DE ONGELUKSVOGEL
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Donderdag 30 November 1939
Torpedoboot jagers
De „bloedhonden" der oceanen
Het nieuwe Poolsche leger
Geen „jagers" op torpedobooten, zooals
de naam doet vermoeden
Nieuwe verkoop
mogelijkheden
CORRESPONDENTIE
VRAGENRUBRIEK
FAILLISSEMENTEN
Dagbladreclame
is niet te vervangen.
Wordt in Frankrijk
gevormd
De taak is in de eerste plaats
verkenning, daarnaast bescher
ming van een eskader en
iri den zeeslag de
drager van torpedo's.
(Van onzen maritiemen medewerker).
Op 12 October jJ. zijn te Rotterdam bij
de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij
twee torpedobootjagers voor de Nederland-
sche Marine te water gelaten. Deze sehe- i
pen behooren, met twee bij de Koninklijke
Maatschappij „De Schelde'' te Vlissinger.
In aanbouw zijnde jagers, tot de uitbrei
ding van de Nederlandsche oorlogsvloot,
volgens het zoogenaamd gewijzigde Vloot-
plan-Deckers. Het totaal aantal jagers
wordt hiermede gebracht op 12. De namen,
welke het H M. de Koningin behaagd
heeft aan deze schepen te doen geven,
zijn die van 17de eeuwsche zeehelden,
mannen die onze zeemacht onder De Ruy-
ter en Tromp groot hebben gemaakt. Een
kruiser en een flottieljeleider dragen reeds
de namen van De Ruyter en Tromp en
zoo vinden we, 300 jaar later, dezelfde na
men onder dezelfde aanvoering in de Ne
derlandsche vloot terug. Torpedobootjagers
zijn namelijk schepen, welke behooren tot
de omlijsting van de machtskern der vloot.
Deze machtskern wordt in onze vloot ge
vormd door de kruisers.
De naam „torpedobootj ager" zou doen
vermoeden, dat dit type dient tor bestrij
ding van de torpedobooten. Dat is echter
niet het geval. De torpedoboot, bewapend
met torpedo's en een enkel stuk licht ge
schut was, omstreeks 1900, een klein
schip (plm. 100 toni, dat aanmerkelijk
harder liep dan de zware schepen uitdien
tijd. Hoofddoel was de verrassende aanval
Allengs groeide dit type, men had behoefte
aan een grooter schip, dat onder slechte
weersomstandigheden en ver van zijn basis
kon ageeren, zoodat omstreeks 1914 de
torpedoboot ongeveer 1000 ton groot was
Deze schepen nu, werden in den vorigen
oorlog voor alles en nog wat gebruikt, zoo
als: nabijbescherming van het gros der
oorlogsvloot tegen onderzeebooten, torpe
do-aanval bij een zeeslag, verkenning, pa-
trouilleeren, convooibescherming. mijnen-
werpen en zelfs troepentransport. Deze
eischen voor een volwaardig schip deed
het zwaartepunt van de torpedobewapening
verschuiven naar de artilleriebewapening:
er kwam meer en zwaarder geschut aan
boord, met als noodzakelijk gevolg, ver
grooting van de tonnage. Zoo is het type
schip ontstaan van 1500 tot 2000 ton. met
den misleidenden naam van torpedoboot-
Jager. Veel wordt aan de torpedobootja
gers opgedragen, maar voor jagen op tor
pedobooten worden ze niet gebruikt. Onze
ln aanbouw zijnde jagers krijgen een wa
terverplaatsing van 1650 ton. 8 torpedoka-
nonnen. 5 kanonnen van 12 cM.. 4 lucht-
afweerkanonnen van 4 c,M., dieptebom
men tegen onderzeebooten en een snelheid
van ongeveer 36 (is 65 K.M per uur). De
oude torpedoboot is gegroeid tot een ge
ducht oorlogsschip.
De taak van de moderne jagers is in de
eerste plaats verkenning, al of niet in
samenwerking met vliegtuigen. Een an
dere tak is de bescherming van een eska
der (kruisers, slagschepen) tegen onder
zeebooten. Zij varen dan op grooten af
stand als een scherm voor het gros uit. De
moderne jager is het essentieele onderdeel
bij den afweer tegen onderzeebooten, uit
gerust als zij zijn met iuisterapparaten
en dieptebommen. De 12 c.M. batterij stelt
ze in staat behoorlijk partij te geven tegen
vijandelijke verkenningsstrijdkrachten, en
ln een groep vereenigd zijn ze zelfs een
gevaarlijke tegenstander voor den lich
ten kruiser. Niet voor niets worden de
jagers ook wel de „bloedhonden" der
oceanen genoemd
Door Dultschland, Engeland en Frankrijk
zijn zij ln dezen oorlog tot nog toe als zoo
danig gebruikt. Duitsche jagers in samen
werking met de luchtmacht verkenden de
Noordzee om het ultloopen van Duitsche
raiders mogelijk te maken, Engelsche en
Fransche jagers speurden naar vijande
lijke onderzeebooten en vormden de tast-
zintuigen rond de convoolen
Maar naast dit alles is de jager in den
zeeslag de torpedodrager.
Gewijzigde gevechtstactiek.
In de gevechtstactiek dezer schepen is
sedert de torpedoboot veel gewijzigd. Door
de ontwikkeling van het artillerieafweer-
vuur is het niet meer mogelijk geworden
10 d 12 jagers met groote snelheid door
het water stuivend, tot dicht bij den
vijand te doen naderen, om de torpedo's
zoo gunstig mogelijk te lanceeren. De ja
ger moet zijn torpedo's op grooten afstand
afvuren. Dit beteekent. dat men niet kan
volstaan met het afvuren van één enkele
torpedo, doch dat een geheele bundel, en
liefst meerdere bundels van meerdere ja
gers tegelijk, afgevuurd moet worden.
Uit het voorgaande zal het duidelijk
zijn, dat de torpedobootjagers een aanzien
lijke versterking vormen van onze lichte
kruisers, zoowel door hun artillerie- als
door hun torpedobewapening.
Waar tot-nu toe alleen gesproken ls van
zoogenaamde dagaanvallen. moet hier nog
gewezen worden op het nachtgevecht. Een
doelbewust doorgezette aanval bij nacht
met deze groote schepen beteekent het
aanvaarden van groote verliezen, aange
zien door hun afmetingen de jagers steeds
te vroeg door den vijand zullen worden
or tdekt.
Op dit laatste zwakke punt van den
jager baseeren zich in den laatsten tijd
de voorstanders van een wapen, dat zich,
d-nk zij de steeds voortschrijdende tech
niek sterk ontwikkeld heeft. nJ de tor-
peJomotorboot.
De torpedomotorboot was een nieuw
wapen in den oorlog 19141918 en men
heeft toen daarmede eenige successen
kunnen boeken. De tegenwoordige boot is
30 tot 50 ton groot en bereikt snelheden
van plm. 45'. Zeer zeker is een nachtelijke
aanval van een divisie T.M.-booten gevaar
lijk en heeft groote kans van slagen. Maar.
hoe komen deze booten tot den aanval?
Zelf verkennen kunnen zij niet, daarvoor
zijn ze te laag op het water, zoodat ze dus
zijn aangewezen op andere eenheden, als
Jagers en vliegtuigen. Ook hebben TM -
booten geen groote actie-radius. Zij moe
ten dus uit een nabij gelegen steunpunt
ageeren. Houdt men nu het oog eens ge
vestigd op den Indischen Archipel, dan
eerst beseft men, welk een onnoemelijk
aantal steunpunten men zal moeten in
richten, om de actie van torpedomotorboo-
ten door geheel Indlè mogelijk te maken
Bij de hier genoemde bezwaren van het
gebruik der booten mag ook niet uit het
oog verloren worden, dat zij bestreden
worden door vliegtuigen en jagers. Een
vloot van enkel torpedomotorbooten zal
een vijand dus nimmer dwingen met groot
materieel te komen en de booten krijgen
dus ook nimmer de gelegenheid haar tor
pedo's te verschieten op vijandelijke oor
logsschepen.
De taak. die wij aan de torpedoboot
moeten toekennen is die van een onder
deel der basis-verdediging en als aanvul
ling van de vloot nabij steunpunten. In
wezen is de torpedomotorboot niet anders
dan een geperfectionneerde kleine torpedo-
boot uit de jaren 19001905. Het ls merk
waardig dat, nadat men de torpedoboot
heeft laten groeien tot den modernen ja
ger, wederom behoefte wordt gevoeld aan
het kleine type.
Daar tot dusver alleen is gesproken over
den torpedoboot jager, rust nu nog de vraag
op welke wijze slagschepen en kruisers, ln
het algemeen de machtskern, zich tegen
deze schepen moeten verdedigen.
In de eerste plaats kan dat geschieden
door de eigen jagers. In de tweede plaats
met het geschut. De batterijen der krui
sers zijn daartoe zeer geschikt, doch voor
een slagschip verelscht deze afweer een
speciale anti-torpedobatterij van middel
baar geschut. Naast de actieve verdedi
gingsmiddelen heeft men ook nog de pas
sieve. Daarvan zijn wel de voornaamste de
zoogenaamde torpedo-pantserschotten. Op
eenige meters binnen de huid aan weers
zijden in het schip, onder de waterlijn,
heeft men van voor naar achter een
pantserschot aangebracht. Binnen deze
schotten liggen de vitale deelen van het
schip, als machinekamers en munltieberg-
plaatsen. Deze constructie is eerst na den
oorlog 19141918 toegepast. De Engel-
schen hebben getracht aan hun oudere
groote schepen een zelfde beveiliging te
geven, door niet aan de binnenzijde, doch
aan den buitenkant van de huid op eeni-
gen afstand een nieuwe huid aan te bren
gen. De schepen werden onder water dus
aanmerkelijk breeder. Dit systeem is een
lapmiddel, hetgeen ondubbelzinnig geble
ken is bij het torpedeeren van de ,,-Royal
Oak" en het tot vliegkampschip omge
bouwde slagschip „Courageous", welke
beide dateerden van voor 1918. Tenslotte
zij hierbij nog opgemerkt, dat het onjuist
is, om baseerende op deze laatste successen
van het torpedowapen een vernietigend
oordeel over moderne slagschepen uit te
spreken. De bescherming en waterdichte
indeeling is zoo verbeterd, dat ook de mo
derne torpedo die schepen niet tot zinken
kan brengen.
(Nadruk verboden).
diè zijn er thans voor den actie
ven zakenman. Het publiek is en moet,
tengevolge van allerlei, omstandig
heden, wel anders koopen. Dit levert
nieuwe verkoop-mogelijkheden. Laat
juist thans weten waarmee U het
publiek kimt helpen. Smeedt het
ijzer als het heet is. 3545
J. G. K. v. d. S. te L. Voor Uw Ingezonden
Stuk zien wij geen reden tot opneming.
G. v. E. Ad 1. lederen middag van 12.20
12.35 uur en iederen avond van 2121.15 uur
(Nederlandsche tijd) worden persberichten uit
gezonden in de Nederlandsche taal over den
Duitschen zender Bremen op de golflengte van
395,8 M.
Ad 2. Dat is een interne aangelegenheid.
Uitgesproken:
H. Th. Pennings. bloembollenhandelaar. Nieuw-
Vennep-Haarlemmermeer. IJweg 1451. R.-c.:
mr. A. L. M. van Berckel; cur.: mr. J. H. van
Wijk. Haarlem.
(Van onzen Parijschen correspondent).
Twee onmetelijke vlaggen wapperen
„ergens in Frankrijk" voor den ingang van
een uitgestrekt militair kamp. aan de eene
zijde de blauw-wit-roode van Frankrijk,
aan de andere de rood-witte van Polen. Een
stevige blonde kerel in Fransch uniform
houdt er de wacht en dreigend met de ba
jonet houdt hij ons tegen, wanneer we bru-
taal-onsehuldig willen doorloopen naar
het wachtlokaal enkele meters verder. „Geen
toegang voor burgers," bromt hij met een
accent, dat niettegenstaande zijn Fransche
uniform toch duidelijk verraadt, dat hij
niet geboren is ln het land van Raclne.
doch gelukkig slagen we er in, dank zij een
officieel papier met Fransche en Poolsche
stempels hem in zooverre te vermurwen,
dat hij, ofschoon nog steeds achterdochtig,
ons toestaat naar het wachtlokaal te gaan,
waar een Fransche sergeant ons te woord
staat, den commandant om instructie tele
foneert en ons tenslotte verzoekt enkele
oogenblikken te wachten tot een luitenant
ons zal afhalen om ons door het kamp te
begeleiden.
En inderdaad, na enkele minuten ver
schijnt een jonge luitenant, een Pool, die
zich alleen door zijn hoofddeksel van zijn
Fransche collega's onderscheidt: in plaats
van de stijve kepl draagt hij een zwierige
Alpenmuts. waarop op een klein rood veld
de witte Poolsche adelaar prijkt.
„Ja. zoo vertelt hij ons. dat is het eenige
onderscheidingsteeken, waardoor onze uni
form van de Fransche verschilt. U begrijpt,
dat eenheid ln alle opzichten van het al
lergrootste belang is: eenheid zoowel in
commando als eenheid in organisatie. Over
die eenheid in commando, het gelang van
één opperbevelhebber, waaraan wij allen.
Polen, zoowel als Franschen en Engelschen
gehoorzamen en die gerealiseerd is ln de
persoon van generaal Gamelin, behoef ik
U niet te spreken. Doch eenheid in organi
satie is van even groot belang: bedenkt U
eens. wat een kosten het voor ons geweest
zou zijn. wanneer wij onze oude uniformen
hadden willen dragen. Heele fabrieken had
den zich op die levering moeten instellen,
terwijl wij nu doodeenvoudig kunnen put
ten uit den voorraad die door de Fransche
industrie geleverd wordt. Onze bewapening
is ook totaal gelijk aan die der Franschen,
wat de ravitailleering ln ammunitie en
nieuwe wapenen zeer vergemakkelijkt. En
tenslotte hebben wij ook dezelfde oplei
dingsmethode overgenomen om des te beter
met onze bondgenooten één compacte ho
mogene eenheid te vormen. Slechts in heele
kleine onbeteekenende kleinigheden hebben
wij aan eenige typische Poolsche gewoonten
vastgehouden. Kijk, let U eens op het
troepje, dat daar aan komt mareheeren, dat
is absoluut Poolsch."
En inderdaad, die twintig of vijf en twin
tig man. die onberispelijk in de pas ons te
gemoet komen, liept-n heel anders dan een
Fransche. een Engelsche of welke soldaat
dan ook doordat zij het geweer schuin op
den linkerschouder dragen en wel zoodanig,
dat de loop voorbij den rechterschouder uit
steekt. terwijl met den vrijen rechterarm
een ruime en zwierige armbeweging ge
maakt wordt.
Op ons gemak wandelen we langs de
breede kampwegen, waar overal koortsach
tige bedrijvigheid heerscht: duizenden en
duizenden Jonge mannen, die binnen kor
ten tijd de kern van het Poolsche bevrij
dingsleger zullen uitmaken, zien we hier
aan hun dagelijkschen arbeid: exerceeren
in al zijn vormen en al zijn verscheiden
heid. Enkelen bestudeeren onder technische
leiding een machinegeweer, anderen leeren
omgaan met geweer en handgranaat, ginds
oefent zich een patrouille in gedekt vooruit-
sluipen. Steeds maar door komen we min
of meer grootere eenheden tegen, die zin
gend ons voorbijmarcheeren. Ja. dat zin
gen, dat is ook iets kenmerkends voor de
Poolsche soldaten. Zij zingen den heelen
dag, bij alles, wat ze doen, bij het marehee
ren, bij het exerceeren, bij het Jassen van
de „piepers", bij het vegen van de kamp
wegen. Hier hoort men specifiek Poolsche
liederen, ginds is het zoowaar het meest
bekende lied uit het Fransche marschreper-
toire, de fameuze „Madeion", op welks
wijs Poolsche woorden zijn gedicht en die
scherp gescandeerd de lange marschen ver
licht.
Zoo langzamerhand hebben we het einde
van den hoofdweg bereikt en zijn we aan
gekomen voor een lange lage barak, waar
in een zeer eenvoudig bureau de kampcom
mandant, kolonel Gadrinski, ons ontvangt.
Overstelpend druk heeft hij het. want niet
alleen wordt van hieruit het heele kample
ven bestuurd, doch voortdurend melden
zich hier ook Polen aan, die inlichtingen
komen vragen over hun militaire verplich
tingen. Toch stelt de kolonel er prijs op ons
persoonlijk enkele inlichtingen over de
organisatie van zijn kamp te geven: „U
kunt U hier beschouwen, zoo begint hij, als
op Poolsch grondgebied, daar volgens een
accoord tusschen de Fransche en Poolsche
regeering het gedeelte van het kamp, dat
ons ln gebruik Is afgestaan, ondej Pool
sche soevereiniteit is geplaatst en in zeke
ren zin in het genot is gesteld van het pri
vilege van exterritorialiteit. We hebben hier
onze eigen apotheek, ons eigen ziekenhuis,
eetzalen en keuken zijn Poolsch, we hebben
zelfs onze eigen politietroepen. Om begrij
pelijke redenen van zuinigheid worden
daarentegen de lnkoopen gezamenlijk met
de Franschen gedaan, terwijl het officieren
casino even goed door onze officieren als
door hun Fransche collega's bezocht wordt."
„Hoeveel manschappen staan hier onder
Uw commando, kolonel?" vragen wij
nieuwsgierig.
Het antwoord is eenigszins ontwijkend:
„Duizenden en eiken dag komen er nog
meer bij. U moet niet vergeten, dat de man
nen, die U hier ziet, allen vrijwilligers zijn.
Toen onze gezant te Parijs, tegen het einde
van de maand September ln naam der
Poolsche regeering allen in Frankrijk vertoe
vende onderdanen van Polen beval zich bij
de hun aangewezen werfbureaux te melden
hebben tienduizenden dien plicht volbracht
doch tot nu toe zijn die mannen nog niet
ingelijfd. Waarschijnlijk zal dit over een
kleine maand gebeuren. Duizenden ande
ren hadden dien oproep niet afgewacht en
hadden zich reeds bij de Poolsche consula
ten als vrijwilligers opgegeven en een ge
deelte van dezen zijn het. die U in dit kamp
vereenigd ziet. Bijna alle klassen van de
maatschappij zijn hier vertegenwoordigd,
veel arbeiders natuurlijk, vooral mijnwer
kers en boerenknechten, maar ook talrijke
intellectueelen, ingenieurs, medici, etc. uit
wier midden wij een goed kader hopen
samen te stellen. Weet U, wié ook hier is?
Llpskl, enkele weken geleden nog Poolsch
gezant te Berlijn, nu simpel soldaat, etend
en slapend en exerceerend zooals de gewe
zen mijnwerkers uit Noord-Frankrijk. Als
het U intereseert, vervolgt de kolonel, zoudt
U hem misschien straks wel even kunnen
spreken. Hij dient ln een mitrallleurafdee-
llng en wordt natuurlijk opgeleid tot
officier.
Het spreekt van zelf, dat wij dit aanbod
gaarne aannamen, doch eerst wilde de ko
lonel ons nog enkele andere inlichtingen
verschaffen: „Onze vrljwiligers komen na
tuurlijk voornamelijk uit Frankrijk, doch er
hebben zich hier ook manschappen gemeld
uit België, uit Canada, uit de Vereenigde
Staten, uit de Fransche koloniën en zelfs
uit Chili. Kijkt U daar maar eens. vervolgde
de kolonel en hij wees ons een luxueuzen
Amerikaanschen wagen met een nummer
bord uit New York, die voor zijn bureau ge
parkeerd was, die auto behoort aan een
jongen zeer rijken Poolschen ambassade
attaché, die geen oogenblik geaarzeld heeft
naar Europa over te steken om hier dienst
te nemen. Andere vrijwilligers komen met
een omweg over Hongarije en Roemenië uit
ons vaderland na heldhaftig weerstand te
hebben geboden en er zijn zelfs enkelen
hier, die na gevangen te zijn genomen, er
in slaagden uit de gevangenkampen te ont
vluchten. Alles bijeen zullen wij met deze
eerste vrijwilligers genoeg manschappen
hebben om een volledige divisie samen te
stellen."
„En zijn alle wapens hier vertegenwoor
digd?" vragen wij weer
„Hier leiden we alleen infanterie- en ar
tillerietroepen op. Voorloopig verleenen we
wel onderdak aan specialisten van andere
wapens, genie, luchtvaarttroepen, vecht-
wagens, etc., doch dat ls slechts in afwach
ting tot hun overplaatsing naar andere
kampen."
Na dit korte, doch belangwekkende ge
sprek met den kampcommandant gingen
wij onder geleide van den luitenant weer
verder. Lange reeksen totaal gelijkvormige
gebouwen kwamen wij voorbij. Hier rechts
de keuken en de voorraadkamers, waarin
een vijftal manschappen de lading van een
vrachtauto overbracht. Honger zullen de
Poolsche jongens evenmin als hun Fran
sche kameraden lijden en het zal niet we
gens zwakte, maar eerder wegens indigestie
zijn. wanneer zij den weg inslaan naar het
er naast gelegen zlekenkwartier. Een eindje
verder staat boven den ingang van een iets
hoogere barak geschilderd „cinema-confé
rences". Ontspanning en ontwikkeling
wordt den soldaten hier geboden, maar ook
den officieren, want niet alleen worden er
's avonds amusementsfilms vertoond, niet
alleen worden er artistieke bijeenkomsten
georganiseerd onder die militairen vindt
men heel wat artisten, litteratoren en mu.
sicl.— maar de Poolsche officieren, die be
gin September slechts 40 in aantal waren
worden hier door Fransche specialisten
Ingewijd in de geheimen der moderne stra
tegie, terwijl voor de minderen, van wie
een groot aantal niet of niet voldoende
Fransch sprak, cursussen ln de Fransche
taal werden geopend.
Verschillende malen was ons reeds opge
vallen, dat tusschen al die bedrijvige man
schappen in blauwe overalls met een wijde
Alpenmuts op het hoofd, hetzij ze stram
voorbij marcheerden naar het op enkele
kilometers afstand gelegen schletterreln,
hetzij ze zich in het kamp zelf oefenden
in het gebruik der wapenen, ofwel in het
zoo snel mogelijk opbouwen en even snel
weer afbreken van militaire stellingen, een
vrij groot aantal militairen zich bewoog,
wier uniform, verschillend was van die dei-
anderen. Ze waren ln laken gekleed en ze
droegen een blauw met roode kepl. die door
sommigen zoo geplooid en gewrongen was,
dat de scherpe hoeken eenigszins denken
deden aan de fameuze Poolsche „chapska".
„Dat ls ons aanstaand kader, lichtte dé
luitenant ons in. Hun opleiding is zeer
zwaar. Met opzet wordt van allen hier zeer
veel geëischt om hen des te beter bestand
te doen zijn tegen de vermoeienissen en
ontberingen aan het front, doch van de
a.s. officieren eischen wij nog meer dan van
de gewone manschappen. Zij moeten het
voorbeeld geven en ze zijn onderworpen aan
een ijzeren discipline, waaraan zij zich ove
rigens met de grootste bereidwilligheid
onderwerpen. En kijkt U eens ginds, onder
brak hij zich zelf. dien officier aan den
overkant. Dat is een van onze drie aalmoe
zeniers, die hier permanent wonen daar de
meesten onzer geloovige en praktlscerende
Katholieken zijn."
Zoo langzamerhand hebben we het ge
heele kamp doorgewandeld en op het
oogenblik staan we voor een barak, waarin
juist een van het schietterrein teruggekeerd
mltrailleurpeleton verdwijnt. „Wanneer U
Llpski wilt zien. dan zult U hem hier vin
den, waarschuwt ons de luitenant.
En inderdaad, na enkele oogenblikken
staan we voor hem, die na de laatste maan
den een der voornaamste protagonisten ln
het diplomatieke drama te zijn geweest, nu
vrijwillig zich zelf op den achtergrond heelt
geschoven. Wie zou In den gewonen soldaat
die tusschen een dertigtal kameraden in op
een matras op den grond zijn bemodderdc
laarzen uittrok, den diplomaat met tallooze
ridderorden herkend hebben? Het lot is
voor menschen en volkeren soms wel heel
erg bitter. Kalm, met een vriendelijken
glimlach reikt hij ons de hand: „U
ziet. de gezant bestaat niet meer. maar
alleen een mitrailleursoldaat." Doch het
gezegde van de kleeren. die den man ma
ken, is niet altijd waar, want die soldaat
Llpski is onder de uniform toch altijd nog
altijd diplomaat gebleven, getuige zijn ant
woord op onze vraag, wat hij van zijn
nieuwe beroep dacht: „Men zegt ln Frank
rijk, dat het leger de „grande muette" (de
groote stommel is. Ik zal me daaraan
maar houdenMaar enkele oogenblik
ken later verklaarde hij toch: „Men heeft
mij geleerd, dat een soldaat altijd tevreden
moet zijn met zijn lot, vroolijk en werk
zaam. U ziet. dat het programma niet zoo
heel lastig is. Ik doe mijn best om dat alles
te zijn en zooals mijn kameraden ben ik
best tevreden met mijn lot."
Natuurlijk trachtten we nog iets van hem
te vernemen over die laatste verschrikke
lijke dagen, toen te Berlijn over het lot van
zijn vaderland beslist werd. docli we merk
ten spoedig, dat wc niet hoefden aan te
dringen: de soldaat Llpski wilde zich den
diplomaat Llpskl niet herinneren.
„We praten er met hem nooit over", zeide
ons enkele oogenblikken later zijn com
pagniecommandant. „en ik heb zoo den in
druk, dat hij die ellendige dagen tracht te
vergeten door zich geheel ik zou haast
zeggen hals over kop aan zijn militaire
plichten te wijden. Wanneer ik vrijwilligers
vraag, al is het voor het alleronaange
naamste karweitje, dan ls Lipski er altijd
bij Werkelijk een modelsoldaat."
„Wat liefde voor je land al niet vermag,"
peinsde hardop de Jonge luitenant, toen hij
ons naar den uitgang van het kamp bege
leidde. „daar zitten naast elkaar een ge
wezen ambassadeur van Polen, een schoen
maker, een paar mijnwerkers en enkele
boerenjongens. Van standsverschil, van so
ciale ongelijkheid is geen sprake: ze zijn
allen één: Polen. Eén ideaal: de vrijheid.
Jn dat eene voorbeeld kunt U met duizend
vermenigvuldigen. Neen, Polen is niet dood.
eens zal onze vlag weer wapperen boven
Warschau. Hier hebt U een paar duizend
man gezien, die als het ware de voorhoede
uitmaken van ons nationale leger en we
zullen vechten tot gewroken ls, wat in ons
arme land is geschied. Polen zal leven. Po
len blijft leven."
En met een harden klak van de hielen
tegen elkaar, de hand in militair saluut
aan de Alpenmuts, nam hij afscheid van
ons: „God bescherme Polen."
Nadruk verboden.
Behoedzaam deed nummer 18 de gang
deur open, waarna hij spiedend rond keek.
Hij zag echter niets anders dan de
modderige voetstappen. Hier gebeurde
iets zeer vreemds. Agent nummer 18
draaide zich dan ook orn en zeide tegen
mevrouw en mijnheer Dinges dat zij on
middellijk hun buis moesten verlaten.
Mevrouw protesteerde hevig. Nooit zou zg
twee vreemde menschen in haar huis
achterlaten. Geen denken aanMaar
nummer 18 liet niet met zich spotten en
zonder veel te zeggen werkte h e
de deur uit. Ook Spriet, dien hij voor de
deur op wacht zette met een hark. Daar
na ging hy zelf ook naar buiten.
Op straat gekomen nam nummer 18 ?4J
politie-fluitje en ontlokte daaraan ee"^
schrille tonen. En zie. binnen enke
minuten kwam er reeds versterking -\D'
dagen in den vorm van 5 andere agente-
die zich voor alle uitgangen van het flu
der familie Dinges posteerden. Ontsnap
pen was dus onmogelijk.
2-4