BINNENLAND Verkoudheden LEID5CH DAGBLAD, Vrijdag 3 November 1939 Derde Blad No. 24421 IUYLENSPIEGHEL Vaste basis voor de gemeentelijke financiën gewenscht 30ste Jaargang Geen breuk lussdien Anti Revolutionnairen en Roomsch Katholieken! Ontwikkeling en ontspanning voor militairen De nieuwe commandant van het Leger des Heils in ons land Vicks Va-tro-nol In den 4C Uit NedOost-Indië De beteekenis van den staat van beleg Begrooting van Binnenlandsche Zaken VRAGENRUBRIEK prof. Homme contra dr. Cotijn. f geen onoverbrugbare klove. Naar aanleiding van de rede van dr. Co- Jtjn in het A.R. Central en-Convent over de breuk tussohen Anti-Revolutionnairen en Roomsch-Katholieken, heeft oud-minister Ramme aan de pers een verklaring afge legd. waarin hij zeiden In hetgeen geleid heeft tot val var het vierde kabinet Colijn ligt, naar mijn overtuiging, niet iets zoodanigs, dat men met recht aan katholieken eti anti-revolutionnairen zou mogen voor houden: de principieele verschillen, welke natuurlijk tusschen u bestaan, iwhetden u voortaan voor het practi- sche politieke leven. Veeleer lijkt mij juist deze stelling, dat de principieele verbondenheid tus schen (oa) katholieken en anti-revo- lutionnairen, welke in 1937 geleid heeft tot een vruchtbare rechtsche samenwerking tot Mei 1939 toe, door het dezen zomer gebeurde in geen enkel opzicht is geraakt. „Hoe ik het ook bezie het schijnt nrij ongerechtvaardigd en daarom in desen tijd minder juist dan ooit, om aan de anti-revolutionnairen en de katholieken thans te trachten bij te brengen de opvatting van een diepe, althans hen onoverbrugbaar scheiden de, klove. Aan de katholieken ik ben niet direct de meest aangewezen advi- sew voor de anti-revolutionnairen zou ik daarom met klem willen zeggen: ondanks alles wat dezen zomer gebeurd is en naar mijn meening dezerzijds niet anders kon en niet anders mocht ge beuren hoedt u voor de gedachte, dat de anti-revolutionnaire volksgroep daarom uw politieke vijand zou moe ten zijn; die gedachte is fout en daar om onnoodig schadelijk voor onze Ne der landsche gemeenschap Het nationaal hoofdkwartier Tan het Leger des Heils schrijft: een Tan de eerste gewichtige beslissingen, welke de onlangs in functie getreden generaal van het Leger des Heils te nemen had, was de benoeming van een nieuwen territorialen leider voor Nederland. De keuze is daarbij gevallen op de mar kante persoonlijkheid van commandant Alfred J. Benwell. Reed.-: op zeer jeugdigen leeftijd maakte de huidige commandant de zaak van het Leger des Heils tot de zijne. In 1890 kwam hij vanuit Schoeburyness in opleiding voor heilsofficier. Na verscheidene jaren als een jong, succesvol officier in Groot-Brittannië gearbeid te hebben, viel hem de groote on derscheiding te beurt om door den stich ter aangewezen te worden tot pionier van den legerarbeid in Zuid-Amerika. Gedu rende de vijftien Jaren van zijn bevel al daar werden in de drie groote republieken de grondslagen gelegd voor een gezonde, krachtige, zich tot op dezen dag steeds uit breidende Leger des Heils-activlteit. Een periode als assistent internationaal secretaris op het hoofdkwartier te Londen leende zich er bij uitstek toe om hem grondig in te werken in de groote proble men zoowel als in de interne organisatie dezer wereldomvattende beweging, waarna zijn benoeming tot chef-secretaris ln De nemarken volgde. Vervolgens werd hij aangesteld als twee de in bevel van het legerwerk in Frank rijk Aan de enorme uitbreiding en opbouw van den maatschappelijken arbeid aldaar is zijn initiatief en groote stuwkracht zeker niet vreemd geweest. Sedert 1932 voerde hij het bevel over het Leger des Heils in Noord-China. Het was onder zijn leiding, dat het leger door zijn hulpverleening aan de zwaar geteisterde burgerbevolking tijdens het Chlneesch— Japansche conflict, de bewondering af dwong van het internationale roode kruis en van de geheele wereld. Sinds de bijeenkomst van den hoogen raad, die den nieuwen leger-generaal moest kiezen, vertoeft hij In Engeland. De benoe ming van dezen bekwamen leider met zijn grondige kennis van de interne aangele genheden van het Leger des Heils, gerug- gesteund door een rijpe ervaring cn bree- den blik, verkregen door zijn werk in ver schillende landen en zeer uiteenioopende bevolkingen, zal in Leger des Heils-krin- gen en onder de velen, die het Jregcr in Nederland een goed hart toedragen, zeker met vreugde worden ontvangen. EEN FUNCTIE VOOR MR. L. EINTHOVEN. In zijn radiotoespraak Maandagavond heeft jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude o.a. medegedeeld, dat de centrale raad van advies inzake ontwikkeling en ontspanning van militairen hoopte, dat zeer binnenkort ter beschikking van de sectie O. en O. zal worden gesteld een bij uitstek daarvoor ge- eigende functionrmris, die, voorgelicht door deskundige medewerkers, onder meer, er naar zal streven, dat overal op velschillend gebied de juiste man op de juiste plaats zal worden gesteld. Thans wordt gemeld dat het in de bedoe ling ligt. dat de hoofdcommissaris van politie te Rotterdam, mr. L. Einthoven. voor deze functie zal worden benoemd. Hij zal dan worden gedelegeerd lid van den ccn- tralen raad. De taak van den heer Einthoven zal zijn het contact te vormen tusschen organisaties en legerleiding bij het organiseeren van het werk van O. en O. Het ligt niet in het voornemen, dat de heer Einthoven in verband met deze benoe ming, welke uiteraard slechts een tijdelijke zal zijn, zijn ambt bij de Rotterdamsche politie zal neerleggen. Voor het waarnemen van zijn nieuwe functie is het d» bedoeling, dat hem voorloopig voor ongeveer een half jaar verlof zal worden verleend. Zoodra U snuift of niest, vlug een paar druppels Vicks Va-tro-nol in ieder neusgatl Spoedig ver dwijnen de benauwdheid en prikkeling en de ver koudheid wordt gewoonlijk in de kiem gesmoord. 2123 (Ingez. Med.) TEGEN CUMULATIE VAN INKOMSTEN. Voorziening betreffende de militaire justitie. Volgens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet houden de nadere voorzieningen betreffende de militaire justitie werd de indiening er van algemeen toegejuicht, en wel wegens de dringende noodzakelijkheid van aanvulling der militaire rechtspleging bij de land macht. Gevraagd werd. of indien dit ontwerp tot wet mocht worden verheven, de te benoe men presidenten der krijgsraden ook zul len kunnen worden benoemd tot president van een krijgsraad te velde. Zoo neen, dan duchtten de hier aan het woord zijnde le den, dat de eerstbedoelde functionarissen eerlang als wachtgelders ten laste van het Rijk zullen komen. Algemeen werd de wensch geuit, dat de Regeering de gelegenheid zou openstellen om te solliclteeren naar het ambt van pre sident van een krijgsraad. Verschillende leden hadden ernstige be denkingen tegen het aan de Regeering toe geschreven voornemen, om tot voorzitter van den te 's Gravenhage in te stellen krijgs raad een lid van de Tweede Kamer te be noemen. Zoo de berichten, dienaangaande in enke le bladen verschenen, juist waren (namelijk Inzake een benoeming van oud-minister dr. Deckers (Red. L. D.», dan achtten de hier aan het woord zijnde leden vooreerst ge let op de omvangrijke werkzaamheden, aan elke dier beide functies verbonden behoor lijke waarneming er van door een en den zelfden persoon te eenenmale uitgesloten. Ten tweede zou hiervan h.i. een cumulatie van niet geringe inkomsten het gevolg zijn, welke in het huidige tijdsgewricht, bovenal daar het een lid der Volksvertegenwoordi ging zou betreffen, meer dan ooit verwerpe lijk geacht, en mitsdien zorgvuldig verme den moet worden. VOORLOOPIGE MOBILISATIE VRIJSTELLINGEN. De regeeringspersdienst meldt: Ten einde tegemoet te komen aan enkele practische bezwaren, gebleken bij de uitvoe ring van het mobilisatie-vrijstellingbesluit van 18 April zijn. in afwachting van nadere voorzieningen, alle voorloopige mobilisatie- vrijstellingen van beperkten tijdduur, welke een ingangsdatum dragen van vóór 27 Oc tober, ook al zou deze tijdduur reeds ver streken zijn, verlengd tot 1 Mei 1940. voor zoover de vrijstellingen verleend zijn aan ge wone dienstplicht der landmacht, welke behooren of geacht worden te behooren tot de lichtingen 1924 t/m 1938 en aan die der zeemacht, welke behooren of geacht worden te behooren tot de lichtingen 1925 t/m 1938. Hieronder zijn uit den aard der zaak niet begrepen die mobilisatievrijstellingen, welke op grond van militaire onmisbaarheid intus- schen zijn ingetrokken of nog ingetrokken zullen worden, dan wel door de desbetref fende instanties of bedrijven zelf intusschen reeds zijn opgegeven als geëindigd, omdat de reden, op grond waarvan de mobilisatie vrijstelling werd verleend, niet langer meer bestond. Voor de gewone dienstplichtigen der overige lichtingen en voor de buitengewone dienstplichtigen blijft de mobilisatie vrij stel ling gelden zooals deze aan ieder van hen afzonderlijk werd verleend. Overeenkomstig het bovenstaande zijn of worden de dienstplichtigen welke onder deze verlengingsregeling vallen ep ingevolge den beperkten tijdduur hunner mobilisatie vrijstelling zich thans wederom in werke- lijken dienst bevinden, onverwijld met klein verlof tot I Mei 1940 huiswaarts gezonden. ARNHEM GROEIT. Naar we vernemen, heeft het zielental van Arnhem een dezer dagen de 90.000 over schreden. Msb. BURGEMEESTERSBENOEMINGEN. Bij Kon. Besluit is met ingang van 17 November benoemd tot burgemeester der gemeente Diever: J. C. Meyboom. De heer Meyboom is thans werkzaam aan het departement van blnnenlandsche zaken en ls o.a. adjunct-secretaris van de com missie in overleg Inzake de gemeente- begrootingen. Met Ingang van 15 November is benoemd tot burgemeester der gemeente Hontenisse: mr. dr. C. J. M. A. van Rooy, die thans als volontair werkzaam is ter gemeente-secre tarie van Castricum. Bovendien is hij ad junct-secretaris van de staatscommissie voor de herziening der woningwet. AANGAAN VAN EEN OF MEER GELD- LEENINGEN TEN LASTE VAN HET RIJK. Ingediend is een ontwerp van wet tot het aangaan van een of meer geldleenlngen ten laste van het rijk. Ter toelichting zegt de minister van financiën: Aangezien de vlottende schuld tot een aanmerkelijk bedrag ls opgeloopen. terwijl een verdere stijging niet zal uitblijven, acht de minister het noodig te kunnen beschik ken over een wettelijke machtiging tot het aangaan van een of meer geldleeningen. welke voldoende ruimte geeft om op gun stige tijdstippen aan de leeningbehoefte van het Rijk te kunnen voldoen. Wells van de machtiging, vervat in de leeningwet 1936 nog niet ten volle gebruik gemaakt, doch dc ingevolge die wet nog beschikbare machti ging tot het opnemen van f. 200 millioen biedt voor de naaste toekomst niet voldoen den armslag. Gevraagd wordt daarom een nieuwe machtiging tot een bedrag van f.300 mil lioen. d.w.z. een bedrag, overeenkomende met dat van de vorige machtigingswet. DE BOTERHEFFING. Het bedrag van de heffing en steunuit-| keering op boter is behoudens tusschen- tijdsche wijziging, voor de week van 2 tot 9 November vastgesteld op 80 cent per K.G. (onveranderd). DIEFSTAL VAN F. 50.000. CHERIBON. 3 Nov. Aneta/A.N.P.) Een Chineesche vrouw alhier is bestolen voor ongeveer f. 50.000 aan contanten en juwee- len, die in een brandkast waren opgebor gen. De vermoedelijke dievegge is gear resteerd. Slechts voor een bedrag van f 1500 kon worden achterhaald. Uitgesproken A. A. W. J. van der Made. koopman te Lel den. Morschweg 98a R.-c.: mr. A. W. J. van Vryberghe de Coningh; cur.: mr. J. M. Leen- ders. Leiden, J. Wolf. kantoormachine-specialist. Vrouwen- steeg te Leiden. R.-c.: mr. A. Ikman van Burck; cur.: mr. M. Teekens, te Leiden. C. G, Maaswinkel, reiziger. Badhoevedorp. Rietvinkstraat 74. Haarlemmermeer. R.-c.: mr. J. H P. E. Mijnssen; cur.: mr. A. G. H. H. Roeffen, Aalsmeer. Volgens ..Handelsbelangen" werden gedurende October bij de gezamenlijke griffies in Neder land gedeponeerd: 116 crediteurenlijsten met een totaal passief van f. 857.396.41 Vt, waarvan prefe rent f. 129.003.56. Vanaf 1 Januari werden in totaal gedeponeerd 877 crediteurenlijsten met een totaal passief van f. 11.9C4.694.23. waarvan preferent f.2.218.037.35'^ Jaren geleden Met korte broekjes aan stonden wij eer- biediglijk rontelom den meester geschaard, die ons meegenomen had naar kasteel Doorwerth, op een schoolreisje. „Ja jongens, 't is akelig om te vertellen, maar hier, in dit kamertje, liet de kasteel heer z'n gevangenen doodhongeren!", ver telde meester. Wij werden wat bleekjes om den neus en keken met ontzag naar de ongezellige wan den en zoldering. Wat al leed moesten die steenen hebben gezien „Maar 't was nog érger," voer meester onverdroten voort, hij had een geheime voorkeur voor griezel-verhalen, ik herinner mij, dat de Tachtigjarige Oorlog onderzijn leiding wel honderdzestig jaar scheen te duren. „Kijk es. dit luikje komt uit in de keuken van het kasteel. Daar braadden ze dan fijne kippetjes en de heerlijke geuren kwamen door die opening in de cel van den armen, verhongerenden gevangene. Dat was om het nog een beetje móóier te maken maar jullie moet ook bedenken, dat was in de zwartste middeleeuwen...." Jaren later. Het ultra-korte-golf-gebied, jachtterrein der eerzame huisvaders. „Moe-je die Rus sen weer es te kéér hooren gaan! O, da's vast een Duitscher ln Frankrijk.. Ts-ts-ts, wat 'n taal En dan. opééns, een genoegelijk-keuve- lende stem, een Duitsch geluid, uit een ander oorlogvoerend land. „Ja. die in Duitschland den oorlog meemaken, zullen er niet dikker op wor den". vindt de stem. Meewarig wordt uitge weid over al die kaarten, niks kan men zóó maar van over de toonbank krijgen en wat men op die kaarten krijgt, het mag haast geen naam hebben.... „Dan hier bij ons!", de stem wordt wat opgewekter. „Wij hebben hier over vloed! Kom. we gaan eens met de micro foon naar de vleeschhallen!" Een gerucht van vele stemmen bromt uit den luidspreker, petsende geluiden geven aan. hoe dikke biefstukken worden plat-geslagen en een slager vraagt: „Hoeveel pond. mevrouw?" „Drie pond. alsjeblieft!" ..Nog ham? Spek? Vet?" „Och ja, doet u er maar een half pond ham bij Van de vleeschhallen gaat de microfoon naar den kruidenier en van den krui denier naar den zuivelwinkel Vroeger moest de geur het doen, tegen woordig het geluid maar de bedoeling en het resultaat zijn gelijk gebleven: die niet krijgen kunnen, watertanden er naar, 'lijk Tantalus naar de wijkende vruchten en het vallende water. Deze kwelling is al zoo oud als de wereld Mijn meester is reeds lang den weg aller meesters gegaan. Niet dat het leven, dat kostelijk geschenk, niet onder alle omstan digheden de moeite het te leven waard is maar ik denk zoo, dat het hem geen deugd gedaan zou hebben mee te maken, dat deze wereld weer inéén zou krimpen tot een klein Doorwerth-kamertje en dat niet in de zwartste middeleeuwen, maar in den jare 1939.... Bittere desillusie voor hen, die geloofden, dat stofzuigers, schrijfmachines en elec- trisch licht de menschheid op een waar lijk hooger peil hadden gebracht. NIEUWSGIERIGEN ZULLEN WORDEN GEWEERD. Van bevoegde zijde deelt men ons mede: Uit het in staat van beleg verklaren van versohillende gemeenten heeft men hier en Jaar den indruk gekregen, dat in die ge bieden thans een militaire dictatuur zou ontstaan. Uit is geenszins het geval. De burgelijke overheden behouden in het bedoelde gebied haar bevoegdheden en blijven haar taak vervullen. Daarnaast krijgen dc autoriteiten, be last met hel militair gezag, eenige be voegdheden, welke zij behoeven om de landsverdediging zoo goed mogelijk te kunnen voorbereiden. Zoo zullen zij ver ordeningen kunnen vaststellen en beve len kunnen geven om te beletten, dat te nieuwsgierige personen zich met de in richting van dc stellingen op de hoogte stellen en zullen zij gerechtigd z'jn zoo danige personen uit dal gebied te ver wijderen. Naar ons werd medegedeeld, gaat het in hoofdzaak hierom. Voor het gewone leven brengt on der de huidige omstandigheden het in staat van beleg verklaren vrijwel Keen verschil. hebbe^1^6' bericht zegt dat de oppcrbcvel- vanv 'r van land en zeemacht aan militairen S Bfreemde nationaliteit het verblijf in het onb van keteg verklaarde gebied heeft tenzij zij voorzien zijn van een rtftelijke vergunning. Burgemeesters, die zich aan hun verantwoordelijkheid onttrekken. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van binnenland sche zaken voor 1940 ontlcenen wij het vol gende: Verscheidene leden hadden niet den in druk, dat bij de samenstelling van deze begrooting een ernstige wil tot bezuiniging heeft voorgezeten. Een deel der hier aan het woord zijnde leden betwijfelde in het bijzonder, of de voorgenomen personeelsuitbreiding bij de afdeeling volkshuisvesting wel in overeen stemming is met den in de huidige om standigheden dringenden eisch, dat geen nieuwe uitgaven worden gedaan, die niet strikt noodzakelijk zijn. Een aantal leden vestigde er de aan dacht op, dat in de laatste twee jaren ver schillende voornemens van den minister op wetgevend gebied tot uiting zijn geko men. doch dal daarvan nog geen enkel tot zichtbare resultaten heeft geleid. Zij noem den in dit verband een herziening van de Zondagswet, van de Bioscoopwet en van de Begrafeniswet. Gaarne zouden deze leden vernemen, in welk stadium de voorberei ding van de desbetreffende wetsontwerpen (hans verkeert Van verschillende zijden werd de aan dacht gevestigd op het nog zeer groote aantal arbeidscontractanten, in weerwil van den aandrang tot inkrimping, welke reeds sedert vele jaren met klem ls ge oefend. Gevraagd werd, of thans binnen afzien- baren tijd de indiening van een wetsont werp is te verwachten, strekkende tot ver hooging van de pensioenen, uit te keeren aan dc weduwen en wcezen van ambtena ren. wier salaris meer dan f. 3000 beloopt. Gevraagd werd. of de minister bereid is bij de centrale commissie voor georgani seerd overleg aanhangig te maken het vraagstuk van de pensionneering van amb tenaren op 60-jarlgen leeftijd. Eenige leden drongen bij herhaling aan op afschaffing van den opkomstplicht bij verkiezingen. Opnieuw werd de waarborging van het geheime karakter der stemming ter sprake gebracht. Naar de meening van sommige leden zou het aanbeveling verdienen, dat de leden van den bijzonderen vrijwllligen landstorm voor zoover niet gemobiliseerd, met het verrichten van burgerlijke diensten wer den belast. Gevraagd werd, of de regeering plannen in die rlcnting heeft. Volgens andere leden zou het onjuist zijn op hen zonder meer voor andere diensten beslag te leggen. Sommige leden vroegen, of het niet ge wenscht zou zijn in het bijzonder dc bur gerwachten bij de organisatie van den vrij- willigen burgerlijken dienst te betrekken. Naar de meening van verscheidene leden is het thans meer dan tijd, dat een vaste basis voor de gemeentelijke financiën tot stand komt. Zij achtten daartoe een algeheele herziening van de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten noodzakelijk. Het paard achter den wagen span nen noemden eenige leden het. dat de inmenging van de rcgcering soms zóó ver gaat. dat zij ook aanwijzingen geeft welke de gemeenten belemmeren in haar streven, zooveel mogelijk uit eigen bronnen van inkomst te zoeken. Gewezen werd daarbij op 's ministers brief van 6 Maart jl. aan de colleges van Gedeputeerde Staten, waarin ter kennis van die colleges werd gebracht, dat de regeering het sedert cenigen tijd in het algemeen niet wcnschelijk achl- le. dat gemeenten gelden vorderen voor parkeeren met motorrijtuigen op voor den openbaren dienst bestemden ge meentegrond. Tenslotte werd er in het kader van deze beschouwingen nog op gewezen, dat met betrekking tot het onderzoek van en de beslissing omtrent gemeentebegrootingen een tempo wordt gevolgd, dat voor vele gemeenten tot groote bezwaren aanleiding geeft. Zoo wacht de gemeente Amsterdam nog steeds op een eindbeslissing met be trekking tot haar begrooting voor het dienstjaar 1937, tegen welker nlet-goedkeu- ring door Gedeputeerde Staten van Noord- Holland de raad bij de Kroon beroep heeft ingesteld. Ook ten aanzien van de begroo tingen van die zelfde gemeente voor 1938 en 1939 is nog geen beslissing genomen. Voorts zijn er noodlijdende gemeenten, die over haar begroottgen voor 1939 op dit oogenblik nog niets hebben gehoord, dus zelfs nog niet in kennis zijn gesteld van de opmerkingen, tot. welke die begrooting- gen mogelijkerwijze aanleiding geven Gaarne zouden de leden, hier aan het woord zien. dat de noodige maatregelen worden getroffen, opdat het genoemde tem po in het algemeen aanzienlijk worde ver sneld. Wat in het bijzonder de begrooting van Amsterdam voor 1937 betreft, achtten zij het een geenszins onredelijk verlangen, dat thans met de beslissing ter zake groote spoed worde betracht. Gevraagd werd. of naar 's ministers meening de burgemeester van den Bommel na hetgeen aldaar gebeurd is, als zooda nig kan worden gehandhaafd. Gaarne zouden eenige leden voorts ver nemen. welke houding de minister zich voorstelt aan te nemen ten aanzien van burgemeesters, die zich opzettelijk onttrek ken aan uit de wet voortvloeiende verplich tingen. Ais voorbeeld werd gewezen op de handelingen van den burgemeester van Haren, die met zijn verantwoordelijkheid heeft gedekt, dat B. en W. hebben gewei gerd. met een schoolbestuur in die gemeen te overleg te plegen inzake de beschikbaar stelling van gelden voor schoolbehoeften en leermiddelen. Is vroegen eenige leden den minis ter iets bekend van het bestaan van een band tusschen den burgemeester van Go- rinchem en de Nationaal-Sociaiistische Beweging'' Zoo neen, wil de minister dan terzake een onderzoek doen instellen en van het resultaat van dat onderzoek aan de kamer mededeeiing doen? Sommige leden verzochten te mogen wor den ingelicht omtrent den stand der plan nen inzake dc reorganisatie der politie, meer in het bijzonder voor zoover die de ge meentepolitie betreft. Mijn kogel is weg. Abonné te L. By vaststelling van het be drag. dat eventueel ter voorziening in het on derhoud moet worden uitgekeerd, wordt met allerlei omstandigheden rekening gehouden, o a. zoowel met ae inkomsten als met de verplich tingen. die reeds nagekomen moeten worden. Ons is niet bekend, wie voorzitter van de be doelde commissie is. G. P. te L. De aanvragen om octrooi moe ten worden gericht tot, en octrooi wordt ver leend door den Octrooiraad s-Gravenhace, Willem Witsenplein Bij de aanvrage is een bewijs over te legge". dat een bedrag van f.40 is gestort bij het Bureau van den Industrieelen Eigendom. J. O. te L. - U dient zich te wenden tot het Nederlandsche Roode Kruis. Prinsessekade. D^n Haag. waar men u wel zal kunnen inlichten. P. D. L. te L. - Men heeft vrij reizen op den dag. welke op de pas is aangege ven. Een extra welwillend spoorwegambtenaar zal een militair misschien ook een dag later wel doorlaten 'de practijk heeft dat bewezen) maar hij is zulks niet verplicht. Mevr. H.—v. d. M. te O. - Het is gewenscht dat u zoo spoedig mogelijk de instantie welke uw zoon voor de opleiding heeft aangenomen op dc hoogte brengt van den toestand en vraagt, of uw zoon cenig uitstel kan worden ver leend. G. K. Ie K. Bedoelde inrichting adverteert regelmatig in dit blad. Kijkt. U maar eens coed uit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9