk een halve jongen was, kwam bij Tante Nienke in huls, leerde koken en breien en werd een écht meisje. Zo is met die twee kinderen van schip per Wieringa alles nog heel best afgelopen! R. DE RUYTER-v. d. FEER. Helpen jullie allemaal mee voor hen te zorgen? Als het koud is en er een dik pak sneeuw ligt, hebben de vogels het erg moeihjk om aan de kost te komen. Wat een sooiten vogeltjes komen dan al niet in onze tuin! Allereerst de meesjes, de zwartkop-, de koolmees en het geelborstje. de pimpel mees. Dat zijn de nuttigste, de gezelligste en ook de dankbaarste van ai onze kleine zangvogels. Verder heb je klein Jantje, het winterkoninkje, ook een echte fiouwe vaderlander, die de hele winter hier '-"jft. Meesjes en winterkoninkjes zijn echte in secteneters, maar waar moeten die amie beestjes nu de insecten vandaan halen? Dat vraag lk jullie! En dan zijn er de roodborstjes met hun schitterend rode borstveertjes en hun donkere kraaloogjes, die in de winter hun zachte stemmetjes laten horen. De puttertjes, vinken en sijsjes, die in de zomer volop zaadjes vinden, vergaan nu ook van de honger. Zelfs de zwarte cn bonte kraaien, die stevige vogels, die heus niet bang zijn voor een beetje kou en aller minst kieskeurig zijn uitgevallen, lijden nu gebrek. Dan onze musjes, die grappige straat jongens! Geloof maar, dat ze het zwaar te verduren hebben. We kunnen veel doen voor onze vogels. Strooi maar trouw alle kruimeltjes van de ontbijt- en koffietafel voor hen neer! Of beter nog: vraag of je een echt voederhuisjc mag timmeren of kopen. Kan dit niet, dan kun je al wonderen doen met een gewone kistdeksel, op een paal gespijkerd De vogeltjes behoeven dan niet in de koude sneeuw te zitten en ie hebt er meteen een aardig gezicht op als ze het voedsel van het deksel komen pik ken. Is er een overhangende boomtak in de buurt, zoveel te beter. Een halve cocosnoot aan zoo'n tak opgehangen, een rits gepelde of ongepelde pinda's aan een draadje ge regen, een stuk spekzwoerd aan een haak of touwtje, een paar gekookte of onge kookte botten aan een ijzerdraadhet is allemaal prachtig voedsel voor de meesjes. In het voederhuisje of op de kostdeksel leggen we dan trouw alles wat we over heb ben, ook een rotte appel, een beurse peer en.een plat schaaltje met warm water, waarin de vogeltjes zich eens fijn kunnen baden. Heb je bovendien nog een paar elzen takjes kunnen verzamelen met bijna rijpe elzenproppen, dan spijker je die op het voederhuisje of ergens op een hekje of paaltje De sijsjes komen er dan de zaadjes uit pikken en bedanken je met een liedje. Helpen jullie allemaal mee, voor de vogeltjes te zorgen? ontvangen van: Piet Martijn, Bep van Woudenberg, Lenie Brocaar, Piet Rietkerken, Koosje van Pola- nen, Henk Stouten, Flip Stouten, Nellie Stouten, Sjaantje Stouten, Gerard Stouten, Elsje Boterenbrood, Ineke Boterenbrood, Jan Piket, Mientje Uitdenboogaard, Antje Uitdenboogaard, Dickie Optendrees, Wim Kleer, Cobie Kleer, Tineke de Wit, Janny Hremans, Ansje Hermans, Tiny E>ee, Bep van der Zeeuw. Hannie de Wekker, Suusje de Wekker, Pieter van der Vliet, Annie Schneider, Corrie van Welzcn, Jan Vrijen- hoek, Marietje de Mooy, Willy van Rijn, Ali Stikkelorum, Koos Stikkelorum, Jan Bronsgeest, Ria Lepelaar, Wim de Wolf, Nellie Trap, Ella Teljeur, Gerda Teljeur, Herman Rensink. Wolter Rensink. Gusta Bogerd, Margje Dijksma, Ria Smits, Coba Hensen, Ida de Graaf, Leny Moraal, Willie Hamer, Adri Boelee, Dick Boelee, Annie van der Vos, Coba Verlind, Elsje Verlind, Lydia Botermans, Annie Lek, Annie v. d. Hcnst, Tineke Marree, Dick Nederlof, Toos de Vos, Rie de Vos, Joke de Vos, Anny Schipper, Adri Schipper, Hans Kriek, Ineke Kriek, Gerry Sweris, Aukje van der Walle, Ansje Voorma, Jan Zandbergen, Jo Kooien, Jan- nie Kooien, Plonie de Geus, Geertje Boom, Annie Viertelhausen, Leni Prevo. Peter Westerbeek. Corrie Dek, Truus van der Werff, Mientje de Water, Corrie Lagas, Rietje Lagas, Corrie Roozendaal, Maartje Stavleu, Anton Tegelaar, Guus Binnendijk, Corrie Binnendijk, Truusje Sluymer, Ma- rietje Lagerwij, Sofietje Lagerwij, Elly Op- pelaar, Llze van Driel, Henny van Driel, Klaas Tolner, oplossingen zonder naam (waarbij verteld wordt van kleine zusje en grote broer in diensti, Frieda Libot, Gonny de Groot, Joke de Groot, Co Hartevelt, Janny Hartevelt, Marietje van Vliet, Ber nard van Vliet, Truus Brugmans, Jopie Susan, Freddy Susan, Ria Boogaard, Henri Derogé, Ansje Eichhorn, Ellie van der Lelie, Henny van Vliet, Martin Vreeken. Rie Beurze. Frans van der Meijden, Jan van der Meijden, Niek Bakker, Marti Bakker, Truusje van Weizen, Pim van Weizen, Anny Bekooy, Rietje Brandt, Jopie van der Mey, Henk Klaassens, Rietje Blonk, Frans Blonk, Atie de Vogel, Annie Klos, Margje Booy, Henk van Egmond, Mynie Muelink, Trudy Overduyn, Tir.i Overduyn. Atze van der Kooi, Bea van der Kooi, Wim Rienstra, Paul Rienstra, Nanny Nauta, Jannie Werk, Jacques de Geus, Suze de Geus, Kora Key, Rika de Graaf, Leni de Graaf (ook van vorige keer), Marietje Laman (ook van vorige keer), Paulus Laman, Willem Laman Cobie Nieuwenhuys, Joke Koopman, Annie van Winkel, Rie Develing. isels Broc Beste raadselnichtjest aai LEEST DIT Alia»® Prijsraadsels! Dat lui?val' tuurlijk allen reeds prieel nen jullie misschien «»i. rijden (het lijkt we! va stuivertje wisselen tu, dooi!), toch zullen juli tijd weten te vinden! \,tout goed oplost, een kans! fn', acht boeken bescbjtjto worden verdeeld als vol; get 4 boeken onder alle getifimj 2 boeken onder alle grote* 2 boeken onder alle kltijtje t is Ook nu hebben dc getro?3da dubbele kans. Maar alle arc--j g doen, hebben ook kans. Veifewai alles goed in orde moet fchr onder), anders kun je niet 'n y Jullie hebben goed geleJike de raadsels staat? Ieder Md het eerste raadsel van zi]r,É d op en daarbij nog minste®®! naar keuze. Weet je alle vief O des te beter. Doch drie .(rijs het eerste) is voldoende nge ieder goed aan:- s; ha; 1. Naam, leeftijd en adres jen seis (alleen op de envelop^ Ik doende). 2. Op tijd inzenden, tot ei: .dst morgen 9 uur, naar Bureau ie biad' of naar mijn adres, Wsje 3. Duidelijk schrijven [aa 4. Elk kind zélf oplossint ieder op afzonderlijk velletjey I deren uit één gezin, denkt e: aa raadsels schrijft ieder voor zi:g-r veloppe mag wél. I 5. Niet alleen de eindoplosraa maar ook de woorden die ooi moesten worden. D nk Als je je oplossingen ges oi kijk dan nog eens na, of ai.idi Verspeel niet je kans dooi .-oc van naam, leeftijd of adres, k inzenden. Kinderen van 11 jaar btva groterenjy Geen of korte briefjes deze al ie aandacht aan de prfjsraiS, Nu heb ik jullie toch allt er: moet denken, goed op je XI Wie nu nog iets vergeet is Daar gaan jullie dan! IedA goede oplossingen. Werkt pl«| Jannie Kooien Bij jou narigheid van de gladheid ir( pretje. Het was geen wandf Maandagavond! Jo Kooien Jij werd er b:j deur onzacht op attent gem; glad was verleden Maandag1 hoe blij je bent, weer naar sd" Je boek komt me wel bekend Jan Zandbergen Wat wasK op het ijs verleden Zaterdags feest. De tram vond het zekcei zellig, om door te rijden! Annie Viertelhausen Ik htP ven moeten missen verleder heeft de gladheid op haar fjj maakt je nuttig. Leni Prevo Berg je schaal» op; ze zullen nog wel van pah? dat hoop ik ook voor je. i* jouw feestdag? Peter V/esterbeek Ik vindl jij ook wat hebt voor onze [J Eén raadsel en één anekdote eens ingestaan; het overige Welbedankt. Truus van der Werff dankje voor je snoezige briefu. Truusje Sluymer Jij voor het zomerseizoen en voorL seizoen! Allebei fijn! Ik geloof op de schaatsen al even goeds als op de fiets. Elly Oppelaar Wat heb jij^ tocht gemaakt op de schaatstfj graag, dat jij al goed kunt rijol gaat dat niet. Neen, voor ouden! de vorst niets gedaan. Piet Martijn Jé hebt g« kunt het wel uithouden deerkamer! Tjonge, tjonge, lekker! Ik geloof, dat jij besteed hebt. I Bep van Woudenberg Ik i bt go«; i, op i'j ge, vsjf ij je H

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 16