Gsneraal-veldmaarschalk üon Mackensen 90 jaar - Luchtalarmoefening
T3&
I E^.'e Jcsrgrcg
LEiDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
_De Hermandad, de
Heros en de Heroïne
r i
OP 29 NOVEMBER WERD TE BATAVIA EEN LUCHTALARM-OEFENING GEHOUDEN waarbij de verschillende
hulpafdeelingen in actie kwamen en waardevolle ervaringen opdeden. Links: een „brandende" boom wordt gebluscht.
Rechts: de Inlandsche jeugd toonde groote belangstelling en gebruikte o.a. de boomen als tribune.
KONING GEORGE VI VAN ENGELAND BEZOCHT HET FRONT IN FRANKRIJK EN INSPECTEERDE DAARBIJ
DE ENGELSCHE SOLDATEN IN HUN STELLINGEN. Toegejuicht door zijn mannen, passeert de koning in gezel
schap van eenige hooge officieren, een der legerplaatsen.
door
FELIX O "DERRICK.
i G»
i. H
n
cttt«
Mijn beste vrienden; gisteren is een
Wend van mijn meester waarschijnlijk met
"n van Jullie weggereden. Deze vriend is
®o mager als een lat, heeft zoo'n mond
'Saaleh trok een zoo scherp mogelijken
areep onder zijn snorretje) en ziet er uit
Is Abu el Husseïn, de vader der sluwheid
'ion bedoel lk niet, hoor Husseïn). Wie van
Wlie weet er iets van?"
Geen mensch wist ergens van. Geen
nenseh had iets gezien. Een mensch zijn
jWuigen werken niet altijd even hard.
1 Moral wanneer de hitte even groot als het
80» klein is.
Twintig piasters!!
Onzichtbaar had Mohammed, de wagen-
hsscher, in een hoek gestaan, klein en
j»ertg. Nu kwam hij naar voren geschui-
'.-'d. Twintig piasters? Voor den dag ermee
po een man. een chawaga, heel mager en
|!niier baard, was gisteren tegen vier uur
"chenen en had Emin's wagen, die met
p üroenen vogel op de radiateur, gehuurd
1 naar de stad te rijden.
Jij bent heel verstandig, ya ussta Mo
hammed, maar wanneer je die twintig plas
ters werkelijk verdienen wilt, moet je ook
het volgende nog voor mij doen; Als Emin
hier terugkomt, moet je hem oogenblikke
lijk, maar dan ook oogenblikkelijk naar het
huis van mijn meester sturen."
„Allah akbar. Daar komt hij juist aan.
Hoe zit dat met die twintig piasters?"
„Alsjeblieft. Mogen zij U zegen brengen.
Allah bescherme Uw oogen. Hoh, halt!
oh vriend. Zijt gij Emin?"
„Jawel Sihdi."
„Hebt gij den tijd?"
„Ja zeker."
„Prachtig. Kom!"
En Saaleh zette zich aan Emin's zijde en
begon zijn vragen te stellen.
Vier en half uur na het begin van zijn
onderzoekingsreis verscheen Saaleh op
nieuw voor het aanschijn van zijn meester
en presenteerde hem Emin, den chauffeur.
„Gij weet dus, meester Emin, waarheen
gij mijn vriend, Abu el Taleh, gevoerd
hebt?"
De jonge intelligente vent produceerde
een vroolijken ongedwongen Afrikaanschen
lach. „En otdk dat weet. Het was toch pas
gisteren."
„Zou je mij erheen kunnen brengen?"
„Precies op de juiste plek. Wilt U direct
gaan?"
„Ja. Snel! Saaleh, ga mee."
„Oh heer, mag ik een woord zeggen eer
wij gaan?"
„Vooruit maar. maar vlug."
„We zullen misschien eerst nog een klei
nen omweg moeten maken. Ik weet name
lijk, waar de vrouw gisternacht was."
„En dat zeg je me nu pas?"
Saaleh schraapte vol respect zijn keel.
Zijn meester, de schier onbewegelijke ge
makzuchtige was totaal veranderd. De
angst om den vriend en het meisje waren
hem ongetwijfeld naar het enorme hoofd
gestegen.
„Ik had, oh chawaga, tot nu toe nog in
het geheel geen tijd om iets te vertellen.
„Je hebt gelijk, en ik ongelijk. Vertel dus
oh meester mijner keuken."
En Saaleh vertelde. Hij verzweeg zorg
vuldig wat hem onbelangrijk toescheen,
met name de wijze, waarop hij aan zijn
informaties was gekomen, en volstond met
de vermelding der elementaire feiten
Hij was vastbesloten van de twintig pond
die h als reisfonds ontvangen had, en
waarvan hij veertig piaster aan premies
en twintig in diverse café's uitgegeven had,
er achttien terug te geven. Want hij was
een eerlijk man en die kleine provisie van
één pond en achtendertig piasters kwam
hem dubbel en dwars toe.
Van Duuren drong er op aan, dat men nu
onmiddellijk vtrtrekken zou.
„Mag ik nog iets zeggen?"
„Wat nu weer?"
„Vergeef den onwetende, oh heer, wan
neer hij beuzelt. Maar het wil mij voorko
men. dat U in Uw schrijflade een kleine,
zwarte revolver hebt liggen
.Saaleh, jij bent drie maal zoo verstan
dig als ik. Neem jij zelf ook maar iets der
gelijks mee."
De bruine man glimlachte, wandelde
geruischloos als immer naar de keuken en
maakte keus uit zijn collectie. Zijn blik
viel op een lang, stevig keukenmes, waar
hij dikke beenderen mee te lijf placht te
gaan. Het lemmet wikkelde hij in een stuk
carton, dat hij uit den vuilnisbak opdiepte,
daarbij ontdekte hij een peukje sigaret van
het merk, dat hij gewoonlijk rookte. Aan
gezien dit peukje echter niet van hem af
komstig kon zijn, beteekende het een-en-
ander een stillen maar vreeselijke aanklacht
aan het adres van den knaap Abdu, wel
ken Saaleh dan ook onmiddellijk op een
stevige oorvijg ging onthalen alvorens zich
weer bij zijn meester te voegen. Want een
kus en een oorvijg moet men nooit tot la
ter uitstellen.
Daarop gingen zij er op uit.
Ja. inderdaad, de geest van onrust was
in den dikken reus gevaren. De affaire met
de verdoovende middelen was hem altijd,
ondanks de realistische schilderingen van
zijn vriend, volkomen onverschillig geble
ven en had slechts een enkel gevoel in hem
wakker kunnen roepen: dat der dankbaar
heid, dat hij met de heele beweging niets
te maken had. Of zijn vriend Bertrand tn
gevaar verkeerde, dat wist hij niet. Er moest
heel wat gebeuren eer deze sluwe vos zich
liet vangen. In elk geval was hij uitermate
verontrust. Wat echter Chiquita betreft,
haar verdwijning had bij hem een gevoe
lige snaar geraakt. Of hij het meisje nu
liefhad of niet, hij liet haar niet onder zijn
neus wegrooven. Sedert langen tijd bevond
hij zich weer eens in een toestand, die hem
bij de inboorlingen den naam „Buffel" be
zorgd had. Want zoo lui en phlegmatiek als
de blauwe buffel gewoonlijk is, als men hem
prikkelt, wordt hij zoo wild en gevaarlijk,
dat men hem beter uit den weg kan gaan.
De hoorns gebogen, taaier, sterker en sluwer
dan een Andalusische vechtstier zoekt de
blauwe waterbuffel zijn tegenstander, voor
wien geen pardon bestaat, wanneer hij ge
vonden is. Zoo veranderde ook Van Duuren
in dergelijke gevallen in een koel-bereke-
r.end, wraakzuchtig, zeer gevaarlijk mensch
wiens gebrek aan sluwheid door zijn Hol-
landsche taaiheid en uithoudingsvermogen
vergoed werd. Van zijn goedmoedigheid
bleef dan geen spoor meer over.
Saaleh kende zijn meester en rekende op
een hoop pleizier. Hij was een zoon der
steppen, half neger, half semiet, een vroom
dienaar van den Profeet, maar ook een
door en door avontuurlijke jongen, die voor
dat hij den kokslepel gekozen had, uitste
kend met lans en mes had leeren omgaan.
Geen held van groot formaat, maar een
ideale kameraad en geslepen als een aap.
Zij konden de smalle Sekket el Dud niet
met de auto inrijden. Vandaar dat zij zich
te voet naar no. 8 begaven, waar zij den
concierge Ahmet aantroffen, die zoo juist
zijn zoo gemakkelijk verdiende twintig pias
ters in een altruïstische aangenaam opof
ferende stemming omgezet had. Hij fluister
de Saaleh met het air van een samenzweer
der in het oor, dat een der mannen zich op
het oogenblik boven bevond. Met zijn drieën
bestegen zij nu de smalle trap en kwamen
uit op een slecht verlicht portaal tegenover
een lage houten deur.
.Maak open, Ahmet", fluisterde Van Duu
ren. De man weifelde. Men weet immers bij
die blanken nooit waar men aan toe is en
of het wel geraden is bij hen in de buurt
te komen. De eerste, die de kamer betreedt
krijgt de klappen. Dat liever niet.
Van Duuren drukte zelf de klink neer. De
deur was op slot.
.Opgepast," zei hij. „Ik zal de deur waar
schijnlijk moeten rameien. Ga tegen den
muur staan, opdat jullie niet geraakt wor
den, wanneer hij soms mocht schieten."
Hij klopte. Na een oogenblik wachten
vroeg een stem in het Arabisch:
„Min de?" „Wie is daar?"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
DE BEKENDE DÜITSCHE GENEEAAL-VELDMAARSCHALK VON MAC
KENSEN vierde zijn 90sten verjaardag. De Duitsche opperbevelhebber
generaal von Brauchitsch (links) bood den jarige als geschenk van het
leger een schimmel aan
IN DE BOSSCHEN VAN HET STAATSBOSCHBEHEER TE SCHOORL
is men reeds Bezig met het kappen van sparreBoomen voor het a.s. Kerstfeest. De Boom
pjes worden naar den weg gedragen om naar de steden te worden vervoerd.
EEN FELLE BRAND WOEDDE IN EEN DRUKKERIJ TE AMSTELVEEN.
Het geheele gebouw werd door het vuur verwoest. Het interieur met de vernielde
machines na den brand.