Onverwachte kabinetswijziging in Engeland ZATERDAG 6 JANUARI 1940 No. 24473 De strijd in het Westen De strijd ter zee HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt 80ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Hore Belisha afgetreden als minister van oorlog Van het Finsche strijdtooneel Een Duitscher over Duitschland. Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD verwacht Nieuw Belgisch kabinet Pierlot gevormd LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 3D ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons BLad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarlel. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordemdsplein Telefoonnummer* voor Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd ftfat: per 3 maanden C. 2.13 per week virfr:.* fcOJf Franco per post f. 2:35 per 3 maanden portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mndJ Officieel werd gisteravond in Dow- ningistreet bekend gemaakt, dat Hore Belisha, de Britsche minister van oor log en lord MacMiÜan, minister van voorlichting den koning om ontslag hebben verzocht. Dit ontslag werd verleend. De koning heeft zijn goedkeuring gehecht aan de benoeming van Oliver Stanley tot mi nister van oorlog. Tot president van de Board of Trade is sir Andrew Duncan benoemd en tot minister van voorlichting sir John Reith. De nieuwe minister van oorlog, Oliver Stanley, moet thans het bed houden daar hij griep heeft. Hore Belisha. die sinds 1937 minister van oorlog is geweest, was te voren minister van verkeer. Stanley was sedert 1937 minister van handel. Zijn vader, lord Derby, heeft in de oorlogsjaren de portefeuille van oorlog be heerd. Duncan is de bekende industrieel en di recteur van de bank van Engeland. On langs is hij voorzitter geworden van de commissie tot controle op de munitieleve ringen. Reith is bekend als gewezen directeur- generaal van de B.B.C. Laatstelijk was hij voorzitter van de nationale groep vr>or burgerluchtvaart. Noch Duncan, noch Reith is lid van het Sarlement, doch men verwacht dat spoedig i het Lagerhuis voor hen beiden zetels gevonden zullen kunnen worden. Het verluidt, dat aan Belisha de porte feuille van handel was aangeboden, doch dat hij deze niet heeft kunnen aanvaarden. Deze wjjzlgingen voltooien de voorge nomen herbezetting van voorname posten in de regeering. Uitgesloten is evenwel niet, dat later nog enkele kleine wijzigingen zul len worden aangebracht. Stanley zal de plaats van Hore Belisha in het oorlogskabinet innemen. De andere functionnarissen behooren niet tot het oor logskabinet. In een schrijven aan den minister-presi dent zegt Hore Belisha. dat hij ook verder al wat in zijn vermogen ligt zal bijdragen tot een zeer krachtige oorlogsvoering, tot dat deze succesrijk ten einde zal zijn ge bracht. Het verheugt hem, dat er geen ver schil van opvatting over de politiek bestaat tusschen hem en Chamberlain In een schrijven aan Hore Belisha be treurt de minister-president het, dat Hore Belisha geen post kon aanvaarden bij de reconstructie der regeering. De premier brengt hulde voor de belangrijke hervor mingen. door Hore Belisha op het minis terie van oorlog aangebracht en voegt hieraan toe: „Het is voor mij een groote voldoening, dat er nimmer moeilijkheden zijn geweest tusschen ons over de politiek en over de noodzakelijkheid, den oorlog met de uiter ste vastberadenheid voort te zetten tot een succesrijk einde". In een schrijven aan Chamberlain zet MacMillan uiteen, dat hij werd uitgenoo- digd, af te treden wegens de „moeilijkheid, veroorzaakt door het feit, dat ik een zetel ln het Lagerhuis heb". Tevens is hij afge treden, ten einde aldus wijzigingen ln het kabinet te vergemakkelijken. Baren de overige wijzigingen weinig of geen verrassing, het aftreden van Hore Belisha is als een donderslag bij helderen Hore Belisha hemel en men begrijpt de situatie nog niet geheel. De Londensche correspondent van het „Vad." meldt nog: Hore Belisha is in de laatste jaren met geregelde tusschenpoozen het slachtoffer van vijandige camarillas geweest. Men her innert zich wellicht het befaamde geval Duncan Sandys, waarbij zijn positie een oogenblik ernstig in gevaar scheen te ko men. Hem werd toen o.m. verweten, dat hij in het Lagerhuis en ln zijn openbare rede voeringen een veel te rooskleurig beeld van de Engelsche defensie had gegeven. Oliver Stanley Ondanks de bij dit geval gebleken vij andschap van een zoo gevaarlijk mar: als Churchill, zijn schoonvader, wist hij zijn positie echter te handhaven. Niet lang daarna werd hij opnieuw aangevallen dit maal door een groep van drie onder 'ei- ding van Hudson. Ook toen werd hij er van beschuldigd zich niet voldoende van zijn verantwoordelijke taak te kwijten en de Engelsche defensie verwaarloosd te hebben De twist liep zeer hoog. Hudson, zoo luidden de naar allen schijn betrouw bare berichten, dreigde de premier met zijn ontslag als in de wantoestanden in het ministerie van oorlog, waarvoor hij Hore Belisha verantwoordelijk stelde, geen verbetering kwam. Wederom echter liep het geval met een sisser af en kon Hore Belisha blijven ge handhaafd. In merkwaardig contrast met de periodieke agitaties tegen den minister van oorlog in het parlement, stond de gunstige houding, die pers en publiek al tijd tegenover hebben aangenomen. Mis schien mede dank zij zijn flair voor publi citeit. genoot hij bij den engen kring van Westminster over het algemeen een zeer gunstige reputatie. Hij werd geacht ener giek te zijn en de bezitter van een fris- schen geest, die niet schroomde met oude tradities te breken en veel heilige huisjes omver te werven wanneer hem dat in het landsbelang wenschelijk scheen. Zoo waagde hij het. kort na zijn aan stelling als minister van oorlog, een aantal hooggeplaatste legerautorlteiten door jon geren te vervangen. Het was een handel wijze. die hem veel pubiieken bijval deed oogsten, maar natuurlijk tegelijkertijd in zekere kringen van het leger kwaad bloed moest zetten. Maar dat de wrijving die op deze wijze is ontstaan, een rol heeft ge speeld in zijn val, evenals dergelijke ver onderstellingen over de gronden van zijn ontslag, blijven echter vooralsnog pure gissingen. Slechts één ding mag met nadruk wor den gezegd en dat is dat men het aftreden van dezen Joodschen minister niet aan anti-semietische stroomingen moet toe schrijven. Dat zou sommigen de meest voor de hand liggende verklaring kunnen toeschijnen; zij Ls. zooals met voor de hand liggende en simplistische verklaringen het geval is. tegelijkertijd een van de onwaar schijnlijkste. Bijna nog verrassender dan Hore Belisha's ontslag is de benoeming van zijn opvolger. Chamberlain zal daarover ongetwijfeld harde woorden te hooren krijgen. Stanley heeft zich immers ln de verschillende mi- nisterieele posten, die hij als lid van de nationale regeering heeft bekleed, weinig roem verworven. Noch als minister van verkeer, noch als minister van arbeid of als minister van handel heeft hij uitgeblon ken, integendeel hij wordt in de populaire pers vaak als een axtikel uit Chamberlain's z.g. antiekwinkeltje beschreven, dat hoog- noodig eens opgeruimd moest worden. Of deze ongunstige reputatie verdiend is of niet, zou ik niet durven zeggen, wel ech ter dat Stanley's benoeming tot den vitaal belangrijken post van minister van oorlog een storm van critiek zal ontketenen. Chamberlain's vijanden zijn nog steeds talrijk en zullen ongetwijfeld van deze ge legenheid een dankbaar gebruik maken om den premier, die zich reeds door de be noemingen van Inskip en Gilmour zeer veel verwijten op den hals haalde, het vuur wederom nauw aan de schenen te leggen. Aan United Press wordt gemeld: „Socialdemokraten" (Stockholm) bericht uit Helsinki, dat de Russen hun voorberei dingen voor een nieuw offensief op de Karelische landengte vrijwel hebben vol tooid Voor de Finsche campagne heeft Mos kou thans twee millioen man gemobiliseerd. Daarvan zijn op het oogenblik 800.000 man ln actieven dienst op de verschillende fron ten. De rest ontvangt in kampementen op leiding. De Finsche legatie te Londen bevestigt, dat de Finsche troepen 15 tot 25 K.M. op Russische gebied zijn doorgedrongen in de richting van Rapola. De woorvoerder van het gezantschap voegde hier nog aan toe, dat de Finnen reeds verscheiden dagen op Russisch gebied vechten. Opnieuw wordt gemeld, dat de Finsche troepen Salla, een der belangrijkste defen- siepunten van midden-Finland, hebben bezet. De Finsche patrouilles blijven den vijand in den rug bestoken in het hooge Noorden. In het gebied van Petsamo vallen de Finsche patrouilles voortdurend de Russi sche troepen aan. In het hooge Noorden leveren de Finsche vrouwen opmerkelijke staaltjes van moed, tot in de vuurlinie werken zij in de ambu lances. Op de landengte van Karelië schijnt men ieder oogenblik de nieuwe aanvallen van de Russen te kunnen verwachten. Men heeft nog geen bevestiging van de benoeming van generaal Stern tot bevelhebber van de sov jet-Russische troepen aan dit front. Deze Stern moet in werkelijkheid George Matsson heeten. Hij is afkomstig uit Ma- rienhann, de hoofdstad van de Aaland- eilanden. Zijn vader, die zeer rijk ls, woonde met zijn gezin, toen de oorlog uitbrak, nog te Helsinki. Uit hetgeen sovjet-Russische krijgsgevan genen hebben medegedeeld, blijkt, dat de Russen veel te lijden hebben door het gebrek aan verbandmiddelen en medicijnen. Dik wijls worden alleen de gewonde officieren geholpen en laat men de soldaten aan hun lot over. Bij Suomussalmi zijn de sovjet-Russen zoo overhaast teruggetrokken, dat zij in een school al hun gewonden en materiaal achter hebben gelaten. De correspondent van het Finsche blad „Ussi Suomi" bericht, dat bui ten de school een aantal ontkleede lijken lag opgestapeld. De smerigheid van het nood hospitaal was onbeschrijfelijk, de gewonden lagen temidden van het vuil. De communiqués bevatten na bovenstaan de nog slechts weinig meldenswaardigs. De Finnen berichten nog over eenige afgeslagen aanvallen, waarbij een 400 Russen werden gedood. Op Voikka nabij Kovola, halfweg Helsinki en Viborg zijn door negen vliegtuigen een entwintig bommen geworpen, waardoor tien huizen in brand geraakten waardoor twee personen gedood werden, waaronder een meisje van achttien jaar en vijftien Vrou wen en een ouden man gewond werden. Van bevoegde Estlandsche zijde wordt categorisch het bericht tegengesproken, dat Finsche bommenwerpers het eiland Oesel zouden hebben aangevallen en daarbij branden en andere schade zouden hebben veroorzaakt. Men verklaart, dat geenerlei Finsche bom aanvallen op het eiland Oesel ondernomen zijn en dat het desbetreffende bericht geheel uit de lucht is gegrepen. NIEUW R.A.F.-COMMANDO. De speciale correspondent van Reuter bij de Engelsche luchtmacht aan het front meldt, dat de groei van de R.A.F. thans een zoodanig stadium bereikt heeft, dat de in stelling van een nieuw R.A.F.-commando spoedig verwacht kan worden. De Britsche luchtmacht aan het front bestaat uit twee afdeelingen: het deel. dat met het leger samenwerkt en een deel, be staande uit vooruitgeschoven eenheden voor direct, onafhankelijk optreden tegen den vijand, dat uit Engeland wordt gecontro leerd. Het eerste deel zal ongetwijfeld onder generaal Gort blijven optreden, maar het is waarschijnlijk, dat er een wijziging zal ko men ten aanzien van de vooruitgeschoven eenheden. De nieuwe opperbevelhebber van het Brit sche luchtleger in Frankrijk, die in dat ge val zou worden aangesteld, zou van zijn hoofdkwartier uit de vooruitgeschoven luchtmacht geheel controleeren en het oog houden op de behoeften van het deel der luchtmacht, dat nauw samenwerkt met Gort. Er gaan geruchten, dat het aftreden van Hore Belisha ook hiermede in verband moet worden gebracht, daar de nu afgetreden minister de luchtmacht ln één hand zou hebben willen houden (los dan van de marine-luchtmacht, die bij de vloot thuis hoort) ZWEEDSCH KUSTVAARTUIG VERNIETIGD. Het Zweedsche kustvaartuig „Fenris", groot 484 ton, in aangevallen door een on bekende duikboot in de Kvarken, het nauw ste gedeelte van de Botnische golf Het vaartuig vloog door geschutvuur ln brand. De bemanning ls gered. De Zweedsche legatie te Moskou heeft opdracht gekregen, een onmiddellijk onder zoek te vragen aan de sovjet-regeering. omdat tevoren de aanwezigheid van Rus sische duikbooten in de Botnische Golf is gerapporteerd. FRANZ VON RINTELEN. Kapitein Franz von Rintelen, uit den wereldoorlog bekend als een van de gevaar lijkste en meest capabele Duitsche agenten, heeft als zijn meening uitgesproken tegen over een correspondent van de United Press dat het standpunt der Vereenigde Staten op vlootgebied den oorlog zeer zal verlengen. Hij is in Engeland niet geïnter neerd en gaat vertrouwelijk om met auto riteiten uit leger-, vloot- en regeerings- kringen, welke van meening zijn dat hij het Duitsche volk een grooten dienst bewijst door te trachten het te verlossen van het nazi-regime. Von Rintelen verklaarde' dat de jeugdige overmoed van de Duitsche onderzeeboot commandanten, die geen verschil kennen tusschen een oorlogsschip en een kanaal boot. het geduld van de Vereenigde Staten op de spits zal drijven en de Amerikaan- sche vloot, die zich steeds verder ontwik kelt. tot een oorlog zal brengen, die zich steeds verder zal uitbreiden. Voornamelijk aldus von Rintelen in de Scandinavische landen en de Balkan. De roekelooze daden der Duitsche onderzeebooten, wier beman ning beheerscht wordt door het fanatieke verlangen naar onderscheidingen en om ontvangen te worden door den Fuehrer, zul len de. vloot der Vereenigde Staten tot in terventie nopen. Hij was van meening dat deze oorlog on herroepelijk door de nazis zal worden ver loren, ook al zou het wellicht verschillende jaren duren, omdat het nationaal-socialis- tische Duitschland uitstekend ls georgani seerd en het volk in zijn macht heeft. Maar aldus onze zegsman de instorting zal eensklaps en onverwacht geschieden. Dat hij op het oogenblik zijn werkzaamheid in dienst van Engeland heeft gesteld, moet niet beschouwd worden als een in den steek laten van zijn eigen volk, integendeel: „ik bewijs het daarmeè een grooten dienst". Von Rintelen verwachtte verder dat Rus land waarschijnlijk binnenkort in Bessara- bië zou opereeren en hij merkte verder op: „het spijt me voor Finland, maar Rusland kan zich niet de luxe veroorloven in Finland te verliezen Ook sprak hij als zijn meening uit dat de Ira weinig hulp van Duitschland zou kunnen ontvangen, omdat de Duitsche onderzeeërs dank zij de waakzaamheid van de Britsche vloot Ierland niet zouden kun nen bereiken. Hij dacht dat de Duitschers ondanks alles een dapperen strijd zouden voeren, hoewel Duitschland beter af zou zijn geweest wan neer Hitier niet verschillende malen zijn generaals had gedesavoureerd. die tegen de verschillende invasies hadden geadviseerd. Intuïtief aldus von Rintelen voelde iedere Duitscher, die nog denken kon, dat het spel verloren is. HANDELSBESPREKINGEN. BINNENLAND. Belangrijke grondaankoopen door het Rijk (Binnenland, 3e Blad). Vergadering Nationale Woningraad (Bin nenland, 3e Blad). Twee fraters bij Medemblik door het ijs gezakt en verdronken (Gemengd, 3e Blad). Eenige ijsroute's voor a.s. Zondag (4e Blad). Het ijs in de omgeving (4e Blad en Laatste Berichten le Blad). AMSTERDAMSCHE BEURS. Stille markt Lustelooze handel Iets lagere koersen Amerikanen ge deprimeerd Nederlandse he beleggin gen prijshoudend. BUITENLAND. Wijziging in het Britsche kabinet. Hore Belisha aan oorlog vervangen door Stanley (le Blad). De Finsche weerstand (le Blad). Rond de hulpverleening aan Finland, (le Blad). Ciano de oude en de jonge (le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL PAG. 2 VAN HET DERDE BLAD. In het Zuidwesten: meest zwak ke Zuidoostelijke tot Zuidelijke wind. Afwisselend bewolkt. Tem peratuur om het vriespunt. Geen neerslag van beteekenis. Kans op mist. Voor het overige deel van het land: nevelig tot helder of lichtbewolkt. Droog weer. Des nachts strenge tot matige, over dag matige tot lichte vorst. Meest zwakke Zuidoostelijke tot Ooste lijke of Noordoostelijke wind. Verdrag tusschen Bulgarije en de sovjets. Gisteren is te Moskou een verdrag van handel en scheepvaart voor den tijd van drie jaar gesloten tusschen de sovjet-unie en Bulgarije, alsmede een overeenkomst In zake het betalingsverkeer Voor 1940. Het handelsverdrag bepaalt, dat weder zijds de beginselen van meest-begunstigipg in acht zullen worden genomen. De handel voor 1940 zal een bedrag van 920 millioen leva omvatten. De sovjet-unie zal uit Bul garije varkens, rijst, huiden en tabak invoe ren en aan Bulgarije landbouwmachines, metalen, petroleum-producten, chemicaliën, cellulose en katoen uitvoeren. HANDELSBESPREKINGEN TUSSCHEN AMERIKA EN ARGENTINIË MISLUKT. Officieel is bevestigd, dat de onderhande lingen inzake een handelsovereenkomst tus schen de Vereenigde Staten en Argentinië mislukt zijn als gevolg van beperkingen door de Vereenigde Staten opgelegd aan Argentijnsche producten. Minister Cantillo heeft verklaard tot de slotsom te zijn gekomen, dat de onderhan delingen moeten worden opgeschort tot gun stiger omstandigheden. Men bevestigt even- I wel, dat de besprekingen in een sfeer van hartelijkheid zijn gevoerd. De nieuwe Belgische regeering is als volgt samengesteld Minister-president: Pierlot (katholiek). Binnenlandsche zaken: Vanderpoorten (liberaal). Justitie: Janson (liberaal). Buitenlandsche Zaken: Spaak (socialist). Financiën: Gutt (extra-parlementair). Defensie: generaal Denis (extra-parlem.l. Economische Zaken en Voedselvoorzie ning: Sap (katholiek!. Verkeer: Delfosse (Chr Dem.). Landbouw: Graaf van Aspremont Lynden (katholiek). Onderwijs: Soudan (socialist). Koloniën: De Vleeschauwer (katholiek). Arbeid en Sociale Zaken: Balthazar (socialist) Gezondheid: Marcel Henry Jaspar (lib.). Openbare Werken: Senator Matagne (socialist). De volgende ministers van de vorige re geering maken geen deel meer uit van het nieuwe kabinet: Wauters (socialist). Hen drik de Man (socialist), Duesberg (niet-par- lementair), Marck (katholiek) en Devèze (liberaal). Er is dus in een nieuwe regeering maar één nieuw element, namelijk de socialisti sche senator Matagne. Onder de veertien ministers bevinden zich slechts drie Vlamingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 1