Italië's sympathie voor
Finland
Het leven van vader en
zoon Ciano
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 6 Januari 1940
VISSCHERIJ-BERICHIEN
Twee Italianen, wier carrière overeenstemming
vertoont
VRAGENRUBRIEK
Tegen de Sovjets
(Van een bijzonderen medewerker)
Toen zijn. vrouw hem op 30 Augustus
1816 een zoon schonk, zal de Llvorneesche
koopvaardijkapitein Raimondo Ciano wel
niet vermoed hebben, dat de jonggeborene
het eens tot minister brengen zou. Even
min als deze spruit, die den naam Costanzo
Wijlen Graaf Costanzo Ciano.
kreeg, later op zijn beurt bevroeden kon,
dat de telg, dien Donna Carolina Pini, zijn
echtgenoote, op 18 Maart 1902 ter wereld
bracht, eveneens voorbestemd was minis
ter van Italië te worden.
Want omstreeks het laatstgenoemd tijd
stip was Costanzo als waardig zoon van
een zeemansgeslacht nog officier bij de
Italiaansche oorlogsmarine. En deze zee
man moest nog den langen, avontuurlijken
weg van strijd en harden arbeid afleggen,
welke naar het ministerschap van Ver
keerswezen en naar het presidium over de
Volksvertegenwoordiging leiden zou.
Eerst moest de marine-officier van ge
zagvoerder op oorlogsbodems van normale
afmetingen nog commandant worden van
nietige, met slechts een tiental koppen be
mande, snelvarende motorvaartuigjes en
daarmee strooptochten ondernemen, welke
een geheel nieuwe wijze van krijgvoering
ter zee zouden inluiden.-
Op het oogenblik, dat de wereldoorlog
uitbrak, lag Costanzo Ciano met zijn oor-
logsbodem voor de kust van Cyrenaika,
waar hij het vijandige opperhoofd der Se-
noessi's met diens geheelen staf wist in te
rekenen.
Later, toen Italië de zijde der geallieer
den gekozen had, kreeg hij als comman
dant van den torpedojager „Zeffiro", op
dracht Venetië te verlassen van de lucht
bombardementen, welke te Parenzo gesta-
tionneerde Oostenrijksche watervliegtuigen
voortdurend op de stad uitvoerden. Voor
de haven van Parenzo aangekomen, kon hij
de schuilplaatsen dier vliegtuigen echter
niet ontdekken; hij meerde aan de kade,
nam eenige Oostenrijksche gendarmes ge
vangen en van hen hoorde hij waar de
vliegtuigloodsen verborgen waren. Onder
een hevige beschieting van de vijandelijke
kustbatterijen vernielde hij vervolgens de
schuilplaatsen.
In November 1917 werd het kustplaatsje
Cortellazzo, de uiterste punt van den Ita-
liaanschen rechtervleugel door de Oosten-
rijksche vloot zwaar gebombardeerd. Van
Venetië kwam Costanzo Ciano aanvaren
met drie z.g.n. „Mass"-snclvarende motor-
booten. die elk twee torpedo's en een ma
chinegeweer meevoerden en met 10 koppen
bemand zijn. Hoewel een der scheepjes
wegens een motordefect moest achterblij
ven, gingen de beide andere recht op de
overmatige Oostenrijksche vloot af. waar
bij zij er in slaagden elk een torpedo op de
siapschepen „Wien" en Budapest" af te vu
ren. Door handig manoeuvreeren wisten
deze slagschepen echter een treffer te voor
komen. Na dezen aanval trok het Oosten
rijksche vlooteskader terug om zich sinds
dien van actie jegens de Italiaansche kust
te onthouden.
I Twee maanden later trok Ciano er op
nieuw met drie ,,Mass"-booten op uit. In
de haven van Bussari, 300 mijl van zijn
^standplaats, vuurden de Italiaansche
scheepjes hun torpedo's af op de daar voor
anker liggende Oostenrijksche schepen.
Zonder schade keerden zij terug.
Cortellago en Buccarl zijn de plaatsen,
waar voor het eerst in den oorlog ter zee
gebruik is gemaakt van even kleine als
snelle motorbooten, wier taak het is bij
verrassing een zwaar bepantserden en ge-
wapenden vijand te overvallen, te torpedee-
ren en vervolgens weer het hazenpad te
kiezen, betrekkelijk beveiligd door de groote
snelheid en de geringe trefkans: een strijd-
methode door overrompeling welke niet
veel later de Oostenrijksche slagschepen
„Szent Istvan" en „Vlribus Unltis" ten of
fer zou doen vallen aan de kleine drijven
de vernietigers, die door middel van rups
banden over kabel- en nettenversperringen
heen krabbelden en des Dachts geluidloos
door vijandelijk gebied varen konden, dank
zij de electromotoren. welke zij, naast hun
verbrandingsmotoren voor normaal gebruik
meevoeren.
Als schout-bij-nacht der reserve verliet
Costanzo Ciano na het sluiten van den
vrede den militairen dienst, om met vele
andere oud-strijders, die door het poovere
resultaat, dat do inmenging van Italië in
den wereldoorlog hun land opgeleverd
heeft, zich bitter teleurgesteld voelden, den
strijd aan te. binden tegen het voortdurend
wassende binnenlandsche communisme.
In 1921 werd de ronde, maar allesbehal
ve spraakzame zeeman door zijn vaderstad
Livomo tot Lid der Kamer van Afgevaar
digden gekozen Een jaar later had Musso
lini in Italië het heft in handen. Deze ver
trouwde hem de oplossing van een uiterst
moeilijk probleem toe: de algeheele reor
ganisatie der handelsmarine, zoowel ten
aanzien van het scheepsmateriaal als van
de haveninrichtingen en -bedrijven.
In twee Jaar tijds heeft hij deze taak
volvoerd, daarmee bewijzend, dat hij een
uitmuntend organisator is. En indien het
hierbij de marineofficier in Ciano geweest
is, die weer orde en discipline invoerde op
de koopvaardijvloot en in de havens en
dokken, zoo heeft Italië den wederopbouw
zijner handelsmarine te danken aan den
geboren zeeman in hem.
Intusschen wacht hem een andere taak,
wanneer de Duce hem in 1924 het Ministe
rie van Posterijen toevertrouwt en spoedig
daarna dat van het geheele Verkeerswe
zen. Veel en moeilijk werk verricht Co
stanzo Ciano bij het ordenen van de pos
terijen, telegrafie, telefonie en de spoor
wegen, welke alle even zeer onder de na-
oorlogsche afbraak geleden hadden als de
koopvaardijvloot en de havenbedrijven.
Ook in dezen vreedzamen strijd placht
hij den tegenstanders, hier sabotage en
onwil, bij overrompeling op het lijf te val
len; uren en uren lang kon de nieuwe ver
keersminister aan een station staan wach
ten te midden van het zwaar gedupeerde
publiek tot het een bepaalden trein beha
gen zou eindelijk eens binnen te stoomen
In een dergelijk geval stapte hij dan met
het spoorboekje in de eene en het horloge
in de andere hand naar den stationschef,
den treinleider en den machinist en ver
telde hun het een en ander, dat zij nimmer
meer vergeten zouden.
Buiten Italië heeft men wel een schert
send opgemerkt, dat het goede, dat Musso
lini zijn land tenminste gebracht heeft, de
regelmatigheid in den treinenloop was.
Welnu, in werkelijkheid ls dit een der vele
verrichtingen van Costanzo Ciano geweest.
Het is in 1929, dat koning Victor Emma
nuel hem in den adelstand verheft, met
den titel van Graaf van Cortellazzo. ter
herinnering aan Ciano's wapenfeit voor
deze kustplaats. En nogmaals erkent de
koning daarna zijn verdiensten door hem
tot ridder in de orde van de Santissima
Annunziata te benoemen, van welke aller
hoogste Italiaansche orde de leden zich
als „neven van den Koning" beschouwen
mogen.
Mussolini benoemde hem in 1930 tot lid
van den Grooten Fascistischen Raad. Vier
jaar later verwisselde hij het ministerschap
met het voorzitterschap van de Kamer
van Afgevaardigden, om eindelijk in Maart
1939 het presidium op zich te nemen van
de Kamer der Corporaties: een functie,
welke hij tot zijn dood toe bleef bekleeden.
Op 28 Juni 1939 overleed hij onverwacht.
Maar de merkwaardige man van weinig
woorden en veel groote daden heeft dan
toch reeds lang genoeg geleefd, om zijn
zoon Galeazzo minister van Bultenland-
ache zaken te zien, na er eveneens getuige
van geweest te zijn hoe de carrière van
dezen zoon op even uitzonderlijke wijze
verloopt, als zulks met zijn eigen levens
baan het geval was.
Galeazzo was nog maar een piepjong
studentje in de rechten, toen de beweging
voor een nieuw geordend Italië hem in
den blnnenlandschen strijd betrok. Hij
kwam in de journalistiek terecht, promo
veerde echter toch in de rechten en slaag
de er vervolgens ln, de poort van de con-
sulair-diplomatieken dienst voor zich te
ontsluiten. Vier jaar later werd hij als eer
ste secretaris verbonden aan de zoo juist
Ingestelde Italiaansche ambassade bij den
Heiligen Stoel. In deze periode leerde hij
I Edda Mussolini kennen. Met de oudste
dochter van den Duce trad hij op 24 April
I 1930 in het huwelijk Als 27-jarige jonge-
1 man. zond Mussolini hem kort daarop naar
Sjanghai, juist in den tijd, dat China hevig
I in beroering is. Hier zal hij als Italië's
zaakgelastigde moeten optreden Toen de
Japansche militaire acties het krijgsgewoel
voor Sjanghai's poorten bracht, verzocht,
Ciano, evenals zijn ambtgenooten om een
oorlogsschip te zenden. Met zijn vrouw en
de twee inmiddels geboren kinderen, bleef
j hij echter in de stad, welke aan hevige
beschietingen bloot stond.
In Februari 1932 koos men hem tot voor
zitter van de Internationale Commissie
van vertegenwoordigers te Sjanghai der
verschillende Staten, welke toen lid van
l den Volkenbond waren, zoodat hij de lei
der wordt van de enquête, inzake de ge
beurtenissen in China.
Teruggekeerd in Rome belast de Duce
hem eerst met eenige vertrouwelijke op
drachten. waarna hij vervolgens als leider
van het Persbureau Palazzo Venezia be
noemd wordt. Op 24 Juni 1935 resulteert
hieruit een Ministerie van Pers en Propa
ganda met Ciano als minister.
Dit ministerie controleert en coördineert
de intellectueele en geestelijke krachten
van het fascistische Italië, terwijl het te
vens zijn invloed uitoefent op de politieke
propaganda, de bevordering van het vreem
delingenverkeer, het tooneel, de film, de
radio en andere uitingen van het cultu-
reele leven.
Terwijl Galeazzo Ciano bezig is zich in
zijn nieuwe functie een even uitstekend
organisator te toonen als zijn vader, kon
digen zich groote gebeurtenissen aan: een
veldtocht ter verovering van Abessynië
blijkt op handen te zijn. De minister van
Pers en Propaganda, tevens gebreveteerd
vlieger, vertrekt in Augustus '35 naar Oost-
Afrika, waar hij, als commandant van het
bombardementsescadrille „La Disperata".
waarvan Mussolini's beide zonen eveneens
deel uitmaken, den geheelen veldtocht, be
houdens een korte onderbreking, mede-
maakt.
Na de verovering van Abessynië neemt
hij nog kort zijn oude ministersfunctie op:
11 Juni 1936 verwisselt hij de portefeuille
van Pers en Propaganda voor die van Bui-
tenlandsche zaken. Drie en dertig jaar is
hij. als hij deze functie te vervuilen krijgt.
Dat hij inderdaad hetzij dank zij. het
zij ondanks' zijn jeugd een staatsman
I van groot formaat is. bewees hij in de ruim
3'/s jaar. dat hij thans de leiding van het
ministerie van Buitenlandsche Zaken voert
Want veel heeft hij ih deze periode voor
zijn land bereikt. Zoo was daar. na de af
schaffing der sancties, zijn onderhoud met
Hitier te Berchtesgaden en de sluiting van
het Italiaansch-Duitsche pact te Berlijn in
October 1936, waardoor de as Rome-Ber-
lijn gevormd werd. Met Yoegoslavië, dat als
goede buur Italië veel meer waard is dan
menig verre vriend, weet Ciano in Maart
1937 een verdrag te sluiten, dat de beze
geling is van de goede verstandhouding
tusschen beide landen. Nog in hetzelfde
jaar wordt in de maand November door
Crano, den afgezant van het Duitsche Rijk
Graaf Galeazzo Ciano, thans Italië's
Minister van Buitenlandsche Zaken.
Von Ribbentrop en den Japanschen gezant
te Rome, in het Palazzo Chigi het vermaar
de Anti-Kominternpact onderteekend, op
dezelfde plaats waar vijf maanden later
een Engelsch-Italiaansche overeenkomst
bezegeld wordt. En behalve een versterking
der banden met Hongarije en de erkenning
door bijna alle naties van het Italiaansche
Keizerrijk, heeft hij bovendien talrijke an
dere politieke en economische overeenkom
sten met andere landen voor Italië weten
te verwezenlijken.
Na den dood van zijn vader wordt hij,
voor de diensten aan zijn land reeds be
wezen, beloond: de Koning-Keizer begif
tigt hem met de versierselen van de orde
der Santissima Annunziata, welke zijn va
der vóór hem droeg.
Veel en moeilijk werk wacht Ciano nog.
In de geplaagde wereld van heden zal de
positie van zijn land steeds de maatstaf
vormen voor de capaciteiten van den nog
jongen Minister van Buitenlandsche Zaken
Galeazzo Ciano, zoon van Costanzo Ciano...
J. M. te L, De door U bedoelde taal heet
Ido.
I C. Z. te W. Van het bestaan van een
I speciaal bureau voor inlichtingen betreffende
militaire zaken is ons niets bekend.
I U kunt evenwel altijd informeeren aan het
Garnizoensbureau alhier. Morschweg 1. waar
men U dan wel naar de desbetreffende afdee-
llng zal verwijzen.
I Abonné te K. Dit is volkomen veilig!
DE TREILV1SCHERIJ.
Voor de Katwijksche treilervloot is 1939
een van de allerdonkerste jaren geweest.
In totaal namen het afgeloopen jaar 35
trcilloggers aan de visscherij deel; deze sche
pen behooren aan de z.g. schipper-reeders.
Elk schip heeft doorgaans meerdere eigena
ren. die zelf op de schepen varen.
De jaren voor 1939 waren voor de schipper-
reeders in het algemeen niet ongunstig; rente
en aflossing konden regelmatig worden afgedaan
en het was verschillenden eigenaars reeds gelukt
de schepen geheel vrij te krijgen. De gunstige
gang van zaken kwam duidelijk tot uitdrukking
in het bestellen van eenige nieuwe motortreilers;
een vijftal van deze schepen kon in de af
geloopen jaren aan de plaatselijke vloot worden
toegevoegd.
Sinds begin September is dit rendabele be
drijf echter in een noodlijdend veranderd en de
toekomst ziet er zeer donker uit. Op een heel
enkele uitzondering na zijn alle treilloggers nog
binnen. De resultaten van de loggers, die eenige
reizen gedaan hebben, zijn niet zoodanig ge
weest, dat er veel animo bestaat het er eveneens
op te wagen. De vangsten waren niet onbevre
digend, doch de vischprijzen zijn niet veel hoo-
ger dan anders in dezen tijd van het jaar bU
geringe aanvoeren. De besommingen zijn dan
ook te laag om de extra onkosten en de sterk
gestegen exploitatiekosten te kunnen dekken.
Wanneer er onder de huidige omstandigheden
uitgevaren wordt, dan wordt er veel geriskeerd;
er moet daarom wat te verdienen zijn, anders
bestaat er zeker geen animo. In het belang van
de plaats zou het zeker aanbeveling verdienen
om te trachten meer schepen in de vaart te
brengen.
De Regeering ls, gelijk gemeld, bereid de
oude faciliteitenregeling, welke 1 Januari
afliep, voorloopig te verlengen. Om meer
schepen in de vaart te krijgen is deze rege-
nog ruim 1%% aan molest en tljdlngloos-
na aftrek van de regeeringstegemoetkoming
nog ruim 1%% aan molset en tljdingloos-
heidsverzekering betaald worden. Bij de hui
dige besommingen en de verdubbelde olie
prijzen kunnen de treilloggers dit niet op
brengen. De Belgische Staat heeft een rege
ling getroffen, waarbij de visschersschepen
verzekerd kunnen worden tegen 3/8% per
maand. Dit is juist een vierde gedeelte van
onze premie. Een gevolg van de regeling bij
onze Zuiderburen is, dat de geheele treiler
vloot van Ostende vaart. De schepen vis-
schen zoowel in de Noordzee, als bij IJsland,
in het Kanaal, de Westkust van Engeland
en op de Spaansche kust. I» den laatsten
tijd wordt veel op Engeland gemarkt en er
worden zeer gunstige resultaten verkregen.
In Ostende wordt veel yisclr voor het leger
aangekocht. Talrijke regimenten zijn in het be
zit van moderne bakovens, die 500 porties visch
per uur kunnen verwerken. Wanneer het straks
mocht gelukken een grooter aantal schepen in
de vaart te brengen, zou er bij onze Regeering
op aan moeten worden gedrongen om prijsrege-
lend op te treden. De verschillende soorten visch
zouden niet beneden vastgestelde maximumprij
zen verkocht moeten worden. De partijen opge
houden visch zouden dan voor het leger be
stemd kunnen worden. Opdagen van groote aan
voeren zouden de partijen tijdelijk ingevroren
kunnen worden of eventueel ingeblikt.
De afgeloopen week waren de aanvoeren zeer
gering en in de komende weken zullen wij met
kleine aanvoeren hebben rekening te houden.
Dinsdag waren er nog 1500 manden versche ha
ring, waarvoor mooie prijzen besteed werden.
(Van onzen Romelnschen correspondent).
Het einde van het jaar 1939 heeft voor de
Italianen nog een aardige verrassing mede
gebracht: een zooals men het in ons
vaderland zou noemen échte, ouderwet-
sche winter. Maar voor Italië is dit nóch
echt, nóch ouderwetsch en zeker niet voor
de hoofdstad en de nog Zuidelijker gelegen
streken. Terwijl we met de Kerstdagen, de
bevolking der Eeuwige Stad nog in het
meest verrukkelijke lenteklimaat langs de
bloeiende perken van de elegante Via Vit-
torio Veneto zagen rondwandelen, is thans
plotseling een intense koudegolf over het
„zonnige" schiereiland gekomen In de berg
streken van het Frioul werden reeds tempe
raturen van 29 centigraden onder nul ge
meten en de bladen berichten al van een
geval te Venetië, waar een man is dood
gevroren! Er is een ander wonder geschied:
het heeft gesneeuwd. Tien uren achter
elkaar viel onafgebroken een dichte sneeuw,
welke Rome en geheel Zuid-Itallë met een
wit kleed van 30 tot 50 c.M. dikte heeft over
dekt. Het feit is zoo zeldzaam, dat zelfs de
Paus zijn werk onderbrak en gedurende
langen tijd van zijn balkon af het ongewone
schouwspel gadesloeg. Inderdaad zou men de
klassieke Latijnsche litteratuur tevergeefs
doorspeuren op zoek naar de minste toe
speling op een sneeuwval in het oude Rome.
Alleen de ten tijde van keizer Augustus
levende dichter Horatius, gewaagt van het
witte sneeuwkleed, maar dan van den hoo-
gen en ruigen berg Soracte. Nu echter ziet
men de jongelui ski loopen vóór de Sint
Pieter, ziet Napels den ouden Vesuvius zijn
vurige pijp rooken gehuld in een witten
mantel en heeft men zelfs in het Zuidelijk
gelegen Bari den juist in vollen gang zijn-
den olijvenoogsl moeten staken.
In politiek opzicht eindigt het jaar in de
Italiaansche hoofdstad met de apotheose
van de historische verzoening tusschen het
Quirinaal en het Vaticaan. Men kan zeggen,
dat de tweede helft van deze maand Decem
ber voor de Italiaansche politiek in het tee-
ken staat van de wederzijdsche bezoeken
van het Italiaansche koningspaar bij den
Paus en van den Paus in het Quirinaal.
Niet dat de bezoeken zelf en de bij deze
gelegenheden ten toon gespreide praal zoo
overdadige belangstelling verdienen of
schoon er hierbij wel duidelijk gebleken is
hoezeer het Italiaansche volk gelukkig is
over de tien jaar geleden eindelijk gevonden
oplossing van een eeuwenoud vraagstuk, dat
als het eenige nog de voltooiing van zijn
nationale eenheid in den weg stond.
De herhaalde intieme besprekingen tus
schen Paus en Koning, alsmede tusschen
hun ministers van buitenlandsche zaken
Graaf Ciano en kardinaal Maglione en voor
al de omstandigheid, dat de Heilige Vader
zich bereid liet vinden de oude Pauselijke
residentie van het Quirinaal, waaruit de
Pausen zeventig jaar geleden werden ver
dreven. als gast te betreden, hebben aan de
Italianen de overtuiging geschonken, dat
hun regeering en de Heilige Stoel elkaar
hebben gevonden op een gemeenschappelijke
basis, die in deze dagen en gezien de ver
schillende Pauselijke redevoeringen en
kondgevingen die haar omlijstten, geen an
dere kan zijn dan het blijven zoeken naar
den vrede.
Uiteraard kan de Paus met betrekking tot
de actueele vraagstukken over het algemeen
slechts academische en theoretische be
schouwingen geven, opdat zijn neutraliteit
of althans objectiviteit door geen der strijd-
voerenden in twijfel kan worden getrokken.
Steeds blijkt dan ook weer, dat alle partijen
den Pauselijken lof op zich zelf en de Pau
selijke maanwoorden op hun tegenstanders
weten te betrekken Een uitzondering op
dezen regel maakt slechts de aanval der
Bolsjewisten op Polen en in veel sterker
mate nog op Finland, die reeds meerdere
keeren door Pius XII op zeer ondubbelzin
nige wijze werden gebrandmerkt. Een sa
mengaan van Italië en het Vaticaan op den
weg naar voorbereiding van een nieuwen
vrede en als eerste schrede tot dit doel
van de redding der Christelijke en Euro-
peesche beschaving, zou dus kunnen betee-
kenen. dat het Vaticaan meer toegankelijk
wordt voor Italiaansche argumenten nopens
de schuld aan den oorlog en de aange
wezen redmiddelen, terwijl de Fascistische
regeering op haar beurt den koers scherper
tegen Rusland richt, dan tot dusver ver-
eenigbaar werd geacht met de solidariteit
jegens den asgenoot.
Inderdaad getuigt de Italiaansche houding
tegenover het RussischFlnsche conflict
geleidelijk van steeds meer vastberadenheid.
Zeer zeker werd de overval op het vreed
zame kleine Finland door een opoermachtig
schijnenden buurman al dadelijk met het
grootste onbehagen gadegeslagen, maar er
werd toch ook de grootste aandacht ge
schonken aan de officieuze Duitsche nota,
waarin de Finsche regeering en den Scandi-
navischen staten hun pekelzonden werden
voorgehouden. In de verantwoordelijke krin
gen werd er ook onmiddellijk aan herinnerd,
dat Finland destijds met hartstocht aan de
beruchte sancties had deelgenomen en het
Finsche beroep op den Volkenbond scheen
heelemaal de deur dicht te doen en wekte
slechts ironisch leedvermaak op. Bovendien
heerscht er in die dagen een zekere stroo
ming, die heel realistisch met de mogelijkheid
rekende van een Russisch opdringen naar
het Zuiden en van oordeel was dat de Itali
aansche belangen eischten. in dat geval tot
een acoord met Moskou te komen, gelijk
ook Berlijn tot een accoord met de Sovjet-
Unie was gekomen. Het voordeel hiervan zou
dan geweest zijn, dat de Russische Stoom
wals" inplaats van in Zuid-Westelijke, in
Zuid-Oostelijke richting kon worden gediri
geerd en dat bovendien de Italiaansche
Twaalfeilanden-archipel door een gedeelte
van Anatolië zou kunnen worden gedekt.
Een „belangengrens" met Rusland zou dan
volgens zeker voorbeeld wei af te bakenen
zijn geweest.
Deze houding is, zooals gezegd, thans
grondig veranderd. Algemeen is men het er
over eens. dat Finland de heldhaftige
wachtpost is geworden voor onze Westersche
beschaving en noodzakelijk moet worden
gesteund in zijn dapperen strijd tegen den
gemeenschappelijken vijand. Terwijl men
tot in den laatsten tijd ten volle bereid was
begrip te toonen voor de Russische wen-
schen van een terugkeer van Bessarabië.
dat door het geminachte „Roemenië van
Titulescu" werd bezet gehouden, ontmoet
tegenwoordig de bloote gedachte van een
mogelijke uitbreiding van den Russischen
invloed naar onverschillig welken kant, on
middellijk het scherpste verzet. Het behoeft
niet te verwonderen, dat de pers. die het
dichtst bij het Vaticaan staat, dus de uit
sproken katholieke bladen, in deze houding
het felst zijn. ..Nooit kunnen wij ook maar
het geringste stukje weg gemeenschappelijk
afleggen met Sovjet-Rusland. Met den
vijand no. 1 van onze beschaving bestaat
geen enkel aanrakingspunt, maar zullen wij
vroeg of laat onherroepelijk in botsing moe
ten komen!" aldus schrijft de „Avvenire"
van 30 December. Zelfs de duizendmaal ge
smade en gehoonde Volkenbond kreeg ln dit
blad een sympathieke noot en mirabile
dictu! het werd door het Italiaansche
persministerie niet belet.
Nadat Italië door de groote rede van graaf
Ciano in de corporatieve kamer, zich heeft
verdedigd tegen het verwijt, niet loyaal ge
weest te zijn tegenover den bondgenoot en
daardoor dus met het verleden heeft af
gerekend. trekt het thans de conclusie uit
het wereldgebeuren en zoekt zich ter
behartiging van zijn nationale en cultureele
belangen vrienden, waarmede het niet de
risico loopt, zich ooit te kunnen compro-
mitteeren.
(Nadruk verboden).
NIEUWS UIT IJMUIDEN.
(Van onzen oorrespondent).
Weekoverzicht.
Er ls eenige wrijving ontstaan tusschen de
reedeis en de werknemers-organisaties over de
voorwaarden van een nieuw te sluiten contract.
U weet natuurlijk, waar het om gaat: net
contract is opgezegd en nu moet er een nieuw
contract komen. Het eerste is een logisch geval
van de bijzondere tijdsomstandigheden, maai'
deze bijzondere tijdsomstandigheden doen bij
ons de vraag opkomen, of er nu wel reden is
om zich druk te maken over een nieuw contract.
Een contract impliceert verplichtingen aan
belde zijden en zijn de omstandigheden nu niet
van dien aard. dat er van verplichtingen geen
sprake kan zijn? Het is onverschillig van wel
ken kant men de zaak bekijkt, maar zelfs een
verbintenis van één jaar lijkt ons moeilijk.
Dat wil nu niet zeggen dat er maar voor
het lieve vaderland weggevaren moet worden.
Er is nog heel goed een modus voor een over
eenstemming te vinden, welke van evenveel
waarde kan zijn als een collectief contract. Dat
heeft trouwens ook een beperkte waarde, ge
tuige het feit, dat een enkele reederij en
misschien wel meer dan een enkele zich niet
heeft gehouden aan de overeenkomst ten aan
zien van de condities van het varen ln oorlogs
tijd. Bindende afspraken op korten termijn lij
ken ons thans practischer dan een contract van
een Jaar. vooral omdat het begrip „dwang"' of
..verplichting" bü de naleving van de bepalingen
wel als van nul en geener waarde beschouwd
kan worden.
Het leek er ln den beginne op. dat er een
ernstige stagnatie zcu komen, maar dat is nogal
meegevallen Maar door de feestdagen ls het
met den aanvoer leeltjk misgeloopen. Het was
haast een vischloos tijdperk: drie trawlers in
de heele week ls zelfs in dezen oorlogstijd „nie
dagewesen". Natuurlijk was de visch duur. Zwe
den zorgde er voor, dat de haringhandel nog
wat kon koopen. maar voor den binnenland-
schen handel was er zoo goed als niets. De drie
booten, die binnen waren, maakten natuurlijk
mooie besommingen en ook de snurrevaadkot-
ter Nelly van B. Dm. 23 had een prachtige
reis. Dit scheepje profiteerde van de groote
vraag naar platvisch en behaalde de hoogste
besomming, die het maakte zoolang het ln de
vaart is: f.2060.
Het wachten is nu op de trawlioggers. Naar
wij vernemen worden er eenige Katwijksche log
gers voor de trawlvisscherij klaargemaakt, maar
veel zullen het wel niet zijn.
De pessimisten hebben altijd ongelijk zegt
men. maar het is nu wel zeer moeilijk optimis
tisch te zijn. Er is van het nieuwe jaar weinig
goeds te verwachten.
Het heele bedrijf heeft maar één wensch:
„Moge er spoedig een einde aan den oorlog
komen!"
VERWACHTE VISCHAANVOER.
Thuisstoomende naar IJmuiden voor de Maan-
dagmarkt
Caroline. IJm. 26, vangst600 manden haring
250 m. diversen. Totaal 850 manden: Adelante
Dm. 19. vangst: 55 m. schelvisch, 50 m braad-
schelvisch, 60 m. koolvisch. 90 m. gestripte ra
dio. 300 m. dichte radio; totale vangst 555 m„
benenvens 200 stuks stiive kabeljauw en 30 stuks
stijve leng: Knikker. Dm. 4. vangst: 60 manden
schelvisch. 70 m. braadschelvisch. 300 m. radio.
50 m. gul; totaal 480 manden, benevens 170
stuks stijve kabeljauw,
VISCHPRIJZEN.
IJMUIDEN. 6 Januari.
Tong f. 1.80—1.08 per KG.; Kleinschol f.24—
15 per 50 KG.; Bot f.1816,50 idem; Schar
f.7,20—6,60 idem; Wijting f.8,80—6.60 idem
3—3