Mosselen voor onze soldaten - Het m.s. maakt zijn proeftocht
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
4»
80ste Jaargang
FEUILLETON
De Hermandad, de
Heros en de Heroïne
BIJ STORMWEER IS HET NEDERLANDSCHE MOTORSCHIP „ALGARVE" BIJ
HET PLAATSJE ZOUTELANDE (WALCHEREN) GESTRAND. Het schip is gis-
teravond met sleepboolhulp weer vlot gekomen.
HET MOTORSCHIP „CASTOR", GEBOUWD BIJ,
DE NEDERLANDSCHE DOK MIJ. VOOR DE
K. N. S. M., MAAKTE ZIJN PROEF
TOCHT. HET FRAAIE SCHIP
OP HET IJ.
DE MOSSELT1JD IS AANGEBROKEN en „ergens in Nederland" gele
gerde soldaten profiteeren ervan. Allen aantreden voor de mosselen-con
sumptie. Onder toezicht van den batterij-commandant worden de mosselen
naar binnen gewerkt
DE RESTAURATIE VAN DE GEVELS OP DE BINNENPLAATS VAN HET
BURGERWEESHUIS TE AMSTERDAM IS TEN DEELE
GEREED. EEN DER MOOIE HOEKJES.
EEN DER GROOTSTE PAARDENMARKTEN IN NEDERLAND
is die te Hedel, welke ieder jaar op den eersten Maandag in November
.wordt gehouden. De groote belangstelling.
HET BRONZEN BORSTBEELD VAN PROF. DEBIJE,
dat Donderdag a.s. in de Gem. H.B.S. te Maastricht
in tegenwoordigheid van den Nobelprijswinnaar zelf
zal worden overgedragen.
door
FELIX O DERRICK.
110)
I cm" 2yn had Teun veel aan sport
|5™aan' en wel speciaal aan worstelen, om-
I kli. sport aan "eden van zijn gewlchts-
T i - nog betrekkelijk veel rust toelaat,
■lit! placht; zijn tegenstander naar harte
ns aan z«n mammoet-lichaam te laten
en op zijn geméik af te wachten tot
I li V °°genblik, dat dén uitgeputten man
I v 'on8 uit den mond hing. Dan nam hij
hnnrtln z'Jn armen de liefkoosde hem niet
I der M?raak- Voor boksen was Teun min-
1 be»o us'as': da' vergde weer te veel
Imaav Des°ndanks konden zijn kin en
I ïein aard'S wat incasseeren en deelde hij
I ï(io,i.eens een stoot uit, wat al heel zelden
I Wcht üm' dan wist het seweldige ge-
I too v ^at achter zijn enorme vuisten lag.
I 'e bre '^j'5 °P den tegenstander over
I jen ,.nigen. dat er in de schaarsche geval-
Sriin. euns deelname aan een actief in-
hoVk. noocizakelijk maakten, voor den be-
a' bitter weinig reden tot vreug-
Idrh» d' unier wen
Ivechi! "d H'i haatte
I fti -Partijen, was daa
alle soorten van
l«i te vi was daarvoor te goedmoedig
hk °P zijn gemak gesteld; hij ont-
dus, zoolang het mogejijk was.
Zijn vriendschap met den drogen, moppe
renden inspecteur der Engelsche politie da
teerde van een dergelijke vechtpartij in
een Londensche havenwijk, die voor dezen
slecht afgeloopen zou zijn, wanneer het
Teun niet gelukt was hem uit zijn hache-
lijken toestand te ontzetten. Heel wat Ja
ren waren sedertdien verstreken en de beide
heeren hadden samen goede en slechte tij
den meegemaakt. Beiden waren zij ieder
voor zijn eigen firma, dat wil zeggen: de
inspecteur voor de Engelsche regeering en
Teun voor het Burleigh Press Syndicate
in Soedan werkzaam geweest en hadden
daar ruim den tijd gevonden elkaar te lee-
ren kennen en waardeeren. Daar hadden zij
ook hun gemeenschappelljken vriend Mau
rice Le Follezou leeren kennen. Leek Teun
op een sloth en Jock Bertrand op een vos,
zoo restte er voor Maurice slechts een ver
gelijking met een ruwharigen foxterrier,
het liefste en ongehoorzaamste lid der aard-
sche fauna. Overigens noemde de inboor
lingen Teun van Duren „Gamuse", de reus
achtige Afrikaansche blauwe waterbuffel,
die juist als hij, goedig, volhardend en oer
sterk. nochtans eveneens niet ongestraft
geprikkeld mag worden.
Maar nu die brief:
..Dear old sloth," „Groote Gemakzuch
tige!"
Ik veronderstel niet, dat je zoo naïf bent,
om dezen brief eenvoudig als een teeken
van teedere herinnering aan jou. vette, ge
makzuchtige buffel te beschouwen. Want
mijn laatste heb je zonder blikken of blo
zen onbeantwoord gelaten. Ik begeer slechts
een weyiig jouw treurige arbeidsschuwheid
te komen bestrijden vandaar dat ik mij
hierbij uitnoodig eenigen tijd bij je te ko
men "logeeren, zonder de bedoeling om je
ook maar eenigszins met rust te laten. Amb
telijke redenen dwingen mij de gouden zon
en de van geuren zwangere lucht van het
land der Pharao's op te zoeken, en aange
zien ik jou den smaad niet wil aandoen in
een hotel te wonen en ik bovendien niet van
plan ben onnoodig met mijn toelage te woe
keren alleen om te voorkomen dat ,,de
Groote Gemakzuchtige" op kosten van mij
moeite of geld zou moeten besteeden, ben
ik van plan om op den 23en van deze maand
met den sneltrein van 7 uur 35 te arriveeren
en ondanks een lntensieken physieken af
keer van vette, schier overplaatsbare, ge
makzuchtige vleeschmassa's in jouw armen
te zinken.
Aangezien het. O Sheik, de belangrijkste
eigenschap van jouw verachtelijk beroep is,
je neus in vreemde aangelegenheden te ste
ken, draag ik je hierbij op om eens hier en
daar je oor te luisteren te leggen bij het
aan de oevers van vader Nijl zoo welig tie
rende edele ras. dat uit de lendenen van
den listen-spinnenden Odysseus gesproten
is, ten einde eens te hooren, wat de prijs
voor cocaine en heroïne is, waar het te koop
is en welke de kwaliteit.... Doe eens iets
overbodigs, Sloth, wees een goeie ouwe jon
gen en zet je beste beentje voor. De voorge
voelens in mijn ziel zeggen mij, dat wij weer
een succesvolle jacht zullen hebben. Groet
Saaleh van mij en zeg hem. dat Chawaga
Abu el Taieb op komst is. dat ik hem een
juweel van een Engelsche pijp meebreng en
dat hij voor mij een baal koffie van de
goeie soort inslaan moet, alsmede een berg
echte Kabab, en Curryhuhn niet te verge
ten.
Met gepaste gereserveerdheid
Je trouwe Jock,
P.S. Breng ook-Majiripe op de hoogte!"
ziel in een vlekkeloos lichaam getuigde,
bracht de inspecteur den volgenden och
tend persoonlijk naar het station, opdat het
nog op tijd de boot zou bereiken. Daarop
maakte hij zich op om de noodige voorbe
reidselen voor zijn reis te treffen, zoo veel
mogelijk materiaal overzichtelijk te rang
schikken en enkele hangende zaken aan
een collega over te dragen. Een officieel
schrijven stelde de Egyptische autoriteiten
van zijn komst op de hoogte.
Dienzelfden dag ontwaakte in het Ezbe-
kijeh-Karakol de arme don Andres, als eer
ste der ons dierbaar geworden personen,
uit een sluimer zonder eenige verkwikking.
Zijn toestand was beroerd, zijn ontbijt nog
beroerder en het allerberoerdst waren zijn
vooruitzichten. Een vertegenwoordiger van
het Spaansche consulaat werd verwacht,
naspeuringen van den meest uiteenloopen
den aard werden gedaan en men bereidde
hem alle kleine pleiziertjes, die opheldering
van zijn identiteit en zijn schuld moesten
opleveren. Kruisverhooren, vingerafdrukken
foto's van alle kanten.
Zou hij dan misschien in zijn toorn toch
gestoken hebben? Zuidelijk, heet jong bloed
snelle hand. gekrenkte eer!
Mijnheer Mandrides was de volgende, die
zich aan des zandmannetjes ban ontrukte.
Of hij ook in zijn slaap scheel keek? Hoogst
waarschijnlijk wel. maar lastig te bewijzen.
Is ook eigenlijk van weinig belang voor
het verloop van dit drama. Zoo weinig in
specteur Bertrand van het prototype van
een gentleman-detective weghad, zoo vol
maakt was de heer Mandrides het toonbeeld
van een door de wol geverfden spitsboef.
Grieken zijn vaak heel mooie menschen,
maar mijnheer Mandrides zou de ziel van
een medemensch slechts in één enkelen toe
stand vermogen te verkwikken: gehangen.
Helaas is niet alles op deze aarde zooals het
zou moeten zijn. Mijnheer Mandrides hing
niet aan de galg, maar aan den hoorn van
de telefoon en belde achtereenvolgens drie
heeren van zijn wijdvertakte organisatie op
om ze bij. hem in het hotel te ontbieden.
Eén hunner maakte deel uit van het mini
sterie van Binnenlandsche Zaken, een twee
de was een sieraad van het nobele gilde
der katoenmakelaars, terwijl de derde een
sedert gisteren werklooze artist was, Car
los Altro geheeten.
Een tweede telefoongesprek voerde mijn
heer Mandrides met een man, tegen wien
zijn toon dat wonderlijke timbre van ach
ting en onderdanigheid aannam, dat bij
vertrouwenspersonen van zijn slag slechts
voorkomt wanneer zij te doen hebben met
een persoonlijkheid, die hen door sociale
positie en uitermate radicaal toegepaste
meedoogenloosheld op passende wijze heeft
weten te imponeeren.
„Wat is er aan de hand?" klonk een kille
en rustige stem uit het apparaat.
„Ik ben het, chef", zei Mandrides, zonder
zijn naam te noemen; voor den ander
scheen dat voldoende te zijn.
„Ik veronderstel, dat U van den loop der
zaken op de hoogte gebracht bent, chef",
hernam Mandrides. ..Onze beklagenswaar
dige vriend Kopolovicl is ten offer gevallen
aan een gewelddadigen aanval. Eén zijner
artisten, een zekere Andres Ruiz, heeft hem
gisteren om vier uur doodgestoken."
De stem zweeg een oogenblik. Toen klonk
zij opnieuw:
„Is het geval volkomen duidelijk en on
miskenbaar?"
„Volkomen."
„Mooi. Waar is de waar?"
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).