Italië's sympathie voor Finland Het leven van vader en zoon Ciano LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 6 Januari 1940 VISSCHERIJ-BERICHIEN Twee Italianen, wier carrière overeenstemming vertoont VRAGENRUBRIEK Tegen de Sovjets (Van een bijzonderen medewerker) Toen zijn. vrouw hem op 30 Augustus 1816 een zoon schonk, zal de Llvorneesche koopvaardijkapitein Raimondo Ciano wel niet vermoed hebben, dat de jonggeborene het eens tot minister brengen zou. Even min als deze spruit, die den naam Costanzo Wijlen Graaf Costanzo Ciano. kreeg, later op zijn beurt bevroeden kon, dat de telg, dien Donna Carolina Pini, zijn echtgenoote, op 18 Maart 1902 ter wereld bracht, eveneens voorbestemd was minis ter van Italië te worden. Want omstreeks het laatstgenoemd tijd stip was Costanzo als waardig zoon van een zeemansgeslacht nog officier bij de Italiaansche oorlogsmarine. En deze zee man moest nog den langen, avontuurlijken weg van strijd en harden arbeid afleggen, welke naar het ministerschap van Ver keerswezen en naar het presidium over de Volksvertegenwoordiging leiden zou. Eerst moest de marine-officier van ge zagvoerder op oorlogsbodems van normale afmetingen nog commandant worden van nietige, met slechts een tiental koppen be mande, snelvarende motorvaartuigjes en daarmee strooptochten ondernemen, welke een geheel nieuwe wijze van krijgvoering ter zee zouden inluiden.- Op het oogenblik, dat de wereldoorlog uitbrak, lag Costanzo Ciano met zijn oor- logsbodem voor de kust van Cyrenaika, waar hij het vijandige opperhoofd der Se- noessi's met diens geheelen staf wist in te rekenen. Later, toen Italië de zijde der geallieer den gekozen had, kreeg hij als comman dant van den torpedojager „Zeffiro", op dracht Venetië te verlassen van de lucht bombardementen, welke te Parenzo gesta- tionneerde Oostenrijksche watervliegtuigen voortdurend op de stad uitvoerden. Voor de haven van Parenzo aangekomen, kon hij de schuilplaatsen dier vliegtuigen echter niet ontdekken; hij meerde aan de kade, nam eenige Oostenrijksche gendarmes ge vangen en van hen hoorde hij waar de vliegtuigloodsen verborgen waren. Onder een hevige beschieting van de vijandelijke kustbatterijen vernielde hij vervolgens de schuilplaatsen. In November 1917 werd het kustplaatsje Cortellazzo, de uiterste punt van den Ita- liaanschen rechtervleugel door de Oosten- rijksche vloot zwaar gebombardeerd. Van Venetië kwam Costanzo Ciano aanvaren met drie z.g.n. „Mass"-snclvarende motor- booten. die elk twee torpedo's en een ma chinegeweer meevoerden en met 10 koppen bemand zijn. Hoewel een der scheepjes wegens een motordefect moest achterblij ven, gingen de beide andere recht op de overmatige Oostenrijksche vloot af. waar bij zij er in slaagden elk een torpedo op de siapschepen „Wien" en Budapest" af te vu ren. Door handig manoeuvreeren wisten deze slagschepen echter een treffer te voor komen. Na dezen aanval trok het Oosten rijksche vlooteskader terug om zich sinds dien van actie jegens de Italiaansche kust te onthouden. I Twee maanden later trok Ciano er op nieuw met drie ,,Mass"-booten op uit. In de haven van Bussari, 300 mijl van zijn ^standplaats, vuurden de Italiaansche scheepjes hun torpedo's af op de daar voor anker liggende Oostenrijksche schepen. Zonder schade keerden zij terug. Cortellago en Buccarl zijn de plaatsen, waar voor het eerst in den oorlog ter zee gebruik is gemaakt van even kleine als snelle motorbooten, wier taak het is bij verrassing een zwaar bepantserden en ge- wapenden vijand te overvallen, te torpedee- ren en vervolgens weer het hazenpad te kiezen, betrekkelijk beveiligd door de groote snelheid en de geringe trefkans: een strijd- methode door overrompeling welke niet veel later de Oostenrijksche slagschepen „Szent Istvan" en „Vlribus Unltis" ten of fer zou doen vallen aan de kleine drijven de vernietigers, die door middel van rups banden over kabel- en nettenversperringen heen krabbelden en des Dachts geluidloos door vijandelijk gebied varen konden, dank zij de electromotoren. welke zij, naast hun verbrandingsmotoren voor normaal gebruik meevoeren. Als schout-bij-nacht der reserve verliet Costanzo Ciano na het sluiten van den vrede den militairen dienst, om met vele andere oud-strijders, die door het poovere resultaat, dat do inmenging van Italië in den wereldoorlog hun land opgeleverd heeft, zich bitter teleurgesteld voelden, den strijd aan te. binden tegen het voortdurend wassende binnenlandsche communisme. In 1921 werd de ronde, maar allesbehal ve spraakzame zeeman door zijn vaderstad Livomo tot Lid der Kamer van Afgevaar digden gekozen Een jaar later had Musso lini in Italië het heft in handen. Deze ver trouwde hem de oplossing van een uiterst moeilijk probleem toe: de algeheele reor ganisatie der handelsmarine, zoowel ten aanzien van het scheepsmateriaal als van de haveninrichtingen en -bedrijven. In twee Jaar tijds heeft hij deze taak volvoerd, daarmee bewijzend, dat hij een uitmuntend organisator is. En indien het hierbij de marineofficier in Ciano geweest is, die weer orde en discipline invoerde op de koopvaardijvloot en in de havens en dokken, zoo heeft Italië den wederopbouw zijner handelsmarine te danken aan den geboren zeeman in hem. Intusschen wacht hem een andere taak, wanneer de Duce hem in 1924 het Ministe rie van Posterijen toevertrouwt en spoedig daarna dat van het geheele Verkeerswe zen. Veel en moeilijk werk verricht Co stanzo Ciano bij het ordenen van de pos terijen, telegrafie, telefonie en de spoor wegen, welke alle even zeer onder de na- oorlogsche afbraak geleden hadden als de koopvaardijvloot en de havenbedrijven. Ook in dezen vreedzamen strijd placht hij den tegenstanders, hier sabotage en onwil, bij overrompeling op het lijf te val len; uren en uren lang kon de nieuwe ver keersminister aan een station staan wach ten te midden van het zwaar gedupeerde publiek tot het een bepaalden trein beha gen zou eindelijk eens binnen te stoomen In een dergelijk geval stapte hij dan met het spoorboekje in de eene en het horloge in de andere hand naar den stationschef, den treinleider en den machinist en ver telde hun het een en ander, dat zij nimmer meer vergeten zouden. Buiten Italië heeft men wel een schert send opgemerkt, dat het goede, dat Musso lini zijn land tenminste gebracht heeft, de regelmatigheid in den treinenloop was. Welnu, in werkelijkheid ls dit een der vele verrichtingen van Costanzo Ciano geweest. Het is in 1929, dat koning Victor Emma nuel hem in den adelstand verheft, met den titel van Graaf van Cortellazzo. ter herinnering aan Ciano's wapenfeit voor deze kustplaats. En nogmaals erkent de koning daarna zijn verdiensten door hem tot ridder in de orde van de Santissima Annunziata te benoemen, van welke aller hoogste Italiaansche orde de leden zich als „neven van den Koning" beschouwen mogen. Mussolini benoemde hem in 1930 tot lid van den Grooten Fascistischen Raad. Vier jaar later verwisselde hij het ministerschap met het voorzitterschap van de Kamer van Afgevaardigden, om eindelijk in Maart 1939 het presidium op zich te nemen van de Kamer der Corporaties: een functie, welke hij tot zijn dood toe bleef bekleeden. Op 28 Juni 1939 overleed hij onverwacht. Maar de merkwaardige man van weinig woorden en veel groote daden heeft dan toch reeds lang genoeg geleefd, om zijn zoon Galeazzo minister van Bultenland- ache zaken te zien, na er eveneens getuige van geweest te zijn hoe de carrière van dezen zoon op even uitzonderlijke wijze verloopt, als zulks met zijn eigen levens baan het geval was. Galeazzo was nog maar een piepjong studentje in de rechten, toen de beweging voor een nieuw geordend Italië hem in den blnnenlandschen strijd betrok. Hij kwam in de journalistiek terecht, promo veerde echter toch in de rechten en slaag de er vervolgens ln, de poort van de con- sulair-diplomatieken dienst voor zich te ontsluiten. Vier jaar later werd hij als eer ste secretaris verbonden aan de zoo juist Ingestelde Italiaansche ambassade bij den Heiligen Stoel. In deze periode leerde hij I Edda Mussolini kennen. Met de oudste dochter van den Duce trad hij op 24 April I 1930 in het huwelijk Als 27-jarige jonge- 1 man. zond Mussolini hem kort daarop naar Sjanghai, juist in den tijd, dat China hevig I in beroering is. Hier zal hij als Italië's zaakgelastigde moeten optreden Toen de Japansche militaire acties het krijgsgewoel voor Sjanghai's poorten bracht, verzocht, Ciano, evenals zijn ambtgenooten om een oorlogsschip te zenden. Met zijn vrouw en de twee inmiddels geboren kinderen, bleef j hij echter in de stad, welke aan hevige beschietingen bloot stond. In Februari 1932 koos men hem tot voor zitter van de Internationale Commissie van vertegenwoordigers te Sjanghai der verschillende Staten, welke toen lid van l den Volkenbond waren, zoodat hij de lei der wordt van de enquête, inzake de ge beurtenissen in China. Teruggekeerd in Rome belast de Duce hem eerst met eenige vertrouwelijke op drachten. waarna hij vervolgens als leider van het Persbureau Palazzo Venezia be noemd wordt. Op 24 Juni 1935 resulteert hieruit een Ministerie van Pers en Propa ganda met Ciano als minister. Dit ministerie controleert en coördineert de intellectueele en geestelijke krachten van het fascistische Italië, terwijl het te vens zijn invloed uitoefent op de politieke propaganda, de bevordering van het vreem delingenverkeer, het tooneel, de film, de radio en andere uitingen van het cultu- reele leven. Terwijl Galeazzo Ciano bezig is zich in zijn nieuwe functie een even uitstekend organisator te toonen als zijn vader, kon digen zich groote gebeurtenissen aan: een veldtocht ter verovering van Abessynië blijkt op handen te zijn. De minister van Pers en Propaganda, tevens gebreveteerd vlieger, vertrekt in Augustus '35 naar Oost- Afrika, waar hij, als commandant van het bombardementsescadrille „La Disperata". waarvan Mussolini's beide zonen eveneens deel uitmaken, den geheelen veldtocht, be houdens een korte onderbreking, mede- maakt. Na de verovering van Abessynië neemt hij nog kort zijn oude ministersfunctie op: 11 Juni 1936 verwisselt hij de portefeuille van Pers en Propaganda voor die van Bui- tenlandsche zaken. Drie en dertig jaar is hij. als hij deze functie te vervuilen krijgt. Dat hij inderdaad hetzij dank zij. het zij ondanks' zijn jeugd een staatsman I van groot formaat is. bewees hij in de ruim 3'/s jaar. dat hij thans de leiding van het ministerie van Buitenlandsche Zaken voert Want veel heeft hij ih deze periode voor zijn land bereikt. Zoo was daar. na de af schaffing der sancties, zijn onderhoud met Hitier te Berchtesgaden en de sluiting van het Italiaansch-Duitsche pact te Berlijn in October 1936, waardoor de as Rome-Ber- lijn gevormd werd. Met Yoegoslavië, dat als goede buur Italië veel meer waard is dan menig verre vriend, weet Ciano in Maart 1937 een verdrag te sluiten, dat de beze geling is van de goede verstandhouding tusschen beide landen. Nog in hetzelfde jaar wordt in de maand November door Crano, den afgezant van het Duitsche Rijk Graaf Galeazzo Ciano, thans Italië's Minister van Buitenlandsche Zaken. Von Ribbentrop en den Japanschen gezant te Rome, in het Palazzo Chigi het vermaar de Anti-Kominternpact onderteekend, op dezelfde plaats waar vijf maanden later een Engelsch-Italiaansche overeenkomst bezegeld wordt. En behalve een versterking der banden met Hongarije en de erkenning door bijna alle naties van het Italiaansche Keizerrijk, heeft hij bovendien talrijke an dere politieke en economische overeenkom sten met andere landen voor Italië weten te verwezenlijken. Na den dood van zijn vader wordt hij, voor de diensten aan zijn land reeds be wezen, beloond: de Koning-Keizer begif tigt hem met de versierselen van de orde der Santissima Annunziata, welke zijn va der vóór hem droeg. Veel en moeilijk werk wacht Ciano nog. In de geplaagde wereld van heden zal de positie van zijn land steeds de maatstaf vormen voor de capaciteiten van den nog jongen Minister van Buitenlandsche Zaken Galeazzo Ciano, zoon van Costanzo Ciano... J. M. te L, De door U bedoelde taal heet Ido. I C. Z. te W. Van het bestaan van een I speciaal bureau voor inlichtingen betreffende militaire zaken is ons niets bekend. I U kunt evenwel altijd informeeren aan het Garnizoensbureau alhier. Morschweg 1. waar men U dan wel naar de desbetreffende afdee- llng zal verwijzen. I Abonné te K. Dit is volkomen veilig! DE TREILV1SCHERIJ. Voor de Katwijksche treilervloot is 1939 een van de allerdonkerste jaren geweest. In totaal namen het afgeloopen jaar 35 trcilloggers aan de visscherij deel; deze sche pen behooren aan de z.g. schipper-reeders. Elk schip heeft doorgaans meerdere eigena ren. die zelf op de schepen varen. De jaren voor 1939 waren voor de schipper- reeders in het algemeen niet ongunstig; rente en aflossing konden regelmatig worden afgedaan en het was verschillenden eigenaars reeds gelukt de schepen geheel vrij te krijgen. De gunstige gang van zaken kwam duidelijk tot uitdrukking in het bestellen van eenige nieuwe motortreilers; een vijftal van deze schepen kon in de af geloopen jaren aan de plaatselijke vloot worden toegevoegd. Sinds begin September is dit rendabele be drijf echter in een noodlijdend veranderd en de toekomst ziet er zeer donker uit. Op een heel enkele uitzondering na zijn alle treilloggers nog binnen. De resultaten van de loggers, die eenige reizen gedaan hebben, zijn niet zoodanig ge weest, dat er veel animo bestaat het er eveneens op te wagen. De vangsten waren niet onbevre digend, doch de vischprijzen zijn niet veel hoo- ger dan anders in dezen tijd van het jaar bU geringe aanvoeren. De besommingen zijn dan ook te laag om de extra onkosten en de sterk gestegen exploitatiekosten te kunnen dekken. Wanneer er onder de huidige omstandigheden uitgevaren wordt, dan wordt er veel geriskeerd; er moet daarom wat te verdienen zijn, anders bestaat er zeker geen animo. In het belang van de plaats zou het zeker aanbeveling verdienen om te trachten meer schepen in de vaart te brengen. De Regeering ls, gelijk gemeld, bereid de oude faciliteitenregeling, welke 1 Januari afliep, voorloopig te verlengen. Om meer schepen in de vaart te krijgen is deze rege- nog ruim 1%% aan molest en tljdlngloos- na aftrek van de regeeringstegemoetkoming nog ruim 1%% aan molset en tljdingloos- heidsverzekering betaald worden. Bij de hui dige besommingen en de verdubbelde olie prijzen kunnen de treilloggers dit niet op brengen. De Belgische Staat heeft een rege ling getroffen, waarbij de visschersschepen verzekerd kunnen worden tegen 3/8% per maand. Dit is juist een vierde gedeelte van onze premie. Een gevolg van de regeling bij onze Zuiderburen is, dat de geheele treiler vloot van Ostende vaart. De schepen vis- schen zoowel in de Noordzee, als bij IJsland, in het Kanaal, de Westkust van Engeland en op de Spaansche kust. I» den laatsten tijd wordt veel op Engeland gemarkt en er worden zeer gunstige resultaten verkregen. In Ostende wordt veel yisclr voor het leger aangekocht. Talrijke regimenten zijn in het be zit van moderne bakovens, die 500 porties visch per uur kunnen verwerken. Wanneer het straks mocht gelukken een grooter aantal schepen in de vaart te brengen, zou er bij onze Regeering op aan moeten worden gedrongen om prijsrege- lend op te treden. De verschillende soorten visch zouden niet beneden vastgestelde maximumprij zen verkocht moeten worden. De partijen opge houden visch zouden dan voor het leger be stemd kunnen worden. Opdagen van groote aan voeren zouden de partijen tijdelijk ingevroren kunnen worden of eventueel ingeblikt. De afgeloopen week waren de aanvoeren zeer gering en in de komende weken zullen wij met kleine aanvoeren hebben rekening te houden. Dinsdag waren er nog 1500 manden versche ha ring, waarvoor mooie prijzen besteed werden. (Van onzen Romelnschen correspondent). Het einde van het jaar 1939 heeft voor de Italianen nog een aardige verrassing mede gebracht: een zooals men het in ons vaderland zou noemen échte, ouderwet- sche winter. Maar voor Italië is dit nóch echt, nóch ouderwetsch en zeker niet voor de hoofdstad en de nog Zuidelijker gelegen streken. Terwijl we met de Kerstdagen, de bevolking der Eeuwige Stad nog in het meest verrukkelijke lenteklimaat langs de bloeiende perken van de elegante Via Vit- torio Veneto zagen rondwandelen, is thans plotseling een intense koudegolf over het „zonnige" schiereiland gekomen In de berg streken van het Frioul werden reeds tempe raturen van 29 centigraden onder nul ge meten en de bladen berichten al van een geval te Venetië, waar een man is dood gevroren! Er is een ander wonder geschied: het heeft gesneeuwd. Tien uren achter elkaar viel onafgebroken een dichte sneeuw, welke Rome en geheel Zuid-Itallë met een wit kleed van 30 tot 50 c.M. dikte heeft over dekt. Het feit is zoo zeldzaam, dat zelfs de Paus zijn werk onderbrak en gedurende langen tijd van zijn balkon af het ongewone schouwspel gadesloeg. Inderdaad zou men de klassieke Latijnsche litteratuur tevergeefs doorspeuren op zoek naar de minste toe speling op een sneeuwval in het oude Rome. Alleen de ten tijde van keizer Augustus levende dichter Horatius, gewaagt van het witte sneeuwkleed, maar dan van den hoo- gen en ruigen berg Soracte. Nu echter ziet men de jongelui ski loopen vóór de Sint Pieter, ziet Napels den ouden Vesuvius zijn vurige pijp rooken gehuld in een witten mantel en heeft men zelfs in het Zuidelijk gelegen Bari den juist in vollen gang zijn- den olijvenoogsl moeten staken. In politiek opzicht eindigt het jaar in de Italiaansche hoofdstad met de apotheose van de historische verzoening tusschen het Quirinaal en het Vaticaan. Men kan zeggen, dat de tweede helft van deze maand Decem ber voor de Italiaansche politiek in het tee- ken staat van de wederzijdsche bezoeken van het Italiaansche koningspaar bij den Paus en van den Paus in het Quirinaal. Niet dat de bezoeken zelf en de bij deze gelegenheden ten toon gespreide praal zoo overdadige belangstelling verdienen of schoon er hierbij wel duidelijk gebleken is hoezeer het Italiaansche volk gelukkig is over de tien jaar geleden eindelijk gevonden oplossing van een eeuwenoud vraagstuk, dat als het eenige nog de voltooiing van zijn nationale eenheid in den weg stond. De herhaalde intieme besprekingen tus schen Paus en Koning, alsmede tusschen hun ministers van buitenlandsche zaken Graaf Ciano en kardinaal Maglione en voor al de omstandigheid, dat de Heilige Vader zich bereid liet vinden de oude Pauselijke residentie van het Quirinaal, waaruit de Pausen zeventig jaar geleden werden ver dreven. als gast te betreden, hebben aan de Italianen de overtuiging geschonken, dat hun regeering en de Heilige Stoel elkaar hebben gevonden op een gemeenschappelijke basis, die in deze dagen en gezien de ver schillende Pauselijke redevoeringen en kondgevingen die haar omlijstten, geen an dere kan zijn dan het blijven zoeken naar den vrede. Uiteraard kan de Paus met betrekking tot de actueele vraagstukken over het algemeen slechts academische en theoretische be schouwingen geven, opdat zijn neutraliteit of althans objectiviteit door geen der strijd- voerenden in twijfel kan worden getrokken. Steeds blijkt dan ook weer, dat alle partijen den Pauselijken lof op zich zelf en de Pau selijke maanwoorden op hun tegenstanders weten te betrekken Een uitzondering op dezen regel maakt slechts de aanval der Bolsjewisten op Polen en in veel sterker mate nog op Finland, die reeds meerdere keeren door Pius XII op zeer ondubbelzin nige wijze werden gebrandmerkt. Een sa mengaan van Italië en het Vaticaan op den weg naar voorbereiding van een nieuwen vrede en als eerste schrede tot dit doel van de redding der Christelijke en Euro- peesche beschaving, zou dus kunnen betee- kenen. dat het Vaticaan meer toegankelijk wordt voor Italiaansche argumenten nopens de schuld aan den oorlog en de aange wezen redmiddelen, terwijl de Fascistische regeering op haar beurt den koers scherper tegen Rusland richt, dan tot dusver ver- eenigbaar werd geacht met de solidariteit jegens den asgenoot. Inderdaad getuigt de Italiaansche houding tegenover het RussischFlnsche conflict geleidelijk van steeds meer vastberadenheid. Zeer zeker werd de overval op het vreed zame kleine Finland door een opoermachtig schijnenden buurman al dadelijk met het grootste onbehagen gadegeslagen, maar er werd toch ook de grootste aandacht ge schonken aan de officieuze Duitsche nota, waarin de Finsche regeering en den Scandi- navischen staten hun pekelzonden werden voorgehouden. In de verantwoordelijke krin gen werd er ook onmiddellijk aan herinnerd, dat Finland destijds met hartstocht aan de beruchte sancties had deelgenomen en het Finsche beroep op den Volkenbond scheen heelemaal de deur dicht te doen en wekte slechts ironisch leedvermaak op. Bovendien heerscht er in die dagen een zekere stroo ming, die heel realistisch met de mogelijkheid rekende van een Russisch opdringen naar het Zuiden en van oordeel was dat de Itali aansche belangen eischten. in dat geval tot een acoord met Moskou te komen, gelijk ook Berlijn tot een accoord met de Sovjet- Unie was gekomen. Het voordeel hiervan zou dan geweest zijn, dat de Russische Stoom wals" inplaats van in Zuid-Westelijke, in Zuid-Oostelijke richting kon worden gediri geerd en dat bovendien de Italiaansche Twaalfeilanden-archipel door een gedeelte van Anatolië zou kunnen worden gedekt. Een „belangengrens" met Rusland zou dan volgens zeker voorbeeld wei af te bakenen zijn geweest. Deze houding is, zooals gezegd, thans grondig veranderd. Algemeen is men het er over eens. dat Finland de heldhaftige wachtpost is geworden voor onze Westersche beschaving en noodzakelijk moet worden gesteund in zijn dapperen strijd tegen den gemeenschappelijken vijand. Terwijl men tot in den laatsten tijd ten volle bereid was begrip te toonen voor de Russische wen- schen van een terugkeer van Bessarabië. dat door het geminachte „Roemenië van Titulescu" werd bezet gehouden, ontmoet tegenwoordig de bloote gedachte van een mogelijke uitbreiding van den Russischen invloed naar onverschillig welken kant, on middellijk het scherpste verzet. Het behoeft niet te verwonderen, dat de pers. die het dichtst bij het Vaticaan staat, dus de uit sproken katholieke bladen, in deze houding het felst zijn. ..Nooit kunnen wij ook maar het geringste stukje weg gemeenschappelijk afleggen met Sovjet-Rusland. Met den vijand no. 1 van onze beschaving bestaat geen enkel aanrakingspunt, maar zullen wij vroeg of laat onherroepelijk in botsing moe ten komen!" aldus schrijft de „Avvenire" van 30 December. Zelfs de duizendmaal ge smade en gehoonde Volkenbond kreeg ln dit blad een sympathieke noot en mirabile dictu! het werd door het Italiaansche persministerie niet belet. Nadat Italië door de groote rede van graaf Ciano in de corporatieve kamer, zich heeft verdedigd tegen het verwijt, niet loyaal ge weest te zijn tegenover den bondgenoot en daardoor dus met het verleden heeft af gerekend. trekt het thans de conclusie uit het wereldgebeuren en zoekt zich ter behartiging van zijn nationale en cultureele belangen vrienden, waarmede het niet de risico loopt, zich ooit te kunnen compro- mitteeren. (Nadruk verboden). NIEUWS UIT IJMUIDEN. (Van onzen oorrespondent). Weekoverzicht. Er ls eenige wrijving ontstaan tusschen de reedeis en de werknemers-organisaties over de voorwaarden van een nieuw te sluiten contract. U weet natuurlijk, waar het om gaat: net contract is opgezegd en nu moet er een nieuw contract komen. Het eerste is een logisch geval van de bijzondere tijdsomstandigheden, maai' deze bijzondere tijdsomstandigheden doen bij ons de vraag opkomen, of er nu wel reden is om zich druk te maken over een nieuw contract. Een contract impliceert verplichtingen aan belde zijden en zijn de omstandigheden nu niet van dien aard. dat er van verplichtingen geen sprake kan zijn? Het is onverschillig van wel ken kant men de zaak bekijkt, maar zelfs een verbintenis van één jaar lijkt ons moeilijk. Dat wil nu niet zeggen dat er maar voor het lieve vaderland weggevaren moet worden. Er is nog heel goed een modus voor een over eenstemming te vinden, welke van evenveel waarde kan zijn als een collectief contract. Dat heeft trouwens ook een beperkte waarde, ge tuige het feit, dat een enkele reederij en misschien wel meer dan een enkele zich niet heeft gehouden aan de overeenkomst ten aan zien van de condities van het varen ln oorlogs tijd. Bindende afspraken op korten termijn lij ken ons thans practischer dan een contract van een Jaar. vooral omdat het begrip „dwang"' of ..verplichting" bü de naleving van de bepalingen wel als van nul en geener waarde beschouwd kan worden. Het leek er ln den beginne op. dat er een ernstige stagnatie zcu komen, maar dat is nogal meegevallen Maar door de feestdagen ls het met den aanvoer leeltjk misgeloopen. Het was haast een vischloos tijdperk: drie trawlers in de heele week ls zelfs in dezen oorlogstijd „nie dagewesen". Natuurlijk was de visch duur. Zwe den zorgde er voor, dat de haringhandel nog wat kon koopen. maar voor den binnenland- schen handel was er zoo goed als niets. De drie booten, die binnen waren, maakten natuurlijk mooie besommingen en ook de snurrevaadkot- ter Nelly van B. Dm. 23 had een prachtige reis. Dit scheepje profiteerde van de groote vraag naar platvisch en behaalde de hoogste besomming, die het maakte zoolang het ln de vaart is: f.2060. Het wachten is nu op de trawlioggers. Naar wij vernemen worden er eenige Katwijksche log gers voor de trawlvisscherij klaargemaakt, maar veel zullen het wel niet zijn. De pessimisten hebben altijd ongelijk zegt men. maar het is nu wel zeer moeilijk optimis tisch te zijn. Er is van het nieuwe jaar weinig goeds te verwachten. Het heele bedrijf heeft maar één wensch: „Moge er spoedig een einde aan den oorlog komen!" VERWACHTE VISCHAANVOER. Thuisstoomende naar IJmuiden voor de Maan- dagmarkt Caroline. IJm. 26, vangst600 manden haring 250 m. diversen. Totaal 850 manden: Adelante Dm. 19. vangst: 55 m. schelvisch, 50 m braad- schelvisch, 60 m. koolvisch. 90 m. gestripte ra dio. 300 m. dichte radio; totale vangst 555 m„ benenvens 200 stuks stiive kabeljauw en 30 stuks stijve leng: Knikker. Dm. 4. vangst: 60 manden schelvisch. 70 m. braadschelvisch. 300 m. radio. 50 m. gul; totaal 480 manden, benevens 170 stuks stijve kabeljauw, VISCHPRIJZEN. IJMUIDEN. 6 Januari. Tong f. 1.80—1.08 per KG.; Kleinschol f.24— 15 per 50 KG.; Bot f.1816,50 idem; Schar f.7,20—6,60 idem; Wijting f.8,80—6.60 idem 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 11