Dorp bedolven in Zwitserland - Vogels dienen den mensch in den oorlog
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Sösie Jtsrgar.g
FEUILLETON
De Hermandad, de
Heros en de Heroïne
EEN KIJKJE IN EEN TRAININGSKAMP VOOR PONTONNIERS IN ENGELAND
Men is bezig met het slaan van een stevige brug, welke troepen en gemotoriseerde
eenheden zal moeten dragen.
PRINSES FERIAL VAN EGYPTE doch
ter van Koning Faroek en Koningin Farida.
De foto werd gemaakt op den eersten ver
jaardag van het Prinsesje.
EEN STROOM VAN MODDER EN STEENEN KWAM VAN DE BERGHELLINGEN TEN
GEVOLGE VAN HEVIGEN REGENVAL, OMLAAG en bedekte het halve dorp Saxey
in Zwitserland. De bewoners konden zich gelukkig allen in veiligheid stellen.
EEN BRITSCH VLIEGTUIG NA EEN VERKENNINGSVLUCHT BOVEN DUITSCHLAND. HOEWEL DE BEKLEEDING VAN
EEN DER VLEUGELS VOOR EEN GROOT DEEL VERNIELD WERD, SLAAGDE DE VLIEGER ER TOCH IN ZIJN TOESTEL
VEILIG NAAR HUIS TERUG TE BRENGEN.
PATROUILLEDIENST TER ZEE. Een Engelsche torpedobootjager passeert
het utfak van de „Gipsy", welk schip cenigen tijd geleden bij de Engelsche
Oostkust op een mijn liep en zonk.
POSTDUIVEN IN DIENST VAN HET LEGER. Nog altijd wordt van deze
dieren een druk gebruik gemaakt en zij zijn onmisbaar voor het overbrengen
van berichten van de voorste stellingen naar achter het front gelegen comman
do-posten. Duitsche soldaten brengen per motor postduiven over.
door
FELIX CDERRICK.
Ui
Hoe zal ik je ooit voor dit alles kunnen
«anken, Carlos!"
Een half uur later voerde mijnheer Man-
Wies met den Chef het volgende telepho-
%he gesprek:
;Jk geloof dat we nog vanochtend de
'neven in handen krijgen, Chef."
'Het werd tijd. Hoe leggen jullie dat aan?"
Mijnheer Mandrides gaf zoo nauwkeurig
"Wjielijk uitleg, zonder evenwel de voor-
?™tigheid. die bij een telefoongesprek ge-
?™en blijft, uit het oog te verliezen.
"aar de Chef begreep hem volkomen
In dat geval moet nog vanmiddag het
«ele depot opgeruimd en al de waar in
Jto gelen wagen naar Dahabijeh overge-
J'aeht worden. Er mag geen gram ver
went worden. De markt moet zich eerst
™eel en al hersteld hebben."
•Komt in orde. Chef. Waar moet de
«(uwe waar uit Alexandrië naar toe?"
.Eveneens daarheen. Blijft onuitgepakt,
fnvoudig en onopvallend neersmijten."
"•erder nog iets te verzorgen?"
«Niets. Blijven jullie in ieder geval klaar
voor den sprong. Mijn gele wagen staat
jullie onder een valsch nummer ter be
schikking voor het geval jullie hem drin
gend noodig mochten hebben. Veel geluk."
„Dank U, Chef. Van het zelfde."
De „Knidos" mocht aan pier 71 te Alex
andrië voor anker gaan.
De autoriteiten hadden aanvankelijk
eenig bezwaar gemaakt, omdat twee man
der equipage opvallend bleek zagen en een
merkwaardigen indruk maakten. Later was
echter gebleken, dat het geen typhus was,
die deze voor zeelui zoo ongewone kleur
veroorzaakt had, maar een roes van zelfs
voor dit soort menschen uitzonderlijken
aard, die de beide maats zich op onver
klaarbare wijze op den hals gehaald had
den. In ieder geval had het schip geen ver
gunning gekregen om aan de handelskade
aan te leggen, maar moest het naar het
observatiestation koers zetten, hetgeen on
geveer een dag tijdverlies beteekende.
Kapitein Parissis vloekte en zwoer, dat
hij deze vaart zijn leven lang niet vergeten
zou, Wat men rustig aannemen mocht. Om
te beginnen had men tegenover hem, een
man eeriijk als goud, in Hamburg op gru
welijke wijze gechicaneerd, had men hem
verdacht gemaakt en bespionneerd, vervol
gens had de oude schuit ongeveer tot aan
Gibraltar met ruwe zee te kampen gehad,
waarbij aan het licht gekomen was. dat de
lading onoordeelkundig gestuwd was, zoo
dat de kolen, die de voornaamste lading van
het schip uitmaakten, gingen werken, en de
schuit slagzij ging maken, wat weer reden
tot nieuwe inspanning en eindelooze erger
nis was. Nu had hij om de maat vol te ma
ken in Alexandrië dank zij twee dronken
stokers landingsmoeilijkheden. En tot
overmaat van ramp werd het schip van
onder tot boven door douane-beambten
doorsnuffeld. De kapitein kwam op het
idee, en dat was nog heelemaal zoo gek niet,
dat de brillante wijze, waarop hij destijds
in Hamburg zijn onschuld aangetoond had,
ook doorgedrongen was tot aan de kusten
van het zwarte werelddeel en daar nieuw
wantrouwen jegens hem en zijn schip ge
wekt had. Zijn geweten was zoo rein als
een in wit leer gebonden gebedenboek. Hij
had kolen geladen voor Egypte en boven
dien zestig kisten stukgoed voor Massaua.
De kolen gingen gedeeltelijk verder naar
Klein-Azië, maar de rest bleef hier met
bestemming: Gasfabriek Cairo.
De douaniers kropen dus rond over het
schip, bekeken ieder vezeltje, dat uitgela
den werd met de loupe, maar konden niet
temin niets vinden, wat aanleiding voor
eenlgen argwaan had kunnen vormen.
Ongeveer een twintig wagon kolen wer
den uitgeladen waarvan één wagon regel
recht onder hoede van den ladingmeester
Montoureanou als ijlgoed naar het adres
van den agent F. R. Loria te Cairo verzon
den werd. De rest bleef voorloopig op het
terrein van de gasfabriek te Alexandrië op
geslagen. Inspecteur Bertrand lag op de
loer en zijn helpers met hem. Maar er was
niets te vinden. Zij schoffelden door de ko
len en verbrijzelden zelfs eenige stukken.
Het was en bleef steenkool. Bertrand was
radeloos. Hij liet Montoureanou schaduwen,
liet hem nagaan bij iederen stap, dien hij
deed, maar deze man had een levenswandel
als een heele collectie heiligen en niets kon
hem ten laste gelegd worden wat ook maar
met een komma van het wetboek van straf
recht in strijd was.
Inspecteur Bertrand begaf zich naar Lar-
kyn Pascha en bracht hem, een weinig
mismoedig, verslag uit van het uitblijven
van de verwachte resultaten. Niettemin
verloor hij den moed niet, maar bouwde
voort op hetgeen hij tot nu toe ontdekt
had. Maar juist in verband met deze gege
vens kon de magistraat hem weinig hoop
vols mededeelen. Hij vernam van den
hoogen beambte, dat Carlos Altro niet al
leen aan zijn achtervolgers had weten te
ontglippen, maar bovendien één hunner
nog heel leelijk had toegetakeld ook.
„Excellentie, ik ben er van overtuigd, dat
mijn vermoeden juist is. Die man kan on
mogelijk na zoo korten tijd bemerkt heb
ben, dat hij geschaduwd werd. Ik geloof
dan ook vast en zeker, dat de bende hier
een handlanger op het hoofdbureau heeft
zitten, en geen ondergeschikte ook. Wij
moeten de zaak zien uit te vinden. Zijn de
drie mannen, wien ik opdracht heb gege
ven om Altro te schaduwen, hier aanwe
zig?"
„Daarnaar zal ik terstond informeeren."
Eenige oogenblikken later verschenen twee
der drie mannen. De derde was nog onder
behandeling voor de wonden, die de boe
ven hem toegebracht hadden.
„Hoe heeft de" zaak zich afgespeeld?"
„Wij volgden den man, dien U ons aan
gewezen had tot aan een huis in Boulac,
sharia el manawi 26. tweede verdieping
Daar woont een zekere Kolettis, met wien
hij na eenigen tijd het huls verliet. Wij
volgden de mannen verder en na eenigen
tijd namen zij een taxi om naar Gizah te
rijden. Said sprong achter op het bagage
rek, maar in de buurt van Dokki joegen ze
hem eraf en sloegen hem halfdood."
„Hebben jullie verder zijn spoor kunnen
volgen?,"
„Neen, dat was onmogelijk. Wel hebben
wij natuurlijk den wagen opgespoord, maar
de chauffeur wist alleen dat de beide man
nen in Gizah uitgestapt zijn en zich ver
wijderd hebben".
„Mooi, dan kunnen we hen overal ter
wereld zoeken, behalve in Gizah. Excellen
tie, ik zou willen verzoeken om een bevel
tot onmiddellijke arrestatie van Aristides
Kolettis".
Bertrand was dank zij Beppo reeds vol
komen op de hoogte van de indentiteit en
de rol van den heer Kolettis. Drie beamb
ten gingen onmiddellijk op weg om aan het
arrestatiebevel uitvoering te geven. Toen
zij in de sharia el mawani aankwamen,
deelde de concierge hun mede, dat de heer
Ko'ettis ondanks zijn geschokten gezond
heidstoestand het huis verlaten had zon
der een nieuw adres achter te laten. Zijn
woning was nagenoeg leeg. Slechts een
paar losse kleedingstukken, die geen enkel
aanknoop-nf spunt opleverden, lagen door
de kamers verspreid. De vogel was gevlogen
Bertrand kwam tot de ontdekking, dat
de tijd van spelenderwijs gevonden oplos
singen voorbij was, maar zijn mismoedig
heid steeg ten top, toen hij in Demerdache
teruggekeerd van zijn vriend vernam, dat
Chiquita gisteren het huis verlaten had en
sedertdien niet meer teruggekeerd was.
Van Duuren was in een beestachtig humeur.
Hij had niets neer weg van „De Groote Ge
makzuchtige". maar leek veeleer op een ge
tergd, uiterst gevaarlijk mensch. die vast
besloten was alles en allen, die hem ook
maar een stroobreed in den weg legden bij
zijn pogingen om het meisje terug te ha
len, te vuur en te zwaard te verdelgen.
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).