Hevige mijnontploffing te Huisduinen - De moord te Hoeven
Geen bericht van
Hamilton
80ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
1 1 j
NIEUWJAARS-RECEPTIE bij den minister van Buiten-
landsche Zaken Z.Exc. mr. E. N. van Kleffens. Boven: gene
raal I. H. Reynders en mevrouw, onder: de Japansche gezant.
Z.Exc. Itaro Ishii en zijn echtgenoote.
DOOR HET STOOTEN TEGEN DEN ZEEDIJK ontplofte te Huisduinen
een mijn. waardoor in het plaatsje heel wat schade werd aangericht. Het
Badhotel, waarvan geen ruit heel bleef.
EEN OVERZICHT VAN DE TURK-
SCHE STAD ERZENEAN welke bij
zonder zwaar door de aardbeving werd
getroffen.
DE MOORD TE HOEVEN. De rijksveldwachter draagt het geweer,
waarmede de moord werd gepleegd De dader pleegde zelfmoord, door zich
voor een trein te werpen.
HET BEZOEK VAN HET ITALIAANSCHE KONINGSPAAR AAN HET
VATIC A AN. De aankomst. Op de foto ziet men verder leden van de be
roemde Zwitsersche eeregarde.
PARIJS ONDER DE SNEEUW.
Sprookjesachtig doet de Avenue des Champs-Elysées aan onder het
smetteloos witte dek.
door
HANS HIRTHAMMER.
3)
3.
Als een geweldigen, vuurrooden kogel zweef
de do zon boven den horizont. Dan was
het plotseling, of het machtige hemel
lichaam begon te wankelen. Het zonk in
de diepte en snel spreidden de schaduwen
van den nacht zich uit over het einde-
looze, door ontelbare rotsen gespleten land
schap.
De temperatuur daalde aanmerkelijk en
v/eldra was het zoover, dat de beide passa
giers van het vliegtuig hun warme klee
ding naar waarde begonnen te schatten.
Zij zaten dicht naast elkaar in de waar
nemers-cabine, hadden de lamp aan de
binnenzijde van de boordbekleeding inge
schakeld en wierpen af en toe een blik op
de groote landkaart, die open gevouwen op
hun knieën lag.
Professor Floyd stopte weer eens zijn
shagpijp, terwijl Cookerel zijn zooveelste
sigaret opstak.
Het rooken vereischte bij den razenden
stormwind, die over hun hoofden heen
suisde, een zekere behendigheid. Telkens
wanneer zij een trek deden, verborgen zij
hun hoofd cnder de rompbekleeding. als
twee ondeugende schooljongens, die voor het
eerst het genot van het rooken smaken en
deze euveldaad, door onder hun lessenaar
te duiken, voor de spiedende oogen van den
meester trachten te verbergen.
Cookerel wierp van tijd tot tijd een blik
omlaag en volgde den weg. welken het
vliegtuig nam. op de kaart.
„Aha hij buigt nu scherp naar het Noor
den af. Wij gaan zoo recht op het Gainer-
meer toe. Hm, zou er in dat verhaal dan
toch werkelijk iets waars schuilen".
Floyd haalde zijn schouders op. „Wij zul
len zien!"
De lichtpunten, welke aanvankelijk het
landschapsbeeld nog beheerscht hadden,
werden steeds zeldzamer, een bewijs, dat de
menschelijke nederzettingen voortdurend
schaarscher werden.
Na eenigen tijd verdween, het laatste
zwakke lichtschijnsel aan den Zuidelijken
horizont. De eindelooze verlatenheid van de
woestijn omving de reizigers en legde zich
als een nachtmerrie op hun gemoed.
In het vale licht van de opgaande maan
openbaarde zich de vage omlijning van een
natuur, die in zand en steen verstard
scheen en waarin alle leven volkomen was
uitgewischt.
Het eene uur na het andere verliep. De
maan steeg hooger en teekende de schadu
wen van het vliegtuig op het eentonige,
maar juist in zijn starre verlatenheid zoo
fantastische landschap op aarde.
De beide mannen volgden deze zwarte
vlek, die hun een levenden metgezel op hun
eenzame reis toescheen. Nu eens gleed hij
met dezelfde snelheid mee, dan weer ver
dween hij met een achterwaartschen sprong
in de slagschaduw van een bergketen om
dan na een poosje weer onverwachts er
gens op te duiken.
Hamilton strekte zijn arm naar achteren
en duwde Cookerel een briefje in de hand.
„Naar mijn schatting moeten wij er nu
ongeveer binnen een uur zijn."
Cookerel raadpleegde de kaart en verge
leek den tijd met de reeds afgelegde kilo
meters.
„Het schijnt te kloppen!" schreeuwde hij
den professor in het oor. „Tamelijk Ooste
lijk van het Gainer-meer. Maar wij weten
immers zeker, dat daar niets anders te vin
den is dan een ontoegankelijk gebergte en
met zandmassa's opgevulde dalen!"
Professor Floyd gaf geen antwoord. Hij
knikte slechts kort en verdiepte zich weer
in zijn kaart.
Toen de aangegeven tijd verstreken was,
verliet Hamilton de route, welke hij tot dus
ver had gevolgd. Hij boog met een scher
pe bocht naar links af en vloog daarna
zigzag en op geringe hoogte boven de zwij
gende, vaal schemerende woestijn.
De beide mannen bogen, ondanks de bij
tende koude, hun hoofd over den rand van
de cabine en staarden ingespannen naar
omlaag om niets te missen van hetgeen
daar beneden aan bijzonders te zien zou
kunnen zijn.
Het landschap droeg kennelijk een berg
achtig karakter. Ruwe rotsspitsen en kam
men wierpen hun scherp omlijnde schadu
wen in de blauwe diepten der dalen.
Maar nergens was ook maar een teeken
van leven te zien, nergens ontwaarde men
zelfs de geringste aanwijzing, dat zich in
deze troostelooze woestenij van zand een
menschelijke nederzetting zou bevinden.
Hamilton echter scheen zijn vergissingen
niet te willen inzien of althans voorloopig
nog niet te willen toegeven. Hij liet de ma
chine nog lager dalen, zoodat zijn beiden
passagiers de vrees bekroop, dat zij tegen de
steile rotswanden van het verraderlijke
bergland te pletter zouden slaan.
Cookerel krabbelde haastig een paar re
gels op een blaadje uit zijn notitieboekje en
gaf dit naar den voor hem zittenden be
stuurder.
„Stel voor. dat wij omkeeren. U schijnt u.
toch te hebben vergist. Hindert niet, maar
wij voelen er weinig voor aan een van deze
ongezellige steenhoopen te blijven plakken.
Een beetje hooger dus alsjeblieft en dan
rechtsomkeert naar Bombay!"
Toen Hamilton van deze boodschap ken
nis had genomen, schudde hij gedecideerd
zijn hoofd. Cookerel zuchtte en wierp zijn
reisgenoot een wanhopigen blik toe.
Floyd glimlachte. Hij mocht dat hard
nekkige volhouden van Hamilton wel, nu
alles niet zoo gemakkelijk bleek te verloo-
pen. Als die jongeman er van overtuigd was
dat zijn stad werkelijk
Plotseling sloeg de motor af.
De onverwachte stilte, waarin nog slechts
het snorrende geluid van den propeller
hoorbaar was, had een schier verlammende
uitwerking op de beide mannen. Met wijd
geopende oogen van ontzetting staarden zij
naar den breeden rug van de piloot.
Hamilton trok aan de compressorpomp en
toen deze poging zonder resultaat bleef,
had hij nog juist tijd het stuur om te wer
pen.
Met de draagvlakken bijna loodrecht om
laag, ging het vliegtuig door de bocht om
daarna dicht langs den steilen wand, welke
den Noordelijken uitgang van het dal af
sloot, omlaag te glijden.
„Wij moeten een noodlanding maken 1".
schreeuwde Hamilton, zonder zich om to
keeren. „Ik weet niet, wat de motor plotse
ling mankeert."
James Cookerel ontwaarde een zeldzaam
onaangenaam gevoel in zijn maagstreek.
„Een fijne verrassing!" riep hij, half ang
stig, half geërgerd. „U kunt hier toch niet
landen; het is daar beneden stikdonker!"
Professor Floyd bleek de man met de
sterkste zenuwen. „Maak mister Hamilton
toch niet nerveus! Er is nu eenmaal geen
andere mogelijkheid dan te probeeren met
zoo weinig mogelijk schade aan den grond
te komen."
In een vlotte glijvlucht gleed de machine
in de diepe duisternis van het naar drie
zijden door rotsen ingesloten dal.
Hamilton was er zich ten volle van bewust,
wat het beteekende op den zanderigen
grond, in het holst van den nacht en in een
wildvreemde omgeving een landing te ris-
keeren, maar er bleef hem niets anders over.
Hij probeerde het vliegtuig, zoolang het
ging, in de lucht te houden, maar toen hij
op eenige honderden meters afstand een
rotsbarrière meende te onderscheiden,
greep hij, onmiddellijk besluitend, het
hoogteroer en liet de machine dalen.
De bruine vlakte onder hen kwam elke
seconde dichterbij. Onbewust, hun zenuwen
tot het uiterste gespannen, hielden de bei
de passagiers hun adem in en toen ge
beurde het.
Eerst ^en knersend, oorverdoovend geluid,
dan een geweldig gekraak en op hetzelf
de oogenblik voelde James Cookerel - - h
door een geheimzinnige kracht uit zijn zit
plaats getild, in een grooten boog door het
luchtruim geslingerd en met een smak in
het mulle zand geworpen.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).