Het Kerstfeest van een eenzame
8?ife Jaargang
LEID5CH DAGBLAD, Zaterdag 23 December 1939
Vijfde Blad No. 24464
O EN O
Door R. Oehmke
Zoutvoorziening in
oorlogstijd
STOFZUIGERS
51
Met een zucht van voldoening trok oude I luidspreker in en begon langzaam en voor-
verlaat de vrouw de kamer, de deur met een naar Rome" gehoord, maar de fijne, gees-
Tom de hoofdtelefoon van zijn ooren
en hing haar voorzichtig aan den muurhaak
naast het radiotoestel; toen liet hij zich
genoeglijk achterover vallen ln den ver
molmden krakenden leuningstoel en keek
droomerig door het lage venster ln de verte
naar de fonkelende sterren aan den zwarten
hemel.
Het was op. den laten avond van den 24-
sten December 1930. Morgen, op den lsten
Kerstdag, was hij Jarig, werd hij zestig jaar.
Het radiotoestel was het cadeau, dat hij op
dezen dubbelen feestdag zich zelf geschon
ken had. Zijn hartewensch was thans ver
vuld, hij bezat nu een goed ontvangappa
raat! Duidelijk had hij muziek gehoord,
orgelspel en koorzang:
„Dies 1st der Tag, den Gott gemacht!
Sein werd In aller Welt gedacht".
(Dit ls de dag, dien God heeft geschapen
Hij wordt ln de geheele wereld herdacht).
zlchtlg aan de condensatorknoppen en de
honingraatspoelen te draalen. En hoor! na
een paar langgerekte, hullende tonen, klon
ken teere melodieën, die een wonderlijke
stemming bij hem teweeg brachten.
„Kinderscenen", door Robert Schumann.
Tom had geen muzikale opvoeding geno
ten: hij bezat echter een scherp muzikaal
gehoor en wat meer ls de zeldzame
gave die klanken omzet ln kleuren en
beelden.
Het zijn geen vriendelijke tafereelen, die
Schumann's aandoenlijke schepping voor
zijn zleleoog toovert:
Een vuile kamer ergens ln een nauwe
steeg der groote stad. Ruiten die nimmer de
reinigende aanraking van spons en zeem
hebben ervaren en den smaak van water
slechts kennen door den zwlependen regen;
ruiten ten deele gebarsten, ten deele met
papier beplakt. Een paar wankele stoelen,
smak dichtsmijtend
Een oogenblik heerscht stilte ln het ver
trek Dan stapt de man naar het meisje,
streelt teeder haar blonde vlechten en
zucht:
Arm schepseltje, wat moet er van Jou
terecht komen!
Vraagt u dat, vader? Waarom laat u
Hilde door dat mensch zóó behandelen? Het
Is een schande! Maar als ze haar han
den nog eens naar mijn zuster uitsteekt,
smijt ik haar van de trappen af!
Jongen, zegt de vader, ik zal Je een
goeden raad geven. Meer kan ik niet voor je
doen. Ik ben dat gezanik beu en doodop,
Het heeft mij aan den drank gebracht Ja.
telljke tastzin, die hem eigen was, liet hem
de beteekenis van deze muziek maar al te
goed begrijpen
Weer verschijnen de fantasmagoriën. In
de uniform van den koloniaal gekleed, het
mutjes met de lange linten schuin op
het hoofd, neemt hij afscheid van huis.
van vader en van zijn zuster Hilde. Hij weet,
het is een afscheid voor altijd.
Nu staat hij op de boot, die hem met
monotone schroef wen teling wegvoert van
vaderland en familie. HIJ voelt geen aandoe
ning, zooals de meesten zijner kameraden.
Alleen als hij aan Hilde denkt, voelt hij een
knelling in zijn keel.
Ik zal mijn best doen, bevordering ma-
ik ben een dronkaard geworden, het is de ken en sparen, dan kan ik haar helpen, en
waarheidmaar jou zou ik graag voor dat lot laterVan dit later kan hij zich ech-
vrijwaren. Nog ben Je sterk en gezond, Tom. ter geen begrip vormen.
Het was zóó duidelijk geweest, dat hij zich een plank op twee schragen, een ruw houten
verbeelden kon ln de kerk te zitten. Nu was kist aan den wand, dat zijn de meubels,
er een dominé aan het preeken, hoogduitsch Daar ln den hoek achter een lap, die als
Tom verstond er geen woord van. En al had gordijn dienst doet, een stroozak en een
hij het verstaan, hij had toch de telefoon paardedeken; in den anderen hoek een hoop
opgehangen. Verbeeld je: hij. oude Tom
ln een kerk! Onwillekeurig keek hij rond of
niemand hem gezien had. Hij zou zich dood
schamen!
„Wat een nonsens!" lachte hij meteen; hij
zat Immers veilig op zijn zolderkamertje, en
die kerk was op zijn minst duizend kilometer
ver weg, daar ergens in het Oosten.
Maar de suggestie, die van dit door hem
eigenhandig gemaakte instrument uitging,
was geweldig. Je zou van je eigen werk
schrikken
Weer leunde hij zwaar achterover in zijn
zetel. Den geheelen namiddag had hij onaf
gebroken aan het toestel geknutseld, er de
laatste hand aangelegd en zich nauwelijks
den tijd gegund, om een sneetje brood te
verslinden en een kommetje dunne koffie
te drinken. HIJ had geen vermoeidheid ge
voeld, zoolang hij bezig was; maar nu het
werk af was. kwam de reactie. Oude Tom
voelde zich doodop.
Buiten blies een koude Noordooster, maar
in het kamertje was het lekker warm. dank
zij het potkacheltje in den hoek. De oogen
van den ouden man vielen dicht. Hij sliep
niet, hij droomde maar een beetje, half
wakker.
Beelden uit het verleden trokken aan zijn
geest voorbij. Eerst de twee laatste Jaren,
die een geheelen ommekeer in zijn leven
teweeg gebracht hadden. Twee jaren ge
leden was hij uit zijn betrekking, waar hij
een goed stuk brood verdiende, wegens
dronkenschap ontslagen Een ander baantje
had hij niet kunnen vinden en van het
kleine pensioen van Indisch soldaat kon
hij niet leven HIJ lachte grimmig, toen hij
aan dien tijd dacht en mompelde in zijn
halfslaap: ..En toen ben lk maar in den
handel gegaan".
Hij zag zich met de voddenkar langs de
straten sukkelen en ook wel op het Amstel-
oude kranten en vodden en een paar ver
sleten doeken, dat ztjn de legersteden voor
zes personen
Op den stroozak slaapt een man zijn roes
uit, ronkend als een zaagmolen. Op een
der stoelen bij het doffe venster zit een jong
meisje. Zij is bezig een jongensbroek te ver
stellen De eigenaar van dit kleedingstuk.
een boefje van acht Jaren, rolt onderwijl
met zijn zesjarig broertje over den grond.
Ruw stompt en knijpt hij zijn zwakkeren
tegenstander, die een gebrul uitstoot, het
geen de oudere tracht te smoren door
vloeken.
Langzaam trekken de vermoeide, magere
vingers van het meisje aan den draad en de
groote droomoogen staren in hopelooze
neerslachtigheid op de naald. Wat is ze
bleek en mager en toch beeldschoon als een
lijdende madonna. De teere neusvleugels
trillen bij eiken ademtocht en van tijd tot
tijd schokt een droge hoest de zwakke borst
en kleurt de bleeke wangen.
Naast haar aan het raam staat haar twee
lingbroer. een opgeschoten, robuste jongen
van achttien Jaren. Onverschillig kijkt hij
naar de worstelpartij der beide broertjes en
trommelt met zijn vingers op de gebarsten
ruit. Ook hij is broodmager, maar sterk van
beenderen en breed van borst.
Tom herkent ln den grooten jongen zich
zelf en het meisje ls zijn zuster Hilde, het
eenlge menschelljke wezen, dat hij ooit heeft
lief gehad
Met venijnig piepend geknars gaat de
kamerdeur open en een slordig gekleede, on
gekamde vrouw verschijnt. Zij zet een
schotel met dampende gortsoep op tafel.
Ga het huls uit, jongen, vóór het te laat is.
Ga zoover de beenen Je dragen. Teeken als
koloniaal!
De muziek zweeg en de beelden vervaag
den als ln een dichten nevel; maar de oude
Tom bleef onbeweeglijk zitten en staarde
ln de ronde opening van den luidspreker.
Zonderlinge gedachten trokken door zijn
brein. Hoe was het mogelijk. Die dunne
draad boven op het dak en dat zwarte kistje HWH
daar. ze brachten hem in aanraking met op de gouden strepen op zijn mouwen
een vreemde, ongekende wereld. Klanken. En toen kwam de dag des onhells Hij
die op duizend kilometer afstand werden op- staat op het compagniesbureau, beschuldigd
Dan volgen tafereelen uit het Indische
soldatenleven: Kampongs en bamboehuisjes,
wuivende palmen en blaffende stelloorlge
honden; uitgestrekte sawahs, vuurspuwende
bergen en wilde, zongeblakerde kusten; het
gevecht ln Atjeh's binnenlanden, waarbij
een klewanghouw hem aan het linker oog
wondde, een verminking waar hij den eere
naam „de Schele" aan te danken heeft; zijn
bevordering tot sergeant! Wat ls hij trotsch
gewekt en die toch reeds op een paar hon
derd meter van haar oorsprong spoorloos in
de lucht wegstierven en voor het scherpste
mengt. Het is een walgelijke scène Eindelijk
oor onhoorbaar werden, zij werden hier op
zijn triest zolderkamertje weer levend en
vulden de schamele ruimte met glorieuze
trilling. En hij behoefde slechts aan de con
densatorknoppen te draalen en de spoelen
in een anderen stand te brengen en dadelijk
bereikten andere accoorden en stemmen uit
andere deelen der wereld zijn oor. En met
de klanken kwamen beelden, rees het lang
vergeten verleden voor hem op. Wat was
van een sllnkschen streek, die een ander op
zijn geweten heeft. Maar de kapitein, die
hem niet gelooft, omdat hij den schuldige
niet verraden wil, sart en vernedert hem, tot
hij, van woede buiten zich zeiven, den zwa-
ren inktkoker van tafel grist, om het voor
werp zijn kwelgeest naar het hoofd te slin
geren.
Hij wordt gegrepen en in arrest gesteld.
Slechts zijn smetteloos strafregister redt
hem van de gevangenis Maar een zware
disciplinaire straf moet hij ondergaan en
degradatie.
Zoodra hij het cachot verlaat, als gewoon
De ouderen onder U zullen zich nog her
inneren. hoeveel moeilijkheden gedurende
den oorlog van 1914'18 de zoutvoorziening
aan de Nederlandsche regeering gaf.
Toen stonden er te Boekelo en Hengelo
nog geen 10-itallen boortorens, om onee
eigen rijke zoutvoorraden voor het Neder
landsche volk te ontginnen.
Nu is dat gelukkig amdens: de N.V. Kon.
Ned. Zoutlndustrie, Boekelo/Hengelo, ls ln
staat heel Nederland gedurende 2000 Jaar
van al het benoodlgde zout te voorzien.
Wanneer U bedenkt, dat Nederland onge
veer 180.000.000 Kg. zout per jaar gebruikt,
dan krijgt U een denkbeeld van dezen zout-
schat ln eigen bodem I
Ondanks deze groote voorraden, moet het
raadzaam geacht worden, dat leder gezin
een reserve-voorraad zout aanlegt, zoolang
ongestoorde verbindingen daartoe de gele
genheid bieden.
Jozo en Nezo leenen zich daartoe bijzon
der gunstig door de deugdelijke verpak
king. die bovendien een goede bescherming
geeft tegen oorlog6gassen.
dat voor een mysterie? Leefde dan al wat i fuselier, wordt hem een brief van zijn vroe-
in het heelal trilde of eens getrild had, in geren buurman ter hand gesteld, waarin
zijn onmiddellijke nabijheid, gewoonlijk on- deze hem meedeelt, dat zijn vader en kort
waarneembaar, maar geduldig wachtende daarna ook zijn zuster aan griep en long
tot tijd en omstandigheden gunstig waren
om in het bereik der menschelijke zintuigen
te treden?
En waren heden tijd en omstandigheaen
gunstig? Kerstnacht. Ja juist. Kerstnacht.
Hij meende eens gehoord te hebben dat in
dien nacht een paar duizend jaren, ge
leden iets bijzonders gebeurd was, dat
engelen uit den hemel neergedaald waren,
die voor de menschen een boodschap ge
bracht en iets gezongen hadden, hè ja: iets
over vrede op aarde. Nou, wat voor duizend
Jaren mogelijk was, dat kon ook heden weer
gebeuren!
Een duister besef van een geheimzinnige
Alomtegenwoordigheid maakte zich van zijn
ziel meester, het besef van een macht,
waarvoor niets verborgen blijft, zelfs niet
onze gedachten en geheimste verlangens;
een macht die alles onuitwischbaar optee-
kent in het Boek des Levens, zoowel het
goede als het kwade.
Huiverend stemde de oude man zijn toe
ontsteking zijn overleden.
Van dit oogenblik af is hij een ander
mensch. Er is Iets in hem gebroken, kapot
geslagen. Het liefste wat hij op aarde bezat
Hilde heeft hij verloren
Wat goeds nog onbewust in het diepste
van zijn wezen leeft, tracht hij te verdooven
door den drank. Als zijn diensttijd geëin
digd is, verlaat hij het leger en Indië en
keert r.aar Holland terug in het genot van
een gagement, te veel om te kunnen ver
hongeren en te weinig om er van te leven
Nog eens schudt hij het Juk van zich af
en ontwaakt in hem de oude energie. Een ingenieuze injoakmachfnes (met een capa-
Een der tientallen boortorens
Als men ln de fabrieken de machtige en
drukt de vuisten in de heup en snauwt het,st™™ ^Sgteaf" DaTr
J? 'e. uS rdJ°u 'Th Tón oihttien ziel. die met de duistere demonen worstelt,
farem die haar etetf nog ïfèt eens verdienen Nooit had Tom voordien „Tannhausers reis
veld of op de Westermarkt staan met oud kan! Als je niet werken wilt, loop dan maar
straat op en zie, dat je daar den kost
ophaalt.
Met een ruk maakt de groote jongen front
naar de spreekster, slaat met de vuist op
tafel en «1st:
Als ze dit doet!
Nu richt zich de woede der feeks tegen
hem. Met ongeloofelijke radheid van tong
raast zij tegen den jongen, tot de man op den
stroozak ontwaakt en zich in den strijd
roest, schroeven, onderdeelen van fietsen
c.d. Ook stukken van radio-toestellen waren
soms onder zijn koopwaar en dat had hem
op het denkbeeld gebracht, voor zich zelf
een ontvangapparaat te bouwen. Hij was een
bekwame knutselaar en kon menig deeltje
van zijn voorraad gebruiken. Een handeling
met den veelbelovenden titel „Hoe bouw ik
mijn eigen radio-ontvangtoestel" had hij
aan een boekenstalletje op het Waterloo-
plein voor een paar dubbeltjes gekocht.
Maar het zou toch nog heel veel geld
kosten! Waar moest hij het geld vandaan
halen? Met zijn handel verdiende hij net
genoeg om van de hand in den tand te
leven en zijn pensioen och. dat werd alle
drie maanden, zoodra hij het ontving, met
voorbeeldige nauwgezetheid door hem ln
vloeibaren toestand omgezet. Dit proces
duurde nooit langer dan veertien dagen.
Oude Tom was aan den drank verslaafd;
het was zijn ongeluk. Toch vatte hij einde
lijk een besluit: „Ik wil en zal een radio
hebben, al moest lk den borrel ontrouw wor
den. We zullen zien wie het wint, de alcohol
of de radio!"
Toen was de worsteling begonnen en
wonderlijk genoeg de radio had het pleit
gewonnen. Het was de eerste keer ln zijn
leven, dat Tom een ideaal had; daarbij was
hij koppig als een stier en vasthoudend als
een bulhond.
Toen hij eenmaal het besluit genomen
had, was hij onverwijld vol Ijver aan het
werk getogen. Uit den rommel had hij al
wat voor zijn doel bruikbaar was. zorgvuldig
uitgezocht: klemschroeven. stekkers, een
paar verbogen condensators, enz. En toen
had hij zijn boek ter hand genomen en lang
en ernstig bestudeerd. De zaak was hem niet
vreemd. In zijn laatste betrekking op een
electrotechnlsch magazijn had hij eenlge er
varing opgedaan, die hem nu goed van pas
kwam.
Zijn handeltje verwaarloosde hij meer en
meer; zijn zin stond er niet meer naar. Om
goedkooper te kunnen leven, maar ook om
door de oude omgeving niet voortdurend in
verzoeking te worden gebracht, was hij ver
huisd naar een naburig dorpje, waar hij bij
een boer voor weinig geld een zolderkamer
tje had kunnen huren. Door zijn bedreven
heid in het knutselen verdiende hij menig
guldentje, zoodat hij zich door het leven kon
slaan en de noodige onderdeelen voor zijn
toestel koopen kon.
De „Radio" was voor oude, schele Tom een
obsessie geworden, had van den verkwister
een vrek gemaakt. Hij bezuinigde op zijn
eten zooveel hij kon. Een paar win-
terlaarzen, die hij broodnoodlg had, had
hij niet gekocht, maar zijn oude, versleten
schoenen eigenhandig opgelapt. De dorps
herberg liep hij steeds met gebalde vuisten
en een vloek voorbij. Geen druppel sterke
drank was na de verhuizing over zijn lippen
gekomen. Alleen van zijn oude. trouwe
vriendin, de korte houten pijp, kon hij geen
afstand doen. Maar dat was ook de eenlge
luxe, die hij zich permitteerde en het kostte
niet veel.
Langzaam maar gestadig vorderde intus-
schen de bouw en stuk voor stuk had hij
kunnen koopen wat hij noodig had. Heden
avond was het groote werk eindelijk vol
tooid, een pracht van een ontvangtoestel,
keurig afgewerkt en gemonteerd, met vier
lampen, honlngraatsnoelen, anod°hnHpri),
accumulator, hoofdtelefoon en luidspreker.
Tom had zijn ideaal verwezenlijkt!
Toen de oude man met zijn overpeinzin
gen zoover gekomen was. richtte hij zlclT
op ln den wankelen stoel, schakelde accu en
35 verschillende bekende merken.
Ook In huurkoop.
DE STOFZUIGEN-CENTRALE HAGEMAN
HOOIGRACHT
7195
TELEFOON 25955
(lngez. Med.)
vrouw kruist zijn levensweg, een meisje met
groote, blauwe droomoogen en lange blonde
haarvlechten, net als zijn zuster. En hij, de
nauwelijks vijf en dertig Jarige, maar reeds
vergrijsde man is dwaas genoeg te gelooven,
dat hij haar zou kunnen winnen. Zij ls een
wees, een arm naaistertje. Om haar een
eigen huis en haard te kunnen aanbieden
wordt hij weer sober en zuinig. Hij sollici
teert naar alle vacante betrekkingen, waar
voor hij zich geschikt acht en hij slaagt
boven alle verwachting. Op een groot elec-
tro-technlsch bureau wordt hij geplaatst en
tengevolge van zijn stipte plichtsbetrachting
en bekwaamheid reeds na een jaar bevor
derd tot magazijnmeester.
Reeds meent hij de haven van geluk en
rust bereikt te hebben, want Annette
heeft hem duidelijke bewijzen van haar ge
negenheid gegeven. Tom is in de wolken.
De dag waarop het huwelijk zal gesloten
worden, is reeds vastgesteld; het huisje
staat gereed om het gelukkige bruidspaar
op te nemen.daar ontdekt hij. dat zijn
bruid een onwaardige is, die hem voort
durend bedriegt.
Sedert dat oogenblik heeft hij allen mo-
reelen steun verloren.
Met bevende handen grijpt oude Tom naar
de stopcontacten en trekt ze uit de stekker
bussen. De lampen dooven, de muziek ver
stomt en de beelden zijn verdwenen. Maar
de ontketende gedachtestroomen zijn niet
te stuiten.
Moet hij telkens, als hij zijn toestel aan
zet. aan deze marteling bloot staan? Moet
hij telkens en telkens weer doorleven, wat
hij vergeten wil. Gedurende twee lange
jaren heeft hij zich alle levensvreugd, elk
genot ontzegd en met oneindig geduld en
volharding gewerkt en gespaard, om dit
toestel te bouwen Zal het hem thans tot
een vloek worden? Is het niet duizendmaal
verstandiger de bijl te grijpen en te ver
nietigen wat hij zelf had geschapen?
Onverwijld wil Tom zijn plan ten uitvoer
brengen. Hij wil opspringen, om het werk
tuig der vernietiging te gaan halen
maar hij kan niet van den stoel loskomen;
hij kan zelfs geen lid verroeren. Een ijzige
koude kruipt langs zijn beenen en armen
omhoog naar het hart.
Is de potkachel uitgegaan? Neen, het vuur
knettert nog lustig op den rooster. Van waar
dan die koude? Wat beteekent dat?
Door rijk geschilderde glasruiten straalt een helder blauwachtig
licht en in het geheimzinnige schijnsel staat daar Hilde. zijn
zuster, die haar armen vol verlangen en liefde naar den be
minden, verdwaalden tweelingbroeder uitstrekt.
citeit van 100 pak per minuut) hullen
ziet maken, deze met het sneeuwblanke
zout ziet vullen en daarna de hulzen auto
matisch ziet dichtvouwen, dan begrijpt men
nog beter hoe het komt dat de hulsmoeders
aan het hygiënisch verpakte en bereide Jozo
en Nezo steeds meer de voorkeur gaan geven
Gezien de groote voordeelen van Jozo en
Nezo, zooals hygiënische verpakking en be
reiding. hoogste zuiverheid (n.l. 99.9 zout),
afwezigheid van vocht, zekerheid van her
komst. mag men wel verwachten, dat onze
kruideniers binnen afzienbaren tijd vreemd
zullen opkijken, als U om een pond los
zout vraagt.
4881 (Ingez. Med.)
Wel. hij zal wachten tot die akelige mach- aanschouwen
teloosheid geweken is. Kalm en berustend
laat hij zich in zijn leuningstoel terug zak
ken en staart naar het toovertoestel. Nu
heeft hij niets van dat ding te vreezen,
want de accu ls uitgeschakeld, de electrische
stroom kan niet door de gloeidraden flitsen.
Kon hl] zijn pijp maar grijpen, dan was
alles goed.
Met oneindige krachtsinspanning lukt het
hem zijn rechterhand op te heffen. Maar
wat ls dat? de hand gehoorzaamt niet aan
zijn wil! De vingers grijpen niet de pijp.
maar den stekker! Is het wel zijn eigen
ruwe hand? Wel neen, de hand, die daar
langzaam tastend over het tafeltje beweegt,
waarop het toestel staat, die hand is smal
en wit. met lange, dunne vingers, net als
van zijn zuster Hilde.
Hilde! Groote goedheid, zouden dit toestel, die
draad en die lampen hem met haar in ver
binding kunnen brengen? Hij zou er zijn
leven voor willen geven, haar te zien, haar
lieve stem nog eens te hooren! Zal hij het
eens probeeren? Misschien als hij de accu
aansluit dat dan.
Hij doet een wanhopige poging, maar hij
kan geen vinger bewegen. Star en stijf ligt
hij in zijn stoel. Zijn waarnemingsvermogen
echter is wonderbaarlijk verscherpt.
Kijk daar! De smalle witte hand grijpt
den stekker en voert hem langzaam ln de
bussen.
Machtige, volle orgeltonen vullen de ka
mer en doen de ruiten lichtelijk trillen.
„Dit ls de dag. dien God ons schenkt".
En de wanden der kamer vitken terug en
welven zich horxr bovp« het verstalende
lichaam van ouden Tom tot hemelhoore
Gotische snltsbncen. Door ri'k geschilderde
glasruiten straalt een helder, blauwachtig
licht en in het geheimzinnige schijnsel staat
daar Hilde, zijn zuster en strekt vol verlan
gen en liefde haar armen uit naar den
beminden, verdwaalden tweelingbroeder.
En terwijl zijn oor nog opvangt de aan
zwellende fluit- en harpaccoorden, die in
statigen cadens opstijgen tot onbereikbare
etherische hoogten, zingen heldere kinder
stemmen het eenvoudige en toch zoo aan
doenlijke lied van de alomvattende, red
dende Goddelijke liefde:
„Stille nacht! Heilige nacht!"
Toen den volgenden morgen de kerkklok
ken de geloovigen naar het godshuis riepen,
klom de goedhartige boerin de steile trap
op naar het zolderkamertje van ouden Tom.
Het was immers heden zijn verjaardag en
tevens Kerstmis en nu wilde zij haar com
mensaal op dezen dubbelen feestdag op een
kop dampende chocolade en een stuk van
het zelfgebakken Kerstbrood tracteeren.
Op den drempel toefde zij en keek naar
den rustig slapenden man in den leuning
stoel. Hè, hij was vannacht niet naar bed
gegaan, maar waarschijnlijk gisteravond
laat in zijn zetel ingedommeld en niet wak
ker geworden. Hij was ook al zoo oud!
Ze zette het dienblad op het tafeltje en
trad naderbij om hem wakker te schudden.
Verschrikt week ze terug. Ze had het be
grepen: oude, schele Tom had geen ver
snapering meer noodig!
Op haren roep voegden zich weldra de
boer. de knecht en de beide melden bij haar
en allen keken met ontzag naar het mysterie
van den dood, dat nimmer zijn uitwerking
mist op de levenden, die het van nabij
En terwijl zij vroom een stil gebed prevel
den, luidden buiten de kerkklokken, met
haar helderen klank verkondigende, dat de
Heiland, de overwinnaar van den dood ge
boren was.
ALS JE. ZE.
UlTi-ElEMT
KRJG JE Z E
TOCH OOK
NIET TE(^JG!
STUUR ZE DAS
liever AAN/
VOO ri>E.
5 OCDATtM
lEDERp. BOEK:
BANDELAA R—
NEEMT ZE IN
ONTVAN55T-
IV