De „drie G-men" en hun gasten Zaterdag 16 December 1939 No. 42 Osie Jaargang Hoe de generale repetitie afliep Oplossingen Slot. Aldus geschiedde, mevrouw Sliers daalde naar de woonkamer, en keerde weldra iet het onmisbare object terug Na deze edwongen onderbreking kon het spel door- aan. Gessier nam de appel in ontvangst en ekeek hem met gulzige ogen. Het was een achtige bellefleur. Ook de overige artisten ikten de halzen en smakten met de lippen, laar de landvoogd onderdrukte wilskrach- de boze lust. Met de rug naar het pu- iek bond hij vlug een zwarten draad aan steel vast en gaf landsknecht Païna een enk, waarop deze, met het andere eind an het trekkoord in de hand. achter de rste coulisse rechts post vatte. Toen greep landvoogd den jongen Teil bij zijn arm laatste hem voor de coulisse en sprak; „Ziezo. Teil, toon nu uw kunst of sterf! lier is het doelwit, merk op, op het hoofd an je zoon." Hij wilde den appel ter bestemder plaatse eponeren, maar het lukte niet. telkens jlde de bal van het ronde schedelstuk af. let misnoegen constateerde de landvoogd, kt na elke val de heerlijke vrucht een kneu- ing of een beurse plek vertoonde. Toen am hij een kranig besluit: met zijn scher- e tanden beet hij een grote hap uit de ap- el en op het aldus verkregen vlak bleef et doel rustig liggen. Maar dat was alles ehalve naar de zin van Tell jr. „Hij eet mijn appel op. Ik doe niet meer lee!" gilde de weerspannige. Tell Sr. ech- r wist hem te kalmeren. Hou je kop dicht, ezelsveulen!" brulde ij tegen den jongen. „Straks krijg je twee ndere appels en een peer, als je stil bent, laar een pak rammel als je tegenstrib- elt!" En ook hij beet een hap uit de appel, raarop hij hem weer op het hoofd van loliath plaatste. Het doelwit was nu aan- aerkelijk kleiner geworden, maar voor een chutter als Teil was dit geen bezwaar. Hij haalde twee pijlen uit de koker, deed Isuf hij er één voor de pees legde en stak e clan beide in zijn gordel. .Hé. zeg vent, wat doe je daar? Wat moet lie pijl in je gordel?" vroeg Gessier! Teil keek hem aan met een venijnige blik, en blik die een draak gedood zou hebben, barste hoorbaar met zijn tanden en beet len landvoogd toe: „Die is voor jouw hart estemd, schurk!" Dit verschrikkelijk dreigement bracht lessler echter niet van zijn stuk. „Daar zullen we straks over praten. Sta lou niet te kletsen, maar schiet. Ik ben be- lieuwd of je de appel raakt." „Het zou wat!" riep Teil, in zijn eer ge- lenkt. „Met mijn beide ogen dicht raak ik lem. Kijk, zo!" En meteen bracht hij de kruisboog in de anslag en trok af. Tegelijk gaf Païna een mk aan het touwtje, de appel of wat er log van over was rolde achter de coulisse 'aar de baboe er vlug een pijl door stak en vervolgens een schop gaf, dat hij voor k voeten van Rudenz rolde. Deze greep *m, beet er haastig nog een stuk af, over- andigde hem toen aan Gessier en riep Raak!" „Raak!" herhaalden allen geestdriftig „Middendoor!" Gessier nam het overblijfsel in zijn han den, trok de pijl er uit en stak het toen Teil jr. in de wijd geopende mond en sprak: „Dat is voor jou. ventje, omdat je een zoete jongen bent, en straks krijg je nog meer. Maar eerst heb ik nog een appeltje met jouw vader te schillen. Teil, je wou mij dus ver moorden, hè? Dat zal je niet glad'zitten, manneke! Grijpt hem, wachters en sluit hem op in de donkerste cel van de gevange nis. Daar kan hij over zijn misdadig voor nemen nadenken, tot hij een ons weegt, want te eten krijgt hij niets." „Het zou wat!" riep Tell, in zijn eer gekrenkt. De wachters stortten zich op Teil en het is treurig maar waar ook zijn kame raden-samenzweerders kozen de partij van den tiran en stoven, door blinde strijdlust aangegrepen, op den koenen schutter af. Teil echter was niet de man. die zich zon der tegenstand grijpen liet. Hij gooide Gessier de kruisboog naar het hoofd, gaf Rudenz een stomp op het oog, dat de edele ridder sterretjes zag en trapte Melchtal te gen zijn schenen. De voorstelling werd nu een drama en nam een keer, die allerminst in het manuscript voorgeschreven was, want door de ondergane mishandelingen woest gemaakt, vielen nu allen tegelijk op den dapperen Teil aan. In plaats van hem te laten ontsnappen (want hij moest immers in het 3e bedrijf den landvoogd doodschie ten) lichtte Rudenz hem een beentje en toen hij op de grond lag, ranselden ze hem met vereende krachten tot hij brulde als een dolle stier. Twee coulissen en de ge kroonde hoed legden bij de worsteling het loodje. Toen achtten papa Holte en papa Sliers het ogenblik gekomen, zich met de zaak te bemoeien. Stoutmoedig betraden zij het toneel, grepen Rudenz, Gessier en Melchthal bij de kladden en bevrijdden den murw ge slagen Teil van zijn aanvallers. En toen kwam de reactie. Sherlock was overeind gekrabbeld, maar hij stond te waggelen opzijn spillebenen en wreef zijn rug en zitvlak, die als vuur gloei den; de Kever betastte wijsgerig een ei- der raadsels uit het vorige nummer. 1. We openen de kraan voor de eerste maal en laten kan A vollopen. Kraan sluiten. Nu gieten we uit A kan B vol (3 liter i, zodat in kan A 2 liter over blijft. Daarna gooien we kan B leeg. en gieten de overblijvende 2 liter uit kan A over in kan B. We openen de kraan voor de tweede maal, en laten kan A vollopen. Dan gieten we uit kan A kan B vol; 2 liter zijn reeds in kan B. Er kan dus nog 1 liter bij. In kan A blijven dus 5 liter 1 liter 4 liter over., 2. De koopman in zeven. 3. Sint-Annaparochie; rose, cent, Anna, e.a., hit, pit. 4. Baal. aal. 5. Geldermalsen; geld, raam, as, en, ree, Gelderland. 6. Kennis is macht. 7. Stoomboot: s. sta, brood, scholen,stoom boot. barbier, stoep, bok, t. 8. Naald met draad. grote buil op zijn voorhoofd en uitte ver wensingen aan hel adres van Sherlock; Padje had zijn zakdoek in water gedom peld en bette zijn linkeroog, dat gaandeweg opzwol en een paarse kleur aannam; George had zijn broekspijp opgestroopt en wreef over de plek waar Sherlock hem ge ducht geschopt had. De meisjes, die geen blessuur opgeiopen hadden, huilden tranen met tuiten. Alleen Païna bleef kalm. Min achtend keek zü naar de gewonden en mom pelde: „Anak-anak itoe gila betoel!" De heer Sliers overzag nu het toneel, zoals een veldheer het slagveld gadeslaat. Hij stak beide handen in zijn broekzakken, hetgeen een teken was. dat hij een onher roepelijk besluit genomen had, en sprak: „Het is mooi geweest, jongelui; maar nu is het uit, heelemaal uit! Pak je biezen en ga naar beneden. Daar kunnen jullie bij een kopje thee en een koekje wat kalmeren". „Maar pa, het stuk is nog niet uit", pro testeerde Sherlock op huilerige toon. „ik moet eerst nog in het derde bedrijf Gessier vermoorden!" Men kon uit zijn woorden en gebaren wel opmaken, dat hij deze taak met genoegen volbrengen zou. Zijn vader echter bleef op zijn stuk staan en ook de overige toeschou- werd, die allang opgestaan waren, gaven duidelijk te kennen, dat zij geen getuigen van verdere verwikkelingen wensten te zijn. Dus bleef de artisten niets anders over dan af te druipen. Bij de heerlijke versnaperingen, waarop moeder Sliers de rampzalige toneelspelers in de huiskamer trakteerde, kwamen de onstui mige gemoederen weldra tot rust en werd de vriendschap tussen de leden der G-men- club, die ernstig geschokt was, spoedig her steld. Aldus eindigde de Generale Repetitie van Wilhelm Teil. vrij naar Schiller bewerkt door den dichter Guus van Dommel. M. E. L. HEKTOR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 15