Do voornaamste gebeurtenissen in 1939 Bekende Leidenaars die heengingen Overzicht van Leiden en omgeving m Wat in het afgeloopen jaar onze aandacht trok LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 December 1939 Zesde Blad No. 24468 De Sleutelstad SOste Jaargang Stadhuisbouw het Gemeentebestuur Belangrijke raadsbesluiten De overweg EEN veelbewogen jaar gaat ten einde. Zóó veelvuldig waren in 1939 de belangrijke voorvallen in het wereldgebeu ren, dat ondanks het korte tijdsbestek van 365 dagen het menschelijk geheu gen tekort schiet om ze alle in de herinnering op te roepen en ze in de histori sche volgorde te rangschikken zonder daarbij gebruik te maken van de daarvoor ten dienste staande gedrukte bronnen, in casu de dagbladen, die ons van dag tot dag op de hoogte hebben gehouden van het uitermate gecompliceerde wereld nieuws. Getrouw aan onze gewoonte willen wij trachten om in ons Oudejaars-overzicht het scheidende jaar in de herinnering te doen herleven en daarbij achtereen volgens stilstaan bij de voornaamste gebeurtenissen, welke in onze stad, de naaste omgeving, het eigen land en over de grenzen de aandacht vroegen. Het totale beeld van 1939 wordt ovcrheerscht door den oorlogsbrand, die in ons werelddeel is uitgebroken en waarvan niemand in het huidige stadium den uit- eindelijken omvang kan schatten, noch het tijdstip kan aangeven, waarop de baaierd tot rust zal zijn gekomen. Zullen de vlammen van het krijgsgewoel nóg hoogcr oplaaien? Zal haar verzengende gloed zich aan nóg meerdere staten mede- deelen en zal vooral ons dierbaar vaderland zich staande kunnen houden temidden van de vuurzee, welke aan zijn grenzen woedt? Geen menschenmond vermag op deze vragen het antwoord te geven. Ons land, dat in geen honderd jaar oorlog voerde, bleef daarvoor totnutoe ge spaard. De oorlogsmoloch, die reeds zoovele jonge menschenlevens opeischte, bleef tot dusverre buiten onze grenzen. Wel brengt de oorlogstoestand ook voor ons land geweldige moeilijkheden met zich mede en worden van het Nederland- sche volk in al zijn geledingen zware offers gevraagd, doch in het hart van hen, die hun blikken verder richten dan de allernaaste omgeving, kan slechts plaats zijn voor dankbaarheid, dat het ergste ons tot dusver bespaard bleef en rijst de bede op, dat de Almachtige ons daarvoor ook in de toekomst moge behoeden. Laat dat besef op dezen zoo somber schijnenden Oudejaarsavond diep in ons doordringen en laten wij daaruit de kracht putten om, vertrouwende op God, Die al regeert, te gelooven in de spoedige komst van betere tijden voor onze arme menschhcid Wanneer wij dan allereerst onze aandacht bepalen bij de voornaamste wederwaardig heden in dan dient direct geconstateerd, dat die ge beurlijkheden over het algemeen eigenlijk niet zoozeer „couleur locale" bezaten, doch haa oorsprong vonden in feiten van natio naal of Internationaal belang (geboorte van Prinses Irene, de mobilisatie, enz.) Ge beurtenissen van allesoverheerschend plaat selijk belang kwamen in het afgeloopen jaar niet voor. Voor groote rampen van den omvang van een Stadhuisbrand of dien van de Petruskerk, bleef onze stad gespaard, al wekte -'e brand in de Edelachtbaar-sigaren- fabriek op 20 Augustus daaraan herinne ringen. In dit verband richten onze gedachten zich als vanzelf naar den die sedert enkele maanden uitwendig ge heel is voltooid. De huidige werkzaamheden betreffen den inwendigen afbouw, waarbij helaas de vertraagde afvoer van verschillen de materialen (o.a. marmer) vermoedelijk nog wel eenige stagnatie zal veroorzaken, waarop van tevoren moeilijk viel te reke nen. De wederopbouw van het Leldsche Stad huis is van het begin af aan minder vlot verloopen dan men kort na den rampzali gen brand van 12 Februari 1929 had kun nen veronderstellen. De laatste jaren gaven evenwel weinig aanleiding tot klachten te dien opzichte en ook in het afgeloopen jaar is wederom een belangrijke schrede gezet op den weg. die leidt naar de voltooiing. De hoop lijkt ons nog altijd, dat het eind punt in den loop van het komende jaar zal worden bereikt en dat in 1940 de fraaie schepping van architect Blaauw in gebruik kan worden genomen. Dat dat tijdstipeven wel in het voorjaar zal vallen, zooals de bouwmeester bij de laatste persconferentie in uitzicht stelde, moet wel, mede in ver band met de hierboven geschetste moeilijk heden als gevolg van de internationale om standigheden, uitgesloten worden geacht. Het carillon, het geschenk der burgerij, is in hoofdzaak ter plaatse aangebracht en momenteel is men druk doende om de ver schillende mechanismen te monteeren, zoo dat het oor der voorbijgangers dagelijks ge troffen wordt door welluidende klokken- klanken, veroorzaakt door het beproeven der afzonderlijke klokjes. Op den 2den Februari, dus bijna precies tien jaar na den brand, bereikte de Stad huisbouw in den letterlijken zin zijn hoogte punt; op dien datum werd namelijk de windvaan geplaatst, dezelfde, welke ook vroeger den torenspits bekroonde; op 25 Mei deed de Haagsche Rechtbank eindelijk uitspraak in de reeds Jaren hangende zaak van twee huiseigenaren, wier perceelen als gevol" van den Stadhuisbouw ernstig wa ren beschadigd en daarvoor begrijpelijker wijze verhaal trachtten te zoeken bij de in stantie, die daarvoor aansprakelijk moest worden geacht. Nadat de gedupeerde huis eigenaren daarnaar lange jaren hadden ge zocht, wees de Haagsche Rechtbank als zoo danig de aanneemster van den onderbouw, de firma Hillen en Roosen te Amsterdam aan met gelijktijdige ontzegging van den eisch tegen de gemeente Leiden. Vanzelf sprekend was daarmede de zaak voor de huiseigenaren nog niet afgeloopen, want toen moest nog overeenstemming worden bereikt over het bedrag der schadevergoe ding. Of dat stadium inmiddels is bereikt, is ons niet bekend. Nog een voorval uit de geschiedenis van den Stadhuisbouw, helaas wederom een onaangename ervaring, dient vermeld, n.l. dat op 31 Juli een gedeelte van de voor den ouden gevel geplaatste schut ting omwoei, waardoor een voorbijganger zoo ernstig werd verwond, dat hij eenige dagen later aan de bekomen kwetsuren is bezweken. Wie over het Stadhuis spreekt, denkt aan en ln dat verband herinneren wij in de eerste plaats aan de herbenoeming van onzen burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, welke bij Kon. Besluit van 19 Januari bekend werd gemaakt. Eenige da gen tevoren was de heer Jac. Wilbrink ge kozen tot tijdelijk wethouder van Fabricage, zulks wegens ongesteldheid van den heer J. Splinter, wiens gezondheidstoestand hem helaas niet toestond zijn zetel weer in te nemen; op 20 Maart werd de tijdelijke be noeming van den heer Wilbrink omgezet in een definitieve. Op 14 Juni trok het Leidsche kiezerscorps, nadat op 19 April Statenverkiezingen wa ren gehouden, ter stembus voor de vier- jaarlijksche raadsverkiezingen, waarvan het resultaat een versterking der rechter zijde beteekende; te zamen met de anti-re- volutionnalren en de christelijk-historischen kregen de katholieken de beschikking over 18 van de 35 raadszetels. De verschuivingen bestonden hierin, dat de S.D.A.P. twee ze tels verloor, welke werden ingenomen door een katholiek en een vrijzinnig-democraat. De zetel van Nationaal Herstel ging over naar Gemeentebelang. Van de 35 zittende raadsleden keerden er 22 ln den nieuwen raad terug. Buiten deze groote verandering deden zich ook tusschentijds nog eenige wijzigingen voor; zoo zag de heer P. L Hessing zich wegens verhuizing naar Utrecht genoopt zijn zetel ln te rui men; de heeren Joh. de Groot en A. Carton bedankten ten gunste van hun partijgenoo- ten A. van Rosmalen en C. J. Piena, terwijl tie heeren D. van der Kwaak en F. J. Groot Enzerink zich tenslotte in verband met hun militaire plichten eveneens genoodzaakt zagen hun zetel beschikbaar te stellen; de heeren J. A. van der Reyden en B. J. Huur man Jr. namen hun plaatsen in. Ten aanzien van de samenstelling van het nieuwe college van Burgemeester en Wet houders handhaafden de sociaal-democra ten hun ouden eisch van twee zetels of geen en aangezien ter rechterzijde geen overeen stemming kon worden bereikt over een an dere oplossing, bleef de samenstelling zoo- als zij reeds voor de verkiezingen was. Ook in de verdeeling van de functies kwam geen enkele verandering. waren o.m. de wijziging der Electriciteits- tarieven, de aanleg van sportvelden in den Leidschen Hout in werkverschaffing, het continueeren van den Schoeiseldienst, het verleenen van belangrijke subsidies aan de passieve luchtbescherming, de tijde lijke verhooging van de steunuitkeerin- »en met 5%. de beschikbaarstelling van gel den voor de tewerkstelling van werkloozen bij den aanleg van het vliegveld te Valken burg en de uitbreidingswerkzaamheden der Leldsche Duinwatermaatschappij, de sanee ring van de naaste omgeving van het Le vendaal. en de recente goedkeuring van de begrooting voor 1940, velke voor het eerst sedert lange jaren kon geschieden voor den aanvang van het betrokken dienstjaar. Het college van B. en W. was erin geslaagd de begrooting sluitend te maken met een on- Ds. L. G. M. BRESSON. DE HEER T. S. GOSLINGA. oE HEER A. COERT DE HEER W. A. BODEWES. PROF. DR. W. NOLEN. Mr. Dr. H. VOS. f 7 DE HEER J. F. X. SANDERS. PROF. DR. A. J. WENSINCK. Ds. JOH. W. GROOT ENZERINK. gedekt te kort van ƒ70.000.waarvoor dekking werd verkregen door een kleine verhooging van het aantal opcenten op de personeele belasting, zoodat de belasting betaler er dit jaar nog betrekkelijk goed afkomt. De abnormale omstandigheden vorderen evenwel groote uitgaven, zoodat men verstandig zal doen zich vast voor te bereiden op drastischer fiscale maatregelen voor het volgend jaar! De werkloosheidszorg vraagt nog steeds zware financieele offers Bedroeg het aan tal werkloozen in het begin dezes jaars ruim 4400 tegen 5200 en 5100 in de eerste maanden van 1938 en 1937, de vorige week was dit aantal 2992 tegen 4400 en 5000 in December 1938 en '37. Dit aantal is in den loop van dit jaar aanzienlijk beneden de 2500 geweest, doch daarbij moet worden bedacht, dat ruim 1000 arbeiders werkzaam waren bij de werkverschaffing in Valken burg. Het tegenwoordige aantal moet trou wens worden vermeerderd met 400 man ln werkverschaffing en 350 vorstwerkloozen. Al is dus een verbetering ingetreden, toch is het beeld nog allesbehalve gunstig! Tot ons en ongetwijfeld zeer veler leed wezen kunnen wij nog niet melding maken van een raadsbesluit, waardoor het einde in uitzicht wordt gesteld van den onver- kwikkelijken toestand nabij het station der Ned. Spoorwegen als gevolg van den over weg aldaar. De door de Spoorwegen ont worpen plannen zijn als zijnde te kostbaar weer opgeborgen, doch kort geleden heeft Minister Albarda in de Tweede Kamer be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 21