Liesbeth Rosemarie: BINNENLAND }nden UYLENSPIEGHEL J fc Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 December 1939 Derde Blad No. 24450 1 pT ord „Het meisje van den Kinderpostzegel" Onderhoud met Sierk Schroder Tweed© Kamer. Geen tekort aan films in Nederland Verdrag tusschen Nederland en Duitschland „Afweer-reclame". Hoofdpijn S"AKK[RTJE (Tij waren ln het itelier van Sierk Schroder, teWas- snaar, den por tretschilder, die dit jaar de welda- dighelds-postze- jels „Voor het Xind" ontwierp. Hjj vertelt ons ian de moeilijk heden en moge- Ujkheden bij zijn mtwerp. Deze postzegel, ioo vertelt hij «is. is geschil derd op een pa- reeltje van zoo'n IS cM. breed, in tempera. Hoe ik e: toe gekomen ren? Na alle in leidende en voor baande bespre- ilngen komt eerst de kwestie van het idee. Zoo'n Idee krijg je in eens. En hetont- ;erp maak je misschien in een sail uur. Maar.. toor dat idee „in eens" komt! Dat duurt nog wel eens een tijd. Haar goed, het Idee heb ik ge lregen. Nu was et één ding dat roor mij vast kond. Ik wilde ren postzegel ma len, welke ieder, die hem in handen kreeg tnmlddellijk de „waarde" van zulk een pa- fiertje zou doen begrijpen. Slet zoo'n plakzegeltje dat je tusschen duim m vinger wrijft en dat nooit méér is dan ten stukje papier. De waarde en de waar- tfneid moesten er dus dik opldggen. Ik heb »n hetzelfde idee gehad dat voor mij thilders als Micfhel Angelo en Botticelli en ug zooveel meer gelhad moeten hebben, die peen vlakken wand hun kinderfiguurtjes bas-relief schilderden. En op dezen post al staat dus het kinderfiguurtje in relief; het wordt er zoo mogelijk nog levendiger nog levender door en het kleine stukje ipier wordt tot waardepapier, tot een zegel .1 gedachtemassociaties wekt aan een echt ;el. dat Immers de teekening ook in relief iagt. In nu het idee" zegt de Interviewer. „Ja, it er op een postzegel, waarvan de op- "igst aan „Het Kind" ten goede komt, kind moest staan, was mij onmiddellijk iiidelijk. En misschien ook omdat kinder- rtret-sdhilderen mijn werk van lederen is. - De decoratieve oplossing van dit [el is vrij eenvoudig. Een kruisvorm, het derfiguurtje verticaal, dwars daarover hoorn des overvloeds. Ik had eerst een ander ontwerp, wat mij echter minder ledigde. En toen is dit gekomen. Ja, je kunt in een half uur zoo iets sohdl- Sierk Schroder. deren. Maar ik heb hier toch wel iets langer over gedaan. Het uitstekende einde van den hoorn des overvloeds b.v. heeft mij langer dan een week bezig gehouden. Het wou niet zooals lk wilde. En aan dat eene stukje heb ik dagenlang gewerkt. Tot je tenslotte de bevredigende oplossing vindt." En dan gaat de deur open en het atelier is gevuld met het getrippel van kindervoet jes en de schilder zegt: „En daar is het model". En het model blijken er twee te zijn, namelijk de kinderen van den heer Schroder zelf. Rosemarie. die zooals zij zegt, al op de kleuterschool is. en Liesbeth, die niet aan de conversatie deelneemt en alleen het handje van Rosemarie kramp achtig vasthoudt. Een dergelijk „dubbel model" doet eigen aardige problemen rijzen. Op de tafel van den schilder liggen vellen postzegels en het is niet moeilijk in het levensblije kopje van het postzegelfiguurtje Liesbeth te herken nen. Maar de rest O, zegt Sierk Schroder, ze hebben, terwijl ik aan het schilderen was, hier in het ate lier rondgeloopenniet geposeerd, maar als Ik een been noodig had. moest er een even met spelen ophouden en voor dien arm moest Rosemarie op de proppen komen en zoo is Rosemarie Liesbeth het model van het postzegelfiguurtje. |IVan onzen parlementairen medewerker). BEGROOTING VAN KOLONIËN. Ook deze begrooting is er zonder hoofde- oe stemming doorgegaan. Minister Weiter heeft getracht, op ver killende opmerkingen antwoordend, el- 3 heilige zijn kaarsje te geven. Wij lezen toig bloemen uit hetgeen hij zeide. Voor «handhaving van de bestaande verdee- der vlootkosten tusschen Nederland eIndlë (desnoods met een kleine variatie) hij het pleit gevoerd; de minister Metste den gang van zaken bij de vast- MUng dier bedragen, er den nadruk op Fisend, dat de eindbeslissing is bij den Ne- [riandschen wetgever, en dat in de toe- at, als nieuwe vlootbouw plaats heeft *iw, die door Nederland wordt betaald) 'exploitatie-kosten van Indlë natuurlijk 'nzlenlijk zullen stijgen. Een grootere bij- fe voor Nederland achtte de minister, ®en de kosten welke de mobilisatie reeds ™ert, niet mogelijk. Inzonderheid had «minister ook bezwaar tegen het denk- *14 van den heer Stokvis, om eveneens deel der kosten van het Indische le- 'door Nederland te doen betalen. |Qok inzake Curasao heeft de minister iele opmerkingen beantwoord, maar erg I rv. ^et debat niet. minister verzekerde, dat er op elk pied hard wordt gewerkt, om een be landen achterstand in te halen met name N den socialen en hygiënischen toestand de volkshuisvesting) betreft. Ook in T deel onzer overzeesche bezittingen prat aan de verbetering der verdediging ■fe d' Curasao heeft zijn vrijwillige ■•«rage daartoe verhoogd van 1 tot bijna T' ton. Meer behoeven we uit de discussie niet te "lelden; gelijk gezegd werd de begroo- 5 üoedgekeurd. BEGROOTING VAN DEFENSIE. ^Dinsdagmorgen verscheen de memorie 5 antwoord inzake defensie; Woensdag- Bi,,1? ving de Kamer met de behandeling I"egrooting aan. J En een bewijs, dat de Kamer (die, o, uni- I® ditmaal nog geen enkele avondver- *jjng heeft gehouden!) in deze om- Jfdigheden grooten spoed wil betrach- ll^d" generaal heeft het debat geopend. Generaal, dat is niet generaal Reyn- ders, de opperbevelhebber (die zit trouwens niet in het parlementi maar dat is gene raal Duymaer van Twist, in dubbelen zin nestor der Kamer: naar leeftijd en naar anciënniteit, de man, die als een laat ons hopen hupsche eerste-luitenant in de Ka mer verscheen en er uitgroeide tot luite nant-generaal. Ook al een record! De generaal dan, wijzend op de enorme kosten welke de mobilisatie vordert, heeft op een zoo zuinig mogelijk beleid aange drongen; hij vreest dat te dure gebouwen (hotels) zijn gehuurd om verschillende af- deelingen in onder te brengen. Hij wenscht ook een snelle beslissing over de Indische vloot en hield een betoog ten gunste van slagkruisers. En hij drong aan op een spoedig besluit inzake het oefenen en op leiden van buitengewone dienstplichtigen (vrijgelotenen en vrijgestelden door broe- derdienst), opdat oudere lichtingen naar huis kunnen gaan. Natuurlijk heeft „de" generaal ook de geestelijke verzorging der gemobiliseerden onder de loupe genomen en zich verzet tegen cabaret- en tooneelvoorstellingen en z.g. „bonte avonden". Hij achtte deze niet alleen in strijd met den ernst van den tijd, maar er zijn vele gemobiliseerden, die er bezwaar tegen hebben. Dit is zoo. En het moet gerespecteerd worden. Maar men dwingt hen toch niet om er heen te gaan? Wie er principieel bezwaar tegen heeft, blijve thuis. Over de geestelijke verzorging hebben ook nog enkele andere sprekers het woord gevoerd. Dr. Vos was van oordeel, dat er in dat opzicht te weinig voor de Joodsche mi litairen wordt gedaan. De heer Van der Zaal wenschte meer vaste legerpredikan- ten en vond de organisatie der geestelijke verzorging niet geheel in orde. In verband met dit onderwerp had de heer Duymaer van Twist nog gevraagd, of het waar is dat er onder de veldpredikers zijn, die tot de N.S.B. behooren dit schijnt, volgens allerlei mededeelingen van den laatsten tijd inderdaad wel vast te staan) en ds. Van der Zaal wenschte bescherming der militairen, o.a. „tegen nazi-invloeden". Een ander onderwerp, waarover aller lei opmerkingen werden gemaakt, vormden de verloven. „De" generaal wenschte een regeling, waardoor niemand verplicht werd op Zondag te reizen; anderen wilden uit breiding van de zaken verloven; de heer Van Sleen betoogde dat de regeling voor de feestdagen onvoldoende is en teleur stelling heeft gewekt. Min of meer in ver band hiermede vroeg dezelfde afgevaar digde meer bewegings-vrijheid voor de militairen in hun vrije uren. Zoo waren er meer onderwerpen, die werden aangeroerd. Dr. Vos gaf allerlei wenken op medisch gebied; de heer Van Sleen wenschte inzake voeding, ligging en kieeding op enkele punten verbetering; dat ook betreffende de kostwinners-vergoeding OOK NIET ALS DE OORLOG EENIGE JAREN DUURT. Bij het uitbreken van den oorlog is de ïlmproductie in Engeland en Frankrijk ioo goed als geheel gestaakt, terwijl de ianvoer van films uit de Ver. Staten de •tagnatie ondervindt, waaraan alle over- ■eesche aanvoer, ten gevolge van de on- 'eiligheid ter zee ook voor de neutrale cheepvaart, onderhevig is. In sommige kringen heeft men zich af- ;evraagd, of daardoor de bioscopen in ons land op den duur geen gebrek aan films zullen krijgen en of het bioscoopbedrijf niet ernstig door den oorlogstoestand be nadeeld zal worden. Uit een onderhoud met den directeur van den Nederlandschen Bioscoopbond, den heer A. de Hoop, is ons gebleken, dat in den kring der ingewijden deze ongerustheid niet bestaat en dat men daar overtuigd is, dat, zelfs wanneer de oorlog onverhoopt eenige jaren zou duren, de bioscopen in ons land niet van films verstoken zullen blijven. In de eerste plaats beschikken de film importeurs en -distribuanten in ons land over een vrij grooten voorraad films, die nog steeds niet vertoond zijn. In de tweede plaats wordt in de Ver. Staten de film productie op den zelfden voet als vóór den oorlog voortgezet en al ondervindt de aan voer misschien af en toe vertraging, er (lijven genoeg wegen open om films te importeeren. Want behalve over de neu trale schepen, die de gevaarlijke zone moe ten passeeren, zijn er nog de Italiaansche schepen en tegenwoordig ook de trans atlantische clipper-vliegdiensten. En ten slotte nemen de Amerikaansche films verreweg de grootste plaats op de Neder- landsche markt in, n.l. 60 °/o van den to talen filminvoer De Fransche invoer is in den laatsten tijd gestegen tot 15%>, terwijl de Duitsche invoer, die vóór 1933 meer dan 50°/o bedroeg, gedaald is tot eveneens 15°/o. Bovendien kan verwacht worden, dat men ook niet geheel van Europeesche films verstoken zal blijven. Immers in Frankrijk zijn verscheidene studios reeds weer aan het werk gegaan en in Engeland treft men eveneens voorbereidende maatregelen. In Italië maakt men van den toestand ge bruik om te trachten een plaats op de Europeesche markt te veroveren en heeft men de productie gereorganiseerd en op grooteren voet gebracht. Tenslotte kan Ne derland zelf op bescheiden wijze in de be hoeften van de Nederlandsche bioscopen bijdragen door jaarlijks eenige Nederland sche films te produceeren. Aangezien men desondanks niet vooruit kan zien hoe de toestand zich zal ontwik kelen wanneer de oorlog zeer lang zou du ren, heeft de bioscoopbond zich tot al zijn leden gewend met het advies, geen oude copieën van uit de circulatie genomen films te vernietigen. Dit is niet geschied uit angst voor- een te kort aan films, maar omdat men het gewenscht acht een reserve van oude films te kweeken. nu de waarde van het celluloid zoozeer gestegen is, dat voor degenen, die vele oude copieën in hun bezit hebben, het verkoopen daarvan zeer verleidelijk is. RESTAURATIE VAN HET PRINSENHOF TE DELFT. Delft zal 25 pCt. in de kosten bijdragen. De gemeenteraad van Delft heeft een voorstel van B. en W. aangenomen om de gemeente voor 25 pCt. te laten bijdragen in de kosten van de voorgenomen restau ratie van het Prinsenhof, welke op f 340.000 zijn begroot. UITVOERVERBOD VAN STAF- EN ANDERE KAARTEN. Bij Koninklijk besluit is, ter bescherming van de levensbelangen van het rijk, de uit voer van staf- en andere kaarten, het Ne- derlandsch grondgebied betreffende, ver boden. Dit besluit is onmiddellijk in wer king getreden. adviezen werden gegeven, behoeft nauwe lijks te worden vermeld; de heer Ruyter had op zich genomen de belangen te be spreken van hen, die schade hadden ge leden door inundatie en andere militaire maatregelen; de heer Kievit bepleitte maatregelen ter bescherming van onze koopvaardij-schepen en hun opvarenden. Deze aanteekeningen uit de discussie be wijzen voldoende, dat er ditmaal geen breede of forsche lijnen liepen door het debat. Begrijpelijk. Niet alleen is men het met het beleid eens, maar de oppositie tegen leger en vloot zélve, die vroeger bestond, b.v. bij de socialisten en vrijzinnig-democraten, heeft zich gelegd en het spreekt van zelf dat het debat daarvan den weerslag ondervindt. Iets van die oppositie zal men echter in het vervolg van het debat nog wel bespeu ren, want er is nog altijd een zeer kleine fractie, die principieel van een weermacht niet weten wil. Maar gisteren beperkte de discussie zich tot een mozaiek van ver schillende onderwerpen. Natuurlijk liet men daarbij niet na hulde te brengen aan hen, die op post staan voor het vaderland en aan den geest die onder hen heerscht. Men zou in staat zijn den minister te vragen: Excellentie, vervul den wensch van den heer Ruyter en geef onzen gemobili seerden boter in plaats van margarine. Maar is er tegenwoordig nog wel zoo heel veel verschil tusschen? REGELING VAN HET GOEDERENVERKEER. Aan de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer tot het wetsontwerp hou dende goedkeuring van het Nederlandsch- Duitsch verdrag nopens de regeling van het goederenverkeer met bijlagen en bijbehoo- rend protocol op 25 Maart 1939 te Berlijn gesloten, is het volgende ontleend: Na moeizame onderhandelingen kon het verdrag van 19 Maart 1938 grootendeels be stendigd worden, hoewel eenige nieuwe be palingen en wijzigingen werden opgenomen. Uiteraard speelde hierbij het in werking gestelde ontwerp tot wijziging van de ta- riefwet 1934 en de dientengevolge verhoo ging der invoerrechten een rol. Ingrijpende wijzigingen in de economi sche verhoudingen tusschen beide landen konden tot opzegging van het verdrag op korten termijn aanleiding geven. Daar deze algemeene waarborg, gezien de wijziging in de Nederlandsche tariefpolitiek, niet meer voldoende kon worden geacht, moest naar een nieuwen vorm van ver dragsrechtelijk evenwicht worden gezocht. Deze werd ten slotte hierin gevonden, dat artikel 1 van het verdrag naast de 'reeds vroeger in een bij het verdrag behoorende lijst van afzonderlijke en met name ge noemde tariefverplichtingen van Duitsche zijde thans ook in een lijst van verplich tingen voor de Nederlandsche regeering voorziet. Voor den duur van dit verdrag verbindt de Nederlandsche regeering zich de invoerrechten voor de aldaar genoemde goederen niet te zullen verhoogen. Deze goederen vallen alle buiten de werking der op 1 Maart 1939 ingevoerde tariefverhoo ging, terwijl geen verplichtingen werden aanvaard om de bestaande of de verhoog de invoerrechten te verlagen. Voorts werden de noodige wijzigingen aangebracht in verband met het feit. dat thans ook onder dit verdrag geregeld is het goederenverkeer met het voormalige Oostenrijk en de Sudetenduitsche gebieden. Zakenleiders: thans zullen nieuwe concurrenten opduiken. Verweert U doeltreffend, adverteert de voordeelen die Uw artikel, Uw bedrijf ook nu nog biedt. 3971 Nu geregeld adverteeren is meer noo dig dan anders. Het is een verstandige bedrijfsverzekering die, zooals bij alle verzekeringen, eerst op het- critieke moment van onschatbare waarde zal blijken. WIJZIGING TARIEFWET EN WET OP HET STATISTIEKRECHT. Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot wijziging van de tariefwet 1934 en de wet op het statistiekrecht is het volgende ontleend: De regeering heeft met belangstelling kennis genomen van de beschouwingen vervat in het voorloopig verslag over dit ontwerp van wet. Wanneer zij thans zal trachten op deze beschouwingen in te gaan. wil zij voorop stellen, dat ook zij op dit moment niet ten volle in staat is zich deze resultaten zuiver voor oogen te stellen. Vóór het afloopen van de periode, waar voor de tariefverhooging is bedoeld, hoopt de regeering nadere mededeelingen te doen aan de Staten-Generaal. Wat betreft de vraag of de groote op brengst der invoerrechten in de afgeloopen maanden van dit jaar er op wijst, dat de bij de tariefverhooging betrokken industrie takken niet in staat zijn geweest hun arti kelen in grootere mate te vervaardigen dan voorheen, kan slechts worden opgemerkt dat de werkgelegenheid in deze takken zich in de afgeloopen periode bevredigend heeft ontwikkeld en dat over het algemeen geno men de productie kon worden opgevoerd. Het is de regeering in verband met den bij de eerste tien maanden van 1938 vergeleken 33 millioen gulden grootere invoer, niet recht duidelijk, welke vele handelsonderne mingen reeds thans ernstige belemmering van de tarlefsverhooging ondervonden. Er zijn van die dingen, daar zijn U en ik, als verlichte stadslién, volledig mee ver trouwd en verzoend. Wanneer U het elec- trisch licht op steekt, zakt Uw kin nóóit van ver- en bewondering op Uw boordje en wanneer een meneer, die in New-York staat te schreeuwen, via den luidspreker, de glazen in onze kast laat rinkelen, vertrek ik geen spier van mijn gelaat. En zoo leeren wij van kinds af aan de wonderen der techniek aanvaarden als iets héél natuurlijks, als een erfdeel, dat ons rechtens toekomt. Wij tappen helder en koel drinkwater uit de kranen, wij koeste ren ons in de zachte straling der centrale verwarming, wij strekken onze vermoeide ledematen uit op de springveeren gezond heidsmatrassen, na ons lichaam te hebben verkwikt met een lauwe douche. Als spoe len in een weefgetouw schieten wij heen en weer door ons land in comfortabele auto's en als korporaal Pieterse „ergens in Limburg" des avonds een brief post voor Fietje in Roodeschool, leest het lieve kind zijn ontboezemingen bij haar ochtend boterham. In de bioscoop rolt zich het eene levensdrama na het andere in ontstellende echtheid voor onze oogen af en als 's mid dags een Japansche minister harakiri pleegt, lezen wij het 's avonds in de krant met zijn portrc. er bij onder het genot van een kopje thee uit Ceylon met suiker er in uit Indic en electrisch gekookt water. Onze kinders hebben niet eens belangstelling meer voor een wonder als de stofzuiger en als iemand bekent, dat hij nog nóóit in een vliegtuig heeft gezeten, bekijken wij hem met een mengsel van verbazing en 1 medelijden, want wij kunnen het ons nau welijks voorsteilen I Niet alleen de stad zwelgt in de zege ningen der techniek, die overigens lang niet alle zoo zegenrijk zijn, als de uitvin ders hoopten, dat zij zouden worden, toen zij in hun laboratoria de zware overwin ning op de weerbarstige stof hadden be vochten. Ook het platteland kent zijn radio's en zijn stofzuigers, zijn auto's en zijn waterleiding, zijn electrisch licht en zijn krant. P.T.T. bedient het dorp even goed als de stad, o. de dorpeling kan tegen woordig óók een duit in het technische zakje doen Maar er is één instrument, dat het dorp niet ként, omdat het dorp het niet be hoeft. In het dorp is ruimte genoeg, daar bouwt men niet in de hoogte, doch in de breedte. En daarom bezit het dorp géén lift. Daarom ként het dorp de lift niet. En daarom beefde het tweetal vrouwen zoo, dat in een groot magazijn hier ter stede op de lift stond te wachten. Allebei hadden zij die frisch-geboende, roode wangen, die den aan poeder en dag en nacht-crèmes gewenden stedeling bin nensmonds „groene zeep" doen mompelen en allebei droegen zij mantels, die ik en weet niet waarom onmógelijk uit de stad afkomstig konden zijn en dat waren zij dan ook niet, de mantels niet en de vrou wen niet. Zwijgend stonden zij daar, met gezichten alsof zij op de voltrekking van een dood vonnis wachtten, tot de lift óp zou duiken in zijn glazen huis. De lift verschéén kwiek opende de liftboy de schuifdeur: „Dames?" Zij aarzelden, keken elkaar aan. Toen trok de oudste bescheiden aan de mouw van mijn jas en trouwhartig vroeg zij; ,,'t Ken toch geen kwaad, he?" „Vast niet. hoor", verzekerde ik haar ernstig, „Ik ben zélf vader van een gezin en ik ga toch óók Wij daalden statig. En met élke verdie ping keken de dames fierder en geruster. Het dorp zal er wel méér van hooren HET AMSTERDAMSCHE RAADHUIS- VRAAGSTUK. In hun voordracht van 28 April 1939 stel len burgemeester en wethouders van Am sterdam den raad voor te besluiten: le. vast te stellen dat de raadhuisprijs vraag niet het beoogde resultaat heeft op geleverd en mitsdien geëindigd te verkla ren. 2e. zich in verbinding te stellen met de architecten-combinaties M. DuintjerA. Komter en J. F. Berghoefir. J. J. M. Veg- ter, teneinde te trachten, op grond van de door hen ingediende schetsontwerpen tot het definitieve ontwerp te komen. De heer W. Boissevain neemt tegen punt 2 stelling in een uitvoerige memorie aan den gemeenteraad en stelt voor inplaats daarvan te besluiten: 2e. Burgemeester en wethouders uit te noodigen a. de noodige voorstellen te doen betref fende de ruimteverdeeling in het nieuwe raadhuis. b. een nader onderzoek in te stellen naar de begrenzingen van het voor den bouw van het nieuwe raadhuis aan te wijzen terrein. 3962 (Ingez. Med.) OMZETTEN IN HET WINKELBEDRIJF GESTEGEN. De bedrijvigheid in den kleinhandel, welke, naar aanleiding van het uitbreken van den oorlog, zoo sterk was toegenomen, is blijkens ingekomen de gegevens, tot een meer normaal niveau teruggekeerd. Ter wijl de omzet naar de waarde gerekend in een aantal grootwinkelbedrijven en middenstandszaken (geen levensmiddelen- bedrijven) in de drie grootste gemeenten des lands in October gemiddeld nog 20 pet. hooger was dan in October van het vorige jaar. is het overeenkomstige percentage voor November gedaald tot 8. In het winkelbedrijf in kruidenierswaren was de geldomzet in October j.l. nog 9,4 pet. hooger dan in October 1938. Voor de grootwinkelbedrijven luidt dit percentage 14,4. voor de coöperatieve verbruiksveree- niging 6,2 en voor de middenstandszaken 33 millioen gulden grooteren invoer, niet van nog niet beschikbaar. Aangezien deze percentages gebaseerd zijn op de omzetten in geld, dient men te bedenken dat de stijging ten opzichte van 1938 voor een deel door verhooging van het prijsniveau veroorzaakt is. TELEGRAMMEN IN GEHEIMSCHRIFT VERBODEN. De opperbevelhebber van land- en zee macht heeft een telegraaf- en telefoonre- geling vastgesteld, die gisteren in werking is getreden en voor het geheele land geldt. Hierin zijn algemeene regelen gesteld, waaronder ontheffing van de schor sing van telegraaf- en telefoonverkeer wordt verleend. Geen ontheffing wordt o.a. verleend voor telegrammen in geheim schrift, telegrammen en telefoongesprek ken zonder inhoud of waarvan de inhoud geen algemeen verstaanbaren of aanneme- lijken zin oplevert en voor telegrammen of gesprekken in een andere taal dan he« Ne- derlandsch, Duitsch, Engelsch of Fransch. Evenmin wordt ontheffing verleend voor het overbrengen van telegrammen en voor het voeren van telefoongesprekken, voor zoover de inhoud door het militair gezag in strijd wordt geacht met de belangen van den staat of de openbare orde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9