Lord Halifax over
Engeland's oorlogsdoel
Critiek op Nederland
en België
DE ONGELUKSVOGEL
IEIDSCH DA6BÜD - Derde Biad
Woensdag 8 November 1939
De opbouw van een
nieuwe wereld
De oorlogsdoelstellingen
van Labour
De Duitsche Pers is ontevreden over de houding
tegenover Engeland
VRAGENRUBRIEK
9^3
•j» minister van buitenland-
rc.i: zaken, lord Halifax, heeft gisteravond
p«ii radiorede gehouden over het oorlogs-
t'cv-! van Engeland.
Hij herinnerde aan de verklaring, door
Chamberlain afgelegd bij het uitbreken
van den oorlog, toen de minister-presi
dent zeide, dat Engeland vooht tegen
„bruut geweld, kwade trouw, ongerechtig
heid, onderdrukking en vervalsching".
Het komt mij voor. aldus de minister,
dat deze woorden sindsdien meer en meer
een antwoord geven op twee vragen.
De eerste dezer vragen is: wat is
liet werkelijke doei van onzen strijd?
Dat vele menschcn een antwoord op
deze vraag wenschen, blijkt uit het
feit, dat men in zoo menigen kring ver
langt, dat de geallieerde landen met
grootere nauwkeurigheid een definitie
geven van wat de oorlogsdoeleinden
worden genoemd.
Het antwoord is in algemeene termen
gegeven. Wij strijden voor de verdediging
van de vrijheid, wij vechten voor den
wede, wij bieden het hoofd aan een uitda
ging ten aanzien van onze veiligheid en
die van anderen, wij verdedigen het recht
van alle volken op het leiden van een
eigen leven.
Wij vechten tegen de vervanging van
het recht door het brute geweld ais
scheidsrechter tusschen de volken, tegen
schending van de heiligheid der verdragen
en verzaking van het plechtig gegeven
voord.
Wij hebben ervaren, dat er in Europa
geen plaats kan zijn voor beschaving, kunst
en vrede, zoolang Duitschland niet ge
dwongen ls, in te zien, dat nieuwe daden
ran agressie niet geduld zullen worden.
Dienovereenkomstig moet het ons
vaste bc6luit zijn, niet alleen de
menschheid der toekomst te behoeden
voor een herhaling van de onrecht
vaardigheden, die de Duitsche agressie
gedurende de laatste jaren ln Europa
beeft veroorzaakt, maar ook zooveel
mogelijk de schade te herstellen, die
Duitschland zijn zwakkeren buren
heeft aangedaan.
Dat doel wordt nog versterkt door het
geen wij weten van de wreede vervolging
van beginselen en personen door meedoo-
genlooze menschen in Duitschland,
In het algemeen is het niet de zaak van
een volk, zich te mengen in het binnen-
landsohe bestuur van een ander land. Doch
vanneer de uitdaging naar de sfeer der
Internationale betrekkingen wordt overge
bracht, zooals thans Duitschland doet,
doordat het den menschen de elementaire
rechten van menschelijkheid ontzegt, dan
raakt die uitdaging onmiddellijk iets, dat
de natuur heeft neergelegd diep in het
universeele geweten der menschheid. Wij
strijden dan ook voor de handhaving van
recht en barmhartigheid in den omgang
tusschen de menschen en in de groote
gemeenschap der beschaafde staten.
Als men zich tegenover kwade dingen
geplaatst ziet, zooals de minister-president
gezegd heeft, dat het geval ls, staan er
slechts twee wegen open. Men moet ze
trotsecren, of er zich bij neerleggen. Dat
laatste beteekent echter oneer.
Wanneer ik terugdenk aan de dagen,
*aarin wij een beslissing moesten nemen,
staat het voor mij vast, dat wij inderdaad
slechts ten koste van de grootste oneer
Jfn oorlog hadden kunnen afwenden.
Thans rusten de grootste oneer en de
grootste dwaasheid op den aanvaller. De
poote dwaasheid der Duitsche regeering
ugt voor de wereld open. Wij en onze
sondgenooten, wij zijn allen één in den
*11 en het vertrouwen, dat wij in staat
Sin, ook de groote dwaasheid aan te too
ien, waarmede de Duitsche regeering haar
•'gen vernietiging bewerkstelligde.
Dit brengt mij, aldus Halifax, tot
mijn tweede vraag. Kunnen wij er wer
kelijk zeker van zijn, dat wij, door een
overwinning in dit conflict van phy-
sieke kracht, ons doel bereiken? Met
andere woorden: wanneer wij de over
winning behaald zullen hebben, wat
dan?
Wat zal die betere toekomst zijn, waar-
'°or wij offers kunnen brengen en niet
°P be kosten zien?
De minister-president heeft verklaard.
JJ* WU geen vrede van wraak willen, dat
Jnl geen territoriale eischen voor onszelf
[kbben en dat wij moeten inzien, dat de
'bekomst, weijiig hoop biedt, tenzij langs
oen weg van onderhandelingen en over
eenstemming een nieuwe vredesregeling
m sen zou worden.
Maar wij -zijn vastbesloten, zooveel ais
ybbedhelijkerwvjze mogelijk is, te zorgen
Europa niet opnieuw het slachtoffer
1 ec" herhaling dezer tragedie zal zijn.
leb dit doel voor oogen zullen wij, wan-
kfs a' onzen invloed aan-
„J1® voor den opbouw van een nieuwe
lab waarin de volken niet zullen toe-
J™. dat hun hoop op een voller leven de
jwem wordt Ingeslagen door een krank
jïïï.e Bewapende rivaliteit en dat het
tjr bwen op de toekomst zal worden
v.!?c"aduwd door een sombere onheils-
'«Waehting.
I" de nieuwe wereld, waarnaar wij
'ireven, zal plaats zijn voor samen
werking van alle volken op den gronil-
"aS van menschelijke gelijkheid, zelf-
••spect en wederzijdsch vertrouwen.
Wij zullen vele dingen, die aan liet Inter
nationale contact ten grondslag liggen
sociale, politieke en economische vraag
stukken hebben te overdenken en mid
delen moeten vinden om de noodzakelijk
heid van verandering in een voortdurend
veranderende wereld te verzoenen met be
veiliging tegen verstoring van den vrede
door wapengeweld.
Alle landen zullen hun bijdrage tot de
nieuwe orde, waarnaar wij zoeken, moeten
leveren en op ons volk zal een groote ver
antwoordelijkheid komen te rusten.
Niet minder dan anderen moeten wij
leering trekken uit de mislukkingen en
teleurstellingen van het verleden. Wij heb
ben geen voorsteiling van het beeld der
wereld van na den oorlog, wij weten niet,
onder welke omstandigheden de vijande
lijkheden zullen eindigen en over welke
bouwstoffen wij de beschikking zuilen heb
ben bij het oprichten van het vredes-
gebouw.
Sommigen gelooven, dat een nieuwe orde
slechts kan worden verkregen, wanneer de
volken hun souvereine rechten ln zekere
mate opgeven, om den weg voor een meer
organische eenheid te effenen. Doch in
dien men aldus hoopt, te koenen tot een
echter internationaal systeem, moeten wij
dat vernemen uit den wil der volken, want
alleen zij kunnen dat denkbeeld leven
geven.
Na den oorlog zullen wij er zorg voor
hebben te dragen, dat wijsheid en goede
wil samenwerken in de onmetelijke taak.
die ons wacht. Niemand kan zeggen, wan
neer en hoe wij tot de overtuiging zullen
komen, dat onze doeleinden bereikt zijn.
Doch wanneer wij het vaste geloof heb
ben, dat ons besluit en onze algemeene
koers juist zijn, dan behoeven wij ons over
den afloop niet bezorgd te maken.
Ik vertrouw, dat het Britsche volk,' in
dien het zijn eigen normen van doel en
gedrag gedurende den geheelen oorlog kan
handhaven, naar den geest beter uitgerust
zal zijn voor zijn aandeel in de ordening
van een gelukkiger toekomst".
Halifax zeide toe te geven, dat de phy-
sieke kracht alleen niet in staat is, het
kwaad, dat aan den oorlog ten grondslag
ligt, uit te roeien, doch de erkenning van
deze waarheid mag ons nooit blind maken
voor het feit, dat wij, wanneer wij uit
vrees voor de oorlogstragedie werkeloos
blijven tegenover het opia-eden dat wij een
kwaad achten, de geestelijke waarden, die
allen menschelijken vooruitgang hebben
bezield en geleld, aan vernietiging prijs
geven.
De weg, dien wij ons voorgenomen heb
ben af te leggen, kan lang zijn. Wij heb
ben den tijd. om over onze grieven te
denken en ons voor te stellen, hoeveel
beter wij den arbeid van een ander zou
den hebben gedaan. Het recht van eritiek
ls bijna een traditie van het Britsche ras,
dat die kunst buitengewoon goed verstaat.
Het is een toeken van vrijheid, ziet maar
naar Duitschland, waar het mopperen u
waarschijnlijk ln een concentratiekamp
zal brengen.
Laat ons onze vrijheid behouden, doch
haar gebruiken voor de versterking van
ons doel!"
Halifax waarsohuwde zijn hoorders, dat
de vijand van ieder teeken van oneenig-
heid gebruik zou maken en besloot met de
woorden: „Het is onze plicht, eensgezind
en sterk van geest en hart te zijn. Daar
van zal zeker onze kracht in den strijd af
hankelijk zijn en. wanneer die strijd voor
bit is, ook het vermogen, den oproep tot
waardlgen arbeid voor de toekomst der
menschheid te beantwoorden".
REDEVOERING VAN ATTLEE.
De Labourleider Attlee heeft in Londen
een redevoering gehouden over de oorlogs
doelstellingen van de Labour-partij. Hij
zeide: „Wij willen, dat het Duitsche volk
"weet, dat Ihet thans een eervollen vrede
kan krijgen."
Verder verklaarde hij, dat geen ertfcele
partij een beteren staat van dienst heeft
voor de zaak des vredes dan de aanhangers
van Labour. Het Britsche volk is den oorlog
niet ingetreden met de stemming van een
lichtvaardig avontuur, maar het is gedwon
gen de wapens op te nemen om vitale be
ginselen te verdedigen en overal is er een
grimmige vastberadenheid om tot het ein
de door te zetten en tevens een vastberaden
heid om er zorg voor te dragen, dat de zaak
waar het om gaat, niet bedolven wordt in
de hartstochten, welke de oorlog opwekt.
Wij moeten de zekerheid verwerven, zoo
zeide Attlee, dat de vijandelijkheden vroe
ger of later niet opnieuw uitbreken. Wan
neer de beschaving wil blijven leven, moet
een einde gemaakt worden aan de agressie.
Een essentieele voorwaarde voor den
vrede is, dat er in Duitschland een re
geering moet zijn, die het Hitlerisme
heeft laten varen en die vertronwd kan
worden. Ook dan nog moet er bewijs
geleverd worden van werkelijk bonafide
bedoelingen en moeten daden van her
stel worden getoond, met inbegrip van
een wederinstelling van democratische
regeeringen in Tsjccho-Slowakije en
Polen.
Het blijft aan het Duitsche volk om den
weg naar den vrede te openen. Maar
Duitschland is niet de eenige agressieve
staat. Er moet een vredesconferentie ge
houden worden, waar alle deelnemers be
reid moeten zijn af te zien van agressie en
het gebruik van geweld en geneigd moeten
zijn tot herstel en vergoeding.
De oorlogsdoelstellingen formuleerde Att
lee als volgt:
1. Terwijl den slachtoffers schadeloos
stelling moet worden gegeven, moet iedere
gedachte aan wraak en straf uitgesloten
worden.
2. Alle naties, groote en kleine, en van
welke kleur oi geloof ook, moeten het recht
hebben om te leven en om haar eigen ken
merkende trekken tot ontwikkeling te bren
gen, mits zij geen inbreuk maken op de
rechten van anderen. Duitschland moet er
kennen, dat de Pool, de Tsjech en de Jood
hetzelfde recht hebben als de Duitscher op
een plaats ln de wereld.
De Engelschman moet eveneens een zelf
de recht toestaan aan den Indiër, en aan
de andere Inwoners van het Britsche rijk.
3. De oorlog moet buiten de wet worden
gesteld en geschillen moeten zoo noodig
onderworpen worden aan de beslissing van
belangelooze arbiters.
4. Erkenning van de rechten der natio
nale. religieuze en rassenminderheden
moet worden gewaarborgd door het gezag
van een internationaal lichaam.
5. Erkenning van een Internationale
autoriteit, staande boven de indlvidueele
staten en voorzien van de rechten en be
voegdheden om zich te doen gelden zoowel
op politiek als economisch gebied. „Europa
moet gefedereerd worden of ondergaan."
6. Men moet het imperialisme laten va
ren en het beginsel aanvaarden, dat bij het
bestuur over koloniën, waar zelfbestuur
nog niet kan worden toegestaan, het belang
der inboorlingen doorslaggevend moet zijn.
Er moet een gelijke toegang zijn voor alle
naties tot de grondstoffenmarkt. Herver
deeling van koloniaal gebied tusschen rlva-
liseerende lmperiallsmen vormt geen op
lossing. Aanvaarding van deze beginselen
zal de oprichting met zich medebrengen
van een internationale machinerie om ze
te doen gelden. Er moet een Internationale
strijdmacht komen, welke over voldoende
kracht beschikt om een eventueelen agres
sor af te schrikken. Een internationale
luchtmacht is het meest geschikte instru
ment, terwijl afschaffing van de nationale
luchtmachten de ongerustheid zou wegne
men welke heden ten dage de menschheid
Koker 12 stuks 5 Oct. Proof doosje 2 stuks Wet
2368 Onsez. Med.)
terugdrijft naar de gewoonten van den hol
bewoner. Iedere staat moet de verplichting
aanvaarden om economische sancties toe
te passen op een vredesverstoorder. De na
tionale strijdkrachten moeten teruggebracht
worden tot den omvang die noodig is voor
het behoud der binnenlandsche orde en
moeten onderworpen worden aan een inter
nationale Inspectie. Particuliere fabricage
van en handel in bewapeningen moeten
worden afgeschaft. De kleine naties moe
ten met de groote volledig aandeel nemen
aan de internationale autoriteit, welke
grensproblemen moet behandelen en econo
mische plannen ontwerpen op de wereld
omvattende schaal teneinde het hoofd te
bieden aan weer opkomende economische
crises. Het feit, dat Hitier de leider is van
het Duitsche volk ontheft dit volk niet van
de verantwoordelijkheden.
Wij zijn bereid, afaus Attlee, Duitschland
welkom te heeten ln het gezin der naties.
Onze beginselen verschillen niet van die,
welke wij afkondigden, toen Duitschland
na den laatsten oorlog machteloos was.
Wanneer wij geroepen zullen zijn de ver
antwoordelijkheid op ons te nemen voorde
regeering, zullen wij steeds bereid zijn onze
beginselen in de practijk te brengen.
O
Verschillende Duitsche dagbladen, zooals
de Lokalanzeiger. de Deutsche Allgemeine
Zeitung en de Angriff, hebben commen
taar geleverd op de reis van Koning Leopold
naar Den Haag. Deze commentaren zijn
geschreven vóórdat bekend was, dat de
Vorsten besloten hadden den oorlogvoe
renden landen hun goede diensten aan te
bieden.
Volgens het Duitsche Nieuwsbureau wor
den in deze commentaren de volgende op
merkingen gemaakt:
De verwachtingen van Duitscland ten
aanzien van een activiteit der kleine
neutrale mogendheden betreffende een
vastberaden handhaving van haar
levensbelangen tegenover den druk der
Engelsche oorlogvoering zijn nooit zeer
hoog geweest. De mogelijkheden
die de vredesredevoering van Hitier
ook voor de zaak der neutralen
aanbood, zijn door hen op geenerlei wij
ze aangegrepen. Alleen papieren protes
ten zijn ingediend tegen de Engelsche
blokkadepractijk.
Het is begrijpelijk, dat met dergelijke
methoden geen effect bereikt kan worden.
De Engelsche practijk wordt van week tot
week scherper en gaat reeds over tot nieuwe
eischen zonder er rekening mede te houden,
o( die nog in overeenstemming gebracht
kunnen worden met het begrip der neutra
liteit. (Doet Duitschland niet precies
hetzelfde door het opbrengen van Zweed-
sche schepen? - Red. L.D.). De vraag is of
door publicatie der protesten zooals Neder
land heeft gedaan, iets wordt gewijzigd, aan
de tot dusverre bestaande omstandigheden,
dan wel of de afhankelijkheid van deze
staten van Engeland reeds zoo ver gevor
derd is, dat zij zich aan het toezicht van
Engeland onderwerpen. In ieder geval zijn
tot dusverre de neutralen maar al te ge
willig naar Duins gevaren.
De kleine neutrale mogendheden (be
doeld worden Nederland en België), aldus
het communiqué van het Duitsche nieuws
bureau, hebben zich beperkt tot papieren
protesten en lamlendige resoluties achter
gesloten deuren. Het Oranjeboek bewijst de
vruchteloosheid van deze politiek.
Engeland heeft in tegendeel zijn praktij
ken nog verscherpt en eischen gesteld, waar
van de vervulling niet met het begrip der
neutraliteit te vereenigen is.
Men moet niet verwachten, zoo wordt in
de Wilhelmstrasse verklaard dat deze „vlucht
in de openbaarheid", als hoedanig het
Oranjeboek mag worden beschouwd, iets
aan den toestand zal veranderen, dan wel
of het niet met de afhankelijkheid van
België en Nederland reeds zoover is geko
men. dat Engeland thans alle bezwaren van
de hand zal wijzen, terwijl het zich beroept
op een recht van gewoonte en ze zal recht
vaardigen als een noodzakelijke bijdrage tot
de redding van de democratie.
In alle geval stelt men te Berlijn vast,
dat de beide landen niet hebben kun
nen besluiten tot een vastberaden en
werkzamen stap ter verdediging van de
plichten van hun neutraliteit. Hun prak
tische onderwerping aan den uil van
Engeland ls een aanval op den vrede,
die voor de kleine neutrale landen van
nog meer gewicht is dan voor de groo
te staten".
In de Wilhelmstrasse is - aldus deN.R. Crt.
door de pers gevraagd wat volgens Duitsche
opvatting de neutralen moesten doen om
de door Duitschland gewraakte tegenstel
ling tusschen woorden en daden te doen
verdwijnen. Het antwoord daarop luidde
dat zij het er op aan moesten laten komen,
d.w.z. dat neutrale schepen, die worden
aangehouden door een Engelsch oorlogs
schip, eenvoudig moeten doorvaren. De
Engelschen zouden dan toch niet durven
schieten.
Op een vraag of deze gedragslijn ook aan
bevolen werd voor neutrale schepen, die niet
door Engelsche, maar in een gebied, waarin
de Duitsche blokkade effectief, b.v. in de
Oostzee, door een Duitsch oorlogsschip wor
den aangehouden, met andere woorden, of
zulk een neutraal schip volgens Duitsche
opvatting eveneens zou moeten doorvaren
en het er op aan laten komen of het Duit
sche oorlogsschip al of niet zou schieten,
werd geprikkeld geantwoord, dat de Duit
sche maatregelen slechts een antwoord op
de Engelsche maatregelen waren.
VOOR DONDERDAG 9 NOVEMBER.
Hilversum I, 1875 en 414,4 M. 8.00—9.15
KRO. 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 2.00—12.00 NCRV
8.00 Berichten ANP 8.05—9.15 en 10.00
Gram.muziek 10.15 Morgendienst 10.45
Gr am. muziek 11.30 Godsdienstig halluur
12.00 Berichten 12.15 KRO-orkest <12.45
1.10 Berichten ANP., gram.muziek)) 2.00
2.55 Hand werkuur tje 3.00 Viool en piano en
gram.muziek 3.40 Gram.muziek 3.45 Bij
bellezing 4.45 Gram.muziek 5.00 Handen
arbeid voor de jeugd 5.30 Gram .muziek
5.45 Orgelspel 6.45 CNV-kwartlertjes 7.00
Berichten 7.15 Boekbespreking 7.45 Cau
serie „Metaalbewerking" 8.00 Berichten ANP,
herhaling SOS-berichten 8.15 NCRV-Har
monie-orkest en gr am .muziek 9.00 Causerie
„De groeiende Kerk ln een ontredderde We
reld" 9.30 All Round-sextet (10.00—10.30 Be
richten ANP., actueel halfuur) 11.15 Gra-
mofoonmuzlek 11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum n, 301,5 M. AVRO-Uitzending
8.00 Berichten ANP., gram.muziek 10.00
Morgenwijding 10.15 Gram.muziek 10.30
Voor de vrouw 10.35 Omroeporkest 11.00
Voor de vrouw 11.15 Omroeporkest en solist
12.30 Gram.muziek (Om 12.45 Berichten
ANP.) 1.00 Het Puszta-orkest 1.30 Het
AVRO-Aeolian-orkest 2.00 Voor de Vrouw
2.30 Vervolg concert 3.00 Brei- en bor-
duurcursus 3.45 Gr am muziek 4.00 Voor
zieken en thuiszittenden 4.30 AVRO-Musette-
ensemble en soliste ropn.) 5.00 AVRO-Week-
kaleidoscoop 5.25 Gelukwenschen 5.30
AVRO-Amusementsorkest en solist 6-30
Sporthalfuur 7.00 Voor de kinderen 7.05
Vroolijk programma voor militairen 7.30 En
gelsche les 8.00 Berichten ANP., mededeelin-
gen 8.20 Het Concertgebouw-orkest en so
listen (Ca. 9.10 Causerie „Shakespeare en wij")
10.40 Gram.muziek 11.00 Berichten ANP.
Hierna: AVRO - Dansorkest 11.4012.00 Or
gelspel.
Engeland. 391 en 440 M - 9.50—10.20 Va
riété 11.20 Orgelspel 11.40 Causerie 11.55
Gevarieerd programma 12.20 Berichten
12.351.20 Orkestconcert 2.20 Dansorkest
2.55 Solistenvoordracht 3.20 Berichten 3.35
Causerie 3.50 Revue-uitzending 4.20 Kin-
deruurt^e 450 BBC-Theater-orkest 5.20
Berichten 555 Causerie 5.50 Variété
6.20 Radiotooneel 6.50 Mededeelingen 7.20
Solistenvoordracht 7.35 Variété 8.20 Be
richten 855 Causerie 850 Orkestconcert
950 Korte avondwijding 9.40 BBC-Har
monie -orkest 10.20 Radiotooneel of geva
rieerd programma 1050 Dansmuziek 1150
—11.35 Berichten.
Radio-Paris. 1648 M. Geen opgave ont
vangen.
Keulen. 466 M. RijkseendlngFeestdag der
N.S.D.AP.
Brussel 322 en 484 M. 322 M.r 1150 Gra-
mofoonmuziek 11.50 Omroeporkest 12.50
150. 450,. 5.50 en 650 Gram.muziek 750
Öntspanningsprogramma voor soldaten 7.50
Radiotooneel 8.20 Omroeporkest (met toe
lichting) 9.3010.20 Gram.muziek.
484 M.: 1155, 1250—150. 4.20, 555 en 6.35
Gram.muziek 750 Uitzending voor soldaten
7.50 lrLe lac d'Amour", operette 10.00
10.20 Gram.muziek.
DeutscWandsender. 1671 M. Rijkseending:
Feestdag der N.S.D.AP.
GDI. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN DE
R.O.V. RADIO -CENTRALE.
Donderdag 9 November.
Ie Programma: lederen dag van 824 uirr
A.VJt.O, VARA enz.
2e Programma: lederen dag van 824 uur
K.R.O., N.CR.V. enz.
3de Programma: 8.00 Keulen 1150 Brussel
VL (1250 Ber.) 150 Keulen <Ber.> 1.35
R. Damnark 3.50 Diversen 4.20 Brussel
VI. 5.10 R. Danmark 5.35 Brussel Fr.
6.20 Brussel VI. (6.50 Ber.) 750 Brussel Fr.
7.50 Brussel VL 850 Beromünster 9 20
Brussel VI. (Ber.) 10.20 Deutschlapdsender
(11.20 Ber.).
4de Programma: 8.00 Brussel VL 850 En
geland (Ber.) 11.40 Brussel Fr. 12.20
Engeland (Ber.) 12.50 Parijs Radio (Ber.)
250 Engeland <350 Ber.) 4.20 Brussel Fr.
4.50 Engeland (5.20 Ber.) 5.005.09 Scheve-
ningen Haven (Ber.) 5.35 Boedapest 5.50
Engeland 6.20 Beromünster 6.35 Brussel
Fr. 6.50 Boedapest 7.20 Keulen (Ber.)
7.30 Parijs Radio <7.50 Ber.) 8.20 Engeland
<Ber.) 8.35 Parijs Radio 9.50 Boedapest
10.20 Diversen 10.46 Boedapest 11.20
Engeland (Ber.).
Wijzigingen voorbehowSetL
S. L. te L. De regeling voor de kostwin
nersvergoeding is pas gewijzigd. Overigens zij
er op gewezen, dat er geen vaste normen be
staan. Ieder geval wordt afzonderlijk beoor
deeld.
C. J. M. te L. Noordwijk, Katwijk. Wasse
naar, Den Haag, Rotterdam. Dordrecht. Moer
dijk. Zevenbergen, Standaarbuiten. Ouden
bosch. Oud-Gastel, Roosendaal, Esschen. Totaal
plm. 110 K.M.
Bij het eerste geratel vloog de dief onder
't venster als een haas weg. Het duister
slokte hem onmiddellijk op. Met een
uiterst verschrikt gezicht kwam bankier
Dubbeltjes naar buiten en riep: „Wie is
daar? Wat moet dat hier voor mijn
huis
Mijnheer Dinges, die 't dichtst bij hem
stond, liep naar den bankier, met den
ratelenden wekker bij zich. Agent num
mer 18 was woedend, vooral op Dinges,
die door z'n domheid 't prachtige plan in
duigen had laten vallen. En stü sloop
nummer 18 weg......
Dinges droop af, nadat hij Dubbeltjes had
verteld, dat er nu eigenlijk aan de hand
was geweest. De laatste smeet, nada hij
't verwarde verhaal had aangehoord, woe
dend de deur dicht en Dinges veegde z'n
hoofd met een zakdoek af. Foei, hij had
ook altijd pech......