Xeres gehuldigd - Hollandsche jongens op een zeilschip rond de wereld
50ste Jaargang LEiöSCH DAGBLAD Tweede B(ad
Geen bericht van
E Hamilton
FEUILLETON
GENERAAL CARPENTER de leider
van het Leger des Heils, zegende zelf
het huwelijk van zijn zoon in te Londen.
MHET Z.G. ENTRA-TOESTEL, EEN NIEUWE VINDING OM GE-
- WONDEN ZONDER VEEL MOEITE IN DEN TREIN TE ILADEN.
DE BRANCARD LOOPT OVER RAILS OMHOOG.
fl
HET EINDE
VAN DEN
SCHAAKWED
STRIJD
EUWE-KERES.
Nadat mr. Le-
venbach (rechts)
den winnaar Ke-
res in het Am-
sterdamsche
Schaakhuis had
gelukgewenscht
en hem een
krans had over
handigd, hielp
Euwe, als goede
verliezer, mede
den krans om
hangen.
HET NEDERLANDSCHE MOTORSCHIP
.,ARENDSKERK" dat in de Golf van
Eiscaye door een Duitsche duikboot werd
getorpedeerd.
"■62* door
HANS HIRTHAMMER.
15)
Op een zwaar, plomp lichaam zat een
schedel, die door den ruwen beitel van een
irchaïstischen beeldhouwer scheen te zijn
gevormd
De gelaatstrekken van den vorst konden
zijn verwantschap met de wilde oerstam-
men van het Noord-Indische bergland niet
verbergen. Zij waren ontegenzeggelijk grof.
maar toch scherp geteekend Het was, of
'hun schepper, toen hij deze trekken vorm
de, iets bijzonders had willen volbrengen,
:maar toen hij nog niet half gereed was,
scheen hem het plezier in zijn werk te zijn
vergaan.
Onverbiddelijk, heerschzuchtig en wreed
dat waren de eerste indrukken, die El
len Boyard na een onderzoekenden blik van
Rai Mohan Chandra kreeg. Zij was dus-
rdanig teleurgesteld en voelde zich tegelij
kertijd door een zoo hevigen angst aange
grepen. dat zij het liefst onmiddellijk
rechtsomkeert zou hebben gemaakt
Zij begreep haar vader-niet, die haar den
Maharadja als een tiptop gentleman en in
alle opzichten een man van de wereld had
beschreven.
Ook Hans Been kon zich aan een ietwat
onbehaaglijk gevoel niet onttrekken. Hij
vroeg zich af. of het voor het welslagen
van hun onderneming niet beter was ge
weest dezen man er geheel buiten te laten
en hij nam zich ernstig voor in ieder geval
op zijn hoede te zijn.
De geweldige ruimte van de ontvangzaal
had iets beklemmends, ondanks het sprook
jesachtige interieur. Aan de muren hingen
groote spiegels in rijk versierde lijsten.
Daartusschen bevonden zich tal van nissen
welke met kostbare Kaschmir- en Punjab-
tapijten behangen waren. Een overweldi
genden aanblik echter bood het plafond,
dat als het ware bezaaid was met reusach
tige kristallen kronen. Het door de hooge
ramen naar binnen stroomende licht weer
spiegelde zich duizendvoudig in de prisma's
van het geslepen glas en straalde terug op
het spiegelgladde marmer van den vloer.
De Maharadja verhief zich met een be
leefd. maar nietszeggend lachje van zijn
zetel en ging de binnentredenden eenige
schreden tegemoet.
„Ik heet U welkom in mijn huis!"
Been werd getroffen door de heldere, wel
luidende stem, die eigenlijk in het geheel
niét bij dezen man paste.
Hij betuigde met eenige woorden zijn
dank, stelde Ellen Boyard en zichzelf voor
en gaf als reden van hun bezoek te kennen,
dat zij het als hun overmijdelijken plicht
hadden beschouwd, den gebieder van het
land, dat zij wilden bereizen, hun opwach
ting te komen maken.
„Miss Ellen Boyard uit Calcutta?" her
haalde de Maharadja verrast. „Ik ken dr.
Huston Boyard. Een zeer bekwame me
dicus!"
„Dat is mijn vader! Hij heeft mij veel van
u verteld. Hoogheid: hij was u zeer toege
daan. Dat gaf mij den moed dr. Been voor
te stellen u te bezoeken. Hopenlijk deran-
geeren wij niet."
De bestaande familierelatie met dr.
Boyard scheen op den vorst een merkwaar-
waardige indruk te maken. Een oogenblik
maakte de wat zalvende glimlach plaats
voor een trek van verlegenheid. Het was,
of hij met zijn houding niet goed raad wist
of dit bezoek hem in een impasse bracht,
maar bijna onmiddellijk wist hij zich weer
te beheerschen.
„Ik ben dr. Boyard zeer veel verplicht en
het verheugt mij daarom buitengewoon zijn
dochter als mijn gast te mogen ontvangen.
Ik verzoek u dringend, miss Boyard, geheel
over mij te willen beschikken."
Ellen keek hem verrast aan. Het afstoo-
tende was plotseling uit zijn gezicht ver
dwenen, zijn blik was vriendelijk open
hartig en verried zelfs iets van oprechte
toegenegenheid; dit was Rai Mohan Chan
dra, zooals haar vader die beschreven had.
De vorst wendde zich nu tot Ellen's met
gezel. „U bent Europeaan, nietwaar? Geen
Engelschman? O, ik weet, dat de men-
schen uit het beschaafde Europa in Indië
nog steeds het land der sprookjes, het land
der wonderen en mysteries zien Hopenlijk
heeft de werkelijkheid u niet al te zeer te
leurgesteld!"
„Ik ben pas een paar dagen in Indië",
antwoordde Been met een vagen glimlach.
„Maar desondanks zijn er nu reeds eeni
ge mysteries, die mij'intens bezig houden".
De Maharadja krulde zijn lippen. „In
teressant! Ik twijfel er niét aan,, of u zult
die mysteries met succes weten te door
gronden. Maar ik verzaak op een schan
delijke manier mijn plichten als gastheer.
Het is onvergeeflijk".
Hij klapte in zijn handen.
Eenige minuten later hadden een paar
kwieke, donkere bedienden op vlakke tafel
tjes van kostbaar rozenhout, welke slechts
even boven den grond uitstaken, een keur
van verlokkend geurige spijzen gereed ge
zet.
De gasten namen, het voorbeeld van
hun gastheer volgend, plaats op de bont
bestikte zijden kussens en bevochtigden
hun vingers met het welriekende water,
dat een der bedienden in een vlakke schaal
serveerde, terwijl een ander een onbekenden
rozekleurigen drank in fijn geslepen gla
zen goot.
„Bent u werkelijk voornemens een reis
door mijn bescheiden gebied te maken?"
Rai Mohan vroeg het met een ongeloovigen
glimlach. „Er zijn toch veel mooiere en be
langwekkender streken. Waarom kiest u
niet liever de algemeen erkende beziens
waardigheden van Indië: Benares, Delhi,
het dal van de Ganges?"
Miss Boyard's gezicht stond ernstig, toen
zij het hoofd ophief. „Het is geen plezier
reisje, Hoogheid! Wij willen in de woestijn
Tharr naar menschen zoeken, die daar op
raadselachtige wijze zijn verdwenen."
Zij had het heimelijke teeken niet be
merkt. dat Been haar onopvallend trachtte
te geven.
Wanneer men het hem op den man af
gevraagd had, zou deze zelf niet hebben
kunnen zeggen, waarom hij wantrouwen
koesterde. Het was hier zuiver een gevoels
kwestie, waarbij wellicht ook de waarschu
wing, welke hij kort tevoren van zijn land»
genoot had ontvangen, eenig gewicht in
de schaal legde.
Hem beviel de Maharadja nu eenmaal
niet. Hij vond hem onsympathiek, huichel
achtig en onbetrouwbaar al zou hij
daar ook geen reden voor hebben kunnen
opgeven.
„Ik ben werkelijk verrast!" beantwoordde
de Maharadja miss Boyard's mededeeling.
„Verdwenen zegt u? In de woestijn Tharr?
Het lijkt me haast niet mogelijk".
Miss Boyard vertelde de feiten, voor zoo
ver die haar zelf bekend waren.
„U ziet, Hoogheid", voegde Been er wat
spottend aan toe, „dat er toch nog wel
mysteries in dit land schijnen te bestaan.
Waarom twijfelt U eigenlijk aan de ge
loofwaardigheid van dit voorval? Het is
toch niet het eerste van deze soort. Ik
herinner mij tenminste nog zeer goed het
tragische lot van de expeditie Barlovius,
die eveneens in deze woestijn is verdwe
nen".
Rai Mohan Chandra haalde zijn schou
ders op. „Dat geval is mij bekend, ja. Maar
u zult mij moeten toegeven, dat daarom
trent de dwaaste geruchten de ronde heb
ben gedaan. Men heeft er alle mogelijke
sensationeele oorzaken voor trachten 'e
vinden en daarbij de meest voor de hand
liggende over het hoofd gezien. De men
schen zijn door een zandstorm overvallen.
Dat is het heele geheim, mister Been! Er
zijn geen mysteries in de woestijn Tharr".
„Ik ben zoo vrij er aan te twijfelen. Het
was een zorgvuldig voorbereide en met alle
denkbare hulpmiddelen uitgeruste expe
ditie. Wanneer zij inderdaad door een
zandstorm was bedolven, zou men toch
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
n DOOR DEN PLOTSSELING INGEVALLEN DOOI, NEEMT DE IJSGANG OP DE GROOTE RIVIE- 1 SEPTEMBER J.L. vertrok uit Göteborg het Zweedsche schoolzeilschip „Abraham Rydberg", voor een tocht naar
REN SCHRIKBAREND TOE, waardoor steeds meer ongerief ontstaat voor de scheepvaart. Op Australië. Door den oorlog moest de route echter gewijzigd worden, zoodat het schip zich naar Buenos Aires begaf.
I v Aan boord van dit schip bevindt zich een viertal Hollandsche jongens, die voor de Vereeniging „Het zeilend school-
a - vele plaatsen ln dcI1 R,Jn hoopt het 1JS ach °P' schip" dezen zweritoc ht meemaken. De vier Nederlandsche leden van de équipage op era ra
IN DE ENGELSCHE VLIEGTUIGFABRIEKEN WERKT EEN GROOT
AANTAL VROUWEN MEDE AAN DEN BOUW VAN OORLOGSVLIEG-
TUIGEN. Het maken van vleugels in de „Wellington'-fabriek.