De Verwoesting in de Bürgerbraukeller - De Maastunnelbouw
FEUILLETON
De Hermandad, de
Heros en de Heroïne
80sie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
door
FELIX O'DERRICK.
...Vannacht? Hm. Ja, ik ken het terrein
Ijkten de menschen ken ik ook niet.
«etje riskant niet? Liever morgen."
..Dwaasheid. Morgen zouden de papieren
de politie kunnen liggen en onze
mend Ferid Bey" hier maakte hij een
'™'e buiging in de richting van den heer
■J» den tarbouche „zou de grootste
moeite hebben om ze te bemachtigen."
.Dank u wel," zei Ferid Bey met een
'oogzame, dikke stem, „daar zou ik de
grootste onaangenaamheden mee krijgen.
Wstens zou ik een copie van den plat-
.^Ton.d kunnen maken. Maar de stukken
tnM,uit hot archief te stelen, dat zou mij
oen beetje al te riskant zijn."
.Mandrides lachte. „Ook dat zoudt U wel
uaar spelen, Ferid. Leve Ferid Bey. Maar
™eb; ook mij is het beslist aangenamer,
liti oCr de hrieven nlet in handen der po-
'o komen. Ik ben weliswaar niet bang dat
l den plattegrond zullen weten te ontcij-
v j,maar ilc prefereer den rechten weg."
volkomen mee eens," merkte Carlos op.
precies. Let op. Kolettis. Het huis, dat bij
Solukkig volgens een zoodanig systeem
oouwd is, dat het kleinste kind er kan
inbreken, ken je binnen een uur van binnen
en van buiten, alleen door eens een kijkje
in de omgeving ervan te gaan nemen. Ik
denk. dat de heele zaak in een oogwenk
voor elkaar zal zijn. De belangrijkste kwestie
is: waar worden de papieren bewaard?
Misschien heeft de vent ze al bekeken en
bestudeerd. Ik geloof weliswaar niet dat hij
daar veel wijzer van zou worden, want Kop
was veel te geslepen om de fouten van een
beginneling te maken. Maar als wij den
kerel al te veel tijd laten, zou hij misschien
toch iets kunnen ontdekken."
„Let eens op," zei Carlos. „Ik heb gisteren
het jonge paar nauwkeurig gadegeslagen.
Zij spreekt slechts Spaansch, hij echter
geen woord. Zij kunnen slechts met hun
handen praten jongens, het is om je dood
te lachen. Aan tafel zat hij maar in de
lucht te zwaaien als een krankzinnig ge
worden aap en zij deed niets dan grijnzen
en „uuui massieh" stamelen. Ik meen dus te
veronderstellen dat zij onmogelijk gewichtige
onthullingen over de papieren gedaan kan
hebben. Kom. Kolettis, het lijkt me het
beste, dat ik je er nu maar meteen heen
breng en je de tent laat zien. Er staat
hoe aangenaam geen muur om heen,
zooals bij de Mohammedaansche huizen,
maar slechts een hek. Hetgeen de zaak een
stuk eenvoudiger maakt. Eén ding is echter
hoogst onaangenaam, er zijn twee koeien
van honden in huis, Armants. ware duivels.
Ik denk dat we voor die diertjes een speci
aal cadeautje mee zullen moeten nemen;
bijvoorbeeld wat prima worst met arseni
cum of iets in 11 geest.
„Dan ken jij die vervloekte beesten al
heel slecht, vriendlief," sprak Kolettis mis
moedig. „Die nemen van een vreemdeling
nog geen vezel vleesch aan. Neen, dat zul
len wij anders inrichten. Eén van ons moet
lawaai gaan maken bij de voordeur, dan
rennen de beesten niet een woest gehuil
naar de plek in kwestie. Ondertusschen
kruipen dan twee van ons door het raam
naar binnen, en mocht er iemand in die
kamer zijn, dan dienen wij die met lieve
woordjes toe te spreken totdat hij in een
heel diepen slaap valt."
„Als die dikzak maar niet thuis is. Men
schen, menschen, die heeft een keurige
hand van schrijven. Achmet's facie draagt
zijn handteekening. Nou ja, eventueel kun
nen wij wachten, totdat hij in de stad is,
en dan erop af. Hoeveel mannetjes denk je
noodig te hebben?"
„Alles bij elkaar ongeveer een zeven
acht. Ik heb ze bij de hand."
„Mooi zoo. We moesten er nu maar op
afgaan, Mandrides. De metro brengt ons
tot bij zijn huis. Ga jij ook mee?"
„Ja waarachtig. De chef acht deze zaak
van het grootste belang."
En zij namen afscheid van Ferid Bey.
De electrische trein naar Heliopolie rijdt
langs Demerdache, een Noord-Oostelijke
voorstad van Cairo, voornamelijk bevolkt
door kleine luiden. Er staan echter ook tal
rijke villa's en bungalows van voorname
Egyptenaren en schatrijke Europeanen. De
drie mannen namen den eerstvolgenden
trein en arriveerden weldra in de buurt
van Van Duren's villa. De beide honden
lagen overdag aan den ketting, opdat zij
's nachts des tc wilder en waakzamer zou
den zijn. In de voorsteden van Cairo vor
men de waakhonden 's nachts een ware
plaag. Zij grommen en blaffen onophoude
lijk. Vanda,ar dat het in het geheel niet
meer opvalt, wanneer zij aanslaan. Boven
dien zijn de huisknechten der diverse vil
la's gewoonlijk veel te lui om ie gaan kij
ken of het geblaf een inbreker dan wel een
eerzamen voorbijganger geldt. Een en an
der in aanmerking genomen had Kolettis'
plan dus kans op succes.
De bungalow, die de heer van Duren be
woonde, was een laag gebouw, dat aan drie
kanten door een breed, overdekt terras om
geven was. Slechts de Zuidzijde miste zulk
een uitbouw.
Na ongeveer een half uur geduldig ge
wacht te hebben zagen de drie mannen
dat een der op de Oostzijde uitkomende
ramen, dat nu buiten de zon lag, geopend
werd. Een donkergelokt hoofdje verscheen
in de vensteropening, gesteund op twee
fijne handjes. Het was Chiquita, die de om
geving bekeek, die maar matig interessant
was.
„Dat is dus haar kamer", zei Kolettis,
die met een verbazingwekkende opmer
kingsgave begiftigd was.
Een breedgeschouderde, ietwat corpulente
heer verscheen vervolgens op het terras.
Een zwarte knaap droeg een luien stoel ach
ter hem aan en stelde die op voor het
raam van de jongedame.
De heer had een boek in zijn hand,
waarin hij ijverig bladerde, om van tijd
tot tijd een paar woorden tot het meisje te
richten, wat lederen keer een glimlach van
waardeering op haar roode lippen too-
verde. Mijnheer Carlos humorist van
beroep kon niet nalaten dit gebeuzel
dezer twee goedhartige personen met blik
ken en gebaren te imiteeren, maar mijn
heer Mandrides. die in zaken geen gevoel
voor humor had, wierp hem een zijdeling-
schen blik toe, om hem den ernst der situ
atie te herinneren. Daarop sprak mijnheer
Kolettis:
„Blijven jullie hier en houdt verder de
wacht. Ik moet weten, wanneer die vent
weggaat, of hij het meisje meeneemt, hoe
veel man personeel er in huls is en verdere
wetenswaardigheden. Ik ga nu Beppo en de
jongens halen".
Hij verdween en liet zijn vrienden alleen
op hun post achter.
Teun van Duren en Chiquita namen con
versatie-les. Hij sprak verschillende talen
vloeiend, vooral Italiaansch en Fransch,
hetgeen hem de studie van de derde Ro-
maansche taal aanzienlijk vergemakkelijkte
Met groote handigheid zocht hij uit het
boek die passages uit, die het beste pasten
bij de huidige situatie en zoowel Chiquita
als hij verheugden zich ten zeerste in den
voorspoedig gedijenden woordenschat.
„Ik heb je lief (Yo) te amo".
„Jij bent mooi. meisje (Tu) eres her-
moso (a), senorita".
„Geef mij een kus, dame
„Huh, stoute man, dat staat daar heele-
maal niet in. Neen, neen, zooiets wil ik
nooit meer hooren!"
De quasi-vertoomde schoone stopte twee
schattige vingertjes in haar ooren. Een
arcadische scène, vrij naar Boucher: her
der en herderin door de buiten rondslui
pende afgunst beloerd.
Egypte's eeuwig opgewekte hemel lachte
en achter het huis rukten de snoezige
hondjes aan hun kettingen. De eene heette
Djinn, de ander Afrita. Speelsch beten zij
elkaar in de ooren, krabden elkaar voort
durend en overal met de achterpooten en
hapten, wanneer zij tijd hadden, heftig
naar vliegen Saaleh bereidde nog altijd
waardig in de keuken het avondeten, ter
wijl de knaap Abdu in een hoekje vredig
op zijn zolen gehurkt zat, een sigaret uit
den voorraad van zijn meester genietend.
(Nadruk verboden). -- (Wordt vervolgd).
DE BOUW VAN HET STADHUIS ALHIER NADERT
ZIJN VOLTOOIING. Het carillon hangt reeds. Een kijkje
op enkele der klokken.
DE GANZENMARKT TE HOOGEWOUD (N.H.). De han
del is druk, omdat de pluimveehouders hun dieren wegens
voedings-moeüijkheden gedeeltelijk moeten opruimen.
TE IJMUIDEN werd een Belgisch visschersvaartuig bin
nengebracht, dat vier dagen zonder motorbrandstof op zee
had rondgedreven. Ook het voedsel was op, zoodat de man
nen dankbaar waren toen de kustwacht 't scheepje opmerkte.
HET EXTERIEUR VAN DE NIEUWE ROTTERDAMSCHE KOOPMANSBEURS AAN DEN COOLSINGEU IS BIJNA
GEREED. ALLE STEIGERS ZIJN VERWIJDERD EN MEN IS THANS BEZIG MET DEN
AANLEG DER TRAPPEN VOOR DEN PRAAIEN HOOFDINGANG.
EEN BELANGRIJKE DAG VOOR DE MAASTUNNEL. Het laten zinken van de beide
betonnen onderlegplaten, waarop binnenkort het eerste tunnelstuk zal worden neergelaten.
Overzicht tijdens de werkzaamheden; de eerste onderlegplaat hangt in de takels. Rechts
het ventilatiegebouw en links de roltrappcnschacht
EEN TELEGRAFISCH OVERGEBRACHTE FOTO VAN DE VERWOESTING IN DE
BURGERBRtUKELLER TE MONCHEN. Men ziet het zware plafond, waarvan de
iteunen zijn weggeslagen, naar beneden hangen en een dikke laag puin op den grond.