Oefeningen Veldleger - Jubileum Middenstandsraad - Ontsporing I *•-. l zSS LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad r I - ft 80ste Jaargang rW '"ffe V FEUILLETON De Hermandad, de Heros en de Heroïne 'i w >\Ss. Sissc. j *Vv rr"' 'T v.- -fi£ 'VAfyT DE OEFENINGEN VAN HET VELDLBOER. MITRAIÜLEÜRSGROEP GEDEKT IN HET TERREIN. -'-if O Üi f ^4 k* HET 20-JARIG BESTAAN VAN OEN MIDDENSTANDSRAAD werd herdacht in een bijeenkomst in het gebouw van het Econ. Instituut voor den Middenstand in den Haag. V.l.n.r. minister van Staat prof. P. J. M. Aalberse, senator van Ackercn, (voorzitter Belgischen Middenstandsbond) en minister Steenberghe. OEFENINGEN VAN HET VELDLEGER: ROOD TEGEN BLAUW. VOOR- BIJMARSCH VAN CAVALERIE-MIT RAILLEURS. DE LANGE JAN IN FEESTVERLICHTING. De toren te Amersfoort in feestverlichting in verband met de O. en O.-feestweek van 13 tot 20 December. DOOR HET BREKEN VAN EEN AS VAN EEN GOE DERENWAGEN WERDEN NABIJ WIJHE DE RAILS OVER EEN AFSTAND VAN 300 METER VERNIELD. TWEE WAGONS KANTELDEN. DOOR DEN STORM in de laatste weken zijn aan de Honds- bossche zeewering tusschen Petten en Camperduin op verschillen de plaatsen uitgebreide herstellingen noodig. Zware basaltblokken worden op de golfbrekers gebracht. DE OLIFANT „LAPING" van het circus Strassburger, die bij een val vermoedelijk een dijbeen brak, is in „Artis" te Amsterdam ter verpleging opgenomen. „Laping" in het trekverband. door FELIX O "DERRICK. 43) Maar juist op dat oogenblik knalde een schot. Een der Engelsche matrozen had het gelost. Een gil klonk op uit de motor boot: het schot had doel getroffen. Twee schoten antwoordden. Maar daarmede was het vuurgevecht afgeloopen, want de man nen in de motorboot bukten zich, terwijl z'j de vrouw dwongen rechtop te blijven staan. Langzaam maar zeker won de kleine boot nu terrein. Snel naderde zij de kust, hard nekkig gevolgd door de twee kruisers. In een razend tempo kliefden de drie vaartui gen de golven. In lijnrechte richting schoot de voorste boot op een van de elegante witte villa's aan het strand af, nu nog slechts anderhalve mijl daarvan verwij derd. Weliswaar werd dc afstand tusschen het wild en de jagers gestadig grooter, Waar het was onmogelijk om daarvan wer kelijk voordeel te trekken. Daarvoor was de totale afstand te gering. Op dat oogenblik namen de mannen ln de motorboot hun toevlucht tot een zeer minderwaardig middel: De bemanning van den voorsten kruiser zag. hoe twee van de mannen de vrouw plotseling beetpakten en haar optilden. Reeds direct hadden Ber trand en zijn vriend in haar Chiquita her kend. Zij gilde vertwijfeld en trachtte zich door schoppen en krabben te verdedigen. Maar haar kracht was niet toereikend. Het was natuurlijk weer Carlos, die haar ten slotte een hevigen slag op het hoofd gaf en haar met afschuwelijke bruutheid over boord stootte, terwijl hun boot met onver minderde vaart op de kleine aanlegplaats bij de villa af stoof. Enkele seconden later bereikte de eerste kruiser de plaats van de laffe misdaad en minderde vaart. Een man sprong overboord het was Van Duuren dook onder en had onmiddellijk de dren kelinge bij de haren. Men trok redder en geredde aan boord en zette koers naar land. Enkele minuten later volgde de tweede kruiser hun voorbeeld. Het jonge meisje was maar korten tijd onder water geweest, maar niettemin was zij buiten bewustzijn. Teun en Bertrand zorgden voor haar en pasten gezamenlijk kunstmatige ademhaling toe. Na enkele minuten sloeg zij de oogen op en keek ver dwaasd om zich heen. Toen sloot ze haar oogen opnieuw, nu echter voor een dieper sluimer. Teun wist dat zij gered was. Zijn hart kookte van woede. Zijn belangstelling gold nagenoeg evenzeer het meisje als de boeven. Deze waren, zoodra hun boot het strand bereikt had. naar de villa gerend. Zij had den zich niet eens den tijd gegund om het vaartuig vast te leggen Zij ijlden in de richting van het huis, een hunner werd door de beide anderen ondersteund. Hij hield zijn arm vast. Blijkbaar was hij degeen, die door het schot getroffen was. Zij verdwenen door een poort in het hek. dat de villa omringde en juist toen de eerste kruiser bij de aanleg plaats kwam. schoot een gele auto in pijl snelle vaart den hoofdingang van het park uit en verdween in de richting van Alex andre. Bertrand en manschappen spron gen uit de boot en probeerden nog met enkele schoten den wagen te raken. Maar de afstand was al te groot geworden en een oogenblik later was de auto al uit het ge zicht verdwenen. Ook de tweede kruiser had inmiddels aan gelegd. „Die kunnen ons niet meer ontsnappen", zei Bertrand rustig. „Zij zullen niet ver ko men. Ik veronderstel, dat deze chique villa wel een telefoon zal bezitten. Het nummer van den wagen Is C 1283, een gele Auburn met gesloten kap. Wij zullen alle straat wegen laten afzetten. Ik ben er van over tuigd, dat de wagen regelrecht naar Cairo rijdt. In Alexandrlë of in een der andere steden van Beneden-Egypte kunnen zij zich moeilijk meer verstoppen. Ik zal nu de wa gens laten komen." Hij snelde het huis binnen, terwijl Teun opnieuw zijn zorgen aan het meisje wijdde. Hij vlijde haar behoedzaam neer in de schaduw van een paar reusachtige palmen. Bertrand drong het huis binnen zonder zich in het minst aan de verontwaardigde protesten van den bruinen huisknecht te storen, en ging op zoek naar een telefoon. Hij vond deze in den salon. Hij liet zich ter stond met Larkyn Pascha verbinden, gaf het signalement van den wagen op en ver zocht hem een tweetal dienstauto's te wil len sturen. Nu had hij den tijd, aangezien hij wist, dat oogenblikkelijk alle groote wegen in de buurt van Alexandrië afgezet zouden worden. De gele auto C 1283 zou ongetwijfeld op de een of andere plek aan gehouden worden en in ieder geval zou men de route kunnen vaststellen. Vervolgens wijdde hij zijn aandacht aan den huis knecht. De man was totaal overdonderd door de aanwezigheid van de dienaren van den Heiligen Hermandad en antwoordde gewil lig op alle vragen. De villa behoorde aan een katoenhandelaar uit Alexandrië, Pic- cardi geheeten, die een groote zaak had op het Soliman Pascha-plein. Twee van de vluchtelingen waren vanmorgen in gezel schap van de jongedame verschenen en hadden hem beleefd gevraagd of zij mis schien hun wagen een paar uur in zijn tuin zouden mogen neerzetten. Zij hadden zich na de inwilliging van hun verzoek naar de aanlegplaats begeven, die bij de villa hoorde. Een tijdje later was de motorboot verschenen, die bestuurd werd door den derden man. Een van de drie niet die mqt den gekruisten blik had toen een tijdje naar de haven staan turen en was ten slotte teruggekomen om den an deren het teeken tot vertrek te geven. De jongedame had zich er weliswaar hard nekkig tegen verzet om met de boot mee te gaan, maar tegen de drie mannen was zij niet opgewassen. Hij zelf was ten slotte slechts een arm. eenvoudig man; wat had hij kunnen jitrichten? Hij had een fooi ontvangen van den man met den gekruis ten blik en wist verder van niets. Maar dan ook van niets. Bertrand stelde zich opnieuw in verbin ding met het hoofdbureau en verzocht de verklaringen van den huisknecht betref fende den eigenaar der villa nauwkeurig na te gaan. Daarop gaf hij den Engelschen sergeant opdracht met de twee politieboo- ten naar de haven terug te keeren. Slechts twee van zijn mannen moesten achterblij ven om mee te gaan naar Alexandrië. Korten tijd later arriveerden de beide wagens. Zij hadden den gelen Auburn niet ontmoet. De Inspecteur stapte met Teun en Chiquita in den wagen van Larkyn Pascha, terwijl de beide agenten in den tweeden wagen plaats namen. Een half uur later stonden zij voor het hoofdbureau in Alexandrië. De eerste berichten kwamen binnen. Auto C 1283 was zoo juist gesignaleerd in de buurt van Tentah, zij vloog in razende vaart ln de richting van Cairo. Agenten, die den wagen tot stoppen maanden, wer den meedoogenloos tegen den grond gere den. Een half uur daarna ontving men een bericht van den politiepost te Zagazig, dat de wagen op de kruising naar Ismailla had moeten stoppen voor een versperring, die op den weg was geworpen. Hij had echter bliksemsnel gedraaid en was denzelfden weg teruggereden Bertrand besloot nu de verdere vervol ging zelf in handen te nemen. Teun wilde zijn vriend bij de achtervolging van de kidnappers niet in den steek laten. Voor hem was de zaak. nu hij het meisje terug had. nog niet afgeloopen. Hij stapte met Bertrand en de twee agenten in den wa gen. Een verrekijker namen zij mee. (Nadruk verboden). IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5