Het Prinselijk Paar rijdt schaatsen - Felle brand te Amsterdam
Süs:e Juaiyang
LEiDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
I
Geen bericht van
Hamilton
FEUILLETON
DE STRENGE V0RS1 van de laatste dagen
heeft tengevolge, dat er veel drijfijs is ontstaan
op de Maas bij Rotterdam. Een schip baant zich
^en weg door het ijs.
OP DE GOUWZEE IS HET IJS AL STERK GENOEG OM EEN AUTO TE
DRAGEN. De Marker jeugd, die zoo'n voertuig nu niet iederen dag te zien
krijgt, nam er bij aankomst op het eiland direct bezit van.
TE SALATIGA WOEDDE EEN CYCLOON welke groote schade aanrichtte. Het mili
taire ziekenhuis had het zwaar te verantwoorden: het dak woei stuk en een groote boom
verwoestte in zijn val een deel van het gebouw.
PRINSES JULIANA EN PRINS BERNHARD HEBBEN WEDEROM TE LOOSDRECHT
VAN DE SCHAATSSPORT GENOTEN. Na het rijden nemen de Prins en de Prinses
afscheid van Hun gezelschap.
TE KAMPEN WERDEN HARDRTJ-W EDSTRIJDEN OP DE SCHAATS VOOR
MANNEN GEORGANISEERD. Het ging om het kampioenschap van Neder
land (korte baan). De start van eenige deelnemers. De soldaat links geeft het
vertrek-signaal.
GONDA DONKER de Nederlandsche kam
pioene op de schaats, traint op de banen van de
Leidsche IJsclub voor de komende wedstrijden.
FELLE UITSLAANDE BRAND IN EEN WINKEL VAN DE FA. VROOM EN DREES-
MANN AAN DE HAARLEMMERSTRAAT TE AMSTERDAM. De brandweer be
streed met groot materiaal den brand. Een overzicht tijdens het blusschen.
door
HANS HIRTHAMMER.
6)
Dr. Hugsley stelde voor. „Een merk
waardige samenloop van omstandigheden!"
ging hij daarna voort. „Collega Been wil
namelijk een wetenschappelijke expeditie
naar de woestijn Tharr ondernemen. Ik
heb hem natuurlijk deelgenoot gemaakt
van die geheimzinnige geschiedenis, waar
van James ons vertelde. Wel, hoe was het?
Alles in orde?"
Anny knikte toestemmend en wijdde
daarop haar aandacht aan den jongen
Hollander, die juist met kolonel Macpher
son eenige beleefdheden wisselde.
Dr. Been was ongetwijfeld een interes
sante verschijning. Zijn goed getraind
lichaam bewees, dat hij gewend was aan
sport te doen, het scherp gesneden gezicht
met het blonde, achterover gekamde haar
drukte wilskracht en doorzettingsvermo
gen uit en de wat strenge mond met de
smalle lippen scheen deze beide eigen
schappen nog slechts te accentueeren. Het
innemendst echter was de zeldzaam sym
pathieke stem van dezen jongen geleerde.
Anny had het gevoel, dat zij met gesloten
oogen uren lang naar deze stem zou kun
nen luisteren.
„U bent voor het eerst in Britsch Indië?"
nam zij aan het gesprek deel. alleen om
hem te dwingen het woord tot haar te
richten.
„Inderdaad, maar ik moet bekennen, dat
ik eenigszins teleurgesteld ben. Wij. in
Europa, zijn nu eenmaal gewend ons dit
land als een sprookje uit duizend-en-een
nacht voor te stellen."
„En hebt u niets van uw verwachtingen
bevestigd gevonden?"
„Neen met uitzondering van een paar
tempels en minarets en ettelijke bruine ke
rels met vrij onzindelijke tulbanden, die
ik bij mijn aankomst in de haven tegen het
lijf liep. Maar misschien blijven de won
deren van den Orient voor de oogen van
een ongeloovige verborgen."
„U zult er nog genoeg van te zien krij
gen!" voorspelde kolonel Macpherson, die
zich tegen zijn wil tot den Hollander aan
getrokken voelde.
Dr. Hugsley knikte toestemmend. „Bom-
baby is vereuropeïseerd of vereuropeaanst
hoe moet ik het zeggen Net als
Shanghai en Tokio. U moet naar de bin-
nenlandsche reizen. In Delhi of in Benares
zult u het echte, onvervalschte Indië ont
dekken."
Anny was het opgevallen, dat de vreem
deling haar gadesloeg, allerminst opdrin
gerig of nieuwsgierig, maar toch zoo, dat
het de conclusie wettigde, dat zij hem be
viel. En zij was vrouw genoeg om deze be
langstelling voor haar persoon naar waar
de te schatten. Zij leunde behaaglijk ach
terover in haar stoel en voelde zich ge
vleid, dat .zij zijn bewondering had weten
op te wekken.
Kolonel Macpherson had zich intusschen
met zijn gastheer geoccupeerd; hij prees
diens cocktail en vroeg beleefdheidshalve
om het recept. Hij bleef nog een poosje,
maar toen het hem meer en duidelijk werd
dat miss Hugsley zich bij voorkeur met
den vreemdeling onderhield, achtte hij den
tijd gekomen om afscheid te nemen.
Spoedig nadat hij vertrokken was, stond
ook dr. Hugsley op. „Ik moet nog mijn re
feraat voorbereiden voor vanavond. Als u
er iets voor voelt, dr. Been, kunt u mij naar
de vergadering vergezellen. Het Is een bij
eenkomst van den medischen kring en het
dunkt mij voor u een bij uitstek gunstige
gelegenheid om met verschillende heeren
persoonlijk kennis te maken."
„Heel graag!" ging Been op het voorstel
in. „Ik ben u zeer dankbaar!"
„Ik zal direct den voorzitter van uw
komst op de hoogte stellen. Tot wij weg
gaan, zal mijn dochter u wel gezelschap
willen houden". Hij wendde zich tot Anny.
„Heb ik je al verteld, dat mister Been onze
gast zal zijn, tot hij zijn voorbereidingen
voor de expeditie heeft beëindigd? Jij wilt
zeker wel voor zorgen, dat het hem aan
niets ontbreekt."
Daarmee werden de beide jonge men-
schen alleen gelaten.
Beiden deden zij hun best het gesprek
een geanimeerd karakter te geven, maar
het was, alsof er een zekere spanning tus-
schen de woorden heerschte. veroorzaakt
door onuitgesproken bekentenissen.
„Woont u al lang in Indië?" vroeg Hans
Been.
„Ik ben in Bombay geboren."
„Dus dan kent u Europa heelemaal
niet?"
„Alleen van hooren zeggen. Het moet een
koud, nuchter en onvriendelijk land zijn!"
Been keek haar verwonderd aan. „Het
geboorteland van uw ouders! Verlangt u er
niet naar het eens te zien?"
Miss Hugsley schudde het hoofd, terwijl
zij haar handen om haar knie vouwde. „Kan
een mensch. die in het paradijs leeft, naar
de woestijn verlangen?"
„Waarom niet? Zelfs een paradijs kan op
den duur vervelend worden."
„Vervelend? Ja maar dan heeft men
dat aan zichzelf te wijten. Men mag de ver
veling niet over zich laten komen. Men moet
van het leven genieten tot de laatste teug!"
Zij boog zich wat voorover en legde haar
handen op tafel, terwijl zij hem merkwaar
dig doordringend aankeek.
Dr. Been lachte wat gedwongen, alsof hij
zich trachtte los te scheuren van een
kracht, die bezit van hem dreigde te zul
len nemen.
„Een standpunt, waar iets voor te zeg
gen is!" Hij wierp een blik op haar handen
die voor hem op de tafel rustten. Haar vin
gers waren smal en lang. de nagels uitste
kend verzorgd.
Hij kon de verleiding nauwelijks weer
staan zijn hand op de hare te leggen. De
mysterieuze bekoring van het land. waar
hij dezen dag voor het eerst voet aan wal
had gezet, deed haar invloed gelden Hij
voelde, dat het leven hier door ongebrei-
delder krachten werd voortgedreven en dat
de Europeesche wetten in dit land haar
doel en haar beteekenis verloren.
Miss Hugsley stond op en streek met een
gracieuze beweging een lok van haar voor
hoofd. Zij had de laatste minuten benut
om een vergelijking te maken tusschen den
dikken, kleinen Cookerel en dezen blonden
vreemdeling.
„Kom, ik zal u den tuin eens laten zien!"
noodigde zij hem uit. En om haar lippen
lag een ondoorgrondelijk lachje.
6.
Het bleek, dat Cookerel, zijn weinig spor
tief figuur ten spijt, een uitstekende berg
beklimmer was. Hij overwon de moeilijkste
hindernissen en beklom de steilste rots
wanden met een vaardigheid, welke zijn
zooveel slankere metgezel nauwelijks ver
mocht te evenaren.
Floyd klom over de laatste uitstekende
rotspunt heen, trok den achter hem ko
menden Cookerel omhoog en liet zijn blik
met welgevallen over het breede dal bene
den hem dwalen.
„Dat hebben we alweer netjes klaar ge
speeld!" vond James Cookerel, terwijl hij
zich het zweet van het voorhoofd wischte.
Diep onder hen op den bodem van den
ruimen, slechts aan een zijde open dalketel,
stond het vliegtuig en de nietige zwarte
punt. die zich daarvoor bewoog, was Edward
Hamilton.
Floyd wijdde zijn aandacht aan het
smalle rotspad. waarop zij beiden stonden
en dat in een wirwar van kloven en sple
ten verloren ging.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).