Een Markerbruiloft op het ijs
•flBOrte JaargangLEtDSCH
Seen bericht van
Hamilton
DAGBLAD ïwccde L'óu
*V" FEUILLETON
CO——T
door
HANS HIRTHAMMER.
<S)
it
- De weg liep nu rechtuit naar den ingang
!an het park. Toen de auto ongeveer de
elft van dezen weg had afgelegd, zagen
;ilj zich onverwachte voor een hindernis
t.eplaatst. Het was een tweewielige, door
uffels getrokken wagen, waarin een
iertal, met tulbanden getooide Hindoes
'ijeen hokte, terwijl een vijfde naast de
eide trekdieren liep. Het was een van die
rimitieve vervoermiddelen, welke sinds
nheuglijke tijden de landwegen in Brltsch
adië onveilig maken.
r, De Hindoe maakte geen aanstalten voor
,2 nader komende auto uit te wijken, zoo-
at den chauffeur tenslotte niets anders
'verbleef dan zijn „mastodon" tot stilstand
brengen.
Maar daarop gebeurde er voor Hans Been
'ts verrassends.
De zonderlinge bestuurder in zijn leeren
roek deed voor het eerst zijn mond open.
As je me nou aokelig schtuk vergif, laleke
ooie visschiesfreter!" klonk het plotseling
oedend. En nog voor Been van zijn verba
zing over deze, hem zoo vertrouwde klan
ken uit zijn geboortestad aan het IJ had
kunnen herstellen, was de man al uit de
auto gesprongen en op den buffelwagen
toegesneld.
Zonder zich de moeite te getroosten een
vermoedelijk toch vruchtelooze discussie
over de regels van den weg te beginnen,
gaf hij den man, die naast den wagen liep
een zuiver geplaatste, Jordaansche upper
cut, dat het slachtoffer als een blok ach
terover viel. terwijl zijn tulband in een wij
den boog door de lucht suisde.
Nadat hij den man als een zak zout had
opgetild en hem tusschen zijn met stom
heid geslagen kameraden op de kar had
geworpen, greep hij de buffels bij hun
halster en leidde het gespan voorzichtig
voorbij de auto. Toen tenslotte ook dat kar
wei achter den rug was, klom hij kalm
weer achter het stuur en gaf gas.
De Hindoes schenen langzamerhand te
gaan beseffen, dat. er nu toch ook van hen
een daad werd geëischt. Razend en tierend
klon.men zij van den wagen, maar nóg
hadden zij den beganen grond niet bereikt
tqen het voorwereldlijke vehikel, dat de
Jordaner zijn eigendom mocht noemen,
zijn helsche explosies begon te braken, het
geen den buffels dusdanig de stulpen op
het lijf joeg, dat zij het op een loopen zet
ten, de kar met de vier scheldende Hindoes
als een speelgoedwagentje achter zich aan
sleurend. In een minimum van tijd was het
geheele gespan uit het gezicht verdwenen.
Hans Been boog zich lachend naar vo
ren. „Hallo, Jen!" riep hij door het lawaai
van den motor heen. „Man, dat ik hier
midden in de rimboe van Britsch Indiè
een Mokumer moet ontmoeten! Ik ben zelf
geboren en getogen Amsterdammer I"
„Aongenaom!" schreeuwde de Hollander
terug, zonder zich ook maar in het minst
verrast te toonen over deze toevallige ont
moeting. Daarop wijdde hij zich weer ge
heel aan zijn onmogelijk vervoermiddel.
Nauwelijks echter had hij eenige meters
gereden, of hij liet de auto opnieuw stop
pen,' sprong er uit, liep terug en haalde den
aan den kant van den weg liggenden tul
band, welken zijn eigenaar had moeten
achterlaten.
Toen hij op zijn plaats achter het stuur
was teruggekeerd stopte de zonderlinge Jor
daner zijn jagershoedje onder zijn Schil-
lerhemd en trok den tulband diep over
zijn ooren, zonder daarbij een spier te ver
trekken.
Been lachte om het allerdwaaste schouw
spel, dat hem de tranen over de wangen
liepen, doch deze vroolijkheid scheen al
lerminst de goedkeuring van zijn landge
noot te kunnen wegdragen, want hij keer
de zich met een woedend gezicht om en
zei verwijtend: „Wat een ghaan, wat een
ghaan! Lach as je begraoven wor!"
Intusschen had het lawaai van de auto,
dat op verren afstand hoorbaar was, de
paleiswacht reeds gealarmeerd en toen de
wagen voor den oprit stilhield en met een
laatsten, hevigen knal, die als een saluut
schot klonk, het dal deed daveren, stond
ook reeds een afdeeling van de vorstelijke
lijfwacht gereed om de gasten te ont
vangen.
De ceremoniemeester van den Maharadja,
een man van den stam der Sikhs, wiens
nooit geknipte snor om een dunnen zijden
draad was gewikkeld en daarmee was vast
gebonden, stond onder de poort.
De chauffeur stapte uit, kruiste vol waar
digheid zijn armen over de borst en boog
zijn, met den tulband getooid hoofd, ter
wijl zijn lippen onverstaanbare woorden
prevelden.
Daarna opende hij het portier en hielp zijn
passagiers bij het uitstappen.
Hans Been beantwoordde de statige bul
gingen van den ceremoniemeester zoo goed
mogelijk en wierp intusschen wanhopige
blikken op zijn dwazen oud-stadgenoot,
wiens gespannen leeren broek van achteren
als een spiegel glom, terwijl zijn elegante
vilten pantoffels in een zonderling rhythme
heen en weer bewogen.
Toen evenwel zijn beide passagiers aan
stalten maakten den ceremoniemeester te
volgen, trad hij dicht op zijn landgenoot
toe en zijn levendige blauwe oogen hadden
een ernstige uitdrukking, toen hij dr. Been
waarschuwend toevoegde:
„Neemt u in acht voor dien Maharadja;
dat is een zeldzaam geraffineerde-schurk"!
12
Toen Francis Floyd ontwaakte, heersch-
te rondom hem een diepe, ondoordringbare
duisternis. Hij richtte zich met moeitewop,
want hij voelde zich in al zijn bewegingen
belemmerd door een loomheid, welke zijn
ledematen zoo zwaar als lood deed schij
nen.
Nochtans kwam hij al vrij spoedig ge
heel tot bewustzijn. Hij herinnerde zich
geleidelijk alle bijzonderheden van den laf-
hartigen overval, waarvan hij het slacht
offer was geworden en hij verwenschte
zichzelf, dat zij zich beiden zoo gemakke
lijk hadden laten overrompelen.
En James? Wat was er met hem ge
beurd?
„James!"
Hij riep het op gedempten toon en daar
na, toen alles stil bleef, wat luider.
Zijn roep werd slechts beantwoord door
een merkwaardig galmende echo, net alsof
hij zich in een hooge gewelfde ruimte be
vond.
Den professor zou het wel zoo aange
naam zijn geweest zich in een klein ver
trek opgesloten te weten, want de weten
schap zich als eenig levend wezen in een
groote ruimte te bevinden, had iets spook
achtigs.
Hij wist dit gevoel van afgrijzen vrij
spoedig van zich af te schudden en daarop
begon hij zijn kerker aan een nauwkeurig
onderzoek te onderwerpen.
Langzaam, voetje voor voetje, schreed
hij voorwaarts, met tastende handen en
eiken stap zorgvuldig overleggend.
De grond was vlak en zeer hard. Floyd
kreeg den indruk, dat hij op vastgestampt
en gedroogd leem liep. Maar als hij ge
hoopt had weldra op een muur te zullen
stuiten, dan werd hij danig teleur gesteld.
Telkens weer stak hij zijn armen tastend
voor zich uit, maar ook iederen keer weer
greep hij in een leege ruimte.
Het was huiveringwekkend! Als die on
doordringbare duisternis er niet geweest
was, zou hij gemeend hebben zich in de
open lucht te bevinden.
Plotseling was het. of voor een oogenblik
een flauw lichtschijnsel tot hem door
drong. Het kwam echter niet van boven of
van opzij, maar van onderen. Ja, het leek
werkelijk, of de bodem zich eensklaps zelf
verlicht had, zij het dan slechts zeer zwak
maar misschien was het ook maar ge
zichtsbedrog geweest, een gevolg van de
innerlijke spanning, waarin hij verkeerde.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
OP DE NIEUWE MEER TE AMSTELVEEN
verschenen auto's op het ijs, tot groot vermaak van de aanwezige schaatslief
hebbers, die er direct een file achter vormden.
EEN AANTAL VROUWEN in Engeland heeft
haar opleiding voltooid als vrijwillige hulp-pilote
van de R A F. Twee vrouwelijke piloten
ONDER BELANGSTELLING VAN EEN GROOT AANTAL SCHAATSENRIJDERS werd
in de haven van Marken een Marker-bruiloft op 't ijs gehouden. Een der gebruiken:
een bak met boere njongens gaat rond en iedereen neemt een hap.
b EEN FINSCHE SOLDAAT
houdt de wacht bij een groep gevangen genomen Russen in een
krijgsgevangenen-kamp in Noord-Finland.
-
IN HET INUNDATIE-GEBIED.
Ofschoon de aanhoudende vorst de watervlakten in ons land heeft bevroren, doet dit aan de effectieve kracht van onze water
linie niets af. Met toestemming van de militaire autoriteiten, maakte onze fotograaf een tocht door het in een ijsvlakte herschapen
inundatiegebied, waar men van den nood een deugd maakt. Links: met behulp van zagen en bijlen wordt het ijs
in hoekige schotsen verdeeld. Rechts: Van de ijsblokken wordt een barrière opgericht.
MET LANGE HAKEN WORDEN DE SCHOTSEN, WELKE MOETEN
j£j. NEN VOOR HET OPRICHTEN VAN EEN BARRIÈRE, OP
DIE-
HET IJS GETROKKEN.
I