De strandir
ig van de „Gerrit
Fritzen - Detnor
iteeren aangespoelde
mijnen
i
jO* Jraroanq
LEID5CH DA6BIAD
Tweede Glad
it.
T
T
4*
FEUILLETON
Hermandad, de
ïeros en de Heroïne
HET DEMONTEEREN VAN MIJNEN WELKE AAN HET STRAND TE ZANDVOORT TIJDENS DEN
STORM ZIJN AANGESPOELD. NADAT DE MIJN GEDEMONTEERD IS, WORDT ZIJ NAAR
DEN DUINRAND GEROLD.
VAN HET NABIJ SCHIERMONNIKOOG GE
ZONKEN DUITSCHE STOOMSCHIP „GER
RIT FRITZEN" STEEKT SLECHTS EEN
GEBROKEN MAST EN DE ONTREDDERDE
BRUG BOVEN WATER UIT.
I
MET DE GEBOORTE VAN EEN OLIFANTEN-BABY is het circus Strassburger
in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam een attractie rijker geworden. Belangstelling
van militairen voor de baby tijdens de pauze.
ERGENS IN NEDERLAND. Het eerste Nederlandsche Soldatencabaret sa
mengesteld uit dienstplichtigen van III-5 R.I., gaf gisteravond een groote caba
ret-avond, waarbij vele autoriteiten aanwezig waren. De eerste rijles op het
„opgevorderde paard".
V
IILN GEWONDE GEREDDE van het Poolsche
Khip „Pilsudski", dat voor de Engelsche kust
zonk, wordt weggedragen.
GEREDDEN VAN HET S.S. „SPAARNDAM", DAT VOOR DEN THEEMS-
MOND OP EEN MIJN LIEP, AAN EEN MAALTIJD
IN EEN HOTEL TE LONDEN.
DE OPENING VAN HET EGYPTISCHE PARLEMENT.
Tijdens de plechtigheid. V. 1. n. r. de koningin-moeder Nazli, koningin
Farida en prinses Faiza.
door
FELIX O'DERRICK.
heeft U destijds toch zijn offerte
®aakt. Er is nagenoeg nog niets van af
romen. Zoo U wilt, kunt U de heele rest
Itten."
I De heele rest? Maar voor den ouden
L-Ondet- deze omstandigheden niet
Khijnlijk. In leder geval zal ik U zoo
mogelijk tegemoetkomen. De nieuwe
van de „Knidos" is overigens een
rjj anders. Beter."
ar ls mij werkelijk niet zoo heel veel
t gelegen. Maar jullie moeten niet pro-
f,tr> mij af te zetten. Ik draag meer risi-
IJan jullie."
I*t meent U toch niet! U heeft dus
voor den heelen boel?"
ia. Dat zal wel gaan. Maar voor den
1 Prijs."
Meister overlegde. Daarop sprak hij
I 'allen het wel eens worden. Ik had
nis een bijzondere reden om mij met
"ierte juist tot U te wenden, mijnheer
J*»10glou."
Ij1 die is?"
kijkt u eens, onze goeie, oude Kop
was de voorzichtigheid zelve. Hij verwissel
de herhaaldelijk van opslagplaats. Hij
maakte daar dan een plattegrond van, zoo
als deze hier. en gaf dan altijd aan een van
ons den sleutel ervan. Ook ditmaal had hij
dit gedaan, maar de man, die den sleutel tot
dezen plattegrond bezit, is momenteel op
Rhodus en wij zijn dus genoodzaakt op zijn
komst te wachten. Nu is, in verband met
onze bedoeling om zoo gauw mogelijk onzen
heelen opgeslagen voorraad te loozen, deze
vertraging uiterst onaangenaam voor ons.
Telegrafeeren kunnen wij op het oogenblik
beter uit ons hoofd laten. U zou de zaak
voor ons nu in zooverre veel eenvoudiger
kunnen maken, door ons de plaats te noe
men, waar U de laatste maal de waar in
ontvangst genomen hebt. Het beste lijkt
m(j, dat U ons een vertrouwensman stuurt,
die de waar onmiddellijk van ons over
neemt. Betaling als tevoren."
De Levantijn dacht na. Wat die magere
Duitscher met zijn sluwe gezicht daar ver
kondigde. klonk heel aannemelijk en even-
tueele bezwaren tegen de aanvechtbaar
heid van de aanspraken op het eigendom
der waar raakten hem In zijn hoedanigheid
van kooper niet. maar hoogstens den heer
Mandrides, dien hij eveneens kende en met
wien hij een weinig overhoop lag. Voor
eventueele latere protesten van de zijde van
dezen man. was hij, gezien het karakter van
deze affaire, tamelijk veilig. Vandaar
besloot hij na eenig wikken en wegen mijn
heer Meister deze kleine tip niet te ont
houden en zei:
„Kent U de gasfabriek in Boulac?"
„Natuurlijk."
„Daar vlakbij is een steegje, Haret el
gargir. Er staan daar maar een paar hui
zen, want de andere zijde ervan wordt ge
vormd door den muur van de gasfabriek.
Als U uit de richting van de stad komt. dan
vindt U in het eerste huis links een kroeg
jesbaas. Hassan genaamd. Bij hem moest de
waar afgehaald worden."
„Prachtig. Dat is ruimschoots voldoende.
Kop heeft ongetwijfeld zonder verpakking
afgeleverd?"
„Allicht. Het is mij het liefste, wanneer
ik de waar in doosjes van honderd gram
krijgen kan. Voor het overpakken draag ik
dan persoonlijk zorg."
Bertrand produceerde uit een zijner zak
ken een doosje, dat tot den rand met een
wit poeder gevuld was.
„In dezen vorm kan ik leveren. Hoe bevalt
de waar U overigens?"
De handelaar nam een weinig tusschen
vinger en duim, liep er mee naar het ven
ster. snoof en proefde.
„Niet slecht", zei hij. „Maar het is andere
waar dan die welke ik den laatsten keer
van jullie betrokken heb."
„Ik zei U toch al. dat de nieuwe waar een
beetje anders is. U kunt dat ook bij het ge
wicht constateeren. Heeft U misschien een
beetje van de oude waar bij de hand?"
Mijnheer Joakimoglou liep naar de deur,
versperde haar geruischloos en opende ver
volgens een machtige kluis, waaruit hij een
soortgelijk doosje te voorschijn haalde. Hij
opende het en hield het mijnheer Meister
voor. Deze nam op zijn beurt een proefje
en ging daarmee op dezelfde wijze te werk
als de handelaar zooeven had gedaan. Zij
wisselden nog eenige zakelijke opmerkingen,
waarbij Herr Meister terloops eenige che
mische wetenswaardigheden ten beste gaf.
„Vertelt U eens, monsieur." zei hij ten
slotte, naar zijn hoed grijpend. „Lijkt deze
wijze van bewaren U werkelijk wei veilig
genoeg? Komen Uw employé's er niet ach
ter op deze manier?"
„Achter het licht is het het donkerst",
oreerde de handelaar spottend. „Die rom
mel vliegt, als men de markt kent, als ver-
sche kadetjes de deur uit. Erg oud wordt
de boel nooit bij mij en hoe minder ik ervan
in de stad rondsleep, hoe beter."
Met deze laatste onmiskenbare wijsheid
uitgerust nam Herr Meister uit Keulen af
scheid. nadat hij voor den volgenden dag
een afspraak in Cairo gemaakt had. Helaas
heeft vriend Joakimoglou nooit van dit
rendez-vous gebruik kunnen maken. Want
een half uur nadat de deskundige Herr
Meister uit Keulen verdwenen was. ver
schenen er bij hem twee Engelschen, die
uiterst onbeleefd en uiterst gedecideerd den
sleutel van mijnheer Joakimoglou's kluis
opeischten en dezen nijveren handelsman
ideëel en financieel gruwelijk dupeerden
door zijn heelen voorraad heroïne voet
stoots In beslag te nemen. Tot overmaat van
ramp noodden zij den jammerklachten en
protesten spattenden heer plaats te nemen
in hun Ford. waarop zij hem prompt over
brachten naar een plaats, in geen enkel op
zicht met zijn villa in Ramleh kon meten.
Mijnheer Joakimoglou werd helaas niet in
de gelegenheid gesteld zijn meening over
Herr Meister kenbaar te maken, maar wij
kunnen veilig aannemen, dat deze een sterk
afkeurenden inslag had.
De beide Engelschen lieten hem echter
onmiddellijk nadat zij hem aan de bevoegde
autoriteiten afgeleverd hadden, in den steek
en reden in de groote. practische dienstauto
van hun hoogen superieur naar Cairo terug.
Tusschen hen in zat Herr Meister en haalde
allerlei leerzame herinneringen uit zijn
langdurige loopbaan op.
In Cairo speelde zich intusschen op het
Kantareh el Dekka-plein een tooneeltje af,
zoo roerend en verheffend, dat men het een
ode aan de vriendschap en collegialiteit zou
kunnen noemen.
De fiere, dappere Andalusiër was dien
morgen voor het donkere aanschijn van den
rechtercommissaris geroepen, die hem me
degedeeld had, dat in den huidigen stand
van het onderzoek zijn onschuld aan den
moord op den heer Kopolovici duidelijk ge
bleken was, zoodat aan zijn vertrek uit dit
gruwelijk oord niets meer in den weg stond.
Andres had hoffelijk bedankt, had zijn
boord weer omgedaan, zijn mooisten knoop
in zijn das gelegd en zijn donkere lokken
weer keurig gekamd. Daarop had hij het
gebouw op de Ataba el Khadera, waarin hij
zooveel afschuwelijke uren had doorge
bracht, verlaten, en was dwars door de
Clot-Bey naar zijn hotel gesneld.
De portier was uitermate koel.
„Mademoiselle?? Weten wij niet. Is eenige
dagen geleden verschenen, heeft haar reke
ning betaald, haar koffers gepakt en is ver
dwenen. Uw eigen koffers? Maar na
tuurlijk staan ze te allen tijde tot Uw be
schikking na voldoening Uwer rekening.
Spijt mij ontzettend, monsieur." En de por
tier staarde door het raam naar bulten in
de oneindigheid, alsof zich daar iets heel
spannends afspeelde.
Zoo stond de edele Andalusiër weer op de
keien. De Egyptische middagzon stak hem
onbarmhartig in zijn rug en hoewel men
hem in het gerechtsgebouw voor zijn ver
trek nog een overvloedigen maaltijd voorge
zet had, kreeg hij alweer honger bij de ge
dachte aan de smartelijke dagen zonder
eten, die komen gingen. Ach Chiquita!
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).