Het Kerstfeest van een eenzame 8?ife Jaargang LEID5CH DAGBLAD, Zaterdag 23 December 1939 Vijfde Blad No. 24464 O EN O Door R. Oehmke Zoutvoorziening in oorlogstijd STOFZUIGERS 51 Met een zucht van voldoening trok oude I luidspreker in en begon langzaam en voor- verlaat de vrouw de kamer, de deur met een naar Rome" gehoord, maar de fijne, gees- Tom de hoofdtelefoon van zijn ooren en hing haar voorzichtig aan den muurhaak naast het radiotoestel; toen liet hij zich genoeglijk achterover vallen ln den ver molmden krakenden leuningstoel en keek droomerig door het lage venster ln de verte naar de fonkelende sterren aan den zwarten hemel. Het was op. den laten avond van den 24- sten December 1930. Morgen, op den lsten Kerstdag, was hij Jarig, werd hij zestig jaar. Het radiotoestel was het cadeau, dat hij op dezen dubbelen feestdag zich zelf geschon ken had. Zijn hartewensch was thans ver vuld, hij bezat nu een goed ontvangappa raat! Duidelijk had hij muziek gehoord, orgelspel en koorzang: „Dies 1st der Tag, den Gott gemacht! Sein werd In aller Welt gedacht". (Dit ls de dag, dien God heeft geschapen Hij wordt ln de geheele wereld herdacht). zlchtlg aan de condensatorknoppen en de honingraatspoelen te draalen. En hoor! na een paar langgerekte, hullende tonen, klon ken teere melodieën, die een wonderlijke stemming bij hem teweeg brachten. „Kinderscenen", door Robert Schumann. Tom had geen muzikale opvoeding geno ten: hij bezat echter een scherp muzikaal gehoor en wat meer ls de zeldzame gave die klanken omzet ln kleuren en beelden. Het zijn geen vriendelijke tafereelen, die Schumann's aandoenlijke schepping voor zijn zleleoog toovert: Een vuile kamer ergens ln een nauwe steeg der groote stad. Ruiten die nimmer de reinigende aanraking van spons en zeem hebben ervaren en den smaak van water slechts kennen door den zwlependen regen; ruiten ten deele gebarsten, ten deele met papier beplakt. Een paar wankele stoelen, smak dichtsmijtend Een oogenblik heerscht stilte ln het ver trek Dan stapt de man naar het meisje, streelt teeder haar blonde vlechten en zucht: Arm schepseltje, wat moet er van Jou terecht komen! Vraagt u dat, vader? Waarom laat u Hilde door dat mensch zóó behandelen? Het Is een schande! Maar als ze haar han den nog eens naar mijn zuster uitsteekt, smijt ik haar van de trappen af! Jongen, zegt de vader, ik zal Je een goeden raad geven. Meer kan ik niet voor je doen. Ik ben dat gezanik beu en doodop, Het heeft mij aan den drank gebracht Ja. telljke tastzin, die hem eigen was, liet hem de beteekenis van deze muziek maar al te goed begrijpen Weer verschijnen de fantasmagoriën. In de uniform van den koloniaal gekleed, het mutjes met de lange linten schuin op het hoofd, neemt hij afscheid van huis. van vader en van zijn zuster Hilde. Hij weet, het is een afscheid voor altijd. Nu staat hij op de boot, die hem met monotone schroef wen teling wegvoert van vaderland en familie. HIJ voelt geen aandoe ning, zooals de meesten zijner kameraden. Alleen als hij aan Hilde denkt, voelt hij een knelling in zijn keel. Ik zal mijn best doen, bevordering ma- ik ben een dronkaard geworden, het is de ken en sparen, dan kan ik haar helpen, en waarheidmaar jou zou ik graag voor dat lot laterVan dit later kan hij zich ech- vrijwaren. Nog ben Je sterk en gezond, Tom. ter geen begrip vormen. Het was zóó duidelijk geweest, dat hij zich een plank op twee schragen, een ruw houten verbeelden kon ln de kerk te zitten. Nu was kist aan den wand, dat zijn de meubels, er een dominé aan het preeken, hoogduitsch Daar ln den hoek achter een lap, die als Tom verstond er geen woord van. En al had gordijn dienst doet, een stroozak en een hij het verstaan, hij had toch de telefoon paardedeken; in den anderen hoek een hoop opgehangen. Verbeeld je: hij. oude Tom ln een kerk! Onwillekeurig keek hij rond of niemand hem gezien had. Hij zou zich dood schamen! „Wat een nonsens!" lachte hij meteen; hij zat Immers veilig op zijn zolderkamertje, en die kerk was op zijn minst duizend kilometer ver weg, daar ergens in het Oosten. Maar de suggestie, die van dit door hem eigenhandig gemaakte instrument uitging, was geweldig. Je zou van je eigen werk schrikken Weer leunde hij zwaar achterover in zijn zetel. Den geheelen namiddag had hij onaf gebroken aan het toestel geknutseld, er de laatste hand aangelegd en zich nauwelijks den tijd gegund, om een sneetje brood te verslinden en een kommetje dunne koffie te drinken. HIJ had geen vermoeidheid ge voeld, zoolang hij bezig was; maar nu het werk af was. kwam de reactie. Oude Tom voelde zich doodop. Buiten blies een koude Noordooster, maar in het kamertje was het lekker warm. dank zij het potkacheltje in den hoek. De oogen van den ouden man vielen dicht. Hij sliep niet, hij droomde maar een beetje, half wakker. Beelden uit het verleden trokken aan zijn geest voorbij. Eerst de twee laatste Jaren, die een geheelen ommekeer in zijn leven teweeg gebracht hadden. Twee jaren ge leden was hij uit zijn betrekking, waar hij een goed stuk brood verdiende, wegens dronkenschap ontslagen Een ander baantje had hij niet kunnen vinden en van het kleine pensioen van Indisch soldaat kon hij niet leven HIJ lachte grimmig, toen hij aan dien tijd dacht en mompelde in zijn halfslaap: ..En toen ben lk maar in den handel gegaan". Hij zag zich met de voddenkar langs de straten sukkelen en ook wel op het Amstel- oude kranten en vodden en een paar ver sleten doeken, dat ztjn de legersteden voor zes personen Op den stroozak slaapt een man zijn roes uit, ronkend als een zaagmolen. Op een der stoelen bij het doffe venster zit een jong meisje. Zij is bezig een jongensbroek te ver stellen De eigenaar van dit kleedingstuk. een boefje van acht Jaren, rolt onderwijl met zijn zesjarig broertje over den grond. Ruw stompt en knijpt hij zijn zwakkeren tegenstander, die een gebrul uitstoot, het geen de oudere tracht te smoren door vloeken. Langzaam trekken de vermoeide, magere vingers van het meisje aan den draad en de groote droomoogen staren in hopelooze neerslachtigheid op de naald. Wat is ze bleek en mager en toch beeldschoon als een lijdende madonna. De teere neusvleugels trillen bij eiken ademtocht en van tijd tot tijd schokt een droge hoest de zwakke borst en kleurt de bleeke wangen. Naast haar aan het raam staat haar twee lingbroer. een opgeschoten, robuste jongen van achttien Jaren. Onverschillig kijkt hij naar de worstelpartij der beide broertjes en trommelt met zijn vingers op de gebarsten ruit. Ook hij is broodmager, maar sterk van beenderen en breed van borst. Tom herkent ln den grooten jongen zich zelf en het meisje ls zijn zuster Hilde, het eenlge menschelljke wezen, dat hij ooit heeft lief gehad Met venijnig piepend geknars gaat de kamerdeur open en een slordig gekleede, on gekamde vrouw verschijnt. Zij zet een schotel met dampende gortsoep op tafel. Ga het huls uit, jongen, vóór het te laat is. Ga zoover de beenen Je dragen. Teeken als koloniaal! De muziek zweeg en de beelden vervaag den als ln een dichten nevel; maar de oude Tom bleef onbeweeglijk zitten en staarde ln de ronde opening van den luidspreker. Zonderlinge gedachten trokken door zijn brein. Hoe was het mogelijk. Die dunne draad boven op het dak en dat zwarte kistje HWH daar. ze brachten hem in aanraking met op de gouden strepen op zijn mouwen een vreemde, ongekende wereld. Klanken. En toen kwam de dag des onhells Hij die op duizend kilometer afstand werden op- staat op het compagniesbureau, beschuldigd Dan volgen tafereelen uit het Indische soldatenleven: Kampongs en bamboehuisjes, wuivende palmen en blaffende stelloorlge honden; uitgestrekte sawahs, vuurspuwende bergen en wilde, zongeblakerde kusten; het gevecht ln Atjeh's binnenlanden, waarbij een klewanghouw hem aan het linker oog wondde, een verminking waar hij den eere naam „de Schele" aan te danken heeft; zijn bevordering tot sergeant! Wat ls hij trotsch gewekt en die toch reeds op een paar hon derd meter van haar oorsprong spoorloos in de lucht wegstierven en voor het scherpste mengt. Het is een walgelijke scène Eindelijk oor onhoorbaar werden, zij werden hier op zijn triest zolderkamertje weer levend en vulden de schamele ruimte met glorieuze trilling. En hij behoefde slechts aan de con densatorknoppen te draalen en de spoelen in een anderen stand te brengen en dadelijk bereikten andere accoorden en stemmen uit andere deelen der wereld zijn oor. En met de klanken kwamen beelden, rees het lang vergeten verleden voor hem op. Wat was van een sllnkschen streek, die een ander op zijn geweten heeft. Maar de kapitein, die hem niet gelooft, omdat hij den schuldige niet verraden wil, sart en vernedert hem, tot hij, van woede buiten zich zeiven, den zwa- ren inktkoker van tafel grist, om het voor werp zijn kwelgeest naar het hoofd te slin geren. Hij wordt gegrepen en in arrest gesteld. Slechts zijn smetteloos strafregister redt hem van de gevangenis Maar een zware disciplinaire straf moet hij ondergaan en degradatie. Zoodra hij het cachot verlaat, als gewoon De ouderen onder U zullen zich nog her inneren. hoeveel moeilijkheden gedurende den oorlog van 1914'18 de zoutvoorziening aan de Nederlandsche regeering gaf. Toen stonden er te Boekelo en Hengelo nog geen 10-itallen boortorens, om onee eigen rijke zoutvoorraden voor het Neder landsche volk te ontginnen. Nu is dat gelukkig amdens: de N.V. Kon. Ned. Zoutlndustrie, Boekelo/Hengelo, ls ln staat heel Nederland gedurende 2000 Jaar van al het benoodlgde zout te voorzien. Wanneer U bedenkt, dat Nederland onge veer 180.000.000 Kg. zout per jaar gebruikt, dan krijgt U een denkbeeld van dezen zout- schat ln eigen bodem I Ondanks deze groote voorraden, moet het raadzaam geacht worden, dat leder gezin een reserve-voorraad zout aanlegt, zoolang ongestoorde verbindingen daartoe de gele genheid bieden. Jozo en Nezo leenen zich daartoe bijzon der gunstig door de deugdelijke verpak king. die bovendien een goede bescherming geeft tegen oorlog6gassen. dat voor een mysterie? Leefde dan al wat i fuselier, wordt hem een brief van zijn vroe- in het heelal trilde of eens getrild had, in geren buurman ter hand gesteld, waarin zijn onmiddellijke nabijheid, gewoonlijk on- deze hem meedeelt, dat zijn vader en kort waarneembaar, maar geduldig wachtende daarna ook zijn zuster aan griep en long tot tijd en omstandigheden gunstig waren om in het bereik der menschelijke zintuigen te treden? En waren heden tijd en omstandigheaen gunstig? Kerstnacht. Ja juist. Kerstnacht. Hij meende eens gehoord te hebben dat in dien nacht een paar duizend jaren, ge leden iets bijzonders gebeurd was, dat engelen uit den hemel neergedaald waren, die voor de menschen een boodschap ge bracht en iets gezongen hadden, hè ja: iets over vrede op aarde. Nou, wat voor duizend Jaren mogelijk was, dat kon ook heden weer gebeuren! Een duister besef van een geheimzinnige Alomtegenwoordigheid maakte zich van zijn ziel meester, het besef van een macht, waarvoor niets verborgen blijft, zelfs niet onze gedachten en geheimste verlangens; een macht die alles onuitwischbaar optee- kent in het Boek des Levens, zoowel het goede als het kwade. Huiverend stemde de oude man zijn toe ontsteking zijn overleden. Van dit oogenblik af is hij een ander mensch. Er is Iets in hem gebroken, kapot geslagen. Het liefste wat hij op aarde bezat Hilde heeft hij verloren Wat goeds nog onbewust in het diepste van zijn wezen leeft, tracht hij te verdooven door den drank. Als zijn diensttijd geëin digd is, verlaat hij het leger en Indië en keert r.aar Holland terug in het genot van een gagement, te veel om te kunnen ver hongeren en te weinig om er van te leven Nog eens schudt hij het Juk van zich af en ontwaakt in hem de oude energie. Een ingenieuze injoakmachfnes (met een capa- Een der tientallen boortorens Als men ln de fabrieken de machtige en drukt de vuisten in de heup en snauwt het,st™™ ^Sgteaf" DaTr J? 'e. uS rdJ°u 'Th Tón oihttien ziel. die met de duistere demonen worstelt, farem die haar etetf nog ïfèt eens verdienen Nooit had Tom voordien „Tannhausers reis veld of op de Westermarkt staan met oud kan! Als je niet werken wilt, loop dan maar straat op en zie, dat je daar den kost ophaalt. Met een ruk maakt de groote jongen front naar de spreekster, slaat met de vuist op tafel en «1st: Als ze dit doet! Nu richt zich de woede der feeks tegen hem. Met ongeloofelijke radheid van tong raast zij tegen den jongen, tot de man op den stroozak ontwaakt en zich in den strijd roest, schroeven, onderdeelen van fietsen c.d. Ook stukken van radio-toestellen waren soms onder zijn koopwaar en dat had hem op het denkbeeld gebracht, voor zich zelf een ontvangapparaat te bouwen. Hij was een bekwame knutselaar en kon menig deeltje van zijn voorraad gebruiken. Een handeling met den veelbelovenden titel „Hoe bouw ik mijn eigen radio-ontvangtoestel" had hij aan een boekenstalletje op het Waterloo- plein voor een paar dubbeltjes gekocht. Maar het zou toch nog heel veel geld kosten! Waar moest hij het geld vandaan halen? Met zijn handel verdiende hij net genoeg om van de hand in den tand te leven en zijn pensioen och. dat werd alle drie maanden, zoodra hij het ontving, met voorbeeldige nauwgezetheid door hem ln vloeibaren toestand omgezet. Dit proces duurde nooit langer dan veertien dagen. Oude Tom was aan den drank verslaafd; het was zijn ongeluk. Toch vatte hij einde lijk een besluit: „Ik wil en zal een radio hebben, al moest lk den borrel ontrouw wor den. We zullen zien wie het wint, de alcohol of de radio!" Toen was de worsteling begonnen en wonderlijk genoeg de radio had het pleit gewonnen. Het was de eerste keer ln zijn leven, dat Tom een ideaal had; daarbij was hij koppig als een stier en vasthoudend als een bulhond. Toen hij eenmaal het besluit genomen had, was hij onverwijld vol Ijver aan het werk getogen. Uit den rommel had hij al wat voor zijn doel bruikbaar was. zorgvuldig uitgezocht: klemschroeven. stekkers, een paar verbogen condensators, enz. En toen had hij zijn boek ter hand genomen en lang en ernstig bestudeerd. De zaak was hem niet vreemd. In zijn laatste betrekking op een electrotechnlsch magazijn had hij eenlge er varing opgedaan, die hem nu goed van pas kwam. Zijn handeltje verwaarloosde hij meer en meer; zijn zin stond er niet meer naar. Om goedkooper te kunnen leven, maar ook om door de oude omgeving niet voortdurend in verzoeking te worden gebracht, was hij ver huisd naar een naburig dorpje, waar hij bij een boer voor weinig geld een zolderkamer tje had kunnen huren. Door zijn bedreven heid in het knutselen verdiende hij menig guldentje, zoodat hij zich door het leven kon slaan en de noodige onderdeelen voor zijn toestel koopen kon. De „Radio" was voor oude, schele Tom een obsessie geworden, had van den verkwister een vrek gemaakt. Hij bezuinigde op zijn eten zooveel hij kon. Een paar win- terlaarzen, die hij broodnoodlg had, had hij niet gekocht, maar zijn oude, versleten schoenen eigenhandig opgelapt. De dorps herberg liep hij steeds met gebalde vuisten en een vloek voorbij. Geen druppel sterke drank was na de verhuizing over zijn lippen gekomen. Alleen van zijn oude. trouwe vriendin, de korte houten pijp, kon hij geen afstand doen. Maar dat was ook de eenlge luxe, die hij zich permitteerde en het kostte niet veel. Langzaam maar gestadig vorderde intus- schen de bouw en stuk voor stuk had hij kunnen koopen wat hij noodig had. Heden avond was het groote werk eindelijk vol tooid, een pracht van een ontvangtoestel, keurig afgewerkt en gemonteerd, met vier lampen, honlngraatsnoelen, anod°hnHpri), accumulator, hoofdtelefoon en luidspreker. Tom had zijn ideaal verwezenlijkt! Toen de oude man met zijn overpeinzin gen zoover gekomen was. richtte hij zlclT op ln den wankelen stoel, schakelde accu en 35 verschillende bekende merken. Ook In huurkoop. DE STOFZUIGEN-CENTRALE HAGEMAN HOOIGRACHT 7195 TELEFOON 25955 (lngez. Med.) vrouw kruist zijn levensweg, een meisje met groote, blauwe droomoogen en lange blonde haarvlechten, net als zijn zuster. En hij, de nauwelijks vijf en dertig Jarige, maar reeds vergrijsde man is dwaas genoeg te gelooven, dat hij haar zou kunnen winnen. Zij ls een wees, een arm naaistertje. Om haar een eigen huis en haard te kunnen aanbieden wordt hij weer sober en zuinig. Hij sollici teert naar alle vacante betrekkingen, waar voor hij zich geschikt acht en hij slaagt boven alle verwachting. Op een groot elec- tro-technlsch bureau wordt hij geplaatst en tengevolge van zijn stipte plichtsbetrachting en bekwaamheid reeds na een jaar bevor derd tot magazijnmeester. Reeds meent hij de haven van geluk en rust bereikt te hebben, want Annette heeft hem duidelijke bewijzen van haar ge negenheid gegeven. Tom is in de wolken. De dag waarop het huwelijk zal gesloten worden, is reeds vastgesteld; het huisje staat gereed om het gelukkige bruidspaar op te nemen.daar ontdekt hij. dat zijn bruid een onwaardige is, die hem voort durend bedriegt. Sedert dat oogenblik heeft hij allen mo- reelen steun verloren. Met bevende handen grijpt oude Tom naar de stopcontacten en trekt ze uit de stekker bussen. De lampen dooven, de muziek ver stomt en de beelden zijn verdwenen. Maar de ontketende gedachtestroomen zijn niet te stuiten. Moet hij telkens, als hij zijn toestel aan zet. aan deze marteling bloot staan? Moet hij telkens en telkens weer doorleven, wat hij vergeten wil. Gedurende twee lange jaren heeft hij zich alle levensvreugd, elk genot ontzegd en met oneindig geduld en volharding gewerkt en gespaard, om dit toestel te bouwen Zal het hem thans tot een vloek worden? Is het niet duizendmaal verstandiger de bijl te grijpen en te ver nietigen wat hij zelf had geschapen? Onverwijld wil Tom zijn plan ten uitvoer brengen. Hij wil opspringen, om het werk tuig der vernietiging te gaan halen maar hij kan niet van den stoel loskomen; hij kan zelfs geen lid verroeren. Een ijzige koude kruipt langs zijn beenen en armen omhoog naar het hart. Is de potkachel uitgegaan? Neen, het vuur knettert nog lustig op den rooster. Van waar dan die koude? Wat beteekent dat? Door rijk geschilderde glasruiten straalt een helder blauwachtig licht en in het geheimzinnige schijnsel staat daar Hilde. zijn zuster, die haar armen vol verlangen en liefde naar den be minden, verdwaalden tweelingbroeder uitstrekt. citeit van 100 pak per minuut) hullen ziet maken, deze met het sneeuwblanke zout ziet vullen en daarna de hulzen auto matisch ziet dichtvouwen, dan begrijpt men nog beter hoe het komt dat de hulsmoeders aan het hygiënisch verpakte en bereide Jozo en Nezo steeds meer de voorkeur gaan geven Gezien de groote voordeelen van Jozo en Nezo, zooals hygiënische verpakking en be reiding. hoogste zuiverheid (n.l. 99.9 zout), afwezigheid van vocht, zekerheid van her komst. mag men wel verwachten, dat onze kruideniers binnen afzienbaren tijd vreemd zullen opkijken, als U om een pond los zout vraagt. 4881 (Ingez. Med.) Wel. hij zal wachten tot die akelige mach- aanschouwen teloosheid geweken is. Kalm en berustend laat hij zich in zijn leuningstoel terug zak ken en staart naar het toovertoestel. Nu heeft hij niets van dat ding te vreezen, want de accu ls uitgeschakeld, de electrische stroom kan niet door de gloeidraden flitsen. Kon hl] zijn pijp maar grijpen, dan was alles goed. Met oneindige krachtsinspanning lukt het hem zijn rechterhand op te heffen. Maar wat ls dat? de hand gehoorzaamt niet aan zijn wil! De vingers grijpen niet de pijp. maar den stekker! Is het wel zijn eigen ruwe hand? Wel neen, de hand, die daar langzaam tastend over het tafeltje beweegt, waarop het toestel staat, die hand is smal en wit. met lange, dunne vingers, net als van zijn zuster Hilde. Hilde! Groote goedheid, zouden dit toestel, die draad en die lampen hem met haar in ver binding kunnen brengen? Hij zou er zijn leven voor willen geven, haar te zien, haar lieve stem nog eens te hooren! Zal hij het eens probeeren? Misschien als hij de accu aansluit dat dan. Hij doet een wanhopige poging, maar hij kan geen vinger bewegen. Star en stijf ligt hij in zijn stoel. Zijn waarnemingsvermogen echter is wonderbaarlijk verscherpt. Kijk daar! De smalle witte hand grijpt den stekker en voert hem langzaam ln de bussen. Machtige, volle orgeltonen vullen de ka mer en doen de ruiten lichtelijk trillen. „Dit ls de dag. dien God ons schenkt". En de wanden der kamer vitken terug en welven zich horxr bovp« het verstalende lichaam van ouden Tom tot hemelhoore Gotische snltsbncen. Door ri'k geschilderde glasruiten straalt een helder, blauwachtig licht en in het geheimzinnige schijnsel staat daar Hilde, zijn zuster en strekt vol verlan gen en liefde haar armen uit naar den beminden, verdwaalden tweelingbroeder. En terwijl zijn oor nog opvangt de aan zwellende fluit- en harpaccoorden, die in statigen cadens opstijgen tot onbereikbare etherische hoogten, zingen heldere kinder stemmen het eenvoudige en toch zoo aan doenlijke lied van de alomvattende, red dende Goddelijke liefde: „Stille nacht! Heilige nacht!" Toen den volgenden morgen de kerkklok ken de geloovigen naar het godshuis riepen, klom de goedhartige boerin de steile trap op naar het zolderkamertje van ouden Tom. Het was immers heden zijn verjaardag en tevens Kerstmis en nu wilde zij haar com mensaal op dezen dubbelen feestdag op een kop dampende chocolade en een stuk van het zelfgebakken Kerstbrood tracteeren. Op den drempel toefde zij en keek naar den rustig slapenden man in den leuning stoel. Hè, hij was vannacht niet naar bed gegaan, maar waarschijnlijk gisteravond laat in zijn zetel ingedommeld en niet wak ker geworden. Hij was ook al zoo oud! Ze zette het dienblad op het tafeltje en trad naderbij om hem wakker te schudden. Verschrikt week ze terug. Ze had het be grepen: oude, schele Tom had geen ver snapering meer noodig! Op haren roep voegden zich weldra de boer. de knecht en de beide melden bij haar en allen keken met ontzag naar het mysterie van den dood, dat nimmer zijn uitwerking mist op de levenden, die het van nabij En terwijl zij vroom een stil gebed prevel den, luidden buiten de kerkklokken, met haar helderen klank verkondigende, dat de Heiland, de overwinnaar van den dood ge boren was. ALS JE. ZE. UlTi-ElEMT KRJG JE Z E TOCH OOK NIET TE(^JG! STUUR ZE DAS liever AAN/ VOO ri>E. 5 OCDATtM lEDERp. BOEK: BANDELAA R— NEEMT ZE IN ONTVAN55T- IV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 17