Finland zal voldoen aan den
Russischen eisch, mits ook de
sovjets de troepen terugtrekken
Vijf dooden bij de ramp van
de „Spaarndam"
DINSDAG 28 NOVEMBER 1939
No. 24442
De strijd ter zee
De strijd in het
Westen
De ramp van de
„Sliedrecht
HEI VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
De Bilt
80ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Nieuw gevaar
om
Vier leden der bemanning en een passagiere
het leven gekomen
Verloven in district
Leningrad ingetrokken
De Duitsche mijnen
voor de Zweedsche kust
Fransch parlement
Donderdag bijeen
Een rede van Herbert
Morrison
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD
verwacht
Göbbels over de kunst
in oorlogstijd
Jan Masaryk over
Tsjecho-Slowakije
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen, - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordemdsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 25041 (2 lijnen)
Redactie 21507
Postcheque- en Girodienst no. 57055 Postbus no. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd rijn:
per 3 maanden f. 3.19
per week tOJS
Franco ^per post f. 2:35 per 3 maanden potto korten.
(voor binnenland f.0.80 per S tnztdj
In haar antwoord op de sovjet-russlsche
nota vermeldt de Finsche regeering aller
eerst het resultaat van het onderzoek, dat
zij heeft doen Instellen naar het incident,
dat door Moskou ten laste wordt gelegd
van de Finsche troepen. Daaruit blijkt, dat
op 26 November van 15 uur 45 tot 16 uur
05 iRussischen tijd) gevuurd is ln de om
geving van het dorp Mainil op Russisch ge
bied; van Finsche zijde heeft men Inder
daad een ontploffing kunnen zien, die zich
voordeed op het plein van Mainil, op 800
meter van de grens. Het onderzoek, dat
door de Finsche autoriteiten is ingesteld
heeft in staat gesteld te constateeren, dat
de wapens, die geschoten hadden, zich op
ongeveer 1 tot l'/t K.M. ten Zuid-Oosten
van de plaats der ontploffing bevonden.
Waarnemingen betreffende dit vuren
werden trouwens opgenomen door de Fin
sche grenswachten.
De Finsche regeering spreekt de veron
derstelling uit, dat zich een ongeluk heeft
voorgedaan en acht het bijgevolg haar
plicht het sovjet-russische protest van de
hand te wijzen.
Wat de toespelingen van Molotof betreft,
tegenover de Finsche delegatie toen die in
Moskou was, ten aanzien van de troepen
concentraties in de nabijheid van de grens,
verklaart de Finsche regeering, dat de
eenige elementen, die zich in dit gebied be
vinden. grenswachten zijn en dat er geen
artillerie is met een draagwijdte, welke
over de grens heen zou reiken. De Finsche
regeering verklaart zich ten slotte bereid
de gewapende elementen terug te trekken
van de grenslijn, wanneer de sovjetregee-
ring tot een gelijken stap besluit. Ook
neemt de Finsche regeering nota van de
mededeeling, dat de sovjetregeering niet
het voornemen heeft de beteekenis van het
incident te overdrijven. De Finsche regee
ring stelt voor, dat de grenscommandanten
van de beide landen op de Karelische land
engte gemeenschappelijk overgaan tot een
onderzoek naar de feiten, die vermeld zijn
door de sovjetregeering. zulks in toepassing
van de conventie van 24 September 1928.
In Rusland blijft de propaganda zeer
actief.
De omroepstations blijven talrijke resolu
ties vermelden, welke door verschillende
arbeidsorganisaties aangekomen zijn en
welke behelzen, dat de Sovjetunie door de
regeering te Helsinki uitgedaagd is, een
regeering, welke geenszins het vertrouwen
van de massa van het Finsche volk bezit.
Wij zijn, aldus de resoluties, gereed om
den eersten oproep, welken de regeering
tot ons zal richten, te volgen. Alle resolu
ties eindigen met den uitroep: „Leve het
onoverwinnelijke Roode Leger!"
In de motie van de Klrow-fabriek te
Leningrad wordt b.v. gezegd: „Wij vragen
van onze regeering vastberaden stappen
te nemen tegen de lage oorlogsstichters,
der noodlottige heerschers van Finland".
De fabriek Kaganowitsj te Moskou ver
klaart: „zoo noodig zullen wij den Finschen
militairisten een tik op hun vuile pooten
geven en als één man opkomen om de be
langen van de sovjet-unie te verdedigen.
Laat de Finsche heerschers oppassen en
tot bezinning komen, voordat het te laat
is. Het Sovjetvolk zal alle politieke dobbe
laars naar den duivel sturen, recht op zijn
doel afgaan en een betrouwbaren waar
borg voor de veiligheid van al zijn grenzen
verzekeren."
Het Russische Telegraaf-agentschap seint
nog een heele reeks van dergelijke „fris-
sche" uitlatingen, maar wij vinden het met
vermelding van bovenstaande welletjes.
hoe de mijn vlak onder het voorschip tot
explosie was gekomen en het voorste deel
van het schip geheel vernield had. Penning
was een van de personen, die ln zee vielen,
toen de bovengenoemde reddingboot vol
liep. Hij wist echter naar het schip terug
te zwemmen en langs een touwladder aan
boord te klimmen. Hij vond toen weer een
plaats in een tweede reddingboot, die neer
gelaten werd.
De stoker Oudenaarden, een man xan
middelbaren leeftijd, vertelde, dat hij in de
stookruimte stond, toen de mijn ontplofte.
„Er ontstond een verschrikkelijk gekraak
en alles scheen op mij neer te komen. Toen
ik aan dek kwam, zag ik een jongen, die
verschrikkelijke hoofdwonden had gekre
gen. Hij was klaarblijkelijk dood. Ik ging
in een reddingboot en wij zwalkten gerui-
men tijd rond op het wilde water, voor wij
opgepikt werden."
De radiotelegrafist G. H. van den Berg,
vertelde het volgende:
Ik lag te rusten in mijn hut toen de ont
ploffing kwam en ik werd ongeveer een
meter omhoog geslingerd. De telefoonver
binding met de brug was verbroken en de
voornaamste antenne sloeg neer. De nood-
antenne, die van een der masten af loopt,
bleef echter intact. Ik kon dus S.O.S.-sig
nalen geven en mededeelen, dat wij op
een mijn waren geloopen. Ik kreeg onze
positie van den stuurman en seinde die uit.
Toen kreeg ik bevel in de reddingboot te
gaan. De stuurman inspecteerde de voorste
ruimen en wij konden het water hooren
binnenstroomen. Hets chip liep langzaam
vol en zonk. Het was koud en er stond een
snerpende wind Wij hadden het schip in
ongeveer tien Minuten verlaten en waren
niet langer dan een half uur in de booten
geweest, toen wij gered werden door een
loodskotter. De bemannig van den loods-
kotter stond er verbaasd over, dat er zoo
velen gered waren. Zy vertelden den schip
breukelingen, dat zij, ofschoon zy met hun
kotter op twee myi afstand lagen van de
Spaarndam. toen de ontploffing zich voor
deed, den schok gevoeld hadden.
Volgens opgave van het departement
van buitenlandsche zaken aan de Hol-
land-Amerika-Lijn zijn bij de scheeps
ramp van het ss. „Spaarndam" vijf
personen om het leven gekomen, nJ.
vier leden der bemanning en de eenige
vrouweiyke passagier.
De slachtoffers zijn:
Dirk Hendrik de Boer, steward, ge-
toren 23 Mei 1917.
Willem van der Vis, steward, geboren
24 Januari 1920.
Mevr. SteffenGobei, passagiere.
Johan Cornells Mikkeisen, matroos,
geboren 30 Augustus 1921 en Lubertus,
Luchtenborg, chef-hofmeester, geboren
15 Juli 1877.
chef-hofmeester, geboren 15 Juni 1877.
Men gelooft dat de 74-jarige mevr.
Steffen aan hartzwakte overleden is,
•oen zy in het water viel,
HOUDING DER OFFICIEREN
GEPREZEN.
Toen de geredden gisteravond in Londen
aankwamen, hadden de meesten hunner
weinig meer by zich dan de kleeren. die zy
boegen. De officieren vertelden, hoe de
bemanning na de ontploffing van de myn
aangetreden op het sloependek met de
Remvesten aan. Een reddingboot met
ongeveer acht personen liep vol by het
't water laten en vier of vyf der inzitten
den kwamen in zee terecht, o.m. de eenige
yreuweiyke passagier, mevrouw Steffen. In
bet hotel, waar de bemanning werd onder-
gebracht, ontmoetten de schipbreukelingen
een aantal overlevenden van de ..Si
mon Bolivar". Zy werden verwelkomd door
vertegenwoordigers der reedery en der Ne-
beriandsche kolonie in Londen, die hen ge-
'okwenschten met hun redding.
In de zaal, waar de geredden den avond
maaltijd gebruikten, had men de portret
ten opgehangen van Koningin Wilhelmina,
'rinses Juliana. Prins Bernhard en wylen
Koningin Emma. Alle overlevenden prezen
rust en kalmte, waarmede de gezagvoer-
0er en officieren hun bevelen gaven.
VERHAAL DER GEREDDEN.
53-jarige matroos P. Penning vertelde
Vandaag, by het aanbreken van den
dag was de „Spaarndam" nog steeds
dryvende. Het schip brandde van voor
tot achtersteven.
Van Finsche zyde is men niet verbaasd.
Men is van meening, dat alles te mooi ln
elkaar past, dan dat het niet tevoren zou
zyn georganiseerd.
Volgens telefonische berichten uit Lenin
grad zouden reeds een uur voor het zoo
genaamde grensincident pamfletten in de
fabrieken uitgereikt zyn.
Finland geeft een voorbeeld van kalmte.
Het leven ln de hoofdstad is normaal.
Uit Kopenhagen wordt intusschen ge
meld: „Extrabladet" bericht, dat de laatste
dagen verscheidene malen sovjet-Russische
vliegtuigen boven Finsch gebied hebben
gevlogen. Zonder twyfel wilden de toestel
len de opstellingsplaatsen van de lucht
doelartillerie ontdekken, doch de batteryen
hebben niet op de vliegtuigen geschoten.
Generaal Meretschkoff, de comman
dant van het district Leningrad, heeft
alle verloven ingetrokken en aan alle
officieren en manschappen bevel ge
geven, zicui binnen 24 uur in hun depots
te melden.
Een overeenkomstig bevel werd on
langs uitgegeven voor de Russische
Oostzeevloot door haar bevelhebber, ad
miraal Trubitscui. Ook wordt gemeld,
dat in de buurt van Leningrad ma
noeuvres van de luchtmacht op groote
schaal worden gehouden, waaraan
zware bommenwerpers en jachtvlieg
tuigen deelnemen.
DE ROYSTON GRANGE GETORPEDEERD
Nader wordt uit Londen gemeld, dat het
tot zinken gebrachte schip Royston Grange
nog in een deel onzer vorige oplaag ver
meld ls getorpedeerd.
Toen de schipbreukelingen van de getor
pedeerde Royston Grange „ergens in Enge
land" aan wal gebracht waren, zei een oude
matroos: „Zoo. dat ls weer vast de eerste
keer." Gevraagd wat die eenigszlns zonder
linge woorden te beteekenen hadden, ant
woordde Janmaat: „Wel, in den vorigen
oorlog ben ik vyf maal aan boord van een
getorpedeerd schip geweest; het zal my be
nieuwen hoeveel keer het ditmaal gebeuren
zal." „Vindt u zes keer getorpedeerd niet
welletjes?" vroeg een vriendelijke verpleeg
ster, die met een deken en een warmen kop
koffie kwam aanzetten. Waarop de oude
tot ieders verbazing antwoordde: „Laat dat
maar, juffie, ik mankeer niks en ga eerst
een ander schip zoeken om te monsteren."
14 OPVARENDENDEN VAN EEN DUIT-
SCHEN TREILER OMGEKOMEN?
Men gelooft dat veertien opvarenden van
den Duitschen treiler, welke ten Zuiden van
Langeland op een myn is geloopen, zyn
omgekomen. De drie geredden zyn de kapi
tein, de stuurman en een matroos.
De Zweedsche bladen constateeren, dat,
tengevolge van de uitbreiding van het Duit
sche mynenveld binnen de Zweedsche ter
ritoriale wateren, de havens Trelleborg,
Leborg, Malmoë, Landskrona en Helsing-
borg versperd zyn. Schepen met grooten
diepgang kunnen niet by Falsterbo passee-
ren. Het gevaar wordt nog vergroot door
het slechte weer. waardoor de mynen van
haar anker worden geslagen en naar de kust
dryven. Reeds zyn op 25 meter afstand van
de kust by Trelleborg en Ystad mynen ge
zien.
In Zweedsche scheepvaartkringen is men
zeer verbolgen.
In de protestnota tegen het leggen van
een nieuwe mynversperring, welke door den
Zweedschen minister van buitenlandsche
zaken is overhandigd aan den Duitschen
zaakgelastigde, wordt op de eerste plaats
herinnerd aan de briefwisseling van eeni-
gen tyd geleden betreffende de uitgestrekt
heid van het Zweedsche gebied ter zee. De
Zweedsche regeering handhaafde hierin
het standpunt, dat de Zweedsche territo
riale wateren zich uitstrekken tot vier zee
muien uit de kust.
De nota behelst een scherp protest tegen
de ernstige schending van het Zweedsche
gebied door het leggen van Duitsche my
nen en de Zweedsche regeering verklaart,
dat zü zich alle recht voorbehoudt .schade
loosstelling te eisehen voor de schade, welke
aan Zweden of Zweedsche onderdanen
wordt berokkend door dezen maatregel.
Het Fransche legerbericht van gisteravond
luidt:
Plaatselyke actie van de infanterie en
artillerie in het gebied ten Oosten van de
Moezel. Van de rest van het front valt niets
byzonders te melden.
In een overzicht over de militaire gebeur
tenissen van den afgeloopen Zondag ver
meldt het Duitsche Nieuwsbureau, dat het
l"
HET ZOEKEN NAAR DE
VERMISTEN GESTAAKT.
Volgens bij de reederij van het
m. s. „Sliedrecht" ontvangen
rapporten bleef het zoeken met
vliegtuigen naar de 26 vermiste
opvarenden gedurende de
laatste dagen zonder eenig
resultaat.
Men heeft tot zijn diep leedwe
zen moeten besluiten, op advies
van tot oordeelen bevoegde En-
gelsche deskundigen, het zoe
ken te staken.
De eenige hoop op redding
blijft de mogelijkheid, dat de
vermisten aan boord zijn ge
nomen door een voorbijvarend
schip, dat geen radiobericht
kan of mag uitzenden.
Volgens opgave van de reederij worden
de volgende personen vermist:
Kapitein C. Boer te Heemstede; 2e stuur
man M. J. Dubbeld te Rotterdam: 3e stuur
man C. Th. A. Bouwman, te den Haag; le
machinist A. Lindeman te Rotterdam: 2e
machinist C. de Groot te Rotterdam. 3e
machinist A. J. Breedyk te Schiedam; 4e
machinist J. A. Qulspel te Rotterdam; 5e
machinist J. A. Hendriks te Rotterdam:
assistent-machinist H. Hennink te Rotter
dam: assistent-machinist C. Boersma te
Rotterdam; assistent-machinist J. H.
Meyer te Rotterdam: marconist B. H. Blue-
mlnk te Lochem; hofmeester F. Scheffers,
kok F. Eland, koksmaat J. Reiche, bediende
J. J. van der Star, bediende C. van Es,
bootsman J. Bloem, matroos W. 't Hart,
matroos P. Brugge, matroos o/g F. Bakker,
dekjongen A. de Redelykheid, stoker-olie-
man T. Bouter. stoker-olieman J. G. van
Rooyen, stoker-olieman W. A. Palte, allen
te Rotterdam en dagman B. Dekker te
Vlaardingen.
aan een afdeeling Duitsche verkenners ge
lukt is tot aan de Maginot-linie door te
dringen.
Ais Indianen hebben de Duitsche verken
ners over het vyandelyke terrein moeten
voortsluipen. zy hebben hun doel weten te
bereiken en belangrijke schetsen kunnen
maken van de vestinglinie.
De Fransche Kamer en Senaat zullen
Donderdag 30 November a.s. te half 10
's morgens byeenkomen.
De Kamercommissie voor buitenlandsche
zaken zal morgenmiddag byeenkomen.
Champetier de Ribes, de onderstaatssecre
taris voor buitenlandsche zaken en Girau-
doux. de commissaris-generaal voor de voor
lichting. zullen kwesties bespreken verband
houdende met de propaganda.
Herbert Morrison, leider van de Londen-
sche Labourparty en oud-minister, heeft
voor de radio o.a. verklaard:
De weg moet geëffend worden voor een
vrij, onafhankelyk Polen, voor een vrij on-
afhankeiyk Tsjecho-Slowakye en voor een
Oostenrijk, dat vrij is om zyn eigen bestem
ming te kiezen.
Wy kunnen alleen vrede sluiten met een
Duitschland, dat bereid is het spel met ons
te spelen en samen te werken voor de vei
ligheid.
Zuiver een oorlog met tusschenpoozen is
geen vrede. In de na den oorlog op te bou
wen nieuwe orde moeten wy de cultureele
vryheid der volkeren en een behooriyke
mate van politieke vrijheid handhaven.
wy moeten vasthouden aan het ideaal,
dat een regeering er is om de volkeren te
dienen en niet om ze te overheerschen. De
volkeren moeten byeenkomen en de inter
nationale economische vraagstukken be
spreken, waaronder dat der koloniale bezit
tingen. Vervolgens moeten de handel en
industrie der wereld volgens nieuwe ïynen
geordend worden.
wy moeten aandringen op een interna
tionale controle op de wapenfabricaee en
de gewapende troepen.
Tenslotte moeten alle landen, winnaren,
overwonnenen en neutralen, er mee instem
men. dat zij hun grieven en twisten zullen
voorleggen aan een onpartydig oordeel en
zich by den uitslag zullen neerleggen.
BINNENLAND.
Met de marine op patrouille (3e Blad).
Ontwikkeling en ontspanning voor de sol
daten (4e Blad).
Schout bij nacht Heeris over het gevaar
van drijvende mijnen (3e Blad).
AMSTERDAMSCHE BEURS.
Stille markt - Gedrukte stemming -
Meerendeels iets lagere koersen - Ame
rikanen kalm - Beleggingen prijshou
dend.
BUITENLAND.
Dreiging in het FinschRussisch geschil
(le Blad).
Wat meer kalmte in den zeestrijd (le Blad)
De Engelsche hulpkruiser „Rawalpindi4*
door de „Deutschland" in den grond
geboord (4e Blad).
4 December treedt de Engelsch-Fransche
represaille in werking betreffende den
Duitschen export (le Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
Aanvankelijk helder en koud, met
matige tot zwakke Westelijke
wind. Later toenemende bewol
king. Waarschijnlijk regen. Stij
gende temperatuur. Toenemende
tot krachtige, aan de kust wel
licht stormachtige, meest Zuid-
westelyken wind.
Naar het Duitsche Nieuwsbureau meldt,
heeft Göbbels gisteren voor de jaarlyksche
vergadering van de Rykscultuurkamer en
van de organisatie Kracht door Vreugde een
rede gehouden over de kunst in tyden van
oorlog.
De minister zeide o.a. dat in Engeland en
Frankrijk de bioscopen en schouwburgen by
het begin van den oorlog gesloten werden
doch dat zy in Duitschland juist stampvol
zyn. Niettegenstaande den oorlog streven
wy er naar het artistieke en cultureele leven
van ons volk niet slechts in den ouden
omvang in stand te houden, doch het nog
naar alle kanten uit te breiden.
Göbbels wees op de geweldige verandering
van de propaganda, vergeleken met den
wereldoorlog Toen waren de mogelykheden
van een geesteiyk-propagandistischen strijd
tegen de vyandeiyke machten nog volko
men onbekend en ook de techniek daarvan
stond nog in haar begin. Thans echter staat
het Duitsche volk in zyn geesteiyken strijd
tegen den vyand op een hoogte van tech
nische volmaaktheid. Deze demonstratie,
aldus Göbbels. moet voor de geheele wereld
aantoonen, dat de kunst geen tydverdryf is
voor vredestijd doch ook een scherp wapen
in den oorlog
Jan Masaryk. de vroegere Tsjecho-SIo-
waaksche gezant in Londen, heeft de door
de nationaal-socialisten tegen hem gerichte
beschuldiging tegengesproken, dat hy en
anderen in Fingeland een revolutie in Tsje
cho-Slowakye aanstookten. Integendeel, zoo
zeide Masaryk, Tsjecho-Slowakye wordt de
raad gegeven, zyn tyd af te wachten, want
heel zyn krachtsinspanning zal spoedig
noodig zyn.
Sprekende over de oorlogsdoelstellingen,
zeide Masaryk te denken, dat een belangrijk
ding was de voorbereiding van een econo
mische federatie waarop het nieuwe Europa
na den oorlog dient te worden opgebouwd.
Wanneer deze federatie niet tydig wordt
voorbereid, zal Europa ten gronde gaar.,
Masaryk zeide: „ik Ym niet antlduitsci^
maar ik geloof, dat Dottschland psychoid»