RAADSELS Het Pruisische fluitje Oplossingen Goede oplossing Hoe namen veranderen kunnen voor allen om uit te kiezen: de groteren vier; de kleine ren drie goede oplossingen. Deze week uitsluitend inzenden naar Bureau Leidsch Dagblad! I. Ingezonden door Tweetal van Vliet. Oudejaarsavond tracteert mijn Moeder ons op de kop van een os. de kop van een leeuw, de staart van een kanarie, de kop van een beer, de kop met Iets er bij van een olifant, evenzo van een leeuwerik en het kopje van een nachtegaal. Hoe noemen jullie deze tractatie? n. Ingezonden door Zusjes de Vos. Mijn geheel is Iets, dat jullie allemaal wel kennen, van 14 letters. 2, 3, legt een kip. 1, 9 is een bergplaats. De gevangenen zitten in een 6, 2, 12. 7, 9. 14 is de helft van „hadden". 8, 9, 10 is een deel van de week. De meesten gaan 's Zaterdagavonds m het 11, 9. 4. Een 11, 12, 13, 14 zit aan een boom. Een 8. 9, 5 is een kleedlngstuk. m. Ingezonden door Annie Klos. Welke bloemen groeien niet? IV. Ingezonden door Liesje van Klaveren. Mijn geheel noemt een plaats in Drente van 13 letters. 12, 10, 5, 12 zit aan een schip 10, 11, 12 is een lichaamsdeel, 13, 3 een lid woord. 8. 3, 2, 9 een vrucht, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 een jongensnaam. V. Ingezonden door Wim de Wolf. Men vroeg een vader, hoeveel kinderen hij had. Hij antwoordde: Ik heb 3 zoons, en iedere zoon heeft een zuster. Hoeveel kinderen had hij? VL Ingezonden door Rietje Brandt. Welk spreekwoord staat hier? W h 1 t 1 t. l...t h b t. VU. Schrijf 15 woorden op, elk van 4 letters. Op de eerste letters lees Je, van boven naar beneden, een wens van mij. De woorden betekenen 1. iets. om bloemen in te zetten. 2. een zwemvogel. 3. honderd jaar. 4. een wapen. 5. een lichaamsdeel. 6 een stekelig dier. 7. een zwarte vloeistof, gebruikt op school en thuis. 8. een weg met bomen er langs. 9. doen wij minstens drie keer per dag. 10. woning van de vogels. 11. een groot vertrek. 12. tegenstelling van begin. 13. een kleur. 14. een ogenblik. 15. een ontkenning. vin. Nog een wens: deze lees je op de kruis jes, zowel van boven naar beneden, als van links naar rechts. Vul dus in: x x X X X X X X X X X X X X 1. een medeklinker. 2. moet je leren voor school. 3. een hard voorwerp. 4. waarin de koeien nu staan, (meer voud). 5. wat gevraagd wordt. 6. liefkozen. 7. tegenstelling van klimmen. 8. een zoen. 9. de 11e letter van het alfabet. EEN AVONTUUR UIT HET LEGER VAN FREDERIK DEN GROTE. Van den ouden Frlts wordt verteld, dat hij dikwijls als gewoon soldaat de herbergen van Potsdam bezocht om zijn soldaten op de vingers te kijken. Op een van die toch ten, geraakte hij eens verdwaald in een vrolijk gezelschap grenadiers, die hem uit nodigden. mee te drinken. De koning vol deed aan hun verzoek, maar het viel hem daarbij op. dat een der grenadiers maar al door rondjes gaf, hoewel zijn soldij toch niet berekend was voor zulke grote uitga ven. Daarom vroeg hij hem vertrouwelijk, hoe hij toch aan al dat geld kwam. De grenadier knipoogde en zei. „Daarvoor moet je het Pruisische fluitje kennen, ka meraad." „Het Pruisische fluitje?" vroeg Frederik verbaasd, „wat bedoel je daar mee?" De grenadier wilde eerst niets zeggen, maar toen de koning beloofde, dat het een diep geheim zou blijven, bracht hij einde lijk zijn mond aan diens oor en fluisterde: „Het is nu vrede, weet je, en dus verkoop ik alles, wat ik op het oogenblik niet nodig heb. Kijk, ik heb ook geen stalen sabel." Hij trok daarop zijn sabel en de koning zag, dat deze van hout was. Frederik informeerde uitvoerig naar den grenadier en vernam, dat hij wel een grap penmaker was, maar toch ook meermalen zijn trouw en dapperheid had getoond. Daarom besloot hij den man niet te straf fen, maar hem een gevoelig lesje te geven. Weldra kreeg hij hiervoor een goede gele genheid. Het regiment, waartoe de grena dier behoorde, moest n.l. voor den koning paraderen. Frederik liep langs de troepen, tot zijn scherpe blik het gezicht van den grenadier met het „Pruisische fluitje" on derscheidde. Hij wenkte hem en zijn buur man, naar voren te komen en beval hen kort en goed. hun sabels te trekken en een partijtje samen te vechten. Een ogen blik stond de grenadier sprakeloos. Maar dan scheen hij het geval te begrijpen. Hij keek den koning een beetje onzeker aan en zei: „Maar Majesteit, waarom zou ik dat doen? Hij is m'n beste kameraad en heeft me nog nooit iets gedaan." „Kerel!" schreeuwde de koning, „wil je je sabel trekken of niet?" Toen legde de grenadier zijn hand aan de sabel en zei plechtig: „Liever dan mijn besten vriend kwaad te doen, wil ik het Pruisische fluitje toepassen, opdat mijn sabel in hout verandert." Hij floot en trok zijn sabel en die bleek inderdaad van hout te zijn. „Kerel," zei de oude Frits, „jij kent wer kelijk je Pruisische fluitje. Maar bedenk, dat het fluitje nooit mag worden mis bruikt. Onthou dat, óf er zwaait wat!" Met deze woorden wierp hij den kame raad van den grenadier een goudstuk toe en reed naar zijn gevolg terug. De grenadier heeft nadien nooit meer zijn sabel verkocht. der raadsels uit het vorige nummer. 1. Verticaal: 1. Zwarte Piet, 2. Ier, 3. nein 4. kreek, 5. nok, 6. alk, 7. traan, 8. rots, 9. Ada, 10. pepernoten, 13. kJ, 14. Sint-Nico- laas, 15. Ee, 21. serre, 22. beton, 24. el, 26. roos, 27. rêve, 28. ja. 30. Ssamowar, 33. ademloos, 35. t.r„ 36. N.D., 40. erts, 41. bad, 42. tor. 44 Iets, 46. geheim, 48. ark, aan, 50. e.a., 52 ge, 53. auto, 54. neer. 55. gnoe, 56. toon, 59. esp, 62. eb, 64. da, 66. d.i., 67 Pi. Horizontaal: 1. zinken. 6. aftrap, 11. weer 12. oksel, 16. rode, 17. Arie, 18. kliek, 19. atap, 20. Nes, 22. bas, 23. te, 25. kerktoren, 28. jr., 29. els, 31. ro, 32. et, 33. aan, 34. strooiavond, 37. Ares, 38. Ende, 39. Hem, 41. bot. 43. Mi», 45. trog, 47. galon, 48. alen, 49. twee, 51. dar, 52. grot, 53. Asahan, 55. ge kost, 57. re, 58. Essen, 60. as, 61. te, 63. idee, 65. soda, 67. Po, 68. Ob, 69. marsepein, 70. in 2. Zes, want de andere negen branden op. 3. 1. Kerstkrans; 2. Kerstboek; 3. Kerst boom. 1. Engelenhaar; 2. ster; 3. slingers. 4. Mistletoe; m, vis, Assen, fietsen, mist letoe, spreeuw, meter, mot, e. 5. Uil, vuU. 6. Kerstfeest; kers, fee, teer, eerste. 7. Dauw, pauw, lauw, nauw. ontvangen van: Ida de Graaf, Marietje Lagerwij, Sofietje Lagerwij, Wout van Heel, Cobie Kleer, Wim Kleer, Piet Rietkerken, Marietje de Mooy, Toos de Vos, Rie de Vos, Joke de Vos, Jopie Susan, Freddy Susan, Annie van Winkel, Annie van der Sluis, Plonle de Geus, Willy Wiggers, Aukje van der Walle. Jo Kooien, Jannie Kooien. Piet Marlijn, Klaas Tolner, Tineke de Wit, Anny Schipper, Adri Schip per, Corrie Roozendaal, Tiny Dee. Elsje Boterenbrood, Hansje Boterenbrood, Ineke Boterenbrood, Nettie Blermasz, Truus van der Werff, Jan Piket, Ineke Kriek. Koosje van Polanen, Nellie Trap, Cobie Nieuwer.- huis (leeftijd er bij), Coby Nederlof (leef tijd er bij), Gerda Teljeur, Adri Boelee, Dirk Boelee, Jannie Werk, Annie van der Vos, Annie Olivier, Henk Olivier, Paul Rlenstra, Wim Rlenstra, Atze van der Kooi, Bea van der Kooi, Truusje van Weizen, Plm van Weizen, Hannie Gaykema, Jacques de Geus, Suze de Geus, Elly Oppelaar, Annie Lek, Henk Klaassens, Martin Vreeken. Wim de Wolf, Annie Hansen, Bep van Wouden berg, Coba Hensen, Kora Key, Anny Be- kooy, Rietje Brandt, Ria Lepelaar, Niek Bakker, Marti Bakker, Jan Bronsgeest, AU Stikkelorum, Koos Stikkelorum, Corrie van Weizen, Rika de Graaf, Lenl de Graaf, Truusje Sluymer, Maartje Stavleu. Willy van Rijn, Marietje Laman. Willem Laman. Paulus Laman, Frieda Libot, Bep van Iter- son. Bram van Iterson, Ansje Voorma, Lenie Brocaar, Gerrie Sweris, Henny van Driel. Menigeen, die eens voor de aardigheid nagaat, wie eigenlijk zijn voorouders waren en hoe ze leefden, zal zich verbazen als hij bewerkt, hoe namen in de loop der eeuwen veranderen kunnen. Een merkwaardig geval op dit gebied is het volgende: In een plaatsje in Duitsch- land werd eeuwen geleden door twee arbei ders, genaamd Greiner en Muller, een glas blazerij opgericht. Van deze twee stammen nu bijna aUe inwoners van het dorp af, zo dat men in het bevolkingsregister der vo rige eeuw bijna geen andere namen dan Muller en Greiner tegenkwam. Men ging nu de inwoners van elkaar onderscheiden door bijnamen. De een noemde men de Schele, de andere de Rode enz., zodat de mensen in dat dorpje thans allemaal de gekste namen hebben. Een dorpje in de nabijheid van Merse- burg was ln het jaar 1889 beroemd (of be rucht, zoals je het noemen wilt), door de volgende bizonderheid: de pastoor heette Peterselie, de bovenmeester Ui en de on dermeester Knoflook. Geen wonder dan ook, dat het dorp ln de hele omgeving de naam droeg van „De drie soepkruiden". En nu nog een voorbeeld van een familie naam, die in de loop der jaren geheel ver anderde: Een Duitsche familie heette eerst Blei, hetgeen lood betekent. Daar het ech ter in de zeventiende eeuw gewoonte was, zijn naam ln het Latijn te veranderen, oemde de toenmalige Blei zich Plumbum (lood). De naam Plumbum bleef in de fa milie, tot deze in Noord-Duitsland ver anderd werd in Pluhmboom, het plat- Duitse woord voor pruimenboom. Toen nu de familie zich later in Berlijn vestigde, noemde zij zich netjes in het Hoogduits Pflaumenbaum. Nog merkwaardiger is de volgende naams verandering: Een Schot, Freyerstone ge naamd, verhuisde naar een Duitse kolonie in Amerika, waar zijn naam veranderd werd in Feuerstein (vuursteen). Toen hij later ln een Engelse kolonie bij Richmond in Maryland terechtkwam, noemden zijn nieuwe buren hem Flint, de Engelse naam voo. vuursteen. Zijn kleinzoon trok naar het Mississipigebied, waar zijn naam door de daar wonende Fransen veranderd werd in Pierre a Fusil. Dezlfde man ging later in het Noorden wonen en zag daar weer zijn naam veranderen in Peter Gun, een letterlijke vertaling van Pierre a Fusil.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 16