Ons Kort Verhaal Heffing winstbelasting voorgesteld Wat in Madrid tijdens den burgeroorlog geleden werd LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 16 Januari 1940 AKKER'TJES De hardnekkige Zij zal 10 pet. bedragen Vervanging van dividend en tantième-belasting. 'n Zwaar hoofd? VRAGENRUBRIEK Er was honger zooals wellicht nooit in Europa De zuiveringsactie vraagt nog tallooze slachtoffers Dagblad reclame is niet te vervauge" De Minister van Financiën heeft ingediend een wetsontwerp tot heffing van een winstbelasting ter vervanging van de dividend- en tantième-belas ting. Heffing zal op 10 pet. moeten wor den gesteld. In de Memorie van Toelichting lezen wij: Naar de Minister reeds in de Millioenen- nota heeft medegedeeld, stelt hij zich voor, de noodzakelijke versterking van de midde len des Rijks te verkrijgen door een her ziening van de inkomstenbelasting bene vens door een verhooging van den belas tingdruk op de Naamlooze Vennootschap pen en de daarmede in de wet op de divi dend- en tantième-belasting 1917 op één lijn gestelde commanditaire vennootschap pen op aandeelen. coöperatieve en andere vereenigingen en onderlinge verzekerings maatschappijen. De keuze tusschen uitdeellngsbelasting en winstbelasting is er niet eene van principi- eelen aard. Ook de dividend- en tantième- belasting heeft immers tot strekking, de winst van de daaraan onderworpen licha men te treffen, al kiest zij daartoe den eenvoudigen vorm van een belasting van de uitdeelingen, immers hetgeen niet dadelijk wordt uitgedeeld zoo is de onderstelling wordt dan toch in volgende jaren, en uiterlijk bij de liquidatie van de vennoot schap, aan de heffing van de belasting onderworpen. Hieruit volgt, dat tusschen de divi dend- en tantièmebelasting en wat men een eigenlijke winstbelasting noemt, een diepgaand onderscheid niet bestaat. De thans voorgestelde vervanging van de dividend- en tantièmebelasting door een winstbelasting moet daarom in hoofdzaak worden gezien als een kwes tie van belastingtechniek. De bestaande regeling van de belasting van de Naamlooze Vennootschappen werkt in de practijk ongelijk en dus onrechtvaar dig. En aangezien de tegenwoordige orga nisatie van den belastingdienst toelaat dit euvel te vermijden langs den weg van den anderen, beteren vorm van vennootschaps belasting. verdient een vervanging van de dividend- en tantièmebelasting door een winstbelasting aanbeveling. De belangrijke vraag, die zich bij een belasting van de winst van naamlooze vennootschappen voordoet, is wel deze. wat voor de heffing van een zoodanige belasting onder winst moet worden verstaan. Gesteld voor de taak van een juiste om schrijving, heeft de minister gemeend, niet te moeten overnemen het wintsbegrip dat aan de heffing van de belastingen naar het Inkomen ten grondslag ligt. De heffing van de inkomstenbelasting is gebonden aan natuurlijke personen, die kunnen sterven, het land verlaten, hun bronnen van inkom sten verwisselen voor andere, in al welke gevallen, door de werking van de artikelen 12 tot en met 14 der wet op de Inkomsten belasting 1914, de opbrengst van de verval len bronnen aan de heffing van de belas ting ontsnapt. Bovendien is de belasting sterk progressief, waardoor het te meer noodzakelijk wordt, baten nauwkeurig toe te rekenen aan het jaar waarin zij aan den belastingplichtige zijn opgekomen. Ten aanzien van al deze factoren is de figuur bij de winstbelasting een andere. De minister heeft daarom gemeend, bij de omschrijving van het winstbegrip zich van de inkomstenbelasting te kunnen los maken en ook overigens er naar gestreefd, aan de afschrijvingspolitiek van de ven nootschappen, enz. zoo weinig mogelijk be lemmeringen in den weg te leggen. Daaren tegen heeft hij, door den eisch te stellen, dat de waardeering van de baten en de lasten van de vennootschap overeenkomstig goed koopmansgebruik dient te geschieden een waarborg geschapen tegen misbruik. Wat goed koopmansgebruik is en wat niet, zal door de jurisprudentie moeten worden uitgemaakt. De minister vertrouwt, dat op deze wijze aan het bedrijfsleven de noodige vrijheid bij de winstbepaling wordt toegestaan, zon der dat daardoor de belangen van den fis cus worden geschaad. De grondslagen. Het vorenstaande geeft mede den sleutel voor hetgeen dient te geschieden bij het in werking treden van de wet, waaromtrent geen bijzondere bepalingen in het ontwerp voorkomen. Uit artikel 5 van het ontwerp en uit hetgeen hiervoor werd opgemerkt volgt, dat grondslag voor de heffing van de belasting is het verschil tusschen de ba lans bij het begin van het jaar en die bij het einde van het jaar en dat alle balansen worden aanvaard, mits zij slechts volgens hetzelfde systeem zijn opgemaakt. Volgde derhalve een onderneming het systeem, haar bedrijfsmiddelen dadelijk op f! 1.af te schrijven, dan kan zij. Indien het voor die onderneming steunt op goed koopmansgebruik daarmede doorgaan, mits zij ook haar balans bij den aanvang van het eerste jaar waarover de winstbelasting wordt geheven, volgens hetzelfde stelsel opgemaakt. Wenscht zij dit niet, en wenscht zij haar activa in bedoelde balans op te nemen voor de werkelijke waarde, dan is haar dat eveneens geoorloofd, doch dan is zij verplicht, hetzelfde te doen in haar balansen over volgende jaren. Tegen een wijziging van systeem ter gelegenheid van de invoering van de winstbelasting zal geen bezwaar worden gemaakt Het systeem van heffing van de uitdee- lingsbelasting brengt mede. dat de fiscus bij dezen vorm van heffing behalve zijn recht over hetgeen over de uitgedeelde winst dadelijk verschuldigd is, tevens een voorwaardelijke aanspraak verkrijgt tot het bedrag van de belasting over de niet uitge keerde (gereserveerde) whisten. Maakt een vennootschap over een bepaald Jaar een zuivere winst van f. 1.000.000, waarna f. 600.000 wordt uitgedeeld en f. 400.000 ge reserveerd, dan kan de wetgever twee din gen doen. Hij kan dadelijk de geheele winst belasten (winstbelasting). Hij kan echter ook voors hands genoegen nemen met de belasting over f. 600.000. maar dit laatste dan onder de, uitdrukkelijk uit de bepalingen der wet voortvloeiende, voorwaarde, dat hij nog een voorwaardelijk recht heeft op de belasting over de gereserveerde f. 400.000, deze belasting te betalen op het oogenblik waarop de reserve eventueel wordt uitge keerd. Deze aanspraak van de overheid op de belasting over de gereserveerde winst in het gestelde voorbeeld dus over het be drag van f. 400.000 is ontstaan over het jaar waarin deze reserve is gevormd. Wordt derhalve de dividendbelasting op een later oogenblik afgeschaft, dan betee- kent dit weliswaar, dat over de uitdeelingen der toekomstige winsten geen belasting meer zal worden geheven, doch er is geen aanleiding, ook de aanspraak van 's rijks schatkist op belasting over de in de toe komst te verrichten uitdeelingen uit de oude reserves te doen vervallen. Dit „aandeel" van de overheid in de bij de afschaffing van de dividend- en tan tièmebelasting en de gelijktijdige invoering van de winstbelasting aanwezige reserves zou kunnen worden geldend gemaakt, door bedoelde reserves aan een speciale heffing zeker tijdsverloop, bijv. van 3 jaar. de be lasting over die reserves zou moeten worden betaald. De Minister is echter van meening, dat het denkbeeld van een zoodanige bijzon dere heffing moet worden verworpen. Dit beteekent natuurlijk niet, dat de bij de in voering van de winstbelasting bestaande reserves verder geheel buiten aanmerking kunnen worden gelaten, daargelaten nog het belang van 's Rijks schatkist, ware dit een onrechtvaardige bevoordeeling van de vennootschappen, die haar oude winsten hebben gereserveerd, tegenover de vennoot schappen die haar voor de inwerkingtreding van de winstbelasting gemaakte winsten wel volledig hebben uitgedeeld. Laatstge noemde vennootschappen hebben haar volle pond betaald, zij mogen vorderen, dat ook de andere vennootschappen, van hetgeen niet meer is dan een verandering van de wijze waarop de winst wordt getroffen, niet een ongemotiveerd voordeel genieten. De artikelen 38 en volgende van het ont werp bevatten derhalve een voorziening, krachtens welke de crude reserves bij de heffing van de winstbelasting in aanmer king worden genomen in het jaar waarin zij als zoodanig verdwijnen. Dit verdwijnen doet zich vooreerst voor wanneer deze oude reserves aan de deel- gerechtigden in de winst worden uitgedeeld, vervolgens wanneer zij hun normale be stemming volgen om te dienen tot dekking van latere verliezen. Uiteraard leidt deze laatste wijze van opheffing van de oude reserves niet tot een rechtstreeksche hef fing van winstbelasting. Slechts kan een verlies, dat uit een oude reserve kaai wor den gedekt, niet andermaal ten laste van de winst, namelijk van die over een vol gend jaar. worden gebracht. Ter voorkoming van geschillen in een verre toekomst, wanneer de juiste gegevens wellicht niet meer met voldoende nauw keurigheid kunnen worden vastgesteld, is het wenschelijk, dat de op het overgangs- Waarschijnlijk kou geval. Neem een "AKKERTJE" hel uilmun- lende middel bij verkoudheid, griep, influenxa, kou in'l hoofd. helpen direct 6148 (Ingez. Med.) tijdstip in de vennootschap, vereenigtng of maatschappij aanwezige „oude" winst zoo spoedig mogelijk na het in werking treden van de wet wordt vastgesteld. De minister meent de totale belastbare winst van de binnen het Rijk geves tigde vennootschappen, enz., goede en slechte jaren dooreen genomen, te mo gen schatten op bijna 500 mlllioen gul den 's jaars. In werkelijkheid zal dit cijfer ongetwijfeld afwijkingen te zien geven. Wordt niettemin het genoemde bedrag van bijna 500 millioen gulden voors hands aangehouden, dan zal het tarief van de winstbelasting, teneinde een opbrengst te verkrijgen van f. 50.000.000 's jaars, hetgeen ruim f. 20.000.000 hoo- ger is dan die van de bestaande divi dend en tantième-belasting, op 10V, moet worden gesteld. Voor de heffing van opcenten ten bate van de gemeen ten ter schadeloosstelling voor de ver vallen opcenten op de dividend-tan tièmebelasting zal binnenkort een af zonderlijk ontwerp worden ingediend. Zooals bekend is, was in het ontwerp tot heffing van een nationale Inkomsten- en winstbelasting de opbrengst der winst belasting, onder voorlooplge handhaving der dividend- en tantième-belasting, ge raamd op f. 36 mlllioen. Gelijk evenzeer be kend is, vervulde echter in dat ontwerp de winstbelasting een nog geheel andere functie dan in het thans aangeboden ont werp. De heffing bij de bron, die feitelijk het beeld vertoonde van een gespleten inkom stenbelasting zonder aftrek voor mlnimum- levensonderhoud en zonder progressie, ver- eischte eenlge correcties, teneinde het draagkrachtbeginsel eenigszins tot zijn recht te doen komen. De correcties werden, blijkens de memo rie van toelichting, gevonden eenerzijds in een verlaging van sommige indirecte be lastingen, anderzijds in de heffing van een winstbelasting. De eerste beoogde de cor recties aan te brengen in de laagte, de laatste ln de hoogte. M.a.w. door de ver laging van sommige Indirecte belastingen zou aan de minder draagkrachtigen com pensatie worden verleend en door de hef fing van een winstbelasting zouden de meer vermogenden het redelijk aandeel in de nieuw te brengen offers te dragen krijgen, hetwelk hun in de heffing bij de bron niet kon worden opgelegd. Aan den minister is inzonderheid die laatste correctie steeds uitermate onbevre digend voorgekomen. Hij heeft daarom gemeend, dat deze functie van de winstbelasting behoorde te worden prijsgegeven en dat een doeltref fend rekening houden met de individueele draagkracht aan de inkomstenbelasting be hoorde te worden overgelaten. J. T. de G. te L. Diploma's eener avond school en handelscorrespondentie zijn in het algemeen niet voldoende om in aanmerking te komen voor de onderofficiers-opleiding. Onze correspondent te Madrid schrijft ons d.d. 6 dezer: Wat St. Nicolaas beteekent voor de Ne- derlandsche jeugd is het feest van „Reyes" het Driekoningenfeest voor de Spaan- sche kleuters De Koningen komen Immers dien dag, niet alleen bij het Kribje hun groote gaven aanbieden, zij brengen ook manden vol cadeaux. zakken vol speelgoed om te verdeelen onder alle klnderkens in Spanje. In hun prachtige gewaden op sier lijk opgetuigde paarden, vergezeld van een schare zwarte pages en voorafgegaan door een groep vroolijk dansende herders trok ken de drie Koningen onder veel bekijks door de stad en bezochten weeshulzen en kinderkolonies waar zij alom vreugde ver spreidden. Men kan zich Indenken welk een feest het heden was, nadat deze wel kome Hooge Bezoekers drie Jaren lang weggebleven waren! Driemaal achtereen was er op den 6en Januari geen speelgoed, geen lekkers, geen vroolijke verrassing mo gelijk geweest; althans voor de Madrileen- sche kleinen zijn de jaren '37, '38 en '39 zonder vroolijke herinneringen, vooral de laatste winter bracht alleen steeds meer koude, steeds meer honger en uitputting. Er is honger geleden in Madrid. Er is honger geleden in Madrid, zooals er waarschijnlijk zelden of nooit in de ge schiedenis van Europa staat opgeteekend en wanneer men nu, na 9 maanden van geregelden voedselaanvoer nog niet naar de vele uitgemergelde gezichten, de grie zelig dunne beentjes van de op straat rondspringende kinderen, de uitputting die bij velen zeer duidelijke sporen heeft na gelaten, dan kan men zich een beeld vor men van de wanhoop, de ontzettende el lende die deze burgerij heeft moeten door staan. En, heeft niet leder onder familie of kennissen enkelen te noemen die ten onder zijn gegaan aan de ontberingen? Vanzelfsprekend, want al degenen die een kwaal van welken aard ook hadden, konden op den duur geen weerstand bie den, want niet alleen voedsel, ook medi cijn ontbrak, er was niets, absoluut niets. Soms enkele grammen brood per dag en een handjevol linzen, die in water gekookt werden, zonder zout, want ook dat ont brak en om het water aan de kook te brengen werd steeds meer binnenhoutwerk uit de huizen geplunderd, werden tot meu belen toe verbrand en ontelbare boeken een prooi der vlammen. Iemand die Jaren had besteed aan het verzamelen van dee- len eener speciale editie, vertelde mij, hoe hij in twee ochtenden zijn complete serie had opgeofferd om, als eenlg voedsel voor die dagen, een beetje mout-koffie te kun nen verwarmen. Bij alle angst en verschrikking van bom bardementen en beschieten uit zoemende vliegtuigen in den nacht, die vernieling en dood voorspelden en den menschen de haren te berge deden rijzen, is niets zoo vreeselijk geweest, wordt mij van alle kanten verzekerd, als de honger die ge leden werd, de uitputting die langzaam, nadert, de ribbenkast die zich steeds dui delijker begint af te teekenen, het gevoel van algemeene slapte dat zich heel lang zaam van iemand begint meester te ma ken, het bed dat te hard begint te worden Door J. P. BALJÊ. Willem Pieters was iemand, die nooit van opgeven wist. Reeds in zijn prille jeugd had hij deze eigenschap gedemonstreerd door urenlang met monotone hardnekkigheid en zonder onderbrekingen door te schreeuwen, zeer tot wanhoop van zijn ouders, familie leden en buren. En bij iedere voorkomende latere gelegenheid bleek, dat deze karakter eigenschap zich meer en meer ontwikkelde, zoo zelfs, dat al zijn andere hoedanigheden daarbij als het ware in het niet verzonken. Het is dan ook volkomen logisch, dat Wil- lem's carrière in het teeken der hardnek kigheid stond. Was hij eerst colporteur van „Ha, brulde-de-graaf" romans, welke functie hij tegelijk met die van levensver zekeringsagent waarnam, toen de onvolpre zen stofzuiger en zeilwrijver hun intrede deden, voelde Willem bij intuïtie, dat deze branche als voor hem geknipt was. Dies liet hij zich aanwerven als agent van een be faamde stofzulgermaatsohappij In den aanvang ging het als gesmeerd. De crisis had zijn luguber gezicht nog niet om het hoekje gestoken, en Willem verzamelde orders met een hartstocht, waarmede an dere lieden postzegels, insecten, antiquitei ten of vreemde munten spaarden. Geen dag ging er voorbij, of Willem plaatste één of meer dier nuttige instrumenten. Maar daar de stofzuiger-maatschap- pijen als paddestoelen uit den grond verre zen, de menschen nu eenmaal niet dage lijks, en zelfs niet wekelijks, maandelijks of Jaarlijks nieuwe stofzuigers plegen aan te schaffen, en tenslotte het grauwe crisis- spook grijnzend opdook, kwam de klad in het vak, en gingen er dikwijls dagen of we ken voorbij, dat Willem, ondanks boven- menschelijke pogingen, geen enkele order vermocht te boeken. Tóch en dit bewijst opnieuw zijn vasthoudende hardnekkigheid blééf Willem nóg de meest succesvolle stofzuiger-age Wie gedacht heeft, dat Willem door den tegenslag bij de pakken ging neerzitten, heeft zich terdege vergist. Want niets was minder waar dan dat. Hoewel hij en zijn confraters op den duur geschuwd werden, meer nog bijna dan belasting-inspecteurs, toch behield hij zijn goeden moed. en lede ren morgen trok hij weer vol optimisme de stad in, om nieuwe wijken af te werken Zoo gebeurde het, dat hij, na een tiende mislukking de rechte trap naar een derde étage besteeg met den vasten wil, hier nu eindelijk weer eens één zijner producten te slijten. Hij trof het niet, dat hij bij één der hon derdduizenden werkloozen terechtkwam. Niettegenstaande dat, wendde hij al zijn welsprekendheid aan, om de voortreffelijk heid van den stofzuiger te schilderen Hij w a s nu eenmaal drie trappen opgeklom men en beschouwde het als een goede oefe ning ln de welbespraaktheid. Ondanks on derdrukte verwenschlngen van zijn slacht offer. hield hij een rede van acht minuten, om daarna over te gaan tot opsomming der voordeelen van het uiterst gemakkelijke be talingssysteem, waaraan hij weer vier mi nuten wijdde, en volgens welk systeem zelfs een werklooze bouwvakarbeider op belache lijk gemakkelijke wijze zich het onwaar deerbare bezit van een stofzuiger kon ver zekeren. Daar zelfs de meest dringende uitnoodl- gingen om „op te hoepelen" niet het gering ste effect teweeg brachten, verloor Willem's slachtoffer tc langen leste zijn geduld, en een geraffineerd-geplaatste rechtsche hoek, waarvoor zelfs Jack Johnson in z'n beste dagen zich niet geschaamd zou hebben, deed Willem tenslotte ruggelings van de stelle trap storten, zoodat hij buiten bewustzijn de eerste etage bereikte. Toen hij weer half en half bijkwam, meende hij de juffrouw van één-hoog met angstige spanning over hem heengebogen te zien staan. Hij meende een zucht van ver lichting haar geprangden boezem te hooren ontsnappen. „Gelukkig," zuchtte zij, „u komt als ge roepen! U verkoopt immers stofzuigers? Ik zat als het ware op u te wachten. Zeker, ik wil er dolgraag één koopen. Maar laat ik u eerst een heerlijk kopje koffie geven." Even later zat de stom-verwonderde Wil lem Pieters met een geurig kopje mocca voor zich en staarde hij ln het vrlendelijk- lachende gezicht van de juffrouw van één- hoog. „Ziet U," vervolgde deze laatste, „ik heb nog wel een stofzuiger, maar die begint me te vervelen. Die is uit de mode, ik wou weer eens wat anders. Wat zegt U, demonstree- ren? Volstrekt niet noodlg, dat zou U te veel vermoeien. En weet U wat, levert U er mij maar direct twee, dat is één tegen ver lies. En volgende week is m'n zuster Jarig, brengt U er haar ook maar één, voor m ij n rekening. Ik zou U aanraden ook eens bij mijn schoonmoeder aan te loopen, lk zal U straks het adres geven, 'k Weet zeker, dat zij er ook één neemt, want die moet toch altijd alles hebben, wat 1 k heb. Nog een kopje koffie? En neemt U er een koekje bij, ze staan ervoor. U is zoo matig!" Willem kon zijn ooren niet gelooven, het kwam hem voor, dat hij in den hemel ge vallen was. Drie stofzuigers verkocht, en hij had er niets, maar dan ook niets voor hoe ven te doen! 't Was ongeloofelijk!I En Juist wilde hij de goedige Juffrouw op uitbundige wijze bedanken, toenhij tot de werkelijkheid terugkeerde... Het schoone visioen was als bi] tooverslag verdwenen, inplaats van het lachende gezicht der koop lustige juffrouw, zag hij het ernstige gelaat van een ziekenzuster, en snoof hij de lucht van verbandgaas en jodoform in. Tegelij kertijd voelde hij, dat zijn lichaam hem overal pijn deed. Toen hij zijn oogen verder opende, zag hij op een paar pas afstand van zijn bed twee doctoren staan, die met ern stig gelaat consulteerden, en schouderop halend het hoofd schudden. Toen wist hij, dat het met hem was afge- loopen Hij kreunde zacht, en direct trad één der geneesheeren op hem toe. De dok ter zag, dat de patiënt nog Iets wilde zeg gen, en diep boog hij zich over hem heen, om de laatste woorden een groet aan zijn vrouw of kind, misschien, of mogelijk een laatsten wensch op te vangen. En met inspanning van al zijn krachten bracht Willem met moeite uit: „Dokter... als... als... U soms... een stof zuiger noodig... hebt. ik lever ze prima-prima., zeer hygiënisch... voor zie kenhuizen Toen blies Willem Pieters den laatsten adem uit!! (Auteursrecht voorbehouden). (Nadruk verboden). om nog op te kunnen liggen en de slaa die ontbreekt, omdat men geen rustpig meer vinden kan. Hoe heel anders zijn na alle doorstag ellende, dit Jaar de feestdagen lngelulj hoe anders dan voorafgaande jaren ij dezen winter het Kerst- en Oudejaar: avondfeest door groot en klein, door ar en rijk, voor zoover de beurs het toelln gevierd! Het was één groot festijn. Ho, wel het leven wel driemaal zoo duur gj worden is als vóór den oorlog, heeft m, toch overal een royalen feestmaaltijd aaj gericht, waar de traditloneele „turroner marsepain, dadels en amandelen en ande zoete heerlijkheden in ruime mate ve tegenvoordlgd waren. De „Auxillio Socli en andere liefdadige instellingen hebt» voor de minst bedeelden gemeenschapp lijke maaltijden georganiseerd en vele g ven uitgedeeld ln de arme gezinnen. En zulke zijn er nog al te veel in Spanj werkelijk straatarme menschen, gedeell lijk tengevolge van een jarenlange slech sociale organisatie en voor een groot de nu tengevolge van de misères van df burgeroorlog. Woningen zijn vernield, b weinige bezit ln de volkswijken is dikwij, verloren gegaan, de inkomsten zijn blja tot nihil gereduceerd en het leven we driemaal zoo duur Hierbij komt, dat Tr wel alle levensmiddelen voor zoover au wezig! nog steeds op distributiekaart, verstrekt worden, dat er vele werkloon zijn en de magen niet voldoende gevt! worden De zuiveringsactie gaat m steeds voort. De „epuración" offlcleele zuivering actie gaat na, waarom en hoe degene die in het roode gebied waren, bij de ri publlkelnsche legerafdeellngen hebbt dienst genomen. Was het gedwongen i vrijwillig? Welken post hebben zij er b kleed, hebben zij moorden op hun gewetfi Tengevolge van deze onderzoekingen wo den ook nu nog velen gevangen genoms (of in lichte gevallen arbeldsmogelijkhe geweigerd), er wordt veroordeeld en gi dood en dit geldt voor mannen zoowel voor vrouwen. De voorlooplge inhechteni neming kan maanden lang duren, de gi rechtshoven zijn overbelast met werk het vonnis of zelfs het verhoor laat dikwij heel lang op zich wachten, hetgeen ondi de gevangenen en de familieleden, wfc kostwinners zij dikwijls zijn, meer en me haat kweekt tegen het huidige regiem i bovenal tegen degenen, die hen aangi klaagd hebben. Want het komt hier inderdaad al vaak voor. dat „bekenden" een zeb iemand, door hem te beschuldigen Yr al of niet bedreven kwaad tijdens den oi log, gaan aanklagen en hierdoor de kil hebben een gevaarlijk concurrent inzak! of voor een baantje te elimlneeren d« dezen gehaten persoon achter tralies l laten zetten. Soms jarenlange ellende moet m iemand doorstaan, wanneer hij niet m invloedrijke vrienden beschikt die hem b hulpzaam zijn bij het bewijzen van t, onschuld. Doch zoo zijn er ook nog 4 werkelijk een aantal moorden op het F weten hebben en vrij rondloopen, oo vrouwen, die als ware furies er op losg- trokken zijn. Natuurlijk geldt voor do moordenaars de zwaarste straf. B wraakgevoel, zoo sterk bij de Arabist! broeders zit den Spanjaarden nog in b bloed. Alle sporen van 7 eeuwen Moorse.' overheerschlng zijn op het IberiJt! schiereiland niet ultgewlscht Thans worden nog vijftig p# sonen per dag gefusilleerd. In een Madrileensche gevangenis zijn e het oogenblik ongeveer 4000 vroun ondergebracht, en dikwijls zijn de zuip llngen bij de moeders, maar het sterlï aantal van deze stumpertjes die tengevck van koude en ondervoeding omkomen,! zeer groot. Kort geleden werden zes kb derlijkjes op één middag uitgedrag» Meestal komen familieleden, zoowel mannelijke als van vrouwelijke gevanr- nen enkele malen per week extra-voeds brengen, ook brengt men hun dekens i een matras, indien het huisgezin het n-' sen kan. om hen eenigszins te bescherm! tegen den killen vloer, die anders als slas! plaats diens' moet doen. Het heet, ongeveer 50 personen per dag in SpsW worden gefusilleerd en er over de honden duizend menschen gevangen zitten. langer hoe meer worden groepen ge"" genen aan het werk gezet voor het aas leggen van wegen en herstellingswerken! het aanbrengen van nieuwe verdediging; stellingen. Want hoewel de vrede In land is weergekeerd, streeft de milltaü geest die eenmaal vasten voet gekregi heeft, verder naar de zekerheid van sterk Spanje, dat paraat moet zijn evd tueel voor aanval of verdediging naar M ten in verband met de onzekere ontwikb ling van den Europeeschen oorlog. schijnt men het noodig geacht te liebw om enkele nieuwe vestingwerken in bergen bij San Sebastian en langs de nou grens te bouwen om groepen soldaten 4 onder „Rood" bewind gediend hebben, nieuw hun militairen plicht te laten vullen en om verscheidene andere bats- lons op te roepen of voorloopig onder die® te laten. Welke manoeuvres men bezig is te bereiden, of dat men slechts met von zorgsmaatregelen ter eigen bescherm» te doen heeft, is niet te berekenen, dit het geheel ten nauwste samenhangt de internationale onzekerheid. (Nadruk verboden). 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 10