Hore Belisha over het Britsche
leger in Frankrijk
Vaar voorloopig niet uit
IEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
PARLEMENTAIR OVERZICHT
Het groeit steeds aan
Radiorede van
sir John Simon
RECHTZAKEN
Een rede van
Chamberlain
Advies aan de reeders:
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
De Britsche minister van oorlog, Hore
Belisha, heeft in het Britsche Lagerhuis
een verklaring afgelegd over den oorlog te
land en daarbij bijzonderheden medege
deeld over de sterkte van het Engelsche
leger in Frankrijk.
Spr. bracht allereerst hulde aan het
dappere Poolsche leger, dat door den vijand
verscheidene weken bezig te houden de
concentratie van het Fransche leger verge
makkelijkt heeft. In dien tijd betrokken
ook de Britsche troepen hun stellingen.
Het is een onjuiste onderstelling, aldus
de minister, dat de door de Polen geboden
tegenstand de laatste daad van dit moedige
volk in dezen oorlog zou zijn. Het Poolsche
leger is op bevrienden bodem reeds her
rezen en de zaak, die de Polen zoo vast
beraden verdedigen, trekt hun landslieden
van alle kanten als een magneet aan.
te vormen, waarin dergelijke kwesties be
sproken zullen worden en dat de bevoegd
heid zou hebben, de geschikte maatregelen
aan belde regeeringen aan te bevelen. Wij
hopen, dat het werk van dit comité moge
leiden tot een toeneming van den Britsch—
Italiaanschen handel, in het belang van
beide landen toejuichingen I
Butler kon niet zeggen, of het comité in
Londen of in Rome zal vergaderen.
In antwoord op een vraag, of hij de feiten
van het vergaan van de „Athenia" in een
witboek, of anderszins zou willen vastleg
gen, ten einde de hierover ln omloop ge
brachte leugenverhalen te weerleggen, zei-
de Shakespeare, de parlementaire secreta
ris voor de admiraliteit: Ik ken deze fan
tasieën. maar zij zijn zoo duidelijk valsch,
dat, naar mijn meening, de waarheid toch gelijkheden, die hij heeft aangekondigd
wel haar weg zal weten te vinden.
sluiting van het verdrag met Turkije. Ook
sprak hij over de eensgezindheid in Groot-
Brittannlë en het Britsche rijk.
Sprekende over de ongemakken die ont
staan door de maatregelen, welke noodig
zijn geworden met het oog op de mogelijk
heid van een zwaar luchtbombardement
zeide Chamberlain, dat er, waar dit maar
vereenigd kon worden met de openbare
veiligheid en de openbare belangen, ver
zachtingen zullen worden aangebracht.
Chamberlain wees op de krachttoeneming
der gevechtsdiensten en verklaarde dat
Engeland en zijn bondgenooten thans ln
staat zijn iedere gebeurlijkheid het hoofd
te bieden Tenslotte sprak hij zijn over
tuiging uit, dat de overwinning behaald
zou worden.
Sir John Simon heeft een radiorede uit
gesproken, waarin hij het publiek oproept
in te schrijven op de twee beleggingsmo-
Den minister voor de voorraden werd ge
vraagd, ongeveer de waarde te noemen van
de orders aan vliegtuigen en oorlogsmate
riaal, welke ln de Vereenigde Staten en de
dominions geplaatst zijn.
Burgin zeide hierop: Het is niet in het
aldus Hore Belisha. openbaar belang, deze inlichtingen te ge
ven. Daarover zijn de minister van lucht
vaart en ik het met elkaar eens.
Toen ik bij de vorige gelegenheid in
het huis sprak
waren er 158.300 man Britsche troepen
in Frankrijk. Sindsdien zijn zij weke
lijks met eenige duizenden aangevuld.
In het volgende voorjaar zullen zij
met een niet onaanzienlijke wapening
versterkt zijn. Zoo zal het doorgaan,
tot de oorlog gewonnen is.
Zonder de hulp van het territoriale leger
zouden wij onze af deelingen in Frankrijk
niet voltooid kunnen hebben. Afdeelingen
van dit leger zijn veel eerder en in grooter
getal dan in 1914 in Frankrijk aangeko
men. Intusschen mag men niet beweren,
dat Engeland binnen afzienbaren tijd een
leger op continentalen voet kan leveren.
Bijna een millioen man worden
thans in Engeland geoefend. Onze
eigen verdediging te land. ter zee en in
de lucht en de reeds lang tevoren door
de Fransche regeering opgerichte bar
rières tegen agressie hebben onze voor
bereidingen beveiligd.
De Maginot-linie is een soort schuld, die
de vrije naties hebben aan de zaak van het
land, dat zelfs in financieele moeilijkheden
niet aarzelde, een royaal deel der finan
cieele middelen aan de opwerping dier bar
rière te besteden. Terwijl Duitschland te
gen een mogelijken gealüeerden aanval een
grens van ruim 300 kilometer had te ver
dedigen. moest Frankrijk rekening hou
den met een mogelijken Duitschen aanval
langs een front van 1300 kilometer, van de
Noordzee tot de Alpen.
Hoewel het den Engelschen toegewezen
gebied niet met het grootere systeem der
Maginot-linie vergeleken kan worden, was
het op gelukkige wijze tevoren van verster
kingen voorzien. Het was de taak onzer
soldaten, deze versterkingen aan te vullen
en te verbeteren.
De Britsche troepen zijn aan den arbeid
over een oppervlakte van 100 vierkante
mijlen.
Ik kan eenig denkbeeld van den arbeid
geven door te vermelden, dat het Britsche
hulpleger in het begin 500 ton benzine per
dag gebruikte. Het is een kwestie van voer
tuigen en nog eens voertuigen. Wij hebben
reeds meer dan 1000 ton reserve-onderdee-
len naar Frankrijk gezonden.
Niemand beter dan de opperbevelhebber
begrijpt, uit eigen ervaring, de omstandig
heden van den strijd en de behoeften zijner
manschappen. Hij kent ook het gebied, dat
door onze troepen bezet is. Ik heb met hem
vrijwel het geheele front bezocht en ben in
het nauwste contact met officieren en
manschappen van verschillende afdeelin
gen gekomen.
Ik kan zonder aarzelen een bemoedigend
verslag over de kracht en den goeden geest
der troepen uitbrengen.
Intusschen groeit het leger. Wij hebben
wapenen en uitrusting naar andere deelen
der aarde gezonden. Op alle gebeurlijk
heden bereiden wij ons voor.
Naast de opgeroepen militielichtingen
zijn sedert het uitbreken van den oorlog
meer dan 85.000 vrijwilligers onder de wa
penen gekomen. Wekelijks hebben wij 300
officieren uit de noodreserve overgenomen.
De sterkte van den vrouwelijken territo-
rialen hulpdienst is vergroot tot 40.000. Ook
dit is een middel om mannen voor den
actieven dienst vrij te maken.
Zoo gaat de oorlog voort. Het is een uit
houdingsoorlog. een strijdmethode. waar
door het Britsche volk vermaard is. Elke
nieuwe dae ziet ons sterker. Het verstrijken
van den tijd heeft op den vijand niet het
zelfde effect. Om te winnen zou hij door de
geallieerde verdediging moeten breken. Een
dergelijken aanval wacht het Fransche
oppercommando met vertrouwen af. Er is
geen verdeeldheid in onze rijen. Onze stra
tegie was van tevoren bepaald, evenals de
afloop van dezen oorlog, aldus besloot Hore
Belisha.
ANTWOORD OP VRAGEN.
Voor Hore Belisha zijn verklaringen af
legde. werden er eenige vragen gesteld, o.a.
betreffende de kwestie van het herstel van
de monarchie der Habsburgers Butler ant
woordde. dat deze aangelegenheid niet met
de Fransche regeering is besproken
Gevraagd naar den aard van de Britsch
Italiaansche handelsovereenkomst zeide
Butler: De overeenkomst voorziet in
de opriohting van een gemeenschappe
lijk permanent BritschItaliaansch comi
té, om te onderzoeken, welke stappen hel
best kunnen worden genomen tot regeling
van het handelsverkeer en de verbindingen
per spoor, ter zee en in de lucht tusschen
belde landen en, in het algemeen, ter ver
krijging van een nauwere samenwerking
op economisch gebied tusschen de twee
staten.
Het is te begrijpen, dat vooral op het
nngenblik de handelsbetrekkingen met Ita
lië aanleiding geven tot vele kwesties. Deze
kunnen n .'k.kciijker geregeld worden in
een comité dan langs dlplomatieken weg
en om hieraan tegemoet te komen, hebben
wij besloten, een gemeenschappelijk comité
Attlee heeft medegedeeld, dat de arbei
dersfractie in de nieuwe zittingsperiode een
geheime vergadering zal vragen voor het
houden van een bespreking over verbete
ring van de organisatie der voorraaddien
sten.
Chamberlain heeft aangezeten aan een
diner, aangeboden door het invloedrijke
..conservative private members commit
tee" te Londen. De premier werd geest
driftig verwelkomd door de 180 aanwezi
gen.
In een redevoering gaf Chamberlain een
overzicht van de vorderingen die Groot-
Brittannië en zijn bondgenooten gemaakt
hadden sinds den aanvag van den oorlog
waarbij hij ln het bijzonder de aandacht
vestigde op de nauwe en volledige samen
werking betreffende alle zaken die Enge
land en Frankrijk raken. Voorts wees hij
op het gunstig resultaat van de onder
handelingen, die geleid hebben tot de af-
D D D li «,o heldert vie*-
stof, die diep ln de porlèn
doordringt en de ziekte
kiemen doodt. Flacons
75 cl., f. 1.50 en 1. 2.50.
2831
(Ingez. Med.)
In den loop van zijn rede kwam nij
te spreken over de magnetische
mijn." Hij zeide: „Gij hebt gelezen over
deze laatste afschuwelijkheid der
Duitschers, de magnetische mijn, die
heimelijk gelegd is in vaargeulen om
zonder waarschuwing neutrale en
Britsche schepen in de luclit te doen
vliegen in overtreding van de oorlogs-
regels, die Duitschland eerst twee
maanden geleden uitdrukkelijk beloofd
heeft in acht te nemen. Dc vijand
noopt daarmede de kracht van onze
eilandsterkte te ondermijnen en onze
leveranties af te snijden. Intusschen
riskeeren onze mijnenvegers het ge
vaar. ligt onze vloot op wacht, en zet
onze koopvaardij haar eeuwigen dienst
voort, terwijl alles wat bekwaamheid en
wetenschap kunnen uitdenken in het
werk^ gesteld wordt om het nieuwe
gevaar het hoofd te bieden. Wij ver
trouwen, dat hun streven succes zal
hebben."
Voortgaande zeide Simon, dat de oorlog
het land reecis minstens zes millioen pond
per dag kost. Een divisie troepen te velde
kost bijna tweemaal zoo veel in uitrusting
en onderhoud als in den vorigen oorlog. De
kosten van een slagschip zijn thans twee
of drie maal zoo groot en moderne vlieg
tuigen kosten van drie tot zeven maal
zooveel als een overeenkomstig type in
1918. Zelfs de verhoogde belastingen zul
len niet de helft dekken van wat dit jaar
wordt uitgegeven. En zoo komen wij tot
leeningen. Daarbij moet de last van de
toekomst zoo licht mogelijk gehouden
worden. Allen moeten zoo veel mogelijk
sparen om te kunnen inschrijven op de
leeningen. Dit is een vrijwillige oproep,
gen dwangbevel. Moge. zoo eindigde Simon.
ui> de beantwoording de mate van eenheid
en vastberadenheid van Engeland blijken.
Gistermiddag heeft de Nederlandsche
Reedersvereeniging in haar verenigings
gebouw te 's-Gravenhage een informatieve
vergadering gehouden, waarin gesproken
is over de algemeene positie van de Ne
derlandsche scheepvaart en de gevaren,
welke zich op het oogenblik daarbij voor
doen. De vergadering werd gedeeltelijk
bijgewoond door marineautoriteiten, onder
wie ae chef van den marinestaf, vice-ad-
miraal J. Th. Furstner, die de aanwezi
gen van technische voorlichting dienden.
Overeenkomstig het karakter van de
bijeenkomst zijn geen besluiten genomen,
zoo melde het A.N.P.
Naar aanleiding van deze vergadering,
vernemen wij uit Amsterdamsche ree-
derskringen, dat, gezien het informatieve
karakter der vergadering elke reederij voor
zich zal hebben uit te maken, welke ge
dragslijn zij zal hebben te volgen.
Dat de Nederlandsche schepen moeten
blijven varen, is volgens sommige reeders
vanzelfsprekend, omdat dit een levens
noodzakelijkheid voor ons volksbestaan is.
Dat anderzijds de situatie onder het
oog moet worden gezien, indien het varen
practisch onmogelijk zou worden ge
maakt, konden ook zij niet ontkennen. De
directies der verschillende maatschappijen
zullen dan ook in de komende dagen
nauwkeurig den toestand onderzoeken en
enkele maatschappijen met vaste diensten
zullen wellicht tijdelijk hun schepen stil
leggen andere ondernemingen echter
zullen van geval tot geval, telkens wanneer
er een schip moet vertrekken, besluiten wat
haar te doen staat, en dit besluit van de
op dat oogenblik geldende omstandigheden
laten afhangen.
Volgens de „N.R.Crt." hebben de verte
genwoordigers onzer regeering, die ter ver
gadering aanwezig waren, zich onthouden
van het geven van eenig advies, ten aan
zien van het hervatten van de vaart op
Engeland, o.a. op grond van de overtui
ging. dat het geven van eenig advies
een te groote verantwoordelijkheid zou
scheppen, ten aanzien bijvoorbeeld van
eventueele nieuwe rampen.
De „Tel." had gisteravond een kort on
derhoud met den voorzitter der Neder
landsche Reedersvereeniging, den hr. E. G.
Wesselink. directeur van de Hollandsche
Stoomboot-Maatschappij. Deze zeide de
voorlichting der marine zeer op prijs te
hebben gesteld.
Wij kunnen thans, zoo zeide spre
ker, advies aan onze leden uitbren
gen en dat advies is: „Eventjes stop
pen. even uitkijken hoe de verschil
lende kwesties, die de laatste weken
gerezen zijn, uitpakken." Wij moeten
deze belangrijke zaken nader bekijken
aan de hand van de informatorische
bespreking, welke gisteren gehouden is
en waarbij uitsluitend, ik zeg dit met
nadruk, nautisch-teclinische vraag
stukken aan de orde zijn geweest.
Is er ook gesproken over de Britsche
represailles en de scherpere blokkade,
vroegen wij.
Neen, was het antwoord, deze na
tuurlijk ook belangrijke kwestie is niet
in bespreking gekomen en het lag ook
niet ten grondslag aan mijn verzoek
om de reeders samen te roepen. Wij
hebben ons bepaald tot het gevaar,
dat mijnen opleveren, hoe een mijn is
samengesteld, hoe dc uitwerking is en
hoe aan de gevaren het hoofd kan
worden geboden. Hoewel er geen enkel
besluit is genomen, is dus toch wel het
advies gegeven, vaar voorloopig niet uit,
wacht, tot wij ons hebben beraden. Of
men dit advies individueel wil opvol
gen, ja of neen, is aan de leden afzon
derlijk in volle vrijheid overgelaten.
De ..Tel." schrijft verder dat de Hol
land—Amerika Lijn overweegt of zij het
stoomschip „Statendam", dat Vrijdagmor-
gen'ln alle vroegte zou vertrekken en waar
voor de inscheping op hedenavond was
vastgesteld, zal laten uitvaren. Een beslis
sing hieromtrent zal heden na rijp beraad
worden genomen, daar men met een der
gelijk schip geen onverantwoordelijke risi
co's wil loopen. Wel is voor alle zekerheid
reeds besloten, dat de „Statendam" geen
Duitsche lading zal meenemen.
De directie van Willem Muller heeft
gistermorgen de „Batavier"-boot, die zich
reeds op den Waterweg bevond, rechtsom
keert laten maken naar Rotterdam De
directie van den Rotterdamschen Lloyd
heeft nog geen bijzondere maatregelen ge
troffen (wel zijn alle schepen van deze
maatschappij reeds met paravanes uitge
rust! en ook zij wacht thans rustig af
hoe de toestand zich ln de komende dagen
zal ontwikkelen.
Tweede Kamer.
(Van onzen parlementairen medewerker).
BEGROOTING VAN
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
Zoo heeft dan minister Van Boeyen de
tv.ee dozijn sprekers beantwoord.
Een belangrijke aangelegenheid heeft hij
daarbij al dadelijk afgesneden: de kwestie
van de Zondagswet en de Zondagsrust. Er
ls zeide hij een nieuw ontwerp ln
voorbereiding en bij de behandeling daar
van kan alles worden bezien Maar reeds
nu verzekerde hij, dat een allen bevredi
gende regeling niet te verkrijgen zal zijn.
Inderdaad. En Inzake een eventueele wijzi
ging van de Bioscoopwet verklaarde hij,
dat nu reeds een regeling is ontworpen,
waardoor goedgekeurde films, waarvan de
vertooning toch niet wenschelijk is, niet
zullen worden vertoond. Voorts verzekerde
hij, dat het vraagstuk der gemeente-politie
zijn volle aandacht heeft; een commissie
onderzocht dit vraagstuk en in ieder ge
val zal aan de bestuurlijke taak der politie
i naast de justltleele als hulp-apparaat» in
het bijzonder aandacht worden verleend
Over het grenswijzigings-vraagstuk heeft
de minister verschillende opmerkingen ge
maakt. Hij verklaarde daarbij aandacht te
zullen schenken aan de gegeven adviezen
inzake de samenvoeging van Rotterdam en
Schiedam (ook aan die van Den Haag en
omliggende gemeenten), doch hij wees er
op dat het initiatief tot gréhswijzlglng ligt
bij Ged. Staten en dit initiatief wordt
tegenwoordig hoe langer hoe meer toe
gepast. Verschillende plannen zijn aan
hangig. Inzake de vestiging van een haven -
schap Rotterdam zeide hij nu inog niet
te kunnen spreken maar hij erkende vol
komen, dat de zaak ernstig moet worden
overwogen, want Rotterdam zelf heeft des
tijds al een plan aan de orde gesteld, waar
bij de streek van Zwijndrecht tot Hoek van
Holland de gemeente Rotterdam zou vor
men. Doch de minister verklaarde, dait
naar zUn meening door een enkele grens
correctie deze zaak niet opgelost kan wor
den; zij zal, al komt er misschien een
grens-correctle bij. naar een andere me
thode moeten worden uitgemaakt.
Natuurlijk beloofde de minister overwe
ging en aandacht van en voor verschil
lende zaken, waaronder ook de kwestie der
scheepvaart-rechten voor de binnenschlp-
perij en allerlei pensioenzaken.
Over de gemeen te-financiën was in
het debat uitvoerig gesproken. De mi
nister verklaarde dat hij bereid is het
vraagstuk van het herstel van de auto
nomie der gemeenten op te lossen.
In het vooruitzicht hiervan zeide hij op
verschillende adviezen niet te willen In
gaan doch wel verklaarde hij, dat de zaak
niet ls uit te maken door steun aan nood
lijdende gemeenten. De minister wees er
op, dat het totaal der gemeente-tekorten
aan het verminderen is.
Wat tenslotte den nieuwen Vrlj-
willigen Burgerlijken Dienst betreft, heeft
de minister er op gewezen, dat deze is
voortgevloeid uit de moeilijke tijdsomstan
digheden. Van een verplichting tot bur
gerlijken dienst is afgezien, omdat er in
ons land al veel vrijwillig op dit gebied
gebeurt ook door middel vam voortreffe
lijke organisaties. Nieuwe organisaties wa
ren niet noodig maar wel was behoefte
aan een dienst, om samenwerking tusschen
de verschillende organisaties te verkrijgen:
een dienst van coördinatie. Vandaar het
gedane voorstel, waarvan de minister na
der de bedoeling heeft uiteengezet. Zonder
centraal toezicht zal, volgens hem, deze
aangelegenheid zich niet voldoende kun
nen ontplooien. Daarom is het subsidie
van de burgerwacht en der landstorm met
10»/» verminderd, om daarvan den nieuwen
dienst te kunnen betalen.
Hiermede waren de algemeene be
schouwingen geëindigd.
Een vrij uitvoerig debat heeft zich ver
volgens ontwikkeld over de luchtbescher
ming. Van alle kanten werd, en zeker niet
ten onrechte, geklaagd, dat er geen een
heid van leiding ls inzake dat onderwerp;
geen afdoende voorlichting, geen zekerheid
van hetgeen men doen of laten moet. Er
heerscht verwarring hieromtrent. Ook het
publiek zelf werkt niet genoegzaam mee.
Maar de hoofdzaak zoo oordeelde men
is toch dat er geen centrale leiding is;
de zaken gaan langzaam en stroef. En
waarom maakt de regeering het aankoo-
pen van gasmaskers niet gemakkelijker?
Er moeten meer betonnen schuilplaatsen
worden gebouwd en er moet meer brand
weer komen
Zoo werd door verscheidene afgevaar
digden geoordeeld.
En de heer Van Houten vroeg vrijstelling
voor hen, die gewetensbezwaar hebben om
aan luchtbeschermings-maatregelen mede
te werken.
Merkwaardig!
Gewetensbezwaren om het publiek tegen
luchtaanvallen te beschermen.
In zijn antwoord heeft minister Van
Boeyen verklaard dat er van Rijkswege
voldaan ls aan de voorschriften der Lucht-
beschermlngswet, maar dat er dingen zijn,
die te duur komen om voor het geheele
land door het Rijk te worden gediscussi
eerd, b.v. de schuilkelders en ook het gra
tis beschikbaar stellen van gasmaskers voor
de geheele bevolking.
De opperbevelhebber aldus de mi
nister acht laatstgenoemden maat
regel niet noodig. omdat hij een gas-
oorlog tegen de burgerbevolking niet
verwacht.
Wij kregen echter den Indruk, dat de
minister zich niet wilde wagen aan de op
vatting dat aanschaffing van gasmaskers
overbodig zou zijn. Maar de meening van
den opperbevelhebber ls toch wel van
groot belang.
De minister erkende echter dat het nog
niet overal ln den lande ln orde ls, doch
overal houdt de luchtbeschermings-inspec-
tle besprekingen en wanneer gemeenten
werkelijk niet in staat zijn de kosten te
dragen, zal het Rijk bijspringen. Want de
regeering wil niet, dat deze voorzieningen
afstuiten op de kosten.
Bij „Armwezen" werden verschillende
opmerkingen gemaakt, die de minister
vandaag zal beantwoorden.
HAAGSCHE POLITIERECHTER,
Het geld voor Jiet belastlngmerk.
Een slagersknecht, afkomstig uit Lelden
was ln dienst bij een coöperatie.
Ten tijde dat het nieuwe rljwielbelas-
tingmerk aangeschaft moest worden, had
zijn patroon hem f. 2.50 gegeven voor den
aankoop van het plaatje Er kwam echter
geen plaatje en de rijksdaalder was we»
Behalve deze aangelegenheid, had de
knecht ook nog andere minder juiste fi
nancieele verrichtingen uitgevoerd, die
hem ln aanraking brachten met den Po
litierechter. De verdachte vertelde dat hij
in de vreugde bij dc geboorte van Prinses
Irene had gedeeld, door enkele glaasjes
bier, die hem onder invloed van sterken
drank brachten. Hij noemde hetgeen hij
deed geen verduistering, meer een soort
„voorschotje" zooals de Politierechter op
merkte.
De Officier vorderde voor de verduis
terde rijksdaalder drie weken gevangenis
straf De Politierechter veroordeelde tot
f. 1 boete subs. 1 dag hechtenis, omdat hij
geen kwade trouw zag.
De kano die opgeknapt moest
worden.
„Die kano moet ik opknappen", had de
19-Jarlge knecht van een kanowerf gezegd
tegen zijn baas.
Maar daar was niets van waar, want de
jongen had de kano bij Leidschendam uit
de Vliet gehaald. Die kano was van mej,
B„ die later bij de politie haar eigendom
had terug gekregen. De kano had toen een
ander verfje gekregen en dat vond de Offi
cier verdacht. Hij geloofde dan ook niets
van het verhaal dat verdachte de kano
zoo had opgevischt, doch dat hij die zoo
maar had meegenomen.
Daarom vorderde de Officier vier maan
den gevangenisstraf voorwaardelijk met
een proeftijd van drie Jaar. De Politie
rechter veroordeelde tot twee maanden
gevangenisstraf voqrwaardelljk met een
proeftijd van drie jaar.
Diefstal.
Terzake diefstal moest een Inwoner van
Katwijk aan Zee terecht staan; dte liet
echter verstek gaan.
Blijkens het verbaal dat de politie had
opgemaakt, had verdachte geld dat voor
een leverantie bestemd was aangenomen,
doch de leverantie bleef achterwege,
De Officier vond het een rare methode van
zaken doen die was toegepast, waarom hjj
twee maanden gevangenisstraf clsclite
voorwaardelijk met een proeftijd van drie
jaar. Het vonnis werd een maand gevan
genisstraf voorwaardelijk met een proef
tijd van drie Jaar.
Gratis voorraad.
De Wassenaarsche duinen leverden aan
een bloemist zijn voorraad voor den han
del. HU nam er nJ. duindoorn weg en ver
kocht die.
Dat ging een poosje goed maar nu stond
hU terecht, en bekende den diefstal.
De Officier vond het een rare methode
om handel te krijgen, en waar de verdach
te al eerder was veroordeeld, vorderde de
Officier 14 dagen gevangenisstraf.
De Politierechter veroordeelde den bloe
mist tot tien dagen gevangenisstraf.
PREDIKBEURTEN.
Bodegraven Geref. Gem." Vrtjdagnam.
71/4 uur, ds. Van Oordt van Zeist.
Liase Oud-Geref. Gem.: Hedennam. 7 uur,
da. J. van Wier van Rassen.
RÜnzaterwoude Chr. Geref. Kerk: Vrijdag-
nam. 7 uur. ds. Kleisen van Boskoop.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen naar Goedereede. A. G. Haring,
cand. te Giessendam, die bedankte voor Her-
kingen.
Aangenomen naar Elim (Dr.) J. C. van Elzen-
ga. cand. en hulppred. te Emmer-Erfschelder-
veen.
Aangenomen naar Uithuizen (als hulppred.)'
S. D. Molenaar, cand. te Franeker.
Aangenomen naar Noordeloos H. Harkema,
cand te Hilversum, die bedankte voor Bunscho
ten. Dussen, Eemnes-Binnen. Gouderak en Hel-
louw.
GEREF. KERKEN.
Benoemd als hulppred. te Twijzel L. Doekes,
cand. te Kampen.
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP.
Zestal te Almelo: S. M. A. Daalder te Eindho
ven, B. Dufour te Sappemeer W. F. Golterman
te Amersfoort, G. J. W. den Herder te Frane
ker, G. M. Kosters te Terschelling en N. d.
Zljpp te Joure.
GEBOREN.
Wilhelmina Catharina Maria, dr. van W. v. d.
Poel en A. M. Kool Maria Johanna Theresla,
d.v. Th. H. Perquin en M. C. v. Velzen Eva
Cornelia, d. v. K. H. P. Boeff en E. C. Berkhout
Nicolaar Johannes, z. v. J. Leget en S. v.d.
Linden Siet-ske Sldonla, d. v. C. A. M. Cas-
telein en C. Tijsterman Grietje, d. v. K. Pa*
schier en J. v. Amsterdam Willem Anton Dlra
z. v. W. Budding en E. C. v.d. Berg.
ONDERTROUWD.
E. K. Poll jm.. 27 J. en L. M. Kling jd.. 22 J.
W Koning Jm. 30 j. en G. Bel Jd 24 j -
Vermond jm. 24 j. en L. W. M, Vijlbrief jd
j. N. Ouwehand jm. 24 j. en J. Zandbergen
Jd. 23 j.
GEHUWD:
A. N. de Boer jm. en C. van der Kamp jd- 7"
A. v. Brakel jm. en M. Singerling jd. J'
Brandt Jm. en M. v. Munsteren jd.
Dop jm. en W. C. Ravensbergen Jd. M-
geleen Jm. en H. Vijlbrief jd. L. Klinkhamer
jm. en J. J. Trap jd. H. Ribbers jm. en u
Blok jd. L. H. v. Tongeren jm. en L. V. b
jd. F. J. Verhoeven jm. en E. C. H. Trel J
I. Vermond jm. en J. Wassink jd.
OVERLEDEN
M. v. Ovost, wed. van S. H. Klein. 81 j- y'
J. A. Janse, hsvr. van H. Bleeker, 35 J.
Loeber, m 75 J. j