Ons Kort Verhaal
Dat wij een wijs hart bekomen
LEIDSCH DAGBLAD - Vijfde Blad
Zaterdag 30 December 1939
Een Oudejaarsavond-vertelling
Door Hans Edinga.
STOFZUIGERS
LAND- EN TUINBOUW
Ik ga maar op de fiets
a
Eenmaal een boerenherberg (schuin
tegenover het oude grijze huis waarin de
familie Heuff zich voorgoed gevestigd had
na een lang leven in gezantschappen in
telkens een andere wereldstadl was „De
Blauwe Hand", nu het autoverkeer naar
het Zuiden er langs leidde, geworden tot
een gezocht oord van vermaak. En op den
Oudejaarsavond, terwijl het grijze huls met
enkele verlichte vensters uit de nevelen
oprees als een droomslot, vierde in „De
Blauwe Hand" een gezelschap tooneel-
spclers en andere artlsten uit de hoofd
stad uitbundig feest. Er was een jazzband
en er werd gedanst in een warnet van
serpentines. Een jonge vrouw, de actrice
Paulette Reederer, groot en donker In
haar lila toilet, was even het gewoel ont
snapt en staarde door een oud glas-in-lood
venster over de kleine weide heen naar
den overkant, met zoon verteerende aan
dacht, dat zij niet merkte, dat de oude re
gisseur Berends naast haar schoof en haar
gadesloeg mgt een groote zachtheid. Zij
wendde het donker schoon gelaat niet
naar hem toe, toen hij eindelijk begon te
spreken op gedempten toon: „Je bent nog
nog steeds vastbesloten?"
„Daar ligt de burcht", zeide zij zacht
voor zich heenen morgen zal ik er
mijn zaak bepleiten".
„Een gerechte zaak?"
„Geen zaak is gerechter, dan die eener
groote liefde".
„Zelfs wanneer men gaan moet over de
puinhoopen van het geluk van anderen?"
„Dat is dan niet anders, het mindere
moet voor het meerdere wijken".
„Met dit door te zetten maak je drie
menschen ongelukkig. Om jouwentwille
geeft Richard Heuff zijn diplomatieke car
rière op. Hij is de eenige zoon.Dat zal
een groot verdriet voor zijn ouders zijn
Zijn verloofde was zijn jeugdvriendin, dit
breekt haar leven
..Het is niet mijn wil alleen. Richard wil
toch ook? Hij zei vanavond nog door de
telefoon je weet, hij kan niet weg als
officier van piket hij zei: al zou het
mijn ondergang zijn, ik kan je niet mis
sen".
„Je zult hem een belemmering zijn in
alles wat hij onderneemt. Wat wordt er
dan van hem; géén diplomaat als zijn
vader, slechts een landjonker met een
vrouw op wie zijn vrienden neerzien. Dat
zal hem alle geluk vergallen".
„Dat zal wel veranderen. En kan ik het
helpen dat mijn eersten man geen goeden
naam had? Dat kan Richard en mij nu
niet scheiden".
„De mènschen vergeten zoo iets nooit.
En die menschen juist, de openbare mee
ning, dat is het onontbeerlijke voor een
diplomaat, waarmee zijn carrière, zijn
gansche bestaan staat of valt".
„Wij geven beiden onze carrière op. Ik
zoo goed als hij".
„Neen, je zult altijd weer willen spelen,
het is te sterk in je".
„Dat is niet waar. ik ben meer vrouw
dan kunstenares. JIJ weet het ook, je zult
me nooit de groote tragische rollen geven:
Marguérite Gautier, Fedore Elektra
„Je zult ze kunnen spelen als je een
groot leed gekend hebt".
„Ik weet het, ik ben er nu te gelukkig
voor".
„Hoe kan je gelukkig zijn als je bedenkt
wat je morgen mevrouw Heuff gaat aan
doen?"
„Met zijn moeder spreken is het eenige
wat ik doen moet".
„In Jezelf vergis je Je niet, maar je ver
gist je in Richard. Geen liefde maakt ge
lukkig tegen den achtergrond van een
noodlotsgevoel. Slechts waar men den
hemel dankend aanroept, kan geluk wo
nen".
„Berends, ik weet het heusch ik weet
het maar al te goed. Maar dit is te sterk in
me. Had ik hem maar iets minder lief. Nu
ls het voor mij een levenskwestie. Als ik
dit niet grijp, zal ik misschien nooit meer
trouwen en eenzaam blijven en spoedig
oud worden. Ik ben al een en dertig".
„Is dan je kunst Je niet het hoogste? Ons
gezegend vak? Denk aan Ristori, aan Ra
chel, aan Bernhard, aan Duse, aan me
vrouw Bouwmeester.zij hebben duizen
den met hun spel in het liart gegrepen.
Dit zou jij ook kunnen, ik ben daarvan
overtuigd, Paultje".
„Het leven zelf is mij meer dan het uit
te beelden".
„Het leven zelf is niet voor de grooten
weggelegd Ware kunst wordt geboren uit
de eenzamen, de onverzadigden van 's le
vens festijnen
„Mijn liefde Is sterker dan dat alles. De
ouders van Richard hebben hun leven ge
had, ik eisch het mijne op en mag geen
medelijden met hen hebben".
Hij zweeg. De jazzband brak opnieuw los.
vulde de zaal met wanhopig geluidDe
oude, eenmaal zeer levenlustige man zag
neer op de dansenden..,, en wist hen
arm.
„Dans je niet?" vroeg hij, zich weer naar
haar omwendend. Maar hij sprak in een
leegte. Zij was plotseling van zijn zijde
verdwenen
„Het ls goed, dat U hier gekomen is",
stelde mevrouw Heuff tevreden vast en
reikte haar gast, nu zij ultgebrldged waren,
het laatste kopje thee uit den zilveren
trekpot „Daarginds bij die Jazzband
wordt een mensch gek op een avond als
deze. Een kalm spelletje kaart helpt den
avond passeeren als men geen der kinde
ren thuis heeft. Het was een zegen, dat u
Juist bulten ronddwaalde. Nu werd u onze
bridge-partner"
Paulette Reederer. naast den ouden heer
op de sofa bij den haard, glimlachte. „Het
was een beetje brutaal van me om hier
rond het huls te zwerven maar ik moest
eens even tot mezelf komen. Het idee, dat
er ln eens een goede fee uit het huls kwam
die me kalm vroeg of ik bridgen kon! Het
is een onwezenlijke toestand. Wat weet u
van me? Ik ben een vreemdelinge hier.
Paulette speelde de comedie volkomen.
Het was een voordeel overdacht ze nu
reeds met hen op goeden voet te geraken.
Morgen zou het pleit beginnen.
De blonde jonge vrouw, Emilie, thans nog
in naam Richards verloofde, strekte ach
terwaarts de handen naar de weldaad van
van het vuur uit en vroeg met haar pret
tige zachte stem: „U blijft toch tot mid
dernacht? U wacht toch het nieuwe jaar
met. ons af?"
„Graag, als ik mag", zei Paulette na een
korte aarzeling.
Emilie was sympathiek, zij zou morgen
ook met haar willen spreken en zoo moge
lijk in vrede van hen scheiden. Vreemd
was het overigens dat niemand hier Ri
chard's naam noemde. De oude dame, die
haar kinderen, waarvan twee jong gestor
ven en drie ln het buitenland waren, wel
zeer moest missen op dezen Oudejaars
avond, klaagde niet en had met haar kleine
grappige opmerkingen, maar handige zet
ten bij het spel. een wonderlijk lichten con
versatietoon doen ontstaan, waarin de
overigen geheel meegingen. De oude heer
Heuff, mager en uiterst gedistingeerd, een
bijna uit den tijd geraakt hoffelijk type
haalde herinneringen op aan vroegere tij
den. Bijna altijd te midden van menschen
van vreemde nationaliteit maar ook land-
genooten en in vreemde wereldsteden, had
den zij Oud en Nieuw gevierd in Kopen
hagen. in Tokio, in BuenosAiresen
eigenlijk nooit in eigen land. Maar ook hij
zweeg over Richard
Het speelwerk van de kleine pendule
zond zijn zilverheldere klanken den salon
in. Een menuet uit engelenregionen, terwijl
men in „De Blauwe Hand" van het oude
in het nieuwe jaar danste. Half twaalf al
Emilie was opgestaan en bereidde de
warme punch
„Ik moet denken", peinsde de oude me
vrouw, „hoe veilig wij hier zitten. En al
zijn de kinderen niet thuis, ze léven ten
minste en zijn gezond Zij hebben het
goedEn danhoe érg is dan de
oorlog... Hoeveel uiteengerukte gezinnen
hoeveel doodenhoeveel onherstel
baar leed.... Een vriendin van mij in Los
Angeles, een zangeres, schreef me: het is
mij haast niet mogelijk mijn liederen-
avonden te geven Slechts één zang door
dringt mijn gansche wezen: het Requiem.
Eigenlijk voortdurend wil ik een Requiem
zingen voor alle vermoord geluk, voor alles
wat gestorven is bij deze nieuwe ramp over
Europa. En alle amusement doet mij haast
misdadig aan, nu er eigenlijk één groot ge
bed uit de harten moest opstijgen: Heer,
laat het eindigen".
„Wanneer zal er eindelijk vrede zijn tus-
schen de volkeren?" vroeg Richards vader
zich af, „of zijn het wel alleen de vólkeren.
die oorlog voeren. Is het niet ook de geest
van den tijd. Misschien worden er in dit
leven zooveel eeuwige waarheden veron
achtzaamd, dat vanzèlf de wereld er zich
deze rampen mee op den hals haalt".
Paulette zat er stil bijen vergat
voor een moment wat haar naar hier ge
dreven had. Nu begon Richards moeder
weer te spreken:
„En de Jaren gaan maar voorbij. den
ganschen dag ls dit woord in mijn hoofd:
..Wij brengen onze jaren door als een
zucht" Duizend jaren zijn in Gods oogen
als de dag van gisteren, wanneer hij voor
bij is, als een nachtwake.Een geweldig
woord is dat en ook dit: Onze levens
duur is zeventig jaar, als het hoog komt
tachtig jaren en het beste daarvan is
moeite en leed, want het snelt voorbij en
wij vliegen heen.En daarom: „Leer ons
onze dagen tellen, dat wij een wijs hart
bekomen. Het is alles in Gods hand
Paulette luisterde met groote oogen Dit
was een andere gedachtenwereld, dan
waartoe zij behoordedit was een taal
van menschen, die de vele landen waarin
zij gewoond hadden, zeer liefkregen en met
groote zorg in hun hart thans zagen hoe
de oorlog zich aan die landen voltrok.
„Het is nu bijna twaalf uur, Mama",
fluisterde Emilie en stond zachtjes op
om de glazen te vullen. Ook de anderen
rezen overeind, namen het glas, dat Emilie
hun reikte en wachttenEn bij wat nu
volgde, begon het hart van Paulette Ree
derer snel en zwaar te slaan, zoodat zij er
schier den adem bij verloor Wat was
dit.Nooit was zij zóó bewogen geweest,
zoo diep geschokt. .Richard!" riepen haar
wanhopige gedachten, „Richard!" En het
was alsof hij haar vreemd ver was komen
te staan.Wat was er met haar, waarom
was zij zoo bang in eens....?
Het speelwerk van de kleine Fransche
pendule zette zich met snorren van rader
tjes in beweging. Dan trilden twaalf hel
dere slagen
Zij bi) het vuur hieven het hoofd: de
oude gezant, zijn dampend glas opheffend
naar het groote geschilderde portret van
Hare Majesteit, sprak bewogen: „Moge God
Haar bijstaan Haar volk te leiden ln dezen
moeilijken tijd moge Hij ons verhooren,
als wij kracht voor Haar afbidden.
„Eduard", de oude mevrouw schreldde
„dat we nog lang bij elkaar mogen blij
ven moge God alles voor onze kinderen
ten goede leiden"
Zij kusten elkaar.en Emilie, na de
oude menschen omhelsd te hebben, hief
haar glas en sprak met schitterende oogen:
„Laat ons hopen voor Richard, dat hij
verwezenlijken zal wat zijn ideaal is. Moge
hij bereiken waartoe zijn gaven hem voor
bestemmen: een diplomaat te worden als
zijn vader een humaan en kundig afge
zant van 's lands belang in den vreemde,
om mede te waken voor het heil der
menschheld, opdat er blijvend vrede zal
zijn
De actrice Paulette Reederer, heel bleek
en met moeite zicli beheerschend, tastte
met haar wijnkelk de glazen af. die haar
werden voorgehouden met hartelijke bege
leidende wenschen en fluisterde zelf, als
eene, die lang geschreid heeft, terwijl zij
wist: nóóit zal ik den vrede van deze lieve
menschen kunnen verstoren, „Gelukkig
Nieuwjaar. Gelukkig Nieuwjaar". Het klonk
wonderlijk nederig
„Maar u bent heel bleek", naderde haar
bezorgd Emilie, „U bent, geloof ik, geheel
van streek".
„Laat me even", verzocht Paulette met
bevende stem en zonk neer op de sofa. Zij
zag plotseling geen licht meer in de heele
zaak: één vreeselijke mogelijkheid was er,
die zij niet geheel doordenken dorst: als
zij Richard opgaf. Voor hem en voor allen
hier het beste, maar voor haar, wat moest
zij dan!? Neen, zij kon niet. Zij kon dit
kostbare, dat op haar pad gekomen was,
niet prijsgeven.
Het bellen der telefoon deed haar op
schrikken Triomfantelijke vreugde door
stroomde haar: als dit Richard was! De
oude dame greep naar den hoorn, zij was
er het eerst. .Richard", klonk haar Juich
kreet. „Wat een verrassing! Gelukkig
Nieuwjaar, mijn Jongen. Terwijl hij
antwoordde, smeekten haar oogen naar
Emilie: heb even geduld nog, dadelijk mag
Jij spreken. Paulette was opgestaan, zij had
onmogelijk kunnen blijven zitten en liep
op onvaste voeten het vertrek op en neer,
nu ook de oude heer, stralend luisterend,
zich bij Emilie en zijn vrouw gevoegd had
na een kort verontschuldigend gebaar
jegens de gast. De diepe, krachtige stem
van Richard verried niets wat zijn familie
verontrusten kon. Paulette stond onder den
kaarsenkroon, zij was gespannen als bij
een première.. Plotseling gebeurde er
iets wonderlijks
Uit de zaal. die toch vól menschen was,
kwam een ademlooze stilte van luisteren,
zoo groot als zij die nooit gekend had. Er
gens op het tooneel zat op een sofa een
oude man, die leek op Richard's vader
35 verschillende bekende merken.
Ook in huurkoop.
DE STOFZUIGEN-CENTRALE HAGEMAN
HOOIGRACHT TELEFOON 25959
7195 (Ingea. Med.)
een aristocraat die pleitte voor zijn zoon.
en zij schreed heen en weer, heen en weer.
Zij voelde aan zich rulschen de kleederen
van de vorige eeuw zij voelde in zich
de geweldige smart van Marguérite Gau
tier, die zij uitbeeldde. Zij voelde die smart
tot in het diepst van haar ziel, zij had het
groote gebaar der tragédienne en wist haar
gelaat wonderbaar van expressie.... De
oude man ging weg, nadat zij toegegeven
had en nu bleef zij alleen, heel alleen.
Toen het oude gezanten-echtpaar de
telefoon overgaf aan Emilie, die met innige
woorden haar lieve wenschen uitsprak, za
gen hun oogen verbaasd het vertrek door
de vreemdelinge verlaten. Even plotseling
en onwezenlijk als zij was gekomen, was
zij nu verdwenen In den nacht....
Uit de telefooncel van „De Blauwe Hand"
waar zij lang had moeten wachten, eer de
luitenant Heuff het Amsterdamsche num
mer vrijgaf, wankelde Paulette Reederer en
liet zich door Berends meevoeren naar de
vensternis waar zij in het begin van den
avond hun lang gesprek hadden
„In Februari", zei hij eindelijk, na lang
zwijgen, .spelen we Marguérite Gautier".
En toen zij niet antwoordde, vervolgde hij:
„Je hebt voor hem en jezelf het beste deel
gekozen. Omdat Je liefde zoo groot was".
Paulette had nog steeds haar pijnlijken
glimlach, die erger was dan tranen. Na
denkend herhaalde zij: „Léér ons onze da
gen tellen, dat wij een wijs hart beko
men....", dat zal ik nóóit vergeten". Zij
had haast geen stem meer, bijna geluid
loos prevelde zij de woorden, die Richard's
moeder uit den psalm had aangehaald.
Maar Berends verstond haar. En met zijn
oogen dwalend over het eindend feest
een zonderlinge verstilling lag over de ge
zichten, waarvan sommige tranenbevlekt,
andere geheel verstrakt, hoewel nog velen
dansten en niet wilden erkennen hoe één
moment het eeuwige zijn stem in hun hart
had laten klinken bij den slag van twaalven
met zijn oude oogen dan weer terugkec-
rend naar Paulette, zei Berends, terwijl hij
haar hand troostend greep:
„God Is nabij de gebrokenen van hart,
Hij verlost de verslagenen van geest"
(Nadruk verboden)
(Auteursrecht voorbehouden).
We willen thuis een genoeglijken avond
hebben en nu zou ik graag een paar amu
sante hoedjes willen zien.
Door ABLOVA.
Men zegt dat vrouwen nieuwsgierig zijn.
Niets tegen in te brengen. Bovendien, er
ls geen haar op mijn hoofd, die er aan
denkt deze proefondervindelijk bewezen
stelling aan te vallen. Ze staat vast; .vat
de wereld betreft zoolang deze draait en
wat ons eigen landje betreft sedert de Ba
tavieren het bij Loblth binnenvielen. Ik
kan mij levendig voorstellen, dat dit laat
ste louter geschiedde op verzoek van een
Batavier-echtgenoote, nieuwsgierig naar de
haarmode in deze lage landen.
Maar ik veroorloof mij toch een opmer
king. Naar mijn bescheiden meening be
hoeft de stelling in zooverre aanvulling,
dat zij tevens op de mannen toepasselijk
is en ik vermoed, dat de heeren der schep
ping dit zelve het beste weten.
Laat ik mezelf bij den kop nemen.
Ik draag zes dagen van de week een
grijs pak en Zondags een blauw, al dan
niet met een streepje. Maar laat ik het
niet wagen op een werkdag met mijn
blauwe pak naar kantoor te gaan. Het be
gint al als ik binnenkom en mijn collega's
joviaal goelendag gezegd heb. Terwijl ik
naar de kleerkast loop, voel ik dat Jan
sen zich naar Pletersen overbuigt en ze
samen beginnen te smoezen. Als ik Jan
aan mijn bureau ben gaan zitten, duurt
het niet lang of Gerritsen, de correspon
dent, vraagt zoo langs zijn neus weg.
„Jarig?"
„Hoezoo?"
„Oh, ik dacht het maar".
En dan blijven ze vlsschen, eerst bedekt,
laten we zeggen netjes, maar zoo tegen
zessen worden ze hinderlijk en onbehoor
lijk agressief en.enfin laat ik ter zake
komen, dit verhaal is niet geschreven naar
aanleiding van een blauw pak met een
streepje, maar heeft indirect mijn flets tot
oorz^s.k
Want toen ik voor het eerst met een
flets naar kantoor kwam... „Doe je een
vermageringskuur? Wordt het je te duur
met de tram? Mooi karretje, zeg, heb je
een prijsje uit de loterij?"
En dan zeggen ze nog, dat vrouwen
nieuwsgierig zijn.
Kort en goed, het zat zoo met die flets.
Het regende dien avond pijpestelen toen
Ik uit kantoor kwam, In mijn Jas gedoken
waagde ik mijn leven om den vluchtheuvel
te bereiken en bestormde met een paar
honderd anderen de volle tram.
Laat de conducteur niet probeeren van
uit de verte, vastgeklemd tusschen een
paar lusbungelaars, met luider stem „vol"
te roepen. Zijn stem gaat verloren in net
krijgsgewoel en, mocht er dan al één zijn
die het hoort, er ls geen mensch die net
wil verstaan.
Ik stond geperst tusschen de natte regen-
Jassen en zwaaide mee als de tram een
bocht maakte. Zoo'n stijve buiging naar
voren of achter, met Je dertigen tegelijk,
plechtig en solide, want geen heeft er kans
om om te vallen.
Waarom de man naast mij op eens mijn
aandacht trok? Ik zou het achteraf onmo
gelijk kunnen zeggen. Hij kwam mij be
kend voor, maar dat is niet vreemd, want
ais Je Jaren lang op denzelfden tijd de
zelfde tram pakt, zie Je veel dezelfde men
schen. En waarom de man zoo'n onplezie-
rigen indruk op mij maakte kan ik even
min begrijpen Vaag herinnerde ik mij
dat ik met Jansen op een of anderen mid
dag op het aehterbalcon stond en deze,
doelende op den bewuste, zooiets mompelde
van: directeur van de X-bank. En waar
er pas zooveel te doen was geweest met
dien fraudeerenden directeur van de Y-
bank, kan dit mij misschien onderbewust
tegen dezen man Ingenomen hebben.
Waarmee natuurlijk volstrekt niet gezegd
wil worden dat alle bankdirecteuren frau
deurs zijn. Bewaar mei
Ik vertel deze bijzonderheid dan ook
alleen maar om den psychologischen kant
van het geval te belichten.
Toen voelde ik dat de man naast mij
eenige vreemde bewegingen maakte, die
men in een situatie als de onderhavige
meestal achterwege laat. Dan haal Je geen
zakdoek uit je zak of kijk Je op je hor
loge.
Mijn horloge.
Er was iets niet pluis.
De bewegingen van den man naast mij,
hoe onopvallend overigens ook, kregen iets
onheilspellends. Ik kon mij niet bewegen.
Zou ik den conducteur waarschuwen?
De man naast mij was een ordinaire,
doodgewone zakkenroller. Bankdirecteur,
het mocht wat, die maken zich niet druk
om een gouden horloge.
Toen hielden de bewegingen naast nlj
op, even plotseling als zij begonnen wa
ren. Wat moest ik doen? Over een paar
minuten zou Ik aan de halte zijn waar ik
uit moest stappen. Een schandaal maken
ln de volle tram met de kans dat de kerel
mij ln de consternatie zou ontsnappen?
Toen besloot ik zelf te handelen.
Mijn hand gleed voorzichtig tusschen de
natte regenjassen, vond een colbertjasje,
tastte, voelde koud metaal, greep
De man naast mij scheen niets te be
merken. Hij maakte een onhandige be
weging in mijn richting. Maar op dat
oogenbllk bogen wij met ons dertigen weer
plechtig voorover, de tram stond met een
schok stil en ik even later op den vlucht
heuvel.
Grinnikend,
Ik grinnikte nog toen ik de huisdeur
achter mij in het slot liet vallen, Betty een
kus op het voorhoofd drukte en behagelljk
den geur van spruitjes en gebakken aard
appelen opsnoof.
Ik grinnikte nog toen ik de kamer bin
nentrad en Betty keek mij nieuwsgierig
aan: zooals een vrouw Je iets kan vragen
zonder haar mond open te doen.
„Moet je hooren wat een reuze-mop", zei
ik. „Mijn horloge
„Je horloge heb Je vanmorgen vergeten",
vulde Betty aan, „dat weet ik. Het ligt
op den schoorsteen".
„Wat.hoe?" hoorde ik mezelf pnnoo-
zel mompelen. Toen vlschte Ik ln mijn zak
met het voorgevoel van iets heel onaange
naams. Er kwam een gouden horloge voor
den dag. een zwaar massief gouden horloge
zooals die, naar ik vermoed, door bank
directeuren gebruikt worden.
Zoo kwam het, dat Ik dienzelfden avond
nog een fiets kocht. Mijn eerste tochtje
was naar het huls van den heer B„ direc
teur van de X-bank, waar ik na eenige
behoedzame verkenningen, een bruin pakje
in de brievenbus liet glijden.
Sindsdien wacht ik niet meer op de tram,
maar flets. Dag in dag uit.
Tegen het advies van Betty.
Ze beweert dat lk mijn slachtoffer niet
moei probeeren te ontwijken. Als hij je
tegenkomt maakt hij je direct procuratie
houder of onder-directeur zegt ze.
Ze is nog niet zoo dom, die Betty.
(Nadruk verboden)
(Auteursrecht voorbehouden).
WINTER.
In een vorig artikel hebben we er reedj
op gewezen, dat voor het bevorderen van een
goede bodemstructuur wel niets zoo heil
zaam werkt als het bevriezen. Hierdoor
wordt de meest taaie, orrbe werkzame bodem
„rul", d.w.z. los en toegankelijk voor de zoo
onmisbare lucht. Ontdooide kluiten kan
men gemakkelijk tot gruis verkruimelen,
daar waar we vóór het optreden van de
winterkou de aarde met geen mogelijkheid
los konden krijgen. Het „geheim" van dit
geniale proces is heel eenvoudig. Het water
in den grond zet bij het bevriezen vrij sterk
uit, immers 10 Liter water wordt pl.m. 11
Liter ijs. Door deze uitzetting scheuren de
aan eikaar klevende gronddeeltjes van een.
Bij invallenden dooi verandert het ijs in
water en dit laatste zakt weg naar de sloot.
In de ontstane openingen wordt automa
tisch de lucht (zuurstof) gezogen, welke
laatste voor meerdere natuur- en scheikun
dige werkingen noodig is. Dat ln de meeste
lichte winters veel ongedierte dood gaat.
kunnen we gerust aannemen, meer dan bij
een zeer strenge kou. Immers in het laat
ste geval kruipt het gespuls Instinctmatig
dieper weg en ls daar veilig. BIJ de zoogen.
„kwalckelwinters", waarbij vorst en regen
elkaar gestaag afwisselen, is minder aan
leiding voor diep wegschuilen en wordt het
ongedierte gemakkelijk door de tempera
tuurwisseling verrast.
Niet zelden gebeurt het dat bestelde
boomen of heesters door vorst worden over
vallen en van planten na aankomst geen
sprake is. Het eenvoudigste ls bedoeld
plantsoen tijdelijk op te kuilen, bijv. in een
schuur of hok. Ook kan dit bulten gedaan
worden, liefst op een beschut plekje uit den
wind Men zet de gewassen zoo dicht moge
lijk bij elkaar en bedekt de wortels met een
flinke laag aarde. Deze kan ergens wegge-
graven worden, nadat de bevroren boven
laag is verwijderd. Meerdere weken kan het
aldus bij elkaar gekuilde plantsoen blijven
staan, zonder dat het beschadigd wordt. Zoo
noodig kan, indien het nog streng winter
mocht worden, de grond tusschen en rond
om het opgekuilde, met blad of stroo gedekt
worden.
Meer werk verschaffen ons bij dit weer
onze groentenbakken. In een deel hiervan
staan planten, welke kunnen bevriezen zon
der dat dit noemenswaardig schade doet.
Bijv, de in den vollen grond geplante bloem
kool en kropsla vriest bij een lichte vorst
niet dood. De winter van verleden Jaar heeft
ons een lesje gegeven, waardoor we op onze
hoede zijn. Toen ls er Immens in de koude
(niet verwarmde) bakken en kassen van
genoemde artikelen niets overgebleven.
Daarom houden we dekmateriaal als mat
ten, oude kleeden. zakken, enz. bij de hand
om WJ nood te kunnen gebruiken op de
ramen Niet zelden komt een pak sneeuw
helpen dekken. Deze. in dezen tijd van het
jaar zeer langzaam groeiende gewassen
kunnen meerdere dagen ln het donker blij
ven. Zooveel mogelijk zal men dit evenwel
■beperken, niet alleen omdat bij langdurig
afsluiten van het lioht zich gemakkelijk
schadelijke schimmels voordoen, maar te
vens doet het ongedierte als muizen en rat
ten zich graag gelden. Laatstgenoemden zul.
len zich bij winterweer graag ophouden,
waar iets te knabbelen valt en zoo kan het
gebeuren, dat van de zuinig toegedekte sla-
en bloem koolplan ten niets over blijkt te
zijn, wanneer de bak meerdere dagen aan
een gedekt ls geweest en er derhalve geen
controle was op de instaande gewassen.
Bakken, waarin de wortels van Brussclsch
lof zijn opgezet, 'kunnen uit den aard ge
sloten blijven: hier verwachten we vóór Fe
bruari geen opbrengst. Ramen met veldsla,
wmterpostelein peterselie en .selderij zullen
wij trachten zóó door den winter te brengen
dat we van deze producten steeds kunnen
oogsten. Ook de prei voor eigen gébruik
kuilen we, dicht opeen, ergens op en be
dekken een en ander met matten of wat
ruigte. Ook dit is een artikel, dat bij koud-
weer graag wordt gegeten. Vooral in lief-
hebberstulnen, waar het meestal gaat om
kleine hoeveelheden, wordt het vorstvrU
houden van al deze zelf gekweekte produc
ten terecht als een ware „wintersport" be
schouwd.
Onze kamerplanten houden wé maar het
best binnenshuis, ook al moet een gedeelte
zich tevreden stellen met een plaate op
zolder of ln den kelder, In laatstgenoemde
gelegenheid staan de potplanten meestal
beter beschut tegen vorst dan elders. En
waair voor velen de factor licht niet van
overwegend belang is, laten we alles ln het
half of heel duister. Wie niet over een kel
der beschikt kan de planten ln een dubbele
krant pakken en zoo, recht op, meerdere
dagen laten staan. Van bevriezen ls dan
meestal geen sprake, vooral wanneer men
ze bijeen zet ta een vertrek of kast. welke
geen buitenmuur heeft. Planten als Azalea's.
Oliivia, Cyclamen. Aspidistra. Aaronskelken
en palmen, behoeven, goed nat zijnde, al
dus verzorgd, ln geen 10 dagen gegoten
Bovengenoemde manier van bewaren is
zeer geschikt wanneer men met de feest
dagen uit gaat. Men behoeft dan niet be
zorgd te zijn zijn {tenten, waarvoor vaak
meerdere Jaren zorg is gedragen, bevroren
terug te vinden.
We sluiten dit schrijven niet zonder onze
lezers te hebben gewezen op de behoeften
van de vogels in deze winterdagen. We kun
nen in den tuin de hulp van de gevede-"*"
vrienden in den zomer niet mieeen. waar '-et
betreft het bestrijden van veel cnged'*"*e.
Dearom mogen zit nu met alle vrijmoed1"-
held een beroep doen op onze hulp in den
vorm van eten en drinken.
Vragen op tuinbouwgebied aan de redac
tie onder motto „Tuinbouw".
Sliver—Java—Pacific Lijn SALAWATI, 28
Dec. te San Francisco teruggekoerd TO-
SARI, 28 Dec. van Karachi n. de Pacific Kust.
Rolt. Lloyd KOTA INTEN. R'dam n. Java,
29 Dec. uit den N. Waterweg ARENDS-
KERK. 28 Dec. van Java te R'dam.
HoUand—Amerika Lijn ROTTERDAM. 28
Dec. van New York te R'dam.
2—5